Hel Land van Heusden en lllena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
L e v e n s s t r ij d.
HOOGMOED.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 30S0. Zaterdag 2 September.
FEUILLETON.
1911.
UliD VAN ALT&K'
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Meer dan drie eeuwen geleden, zoo
verbaalt ons de geschiedenis, leefde er
in Hoorn een schatrijk man, Adriaan
Win genaamd. Iedereen wist hoe ver
bazend rijk hij was. Zelf wist hij het
ook. Hij was trotsch op zijn ontzagge
lijke rijkdommen. Zelfs meende hij dat
hij door zijn rijkdommen van geen
mensch ter wereld afhankelijk was. Zoo
had hij op een van zijn buitenplaatsen
een raam van geschilderd glas laten
aanbrengen, waarop hij zelf, te paard
gezeten, was afgebeeld. Daaronder stond
te lezen
lek mag rijden, ick mag vliegen,
ick mag gaan,
Ick behoel nyemant ten dienste
te staan.
Door allerlei tegenspoeden kwam hij
echter al zijn rijkdommen te verliezen.
Volgens overlevering is hij als bedelaar
gestorven in een schuur van een boer,
welke vroeger een zijner pachters was.
Wie uwer herinnert zich ook niet
de zoo welbekende geschiedenis van
„Het vrouwtje van StavorenZij was
de rijkste inwoner van de vroeger zoo
bloeiende koopstad Stavoren. Naar alle
deelen der wer ld zond zij hare schepen
en met rijke lading kwamen zij weer
terug. Eens op een keer gaf zij aan
den kapitein van een harer schepen
bevel de kostbaarste lading te halen
van wat er aan kostbaars op de wereld
bestond. Met bet beste graan, dat er
te vinden was, keerde de kapitein weer
terug in de haven. Zijn meesteres was
woedend. Op haar vraag, aan welken
kant van 't schip 't graan was inge
laden, antwoordde de kapitein„aan
stuurboord!" „Goed werp het dan
weer over bakboord in zee!" luidde
haar bevel. En zoo geschiedde 't. Per
soonlijk was zij daarbij tegenwoordig.
Een arm vrouwtje vroeg haar om een
kleine hoeveelheid van 't graan. Zij
weigerde. Toen zeide het arme vrouwtje
„Eens nog zult ge er berouw van heb
ben, dat ge dit edelste van alles in
zee hebt geworpen; ge zult arm worden
als ik en het graan, dat ge nu in zee
laat gooien, terugwenschenDe rijke
koopvrouw was over deze woorden zóó
vertoornd, dat ze hare kostbare gouden,
met diamanten ingelegden ring van den
vinger rukte, óók in zee wierp en zeide
„Zoo min als ik deze ring ooit zal
terug zien, zoo min zal ik ooit arm
worden en dat graan terugwenschen
Een paar dagen later vond haar dienst
meid de ring echter terug in de inge
wanden van een visc'n. De voorspelling
van het arme vrouwtje kwam uit. Door
een geweldigen storm vergingen de
meeste schepen van de trotsche koop
vrouw. Ook Fortuna keerde haar in
den handel de rug toe. Zij stierf als
een arme vrouw.
„Hoogmoed komt voor den val",
zegt een welbekend spreekwoord. De
beide door ons aangehaalde voorbeel
den indien de verhalen tenminste
op feiten berusten hebben dit be
wezen. 't Zijn voorbeelden uit lang
vervlogeD tijden, maar tevens voor
beelden, die u allen bekend zullen zijn.
Daarom haalden we ze aan. Er zijn
echter nog zoo veel meer voorbeelden
voor, ook voorbeelden van uit dezen
tijd. Ze hier ook aan te halen, dat
achten we niet noodig.
En waarom die trotechheid, die hoog
moed eigenlijk?
Ja, waarom! En toch wat zijn
er een trotsche menscheD, wat zijn er
een menschen, die aan hoogmoed lijden
Rekening houdend met het groote aan
tal dier menschen, dan zou men meenen
dat het toch heusch niet zoo'n slechte
kwaal is, want men wil eigenlijk niet
gelooven dat de menschheid zoo slecht
is. En toch lezers, wat lijden de men
8chen, die trotsch en hoogmoedig zijn,
aan een slechte kwail. Men kan zich
de beteekenis en de gevolgen d^r kwaal
niet zoo voorstellen, maar 't is eene
der ergste, waaraan een mensch kan
lijden. Men haalt zich de spot van
andere menschen op den hals, terwijl
weer andere menschen medelijden
hebben met den trotsche en den hoog
moedige.
Dit zijn niet maar los neergeschreven
woorden, 't is zuivere waarheid, wat
wij hier verkondigen. Wie ziet gaarne
dat een ander hem bespot? Wie heeft
gaarne dat een ander medelijden met
hem heeft, medelijden met hem om een
gebrek als trotschheid en hoogmoed
Niemand, nietwaar? Toch is die spot
en dat medelijden van anderen een ge
volg van hun eigendoen. Nog meerdere
gevolgen zijn er. Zijn er ook geen
menschen, die zoo trotsch en hoogmoedig
waren, dat ze er waanzinnig door zijn
geworden
Dit zijn allemaal gevolgen van trotsch
heid en hoogmoed. En wat zijn de oor
zaken ervan Och, de eene is trotsch
omdat hi] zoo rijk is, de ander omdat
hij zoo flink gebouwd is en zoon'n knap
uiterlijk heeft, weer een ander omdat
hij zoo'n lange, oude naam hoeft, enz.
(32
Pia, die voor de eerste maal een dans-
.V 1 bijwoonde en Felix met schitterende
so ytt» verre had zien aankomen,
stond, hij haar uitgenoodigd had, met
"-'d schap op en legde
haar hand in de zijnehoe het kwam, zou
maar toen
haar
it zij.
te dansen,
ar
en geen aüu
Het was zoo vol op de dansvloer, dat
men maar voetje voo. voe t kon
komen. Geen wonder dus dat jongen,
om zijn meisje niet te verliezen, ijn arm
vast om haar taille legde.
Pia zag er uit om te stelen. Zij droeg een
eenvoudige donkerblauwe japon, die haar
blanke tint bijzonder voordeelig deed uit
komen. Om het mooi gevormde kopje golfde
prachtig zwart haar; zij had een kleinen
mond en boven het sierlijke neusje keken
twee lachende blauwe oogen van onder fraai
besneden wenkbrauwen uit.
En die oogen keken, juist nu de dans
zou beginnen, in de oogen van Felix, die
haar beteekenisvol antwoord gaven; zij
bloosde en schrikte nog meer, toen hij haar
hand zachtjes drukte. Felix danste goed en
dat was misschien wel de reden, waardoor
Pia vergat om boos op hem te worden over
zijn al te groote vrijmoedigheid. Toen de
dans ten einde was en hij, haar hand in
de zijne drukkende, om een tweede vroeg,
knikte zij enkel met het hoofd en bleef
aan zijn zijde. Felix bracht haar in een
hoek, waar het betrekkelijk stil was en
fluisterde haar toe, terwijl hij voor haar
ging staan, met haar hand in de zijne, haar
dwingende om hem aan te zien:
„Weet je wel, dat ik al lang verlangd
heb naar een oogenblik als dit?" Zijn stem
beefde zoo wonderlijk, dat het haar ter
harte ging. „Je kent me niet wel?"
vroeg hij toen.
„Je bent niet van Weiier," zeide het
meisje, maar zij liet hem haar hand be
houden.
„Ik ben Felix Furrer, van den Hoch-
fluhhof, in Fruttnellen", liet hij hooren.
Pia schrikte en keek angstig naar de
deur.
„Wat scheelt er aan? Spijt het je, dat
je mij een tweeden dans beloofd hebt?"
kwam het ongeduldig van Felix lippen.
„Neen, neen, maar als vader
als hij ziet, dat ik met je dans!"
Felix begreep, wat zij bedoelde, maar hij
was gevat. „Jouw vader en mijn grootvader
liggen met elkaar overhoop, dat is waar.
Maar ik heb je toch geen kwaad gedaan,
niet waar? En zou je mij niet meer willen
zien, alleen omdat Ik ben alleen voor
jou hier gekomen."
Pia kon niet weten, dat de jongen haar
al sedert weken als haar schaduw volgde.
Wat hij nu zeide, kwam zoo plotseling. Zij
keek hem half angstig, half wantrouwend,
maar toch ook met welgevallen aan. Toen
begon de muziek weer en voort ging het.
Hij drukte haar vaster aan zyn borst,
Trotsch zijn op zich zelf is nooit goed
te keuren, maar is rijkdom, schoonheid
en een oude naam nu iets om er werke
lijk trotsch op te zijn? En die trotsche
menschen zijn dan meestal zij, die hun
rijkdom door anderen hebben verkregen
ook schoonheid is niet iets waarop men
trotsch kan en mag zijn; want ook die
schoonheid heeft men niet van zichzelf
en dan een oude adelijke naam, waarop
men trotsch is; omdat ze herinnert aan
dappere en edele dragers ervan van
vroeger, terwijl de tegenwoordige drager
vaak alles behalve dapper en edel is!
Hoe kan een mensch trotsch zijn op
zoo iets, vraagt men. 't Zijn dan ook
meestal de domsten onder de menschen,
die trotsch zijn en hoogmoedig.
Buitenland.
De Vorwarts maakt het program
openbaar van de aangekondigde groote
betooging „tegen den oorlog en voor
den vrede onder de volken". De be
tooging zal Zondag gehouden worden
in het park van Treplow, de bekende
schouwplaats van de groote „kiesrecht
wandeling" en de botsing met de Ber-
lijnsche politie. Er worden tien tribunes
opgericht, vanwaar de leiders het volk
zullen toespreken.
„Sedert weken zoo leidt de Vor
warts hare opwekking tot deelneming
aan de betooging in hitsen betaalde
opruiers op een manier die aan waan
zin grenst, naar aanleiding van de Ma-
rokkozaak tot oorlog op, in een tijd,
waarin het Duitsche volk met het
schrikbeeld van 'n algemeenen hongers
nood bedreigd wordt. De regeerende
kringen doen niets, om dit op de een
of andere wijze te beteugelen. Het
Duitsche volk moet er zwaar voor boe
ten, dat het zich bij de Rijksdagver-
kiezing van 1907 door het „nationale"
bedrog voor den mal heeft laten hou
den en aan de tol- en broodwoekeraars
het heft van de wetgeving heeft toe
vertrouwd. Nn klopt de nood reeds
aan de deuren van het proletariaat en
van den kleinen man, en toch zijn wij
pas aan het begin van de duurte.
„Zelfs de volksverdrukkers zijn bang
voor het uur van de afrekening, zij zijn
bevreesd voor den al te zeer gerecht
vaardigden volkstoorn en listiglijk trach
ten zij hem af te leiden op anderen. In
plaats van op middelen te zinnen, om
hem te stuiten, tracht men opnieuw
het Duitsche volk zand in de oogen te
strooien, zijn nationale gevoeligheid te
prikkelen, opdat het den eigenlijken
vijand van het volk, die in het binnen
land ongestoord zijn buit binnenhaalt,
niet zien zal. Op lichtzinnige wijze wordt
een schandelijke oorlogsophitsing be
hun vertrouwelijkheid was snel ontstaan,
maar nam nog sneller in omvang en betee-
kenis toe. Toen zij na een poosje bijna bui
ten adem stilstonden, sloeg Pia de oogen neer.
„Kijk mij eens aan," fluisterde Felix.
Zij keek; bun blikken hadden iets ver
legens, iets schuws.
„Geef mij nog een dans?" vroeg Felix.
Het meisje schudde ontkennend het hoofd.
„Later dan?" drong hij aan.
„Neen, neen," stamelde zij en wilde heen
gaan.
Hij hield haar hand vast.
„Nog één enkelen maar," smeekte hij.
„Ik wil met geen ander meisje meer dansen,
ik wil wachten tot je weer hier komt."
Het meisje zweeg nog altijd en bestierf
het bijna van schrik bij de gedachte, dat
men haar zou kunnen komen roepen.
„Wil je het niet doen, om mij pleizier te
doen?" bedelde Felix nog eens.
„Ja," en weg was zij. Met een hoogen
blos op de wangen kwam zij terug bij het
tafeltje, waaraan haar vader zat.
Russi was juist naar de danszaal gegaan,
om naar haar uit te zien.
„Met wien heb je gedanst?" vroeg Josepha
met een ernstig gezicht.
„Met iemand, dien ik niet ken."
Zij schriktehaar vader stond achter haar.
„Maar heeft die jongen je dan niet naar
je plaats terug kunnen brengen?" vroeg
Russi droogjes, terwijl hij plaats nam en
Pia naast hem ging zitten.
„In het gedrang," loog het meisje op
nieuw, „ben ik hem kwijt geraakt."
Russi had niet meer geluisterd, hij had
een bekende ontdekt, dien hij iets te zeggen
had en stond op.
„Pia," zeide Josepha plotseling, toen hij
dreven, die door betaalde agenten van
het pantserplaten- en kanonnenkapitaal
zoo veel mogelijk bevorderd wordt.
In dien geest gaat de Vorwarts nog
een wijle voort.
Het blad deelt mede, dat de sprekers
precies om 1 uur zullen beginnen. Om
2 uur zal van alle tribunes een gelijk
luidende motie worden aangenomen.
De Vorwarts besluit met de verma
ning, om heesters en planten te ont
zien en na het einde van de betooging
kalm naar huis te gaan.
Aan de Woensdag te Berlijn gehou
den vergadering van al-Duitschei s
namen 2000 menschen deel. Deelnemers
werden alleen tegen een kleinen toe
gangsprijs en, als zij bewijzen konden
lid van een nationale vereeniging te
zijn, toegelaten.
De sprekers wezen er vooral op, dat
Frankrijk door een in bezit nemen van
Marokko in militair opzicht een ont
zaglijke versterking zou verkrijgen en
dat Duitschland niet rustig moest toe
zien, maar een vergoeding moest vragen
die daarmee overeen kwam.
De redenaars lieten zich bijzonder
heftig uit tegen Engeland.
Ten slotte werd een motie aange
nomen, waarin de Duitsche regeering
aangespoord werd te eischen, dat Frank
rijk zich hield aan het verdrag van
Algeciras. Zoo niet, dan moest het
Duitsche rijk zich zelf den machtsin
vloed in West-Marokko verzekeren, die
Frankrijk in een ander deel van Ma
rokko voor zich opeischt. In geen ge
val moest zij dulden, dat Frankrijk zijn
leger versterkt uit de Marokkaansche
bevolking, daar dit het Duitsche rijk
tot nieuwe militaire maatregelen dwin
gen zou. Inmenging van een anderen
staat in de Fransch-Duitsche onder
handelingen over Marokko moest zij
beslist afwijzen.
In de zaal werd een zeer oorlogs
zuchtig lied, waarin Frankrijk getart
werd, uitgedeeld.
De Fransche pers is voorzichtig en
terughoudend omtrent het overleg tus
schen Frankrijk en Duitschland.
De Petit Parisien waarschuwt tegen
een al te groote luchthartigheid.
Over het algemeen kan men ook in
ambtelijke kringen waarnemen, dat,
naast den wensch en de hoop, dat men
tot overeenstemming zal komen, toch
ook nog wantrouwen ten opzichte van
de Duitsche taktiek bestaat. Men weet
niet, welke troef Duitschland misschien
nog zal willen uitspelen, om de tegen
partij vrees aan te jagen en tot grooter
tegemoetkoming te bewegen.
Van den economischen status zegt de
Figaro: Enkele Duitsche bladen hebben
gesproken van economische voorrechten,
ver genoeg weg was, om haar niet meer te
kunnen verstaan. Haar oogen vestigden zich
half toornig, half bedroefd op haar zuster.
Deze keek haar verlegen aan.
„Je weet toch evengoed als ik wie het
geweest is
„Ken je hem dan?" Zij was bleek ge
worden.
„Ja, van aanzien. Hij is de broer van
dien jongen man, die laatst bij ons is ge
weest,
Pia liet het hoofd hangen.
„Wees voorzichtig, als vader het hoort,
je weet dat hij geen scherts verstaat, als
het die menschen van den Hochfluhhof
geldt."
Toen stond het jonge meisje op, gejaagd,
angstig. „Ik wil naar huis, ik wil niet
langer hier blijven."
„Wees toch verstandig," suste Josepha
en trok haar op haar stoel terug. Een poosje
zaten zij zwijgend naast elkander, maar toen
kwamen opnieuw een aantal danslustige
jonge mannen zich aanmelden. Opnieuw
dansten de meisjes*, opnieuw vond Felix
Pia op den dansvloer, en opnieuw dansten
zij te zamen. Misschien was het wel juist
om haar zuster te trotseeren, dat zij nog eens
met Felix danste. Maar zij was bleekhaar
oogen glinsterden koortsachtig en haar borst
bewoog zich snel. Hun vingers omklemden
elkander en zij drukte zich vertrouwelijker
dan de vorige maal tegen hem aan.
„Houd je van me?" fluisterde Felix eens
klaps met heeten adem, temidden van het
gedrang.
Zij antwoordde niet, maar drukte zijn
hand vaster. Zij waren nu bij de deur ge
komen, die naar de zaal voerde.
„Als ik van tijd tot tijd je huis voorbij
die Duitschland in Marokko moest be
dingen. Deze woorden zijn niet duidelijk
en doen ons niets goeds vermoeden.
Zelfs al wilde Frankrijk aan Duitsch
land dergelijke voorrechten toestaan, zou
het dat niet kunnen doen. Want met
welk recht zou Duitschland in Marokko
een meer begunstigde positie krijgen
dan Engeland of Italië of Rusland? Men
moet dus niet van economische voor
rechten, maar van economische waar
borgen spreken, wat heel iets anders
is. Wij zouden ons kunnen verbinden
om Marokko voor allen vrij en open
te laten, tot niets minder maar ook tot
niets meer.
Evenmin kunnen wij het voorstel van
de Frankf. Ztg. aannemen, om aan
Duitschland een bijzonderen economi
schen kring van invloed in de streek
van Agadir en Soes toe te staan.
De stakingen der kurkwerkers en
sjouwermannen aan de haven te Lissa
bon worden ernstiger. Geen schip kan
zijn lading lossen De Taag ligt doodsch,
zonde? booten. De toegangen tot de
haven zijn afgezet. Dinsdag kwam het
tot een botsing tusschen de sjouwer
mannen en de politie in de voorstad
Pocodobispo. Een man werd zwaar ge
wond. In de straten bij de haven komen
wanordelijkheden voor.
Niet zonder spanning ziet men in
Engeland den loop tegemoet, dien het
geschil in de steenkolenmijnen zal
nemen. Bij een staking zouden ten
naaste bij een millioen mijnwerkers
betrokken zijn, van wie er 850,000 onder
den grond werken.
Behalve op den Great Eastern zijn
er moeilijkheden op den North-British
spoorweg. De spoorwegwachters en weg
werkers hebben de maatschappij een
lijst van hun grieven voorgelegd en
loonsverhooging gevraagd.
Te Edinburg is een samenspreking
gehouden over een eisch van de scheeps
bouwers om loonsverhooging. Zij ver
langen 5 pCt. opslag voor stukwerk en
eon shilling in de week meer voor
degenen, die vaste loonen hebben.
Tengevolge van de bemiddeling van
den minister van handel, zijn de ge
schillen tusschen het bestuur van den
Grooten Oosterspoorweg en de onder
geschikten, die den arbeid wilden neer
leggen, Donderdagmiddag bijgelegd.
Hiermede is het gevaar voor een sta
king bij den Grooten Oosterspoorweg
uit den weg geruimd.
De „Vossische Ztg." verneemt uit
Helsingfors dat de inlijving van twee
districten van het gouvernement Wiborg
bij het gouvernemmt Petersburg waar
schijnlijk het voorspel is van verdere
naastingen van Fiusch gebied. De Rus
sische departementen van marine en
kom, en 't kan gebeuren, zonder dat iemand
't merkt, wil je mij dan een hand komen
geven?" vroeg Felix opnieuw, alleen voor
haar verstaanbaar.
Pia kon geen woord zeggen.
„Zeg toch ja, zeg toch ja." smeekte hij.
Toen stamelde zij een haastig „ja!"
En zij dansten de deur voorbij.
„Pia!" Het was Russi. Zijn hand greep
haar arm vast en hij trok haar met zich
mede.
Felix stond als verplet. Waar kwam die
vandaan? Het bloed steeg hem naar het
hoofd. Een oogenblik scheen hij lust te
gevoelen om ruzie te maken, maar hij
bedacht zich, en met een gebaar, alsof hij
zeggen wilde: „Je bent me veel te min,
man!" wierp hij het hoofd in den nek, zocht
zijn hoed op en verliet de zaal en het huis.
Russi had zijn dochter naar het tafeltje
teruggebracht. Zijn gezicht was nog bleeker
dan dat van het verschrikte meisje.
„Als ik je nog eenmaal met een van die
menschen te zamen zie, dan zal ik je een
pak slaag geven, al was 't midden in de
zaal! Pas op, meisje!"
Pia keek in haar schoot; haar vingers
verfrommelden het witte zakdoekje en twee
druppels vielen uit haar oogen op haar
handen.
„Heb je het verstaan? vroeg Russi barsch.
Het meisje beefde. „Ja, vader," zeide zij,
maar haar lippen waren vast op elkander
gedrukt en om den mond lag een trek van
trots en weerstand.
Kort daarop verlieten Russi en zijn doch
ters het danshuis.
Roman naar het Duitsch.
ZOU Ka,.
(Wordt vervolgd).