et Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Sommeierwaard.
Levensstrijd.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3085. Woensdag 20 September.
FEUILLETON.
1911.
DURE TIJPEN.
T UrJD VAN ALTEl^
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
De klacht: „alles wordt duurder", is
in de laatste jaren zoo vaak vernomen,
dat er door hen, die er de nadeelige
gevolgen niet van behoeven te onder
vinden, wel eens te weinig op gelet
wordt. Er was blijkbaar nog eene bij
zondere omstandigheid noodig, om al
gemeen de overtuiging te vestigen, dat
wij gekomen zijn in een wanverhouding
van zeer groote beteekenis, een enorme
wanverhouding tusschen de gemiddelde
inkomens en de prijzen der zaken in
't algemeen; eene wanverhouding die
vermoedelijk over een zeer lang tijd
perk zal werken, omdat er geen rede
lijk uitzicht bestaat dat binnen afzieu-
baren tijd een voldoende verhooging
van loonen en inkomens zal worden
verkregen, noch dat binnen zoodanigeu
tijd de prijzen van levensmiddelen en
andere behoeften aanzienlijk zullen
dalen.
Die bijzondere omstandigheid is ge
komen in den vorm van een buiten
gewoon warmen en regenloozen zomer,
die aan het bekomen van ruime oogsten
over 't algemeen niet gunstig was en
daarom bijzondere moeilijkheden mee
brengt voor hen, die van een vast of
een zeer beperkt inkomen moeten leven
en die in het maatschappelijk verkeer
verreweg de meerderheid vormen.
En dan verkeeren wij Nederlanders
nog niet in den allerslechtsten toestand.
Het is ons allen bekend dat in het
buitenland de ontevredenheid over den
toestand reeds tot ongeregeldheden aan
leiding gaf. Dat is natuurlijk altijd af
keurenswaardig, ook omdat het aan de
zaak niets ten goede veranderen kan
maar daarom is het toch volstrekt niet
onnatuurlijk en dient wel ernstig de
vraag overwogen te worden, of er niets
kan gedaan worden om in de naaste
toekomst de moeilijkheden weg te ne
men, die steeds ernstiger dreigen te
worden, of althans geene stappen te
doen, die tot verergering van den toe
stand zouden kunnen leiden.
Het is een algemeen bekend en ook
zeer verklaarbaar feit, dat de duurte
in het eene die in het andere ten ge
volge heeft. Die zijn dagelijksche levens
behoeften zeer duur moet inkoopen,
moet het daardoor ontstane tekort door
verhooging van de waar, die hij zelf
aan de markt brengt, zien te dekken.
Een arbeider tracht dan ook zijn koop
waar, die in zijn werkkracht bestaat,
(37
De boeien schudden hun hoofden ge
wichtig. Dat zou het zijn! De kastelein uit
„De Os" had geld noodig en Russi leende
het hem. Hier en daar bogen zich twee
hoofden dichter tot elkaar en bespraken het
geval met groote wijsheid en breedvoerig
heid, sommigen zaten met de handen diep
in de zakken en boorden met hunne oogen
gaten in de tafelals Russi geld leende dan
men kon het onthouden, het mocht
eens te pas komen!
Een kwartier later kwamen de drie man
nen terug uit het zijvertrek. De gemeente
klerk trok een gezicht zoo lang en zoo
plechtig, als een hoog waardig heidsbekleeder.
Maar niettemin verwaardigde hij zich, om
met stijve hoffelijkheid naast Russi plaats
te nemen, die hem eigenhandig een glas
wijn inschonk en met hem aanstootte.
De kastelein scheen niet op zijn gemak
te zijn; hij zag vuurrood, liep nog een paar
malen het vertrek op en neer en verdween
toen eensklaps. Russi zag er ook anders uit
als te voren; het scheen, alsof men de ge
dachten in zijn hoofd zag werken, terwijl
hij daar zat en den klerk nu en dan toe
sprak, of de kellnerin toeriep, dat zij den
een of ander, die zijn glas geledigd had,
nog eens zou inschenken. Na een poosje
schraapte bij zich de keel, moedigde zijn
buren aan, om zich nog eens flink in te
schenken, bestelde nog meer wijn en nam
toen, terwijl hij opstond, zijn hoed van den
spijker.
duurder aan de markt te brengen door
verhooging van loonsoms gelukt dit,
maar de tallooze ambtenaren staan in
dit opzicht geheel machteloos. De hooge
prijzen der levensmiddelen hebben ook
andere prijzen doen stijgen en zijn ook
van invloed geweest op de woning-
huren, waaronder de belastingen in
meer of minder nauw verband staan.
Hooge prijzen van woningen zijn vooral
ook een gevolg van de moeilijkheid
om op ruime schaal woningen te stich
ten die aan alle vereischten voldoen.
Toch zou het verkeerd zijn om die
moeilijkheden, uit het wettelyk woning
toezicht, in 't algemeen uit de gezond
heidswetten ontstaande, weer weg te
nemen. Men moet nooit door onnatuur
lijke middelen slechte toestanden trach
ten te verbeteren, dat is noch de ware,
noch de afdoende weg. Daarvoor is in
derdaad slechts één aangewezen weg,
namelijk het wegnemen van alle hin
derpalen in de voortbrenging en het
bevorderen van alles wat die voort
brenging in de hand kan werken.
De toestand van 's lands financiën
is voor het tegenwoordige volstrekt
niet ongunstig te noemen, maar de
verhooging van de salarissen der lagere
ambtenaren alleen zou den Staat reeds
op vier millioen per jaar komen te
staan en deze zal wel noodig blijken,
wanneer de duro tijden mochten aan
houden. Hoogstwaarschijnlijk zullen zij
aanhouden, wanneer gevolg mocht
worden gegeven aan het voornemen,
om het tarief der invoerrechten op de
voorgestelde wijze te verhoogen met
ongeveer tien millioen per jaar en
daardoor de duurte kunstmatig te be
vorderen.
In het buitenland, waar hier en daar
eene onverdragelijke duurte is ontstaan,
is men het er vrij wel over eens, dat
dit een noodzakelijk gevolg is van het
beschermend stelsel. De Fransche minis
ter Caillaux heeft die duurte reeds zeven
jaar geleden voorspeld.
In Amerika heeft men de gevaren
van dit stelsel ook reeds helder leeren
inzien, en wat Europa betreft, is het
zeer waarschijnlijk, dat men gaarne van
de dwaling zijns wegs zou terugkeeren,
indien niet de buitensporig hooge op
drijving der kosten van een staat, die
steeds op voet van oorlog verkeert, dit
onmogelijk maakte.
Dat ook bij ons de Staatslasten steeds
hooger zullen worden, is aan geen rede
lijken twijfel onderhevig en dat behoeft
„Ik moet nu naar huis," liet hij hooren,
terwijl iedereen zweeg, en naar hem luister
de; het was vermakelijk, om te zien, hoe
het respect den menschen in de leden scheen
te zijn gevaren. „Het heeft me veel pleizier
gedaan een glas met jelui te hebben ge
dronken. Misschien zien wij elkaar voortaan
wel meer!"
En met een „goeden dag!" verliet hij de
gelagkamer.
Terwijl hij door het vertrek ging en
totdat hij de deur achter zich gesloten had,
was alles stil geweest in het vertrek. De
Gemeenteklerk hief zijn glas op, keek er
in, alsof hij naar vliegen zocht en wendde
toen den blik zijwaarts naar de nieuwsgie
rig wachtende boeren.
„Weten jelui" wat hij hier gedaan heeft,
wat zijn bedoeling was, met hier te
komen begon hij langzaam en met nadruk.
Oogen en monden stonden overal wijd
open.
„Hij heeft de herberg gekocht," vulde de
klerk aan, op gewichtigen toon.
Een gewirwar van stemmen volgde, dat
alle perken te buiten ging. Alles schreeuwde
door elkaar; hooge en lage stemmen.
„Wat wil hij met „De Os" doen? Wil
hij zelf kastelein gaan spelen? Verdient
hij niet genoeg aan zijn steenen?"
„Het huis en al het land, met alles wat
er op en erin is, heeft hij gekocht, en
kontant betaald ook, geld op tafel. Op
die manier wil nog menigeen zijn goedje
aan hem verkoopen", het was de schrijver
die dit zeide.
„Ja, daar heb je wel gelijk aan, man,"
stemde een arm boertje toe, dat tot over
de ooren in de schulden zat.
„En het land van Jos Marielis heeft hij
ook gekocht," wist de Gemeenteklerk nog
te vertellen. „Dat heeft hij gisteren, in Wei-
Ier, al afgemaakt."
geenszins afneming van de algemeene
welvaart te beteekenen; het tegendeel
kan zelfs waar zijn, want het staat
vast, dat verzekeringswetten, gezond
heidswetten, subsidies voor openbare
werken enz., die zeer veel geld kosteD,
die welvaart langzamerhand doen stijgen,
waardoor op dezelfde wijze de draag
kracht der natie toeneemt.
Maar eene algemeene verzwaring der
Staatslasten, die verzwaring der levens
lasten, met andere woorden verhooging
van den prijs der levensbehoeften, ten
nadeele in de eerste plaats van de min
vermogenden ten gevolge heeft, dient
vermeden te worden. Wat er thans ge
beurt is een ernstige waarschuwing om
de heffing van algemeene en zware in
voerrechten achterwege te laten, want
deze moeten eene voortdurende alge
meene stijging van prijzen ten gevolge
hebben, die ten slotte toch weer het
meest en het langst op den minderen
man drukt. Dit is niet uitsluitend het
geval omdat de prijzen der eerste levens
behoeften er door stijgen, maar omdat
ieder al het noodige, al wat hij be
hoeft of zich wenscht te verschaffen,
noodzakelijkheid of luxe dan, duurder
zal moeten betalen en daardoor de loonen
worden gedrukt. En wie anders dan
de werkman en de zoogenaamde min
dere man is daarvan het slachtoffer?
Hoe weinig menschen toch zijn of kun
nen absoluut onverschillig zijn voor het
meerdere of mindere dat zij te betalen
hebben; hoe weinigen betrekkelijk zijn
in staat om, wanneer zij tot buiten
gewone uitgaven verplicht zijn, dat
meerdere steeds en onder alle omstan
digheden door buitengewone ontvang
sten te dekkenMet de groote massa
is dat geenszins het geval. Deze is
integendeel gedwongen om zich in de
uitgaven te beperken, dus: minder ar
beid en lager loon.
We hopen dat de wetgever dat alles
nog in tijds bedenken zal en de nieuwe
belastingwet, die den wijdschen maar
bedriegelijken naam van tariefsherzie
ning draagt, uit het „Staatsblad" ver
wijderd houden. De bijzondere om
standigheden, waarin wij verkeeren,
maken dit thans dubbel noodzakelijk.
Ituiteitlaiid.
(Jit Warschau seint de correspondent
van de Vossische Zeitung, dat aan jood-
sche leerlingen, die de hoogere burger
school hadden afgeloopen en zich bij
Het gesprek ontaardde bijna in hoog
gaande ruzie.
„Maar die vent moet schatrijk wezen,"
klonk het nu van vele kanten: de stem
ming balanceerde tusschen afgunst en be
wondering. Aan den ouden haat dacht op
dit oogenblik niemand.
En op eenmaal stond daar de Praeses,
in de post van de deur, breed, rechtop en
streng. Het was alsof de grootste schreeu
wers op eens met stomheid geslagen waren.
De oude man nam den hoed van den
machtigen, witten kop, streek met de hand
langzaam van de wenkbrauwen opwaarts
over het voorhoofd en vroeg: „Is hij al
weg, die die man van van Weiier?"
De Gemeenteklerk stond op, wreef zich
de handen, om zijn verlegenheid te ver
bloemen en deed zijn best, om een dragelijk
figuur te slaan.
„Hij is nog niet lang geleden heengegaan.
Is u hem niet tegengekomen?" vroeg hij.
„Dan zou ik niet gevraagd hebben," gaf
de Praeses koeltjes terug en stond, nog altijd
recht en breed in de po3t van de deur. Zijn
blik flikkerend, bijna verachtelijk, van den
een naar den ander.
„Zoo, zoo! Heeft hij jelui te drinken
gegeven," liet hij hooren, met trillende
lip, „en dat hebben jelui aangenomen
ook! Wel, zoo!"
„Waarom niet?" vroeg de stem van
iemand, die achter een ander stond. „De
wijn is goed en wie hem betaald heeft, zal
mij een zorg zijn."
Furrer kruiste de armen over de borst.
„Hij vat 't knapjes aan, vervloekt knapjes
siste het van zijn lippen. „Eerst lijmt hij
den pastoor en nu lijmt hij jelui! Hij ver
staat het vak van stroopsmeerengoed! Wie
dat maar goed verstaat is een bol! Wie
maar met vijffrankstukken kan rinkelen,
die draait jelui om den vinger!"
het gymnasium voor een afzonderlijk
examen in Latijn hadden opgegeven,
is te verstaan gegeven, dat zij niet tot
het examen konden worden toegelaten,
daar het maximum percentage joodsche
leerlingen ook in dit geval niet kon
worden overschreden. Toen de afgewe
zenen hierop de 10 roebel terugvroegen,
die zij vooraf voor het afleggen van het
examen hebben moeten storten, kregen
zij ook hierop een weigerend antwoord.
Omtrent den aanslag op den Rus-
sischen minister wordt gemeld:
Volgens de resultaten van het onder
zoek schijnt de lever van Stolypin licht
door den kogel geraakt te zijn.
De St.Petersburgsche correspondent
van de Lokal Anzeiger seintDe dader
van den aanslag op Stolypin is inderdaad
naar officieel door de politie is uitge
maakt, agent van de staatspolitie. Hij
heet Mozes Bagrof en noemt zich Dmitri
Bagrof. Hij woonde de feestvoorstelling
als detective bij. Eenige jaren geleden
was hij wegens politieke beroeringen
gestraft, maar begenadigd, waarop hij
terstond in dienst van de politie trad.
Hij zegt dat hij den aanslag in opdracht
van de revolutionaire partij heeft ten
uitvoer gebracht.
De broeder van Bagrof, advocaat te St.
Petersburg, is aldaar na een huiszoeking
gearresteerd.
Velen vreezen, dat de aanslag op
Stolypin het begin zal zijn van een
nieuwe reeks en dat een nieuw revo
lutionair tijdperk zal aanbreken. Stoly
pin had zich echter door zijn optreden
tegenover de Doema zoowel als tegen
over Finland in vele kringen gehaat
gemaakt. Hij gold voor den overwinnaar
der revolutie, den verwoeden vijand
van alle elementen die den vooruitgang
van het Russische Rijk met wat al te
krachtige hand wilden bevorderen. Ook
als persoon had hij vele vijanden. Reeds
lang waren er invloeden tegen hem aan
't werk, uit naijver op zijn hooge positie
en zijn gunst ten Hove. Telkens liepen
er dan ook geruchten dat Stolypin's val
nabij was, maar telkens kwam Stolypin
weer triomfantelijk als de gunsteling
des Tsaren voor den dag.
In het feit, dat Bagrof een gedoopte
jood is, vinden sommige bladen aanlei
ding om anti-semietische artikelen te
schrijven en de regeering tegen de joden
op te zetten.
De Standard verneemt uit Kiëf, dat
de pogingen der politie, om medeplich
tigen aan den aanslag van Bagrof op
te sporen, vergeefs zijn geweest.
Bagrof heeft pertinent geweigerd
eenige mededeeling te doen.
De Daily Mail verneemt uit Kiëf, dat
de nihilisten Bagrof de keus lieten
„Ho! Ho!" morden er een paar. „Wij
geven er de brui van om jaar in en jaar uit
te vechten voor niemendalAls je ruzie hebt
met hem, maak het dan zelf met hem uit.
Wij hebben niets tegen dien man, en
bovendien, nu hij „De Os" gekocht heeft,
kan je hem toch niet meer tegenhouden.
Hij zit er in."
„De Os" gekocht?" vroeg Furrer en werd
bleek.
„.Ta, hij heeft de herberg gekocht. Zij
hebben zoo pas het kontrakt geteekend,"
bevestigde de Gemeenteklerk.
De Praeses trad aan de tafel, waaraan
Russi had gezeten. Zijn gezicht was vaal en
hard als steen. „Wijn!" bulderde hij de
kellnerin toe. Toen keek hij den klerk aan.
„Is het waar Heeft hij „De Os" gekocht?"
„Ik heb de handteekeningen gecontrasig
neerd," antwoordde deze.
„Zoo?" zeide de Praeses en het klonk,
alsof er iets in zijn binnenste brak. Daarop
evenwel viel hij uit:
„Ezels, die jelui bent! Blinde mollen!
Ben jelui dan zoo stom, datje niets begrijpt
van hetgeen die kerel in den zin heeft.
Honderden jaren lang, sedert onheugelijke
tijden, is Fruttnellen een bergdal geweest,
dat aan geen andere heeren gehoorzaamde,
dan aan zijn eigen bewoners, zijn eigen
boeren. Geen vreemdeling, wie dan ook,
heeft hier ooit gezag kunnen krijgen,
zelfs de Landsregeering heeft hier altijd wei
nig te zeggen gehad! En de mannen van
Fruttnellen zijn altijd trotsch geweest op
hun oude rechten en hebben die beschermd,
als hun hoogste goed. Tevreden en gelukkig
zijn zij geweest in de wetenschap vrije man
nen te zijn, hun eigen meesters! Waar
de vreemdelingen vasten voet krijgen, waar
't lawaai van geldsjacheraars en speculanten
gehoord kan worden, waar de luie, rijke,
genotzuchtige vreemde boemelaars zich kun-
tusschen de vermoording van Stolypin
of zelf door hen te worden vermoord.
Volgens berichten van de Russische
pers, zijn gedurende de laatste 48 uur
talrijke vluchtelingen gevangen geno
men, die, gecompromiteerd door gevon
den papieren, naar het buitenland wil
den vluchten. Daarbij zijn vele ambte
naren van politie, die werden verdacht
den aanslag op Stolypin te hebben
vergemakkelijkt. De huiszoekingen in
St. Petersburg, Moskou en andere steden,
worden voortgezet.
De minister-president is Zondagmid
dag geopereerd; men heeft den kogel
gevonden en verwijderd.
Daarna werd buikvliesontsteking ge
constateerd, waaraan Stolypin Maandag
avond is overleden.
De dader heeft bij de verhooren, ver
schillende dingen losgelaten. Hij zeide
o. a dat hij reeds een paar dagen te
voren de daad had willen en kunnen
plegen; maar toen had hij niet gehan
deld, wijl hij vreesde anders lieden uit
het publiek te zullen treffen. Vóór den
aanslag had Bagrof zich naar den chef
der geheime politie in Kiëf begeven
met de mededeeling, dat revolutionairen
uit Petersburg naar Kiëf waren over
gekomen, om een aanslag te plegen op
op Stolypin en op den minister van
onderwijs. De politie-chef ging toen in
op Bagrof's voorstel om dezen zelf de
bewaking van den minister-president
op te dragen.
De politie-man vertrouwde Bagrof
blindelings, wijl deze, die ook betrek
kingen onderhield met de revolutio
nairen, herhaaldelijk samenzweerders
aan de politie had verraden. Het was
dan ook de politiechef zelf, die Bagrof
toegang verschafte tot den schouwburg
en hem den minister-president aanwees.
Ook aan Stolypin's omgeving (niet
aan den minister-president zelf) was
medegedeeld, dat er een aanslag was
voorbereidmaar tevens had de politie
chef van Kiëf verzekerd, dat alle maat
regelen ter bescherming van den minis
ter-president waren genomen.
Bagrof heeft meegedeeld, dat hij nog
een oogenblik voornemens was geweest,
den aanslag te richten tegen een nog
hooger geplaatst persoon (den Tsaar);
maar hij had daarvan afgezien, uit vrees
voor mogelijke Joden-vervolgingen, om
dat hijzelf van Joodsche afkomst is. -
Er was uitdrukkelijk bevel gegeven,
dat geen Israëlieten tot den schouwburg
zouden worden toegelaten. Enkel voor
twee millionairs was een uitzondering
gemaakt en voor den politieman
Bagrof.
Stolypin is dus het slachtoffer ge
worden van zijn eigen politiestelsel
nen vestigen, daar gaat de ingeborene, de
heer van het land, te gronde, daar verandert
hij binnen korten tijd van heer in knecht.
Daarom is altijd onze leus geweestDeuren
dicht! Geen vreemdelingen in onze land
palen! Daarom zijn wij tegen de spoor ge
weest, die nog aan geen enkelen Frattneller
eenig voordeel heeft gebracht, daarom heb
ben wij de buitenlandsche werklui, die
zich in ons dorp hadden willen nestelen,
met geweld verjaagd. En nu" de stem
van den krachtigen grijsaard zette zich
zoodanig uit, dat zijn woorden op de straat
konden worden verstaan, „en nu, heb
jelui zelf de deur opengemaakt voor een
vreemdeling! Weten jelui, wat die Russi
wil? Hij heeft nog een oude rekening met
jelui te vereffenen, met jelui, zoo goed
als met mij. Er zijn er nog onder jelui, die
weten, hoe wij hem uit het dorp gejaagd
hebben, en Russi heeft een goed geheugen.
Daarom heeft hij de deuren opengetrokken
en is binnengetreden, neen binnengehaald,
domkoppen, die jelui zijt! Meen je mis
schien, dat hij hier kastelein wil gaan spelen
Neen, zóó dom is hij niet! Een vreem
deling zal hij als zetbaas hier brengen; en
na dien eenen, komen er meer. Let maar
opRussi zal jelui, zoo waar als ik hier
voor jelui sta, de vreemdelingen op jelui
dak sturen! En dan heb je dat zelf gewild!
Blinde mollen! Foei! Foei!
De Praeses hield op. Met beide handen
greep hij de leuning van een stoel, om zich
zelf weder meester te worden. Toen legde
hij met bevende vingers een geldstukje op
tafel voor den niet gebruikten wijn en ver
liet met snelle schreden de gelagkamer en
het huis.
Dien avond verloor de herberg „De Os"
al haar klanten.
Roman naar het Duitsch.
(Wordt vervolgd).