et Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
L e y e n s s t r ij d.
feuilleton.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
TVo. 3QS4. Zaterdag 10 September
ONTEVREDENHEID.
lAUD VAN ALTEI^
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1911.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
De ontevredenheid is groot op de
wereld. Menschen, die ontevreden zijn,
ze zijn er in massa. Maar is er wel
altijd voor die menschen reden om on
tevreden te zijn? We gelooven van
niet. En omdat ontevredenheid een zóó'n
lastig gebrek is, èn voor de persoon
zelf èn voor zijn medemenschen, daarom
achten wij het niet ondienstig er deze
maal eens een hoofdartikel aan te wyden.
Misschien bereiken we er mede dat de
ontevredenheid onder de menschen er
een weinig door vermindert, en wij
achten ons dan gelukkig hiertoe iets
te kunnen doen nog gelukkiger zouden
wij ons achten, indien ons pogen, om
de ontevredenheid te helpen vermin
deren, succes mocht hebben.
Zijt gij tevreden, waarde lezer? Zie
daar een vraag, welke wij gaarne zouden
zien beantwoord. Wij gelooven dat wij
niet in het onzekere verkeeren over
uw antwoord. Wij denken dat gij zult
antwoorden neen, ik ben niet tevreden.
Want gij zijt outevreden, ten eerste
omdat uw werkzaamheden u eigenlijk
niet naar den zin zijn, ten tweede om
dat gij naar uw zin niet genoeg ver
dient, ten derde omdat gij ongelukkig
zijt in al uw doen, ten vierde omdat
de geheele maatschappij naar uw oor
deel niet goed is ingericht, ten vijfde
maar 't is genoeg zoo. Wij zouden nog
wel meer dingen kunnen opnoemen,
waarmee ge niet tevreden zijt on
tevreden dus maar we vinden 't niet
noodig.
We hebben reeds geconstateerd dat
ge ook tot die ontevreden menschen
behoort, 't Spijt ons, lezer, dat dit
het geval is, maar we zullen trachten
een ander mensch van u te maken,
een tevreden mensch, een tevredener
mensch als thans, en zijt ge dit een
maal, dan zult ge ook voelen dat ge
werkelijk een ander mensch zijt ge
worden.
Waarom zijt ge niet tevreden met
uw werkzaamheden? Antwoord: omdat
ge liever, zooals uw buurman, een
vaste rijksbetrekking zoudt willen ver
vullen. Nietwaar? ge had dan vast
werk en zoodoende ook steeds vast loon.
Dat zou u veel mooier en aangenamer
toeschijnen dan nu hier en dan daar
om werk aan te kloppen. En kreegt
ge dan nog maar steeds werk Maar
(36
Tobias antwoordde niet dadelijk; dan
evenwel vroeg hij, als om uiting te geven
aan zijn gedachten:
„Wat er toch tusschen uw vader en de
Fruttnellers mag bestaan? Ik weet bet
niet! Hoe dacht u dat het mogelijk zou
zijn om Felix en uw zuster van elkander
te SGheiden?"
„Ik weet het niet, maar geef mij toch
raad, want gebeuren moet het! O, als ik
zelf een middel had geweten zou ik u niet
gevraagd hebben hier te komen. Hebt u
dan hoegenaamd geen invloed op uw broer
Hij zal toch wel naar u luisteren, dunkt
mij, als u hem zegt, dat hij mijn zuster
ongelukkig maakt, door te doen zooals hij
doet, of anders, wanneer u hem dreigt,
met de zaak aan den Praeses te vertellen".
Tobias werd op eenmaal weder de flinke,
vastberaden jonkman, die hij was. Van het
altaar ging een wijding uit, die hen on
willekeurig omhulde als in een stroom van
reinheid. Josepha keek hem aan zooals hij
daar voor haar stond, groot en krachtig;
de zwarte streep, die zijn wenkbrauwen
vormden, kwam sterk uit, maar de oogen,
die in de haren blikten, glansden haar bijna
vroolijk toe.
„Niet bang wezen, meisje," begon hij vast
en bijna beschermend; „niet zoo gauw den
moed laten zinken. In het begin heb ook
ik er tusschen willen komen, toen ik zag,
dat Felix en uw zuster elkander bevielen.
Maar wat geeft redeneeren, als twee men
schen veel van elkander houden? Boven
jawel, meer dan eens wordt ge afge
wezen, vaak beeft men uw diensten
niet noodig, en werkeloosheid be-
teekent voor u broodeloosheid. Dan is
uw buurman er beter aan toe. Daarom
zijt ge niet tevreden met uw werk
zaamheden.
Waarom zijt ge niet tevreden met
uw loon? waarom is u dit niet hoog
genoeg? Antwoord: omdat er zoovelen
zijn, die meer verdienen dan gij. Die
leven veel beter en ruimer van hun
loon. Gij zoudt ook zoo gaarne net als
die menschen willen leven. Hun loon
stelt hun in staat tot zulk een leven,
maar uw loon, dat lager is, stelt u tot
zulk een leven niet in staat. Zooals
gezegdtoch zoudt gij gaarne zoo
willen leven, en daarom zijt gij niet
tevreden met uw loon.
Waarom zijt gij ontevreden over nog
zooveel meer andere dingen omdat
uw zaak niet vlug genoeg vooruit gaat
bijvoorbeeld, omdat de maatschappij
nog zooveel toestanden oplevert, welke
gij gaarne anders, beter zoudt zien ge
regeld, enz. Waarom zijt gij ontevreden,
vragen we. Alleen hierom, omdat gij,
als ge aan het vergelijken gaat, steeds
die menschen in uw vergelijking op
neemt, welke gelukkiger zijn dan gy.
Dit is uw ongeluk. Gij zijt ontevreden,
omdat, als ge uw lot vergelijkt met
dat van gelukkiger menschen, de ver
gelijkiug steeds ten uwen nadeele blykt
uit te komen. Dit mag echter geen
reden voor u zijn tot ontevredenheid
Er zijn er ook nog een heele massa
menschen, wier lot nog lang zoo goed
niet is als het uwe. Die menschen be
nijden op hun beurt u weer. En als
ge uw lot eens vergelijkt met het lot
van deze menschen, is er dan geen
reden voor u om zelfs tevreden te
zijn. Maar en dit is juist het ongeluk
van de menschen zulke vergelijkin
gen maken ze niet, Maar waarom niet,
vragen we. Waarom nu altijd gezien
naar gelukkiger menschen, naar men
schen, wier lot beter is dan het uwe,
waarom ziet ge ook niet eens naar die
menschen wier lot nog slechter is dan
het uwe. Het eerste heeft slechts onte
vredenheid tot gevolg, het laatste tevre
denheid. Waarom dan niet het laatste
gedaan? Tevredenheid stemt u toch veel
gelukkiger dan een gevoel van onte
vredenheid! Ge weet dit zelf ook, en
toch toch houdt ge vast aan het
dien, als zij verstandig zijn en niets overijlds
doen, kan alles nog terecht komen."
„Terecht komen?"
„Zeker!"
Josepha schudde net hoofd en zuchtte.
„Zoolang vader leeft en uw grootvader,
kan het niet terechtkomen".
„Heb maar geduld, meisje!" Er is nog
nooit een oorlog geweest, die eeuwig geduurd
heeft, en voor alle tegenstanders, hoe strijd
lustig ook, komt eenmaal een tijd, dat zij
strij densmoe worden. En is het zoover ge
komen, dan volgt het andere van zelf. Laat
mij maar begaan en vertrouw maar op mij.
Geduld hebben is de boodschap! Als gij
Pia kunt laten begrijpen, dat zij niets moet
overhaasten, komt alles terecht. Ik heb al
een plan gemaakt; ik wil trachten vrede
te maken tusschen grootvader en uw vader."
„Dat zal u niet gemakkelijk vallen".
„Geduld maar," troostte Tobias. „Laat
mij maar den tijd. De hoofdzaak is, dat die
twee dat Felix en Pia verstandig zijn."
Hij hield Josepha's hand nog steeds in
de zijne geklemd; een poosje stonden zij
zwijgend naast elkander. Het meisje begreep
zelf niet, hoe het kwam, dat zij zich getroost
voelde. De zekerheid van optreden van den
jongen man deed haar blijkbaar goed.
„Ik ga nu naar huis", zeide zij eindelijk.
„Een klein eindje kunnen wij wel te
zamen gaan", meende Tobias.
Zoo namen zij dus gezamenlijk den terug
tocht aan, doch vergaten, dat zij nog steeds
hand aan hand gingen. Tobias geleidde en
ondersteunde zijn gezellin, en toen zij den
straatweg bereikt hadden, stapten zij naast
elkander voort. De dennen zwiepten en
ruischten nog altijd onder den adem van
den wind. Tobias' hand drukte al vaster
en inniger die van het meisje aan zijn zijde.
Het toeval wilde, dat niemand hen tegen
kwam. Eerst toen zij het bosch ten einde
waren en het open sneeuwveld voor hen
lag, bleet Josepha verschrikt stilstaan.
oude gebrek, aan het gebrek dat bijna
alle menschen hebben, n.l. dat ge steeds
naar gelukkiger menschen ziet. Als men
met deze gewoonte nog eens kon, neen
wilde breken, want men kan het wel,
wat zouden er dan veel meer tevredener
menschen zijn
Buitenland.
Uit Teheran wordt aan de Lokal-
Anzeiger geseind: Hier zijn uit het
Noorden van het land door boden be
richten ingekomen, dat de vroegere
Sjah en zijn broeder Sjoea en Saltané
bij Sawadka door de regeeringstroepen
na een strijd van drie dagen geheel zijn
verslagen. De troepen van den vroegeren
Sjah hebben het kamp in den steek
gelaten en zijn gevlucht. Ook de vroegere
Sjah en zijn broeder zijn onder bescher
ming van een dichten nevel in de
richting van de Kaspische Zee gevlucht.
De geheele bagage en de documenten
van den vroegeren Sjah zijn in handen
van de regeering.
Een telegram uit Hericourt meldt,
dat Védrines een ongeluk gekregen
heeft toen hij daar Woensdag vloog.
Hij viel van groote hoogte en was
ernstig gekwetst. De aafd van verschil
lende kwetsuren is niet bekend; wel
weet men met zekerheid te zeggen, dat
de vlieger twee ribben gebroken heeft.
Hij ligt bewusteloos.
Jeffries, de bekende bokser, die het
te Reno zoo deerlijk had afgelegd tegen
den neger-kampioen Johnson, is zoek.
Hij was gaan jagen in Alaska. Vrien
den, die hem daar waren gaan zoeken
om hem mee te deelen dat zijn moeder
ernstig ziek lag, konden hem niet vin
den. Men vreest, dat hem een ongeluk
is overkomen.
Het Petersburgsche Telegraaf-agent-
schap verneemt uit Tsjoengking, dat
de opstandelingen in Tsjetsjoen (China)
christelijke zendingsstations hebben in
brand gestoken en dat verscheiden zen
delingen vermoord zijn.
De correspondent van de Berliner
Zeitung am Mittag seint, dat de Porte,
tengevolge van de pessimistische be
richten van de Turksche gezanten te
Berlijn en te Parijs over den stand van
de onderhandelingen over Marokko en
de voortdurende dreigementen van
Italië, besloten heeft, een militair gou
verneur van Tripoli te benoemen en
„Nu moeten wij afscheid nemen", zeide
zij op zachten toon.
„Goed! Ga dan maar vooruit, ik zal
wel wachten," antwoordde Tobias. Maar
toch hield hij haar nog vast en plaatste zich
vóór haar.
„Als, als ik eens slagen mocht"
verder kwam hij niet. Josepha keek hem
aan; het was een lange blik, dien di twee
met elkander wisselden; een blik, die boek-
deelen sprak."
„Als het mij gelukt, om vrede te stichten,"
vervolgde hij ten laatste, „en grootvader
wil er van hooren om Felix en Pia een paar
te laten worden, wat zou je er dan van
zeggen, Josepha, als ik hem dan ook over
ons sprak."
Josepha drukte zijn hand. „Je zult wel
weten, of dat kan," zeide zij stil.
Toen gingen zij van elkander. Josepha
liep snel voort in de richting van Weiler;
Tobias keerde op zijn schreden terug.
En ofschoon zij elkander zoo weinig ge
zegd hadden, toch wist de een van den
ander, dat op wederzijdschen trouw te
rekenen viel, bij regen en zonneschijn, in
vreugde en smart.
Een week of wat later, op een Zondag,
hadden de vrouwen van Fruttnellen stof te
over, om met elkander van gedachten te
wisselen. Er was in lang niets bijzonders ge
beurd, maar nu was er dan toch iets, dat de
moeite waard was, om besproken te worden.
Russi was in het dorp, neen erger, hij
zat in „De Os" en nog erger, hij praatte
Vroolijk en welgemoed met de mannen en
schonk hun den eenen liter wijn na den
anderen.
„Hij zit met de Gemeenteraadsleden aan
tafel en vertelt hun allerlei dingdn, waarnaar
zij met open mond zitten te luisteren," ver
telde een vrouw, die pas een boodschap in
de herberg had gedaan.
„Dat moet je gauw aan den Praeses gaan
de kusten en grenzen van Tripoli te
versterken.
De correspondent van de Berliner
Lokal Anzeiger te Konstantinopel sein
de Woensdag: De ministerraad hield
zich heden bezig met de Tripolitaan-
sche kwestie. De minister van oorlog,
Sjefket pasja, verklaarde, dat de Moham-
medaansche bevolking van Tripoli den
laatsten man en de laatste piaster zou
offeren, om het in beslag nemen van
het land door Italië te verhinderen.
Wij hebben op het oogenblik in Tri
poli, zei Sjefket pasja verder, bijna
30,000 man onder de wapenen. Van
daag worden 150 kisten munitie naar
deze troepen afgezonden. De volgende
week vertrekt de nieuw benoemde op
perbevelhebber van het Tripolitaansche
leger om zijn post te gaan vervullen.
Met uitzondering van enkele bladen
gaat de gansche pers voort met de Ita-
liaansche regeering aan te sporen tot
een krachtige en onverwijlde actie in
Tripoli. Over den tegenwoordigen stand
der kwestie zijn geen ambtelijke inlich
tingen te krijgen. Het moet alleen vast
staan, dat er onderhandelingen met
Turkije aangeknoopt zijn. Die onder
handelingen schijnen dan begonnen te
zijn met de verklaring der Italiaansche
regeering dat zij in Tripoli geen poli
tieke of territoriale eischen stelt, doch
dat het voor Italië slechts gaat om oeco-
nomische belangen. Volgens berichten
uit Konstantinopel is er trouwens niet
de minste kans dat de Porte ooit aan
Italië in Tripoli eenige politieke rechten
zou toestaan. Turkije zou van deze
kwestie, naar verzekerd wordt, zonder
aarzelen een casusbelli maken. De Ita
liaansche regeering blijft intusschen
geheimzinnig doen en het ministerie
van buitenlandsche zaken weigert alle
inlichtingen aan de bladen. Het heet, dat
de strooming ten gunste van een krach
tig optreden zich thans ook in de hof
kringen laat gelden en dat er, zoo niet
spoedig een oplossing gevonden wordt,
een ministerieele crisis te wachten is.
Er heerscht groote bedrijvigheid bij het
leger en de vloot.
Te Santiago (Chili) heeft bij een boks
wedstrijd zekere William Daly zijn tegen
partij, den Chileenschen kampioen
Adolfo Morales, doodgeslagen. Morales
kreeg in de twaalfde ronde een klap
tegen zijn kaak en bezweek aan de ge
volgen. Daly is in hechtenis gesteld,
maar heeft bij den Britschen consul
daartegen geprotesteerd. Hij is n.l
Britsch onderdaan.
zeggen," meende een harer hoorsters.
„Daar heb je gelijk aan," liet de eerste
hooren en ging op een drafje op weg, om
aan den haar gegeven raad gevolg te geven.
In „De Os" zat Russi inderdaad te midden
van een breeden kring van mannen. De
kamer was eivol van menschen, tabakswalm
en stallucht, die de boeren ook 's Zondags
in hun kleeren meebrengen.
Russi had een kleine flesch wijn voor zich
staan en een glas, dat nog half vol was, wat
wel bewees, dat hij geen drinker was, want
in een uur tijds was de inhoud van zijn
glas nagenoeg dezelfde gebleven. In het begin
had alleen de dikke waard uit „De Os" bij
hem gezeten en de twee mannen hadden
langen tijd een voor hen blijkbaar belangrijk
gesprek gevoerd, dat eerst geëindigd was,
toen de zaal zich meer en meer gevuld had
met menschen. Maar gaandeweg had de
kastelein dezen en genen van de boeren, en
bij voorkeur de invloedrijksten, aan zijn
tafel gelokt. Telkens was Russi dan opge
staan en had den nieuw aangekomene de
hand gedrukt en iets gemompeld, wat zij
niet goed verstaan hadden, maar dat zoo
wat geklonken had als„aangenaam
oude kennissen hernieuwen." En daar
aan had hij toegevoegd, wat zij zeer goed
verstaan hadden: „Neem plaats en drink
een glas wijn met ons."
Tafels waren aan elkander geschoven en
er was wijn gebracht en ten laatste was Russi
het middelpunt geworden van de gansche
zaal. Alles gaapte hem aan. Menigmaal stond
hij op, stiet met dezen of genen aan, of had
voor den een of ander een grap of een aardig
woord over. En dan weer zat hij op zijn
plaats, met het hoofd een weinig naar om
laag of nippende aan zijn glas, waaruit hij
weinig dronk, en vertelde dingen, waarin
allen belang stelden, of die hen deden lachen,
maar het meest van alles, dingen die hun
vleiden en in de hoogte staken.
Alles wat hij zeide, kwam hem kalm en
De heer Swann uit Crosby Ravens-
worth, Westmorland, heeft Dinsdag in 'n
skif het Kanaal overgeroeid. Hij vertrok
om 4 uur 55 's morgens uit de haven van
Dover en legde de 23 mijlen (37 K.M.)
af in 3 uur 50 min. (record). Hij landde
om bij negenen in Calais. Gemiddeld
deed hij 27 slagen per minuut.
Gisteren werd uit Keulen gemeld:
In verband met de vraag, of Duitsch-
land dit jaar zijne reservisten bijtijds
naar huis zal sturen, vernemen wij dat
sommige bevelvoerende generaals over
legercorpsen wegens het groote gebrek
aan voeder al bepaald hadden, dat de
corpsmanoeuvres zullen komen te ver
vallen en de troepen reeds Dinsdag naar
hunne garnizoenen zullen terugkeeren.
Donderdag zullen de reservisten naar
huis gezonden worden.
In Sangerberg bij Marienbad is, naar
aan de Lokal-Anzeiger uit Praag wordt
geseind, door een onvoorzichtigheid bij
het lossen van hooi een brand uitge
broken, die binnen enkele uren veertig
huizen in de asch legde. Een heele wijk
is afgebrand. Meer dan 100 gezinnen
zijn zonder dak.
In Guta in Hongarije zijn 95 huizen
met schuren en een voorraad koren en
veevoeder verbrand. De schade bedraagt
een half millioen kronen. In dezelfde
plaats waren eenige dagen geleden reeds
17 huizen afgebrand.
Op een vergadering van hetEngelsche
Instituut van ingenieurs, te Cardiff ge
houden, werd medegedeeld, dat de kolen-
beddingen in Zuid-Wales nog voor 600
jaar kolen genoeg bevatten, indien de
exploitatie plaats blijft vinden op den
voet van tegenwoordig.
Stakende voerlui hebben in de Liebig-
strasse te Dusseldorp een bejaarden ka
meraad, die aan het werk gebleven was,
aangevallen en doodgeslagen.
Het Duitsche militaire luchtschip
M 3 is in het gebied waar de leger-
oefeningen gehouden worden, brandend
neergestort.
Over dit ongeluk meldt het Dem-
miner Tageblatt: Het luchtschip M 3,
dat vannacht voor een kleine averij
hersteld was, steeg vanochtend vroeg
op, om een verkenning boven het ma
noeuvre-terrein te houden. In den loop
van den ochtend zagen toeschouwers,
dat het zeer onzeker voer. Tusschen
Golchen en Klein-Below (Pommeren)
vloog het luchtschip in brand en spoedig
daarop viel het naar beneden bij Gross-
Below. Het is grootendeels verbrand en
bijna trouwhartig over de lippen; de men
schen wisten niet meer, hoe zij het met hein
hadden. Ieder, wien hij de hand gedrukt
had, voelde zich tot weekheid gestemd, en
allen, wien hij wijn geschonken had, be
grepen, dat het geen kwaad kon, om goede
vrienden te zijn, met iemand, die zooveel
geld had als Russi.
De gansche zaal was dan ook vrijwel
Russi-gezind toen de Gemeenteklerk bin
nentrad en op den waard toetrad, die hem
de hand reikte, gelijk ook Russi deed.
Na een poosje trad het drietal een kleine
zijkamer binnen. De deur werd achter hen
gesloten en de menschen bleven, geheel
verbaasd en met open monden, naar die
deur kijken. Wat moest dat beduiden?
Men giste en mompelde vermoedens. Wat
bedoelde die Russi toch? Wat zou hij met
den Gemeenteklerk te doen hebben?
De kellnerin, die een oogenblik de ge
lagkamer uit geweest was kwam juist weer
binnen; de nieuwsgierigen wilden van haar
weten, wat er aan de hand was.
Marie, zoo heette het meisje, begon
met te vertellen, dat „alles wat zij wist, was,
dat zij niets wist."
„Wat zou ik ook weten? Mijn baas vertelt
alleen, wat hij kwijt wil zijn. Maar dat hij
al lang met Russi aan den gang is, weet ik
wel; en dat hij al wel tien maal in Weiler
geweest is, om met den steenhouwer te
praten, weet ik ook. Ik denk, dat hij een
standbeeld besteld heeft, of een grafzerk."
Zij lachte onaangenaam. Eergisteren was
haar den dienst opgezegd, en daarom was
zij nu niet recht te spreken over haar baas.
„Maar misschien wil hij ook wel wat an
ders van Russi hebben," ging ze een oogen
blik later, vertrouwelijk fluisterend voort,
tot een paar van de dorpsmagnaten, die
aan het hoofd van de lange tafel waren
gezeten. „Russi heeft geld en met geld zou
de baas misschien weer op de been te hel
pen zijn
Roman naar het Duitsch.
(Wordt vervolgd).