Het Land van Heusden en Alteua, de Langstraat en de Bommelerwaard. Bezwaren. feuilletonT Levensstrijd. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3090. Zaterdag 7 October. land van alten/" 1911. Oorlog tnsschen Italië en Turkije. VOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Kom, zie toch hier nu eens ons poesje zitten pronken! Kom, let op haar gebaar, hoe dat ze weet. te lonken. Zij ziet de versche visch, zij ziet het open vat, Maar desalniettemin vreest zij het kille nat Zij ziet er tegen op, haar pooten nat te maken, En daarom wil het dier het water niet genaken Zij dreigt wel met den klauw, maar tast niet in den grond, En daarom krijgt ze niets dan honger in den mond. J. CATS. Zóó, als ons poesje, gaat het óók vele menschen. We zeggen niet te veel, meenen we. Immers zijn er niet tal van menschen, die óók niet gaarne „visch zouden willen eten", maar er tegen op zien „er een poot nat voor te maken?" Met andere woordenzijn er niet tal van menschen, die gaarne dit of dat zouden willeq doen, maar opzien tegen de er aan verbonden be zwaren en daarom zich het ten doel gestelde maar uit het hoofd zetten We gelooven niet dat één onzer lezers deze vraag in ontkennenden zin zal beantwoorden. Want als men zich de moeite getroost even om zich heen te zien, dan zal ieder in zijn omgeving wel personen weten aan te wijzen, waarvan hij zeggen kan: hij wil wel visch eten, maar er geen poot nat voor maken. Wij althans kunnen het wel doen uit on ze omgeving. We geven hier een geval. Tegen ons over woont een winkelier. Meermalen sprak hij er ons over, dat hij zijn winkel wel gaarne zou willen vergrooten. Uit vergrooting van zijn winkel dacht hij meerdere winst te kunnen trekken. Wij gelooven ook wel dat dit het geval zou zijn, om ver schillende hier niet noodig te noemen redenen. Maar vergrooting van zijn winkel was steeds niet mogelijk ge weest, omdat de ruimte voor vergrooting nu eenmaal ontbrak. Onlangs echter gaf zijn buurman hem het voornemen te kennen, dat hij mettertijd de stad ging verlaten en dan zijn huis wel zou willen verkoopen. Voor den winkelier zou koopen van het huis van belang zijn, omdat hij dan zijn winkel zou hunnen vergrooten, wat hij altijd hoopte nog eens te kun nen doen. En nu, nu de gelegenheid tot vergrooting zijner winkel zich aan bood, nu maakte hij van die gelegen heid geen gebruik, omdat hij bezwaar (42 Inmiddels was het zonderlinge drietal in de buurt gekomen van den Hochfluhhof. Van het grasveld bij de schuur hoorde men duidelijk 't brokkelen en vallen van steenen, kraken en steunen zooals een berg pleegt te doen eer een granietband loslaat en afstort. „Wat is dat?" vroeg Columban en bleef staan. „Het is onze weide, die afschuift," liet Tobias hooren, terwijl hij Russi aankeek. Deze had de lippen vast op elkander ge sloten zijn gezicht was hard. Hij sprak niet. „Ik ga eens kijken," zeide Tobias, terwijl hij Nager de hand drukte en Russi een vluchtigen blik toewierp. Op eens verscheen daar de Praeses voor hun oogen. Hij zag bleek en baadde in het zweet. Zijn opgestroopte hemdsmouwen en zijn met leem en modder bemorste armen lieten zien, dat hij zooeven van het bedreigde punt was gekomen en in de aarde had rond- gewoeld. Toen hij Russi zag, trokken zijn wenk brauwen te zamen en met een vastbesloten uitdrukking op het bleeke, grimmige gezicht kwam hij op hem toe, alsof hij hem te lijf wilde. Tobias was hem genaderd; hij had hem de hand op den schouder gelegd, alsof hij hem wilde terughouden. Daar liet zich eens in de vergrooting zag. Wel was hij er van overtuigd dat zijne verdiensten grooter zouden zijn, als zijne winkel ook grooter was althans hij ver moedde 't, en hij had voor dit ver moeden gegronde redenen maar toch durfde hij om de groote hosten de vergrooting niet te beginnen. De meer dere verdiensten lachten hem wel toe, maar om zijn lieve geldje te wagen, dat durfde hij niet aan. Op hem is o. i. 't spreekwoord van toepassing: „De kat wil wel visch eten, maar geen poot nat maken." Buiten dit voorbeeld, dat hier een persoon betreft, zijn er nog vele andere voorbeelden, voorbeelden van meer algemeenen aard. Verbetering van som mige maatschappelijke toestanden men wil het o zoo gaarne, want men ziet het nuttige er klaar en duidelijk van in, maar alweer: „De kat wil wel visch eten, maar geen poot nat maken." Dat verbetering van sommige maatschappelijke toestanden ten alge meenen nutte zou zijn, noodig dus eigen lijk, dat erkent men gaarne met vele woorden, maar als het aankomt op de verbetering zelvedan ziet men zich voor allerlei onoverkomelijke(?) bezwa ren geplaatst, dan acht men het beter de verbetering nog eenigen tijd uit te stellen, „omdat men er nog niet zoo heel zeker van is, dat de gunstige ge volgen zullen opwegen tegen de er aan verbonden kosten, moeite en wat dies meer zij". Gaat het zoo veelal niet, lezers? 't Is jammer dat men zoo vaak overal be zwaren ziet, temeer jammer nog als het betreft het aangaan van werkelijk noodige verbeteringen. Dit pessimisme is er al menigmaal oorzaak van geweest dat hoog noodige dingen en zaken worden uitgesteld tot later. En uit stel leidt zoo gemakkelijk tot afstel! Er zijn er ook anderen, optimisten, menschen, die alles luchtig opnemen en alles van de schoonste kant bekijken. Moet pmimisme worden veroordeeld, ook met optimisme komt men er niet altijdook tegen optimisme moet wor den gewaarschuwd. Een feit toch is het, dat er aan vele zaken bezwaren zijn verbonden. Men mag die bezwaren niet ernstiger achten dan ze in werkelijk heid zijn, wat zulk zwaar-over-iets-tillen maakt de uitvoering ervan niet gemak kelijk. Integendeel, zij maakt ze moei lijk, omdat men zich als 't ware niet voelt opgewassen tegen die bezwaren. Daardoor toch wordt men onwillekeurig door een zekere lusteloosheid, om de klaps weer het knetteren en steunen van den grond vernemen; het houtwerk van de schuur kraakte, de balken en steenen barstten. „Hoor je dat?" bracht de Praeses, naar adem snakkende, uit. „Hoor je dat, Chris- tiaan Russi?" Russi was blijven staan. Geen spier op zijn gezicht vertrok zich. Maar in zijn oogen gloeide een wonderlijk licht, als van woeste blijdschap en trotsche voldoening. Eensklaps sprak Furrer weer: „Ga mee naar binnen; ik heb met je te spreken." Russi zag naar den blinden man aan zijn zijde en aarzelde: „Wat hij te zeggen heeft, mag je gerust hooren, meester. Ga maar mee Hij geleidde Columban naar het woon vertrek. Furrer zat daar al achter zijn tafel en hield zich met beide handen vast aan het tafelblad; hij zag er uit, als iemand, die zichzelf in boeien heeft gelegd, om zijn vijand niet te lijf te gaan. Russi bracht den grijsaard naar een stoel bij het venster. Toen was het, alsof de beide mannen hem geheel vergeten hadden. Hun blikken hechtten zich aan elkander, brand den in elkander, boorden zich diep in elk ander; zij stonden daar en richtten zich hoog op, met gebalde vuisten; de herinne ring aan hetgeen eenmaal, jaren geleden, in deze zelfde kamer, tusschen hen was voor gevallen, moest in beider brein wakker zijn, terwijl zij daar stonden en elkander aan staarden. Tobias was na hen binnengekomen en stond, tegen het buffet geleund, tusschen hen in. Zijn gezicht was even bleek als dat der beide mannen; zijn lichaam beefde van opwinding. verschillende bezwaren te bestrijden, overvallen, want men denkt die bezwa ren toch niet te kunnen overwinnen. Mag men, zooals gezegd, die bezwaren niet ernstiger achten dan ze in wer kelijkheid zijn, men mag ze natuurlijk ook niet te licht achten, want de be zwaren zijn er en moeten worden over wonnen. Beziet men ze met een helder hoofd en een kalmen blik, dan we twijfelen er niet aan dan zal men ze in de meeste gevallen ook kunnen overwinnen. Acht men de bezwaren al te licht, dan zal het kunnen gebeuren dat men er niet genoeg rekening mee gaat houden, en dat mag natuurlijk ook niet, want ook de gevolgen hiervan kunnen niet in 't belaDg van de zaak zijn. Buitenland. De Agence d'Extrême Orient verneemt uit Tokio, dal de Sjanghai-Times de volgende berichten ontving uit Moekden naar het heet „uit gezaghebbende bron". Japan zou er bij China op hebben aangedrongen den pachttermijn voor het schiereiland Kwantoeng en Port- Arthur, die in 1923 afloopt, te verlengen. Voorts zou Japan er op aangedrongen hebben, dat China het effectief van zijn troepen in Mantsjoerije niet meer zooals thans geschiedt geleidelijk opvoere. En ook wil Japan, dat China geheel zal afzien van het doen bewaken van den Antoeng-Moekden spoorweg door Chineesche politietroepen. Japan wenscht, dat genoemde lijn geheel onder de controle zal komen—van Japan. Een ander bericht in de Agence d'Extrême Orient behelst, dat de Chi neesche regeering op verzoek van den minister van marine, een leening van 800.000 pond stelling zal sluiten in Engeland. Engelsche financiers hebben zich daarover reeds verstaan met de Chineesche autoriteiten. Van de opbrengst der leening zullen tuighuizen en marinewerven worden gebouwd. De Chineesche minister van oorlog heeft met de hoofden van den generalen staf een plan ontworpen voor het onder de wapenen roepen van recruten. De minister wil China verdeelen in 8 distric ten. Elk district zou in den aanvang 4 legerdivisies moeten leveren, welk aantal geleidelijk zou zijn op te voeren tot 8 of 10 divisiën. Het Ili-gebied zou paar den moeten opbrengen voor de ruiterij. Het plan is ook, om in het Kasjgarge- bied speciale korpsen te vormen uit de Mohammedaansche stammen dier stre ken. Naar de Pall Mall Gazette meldt, beschouwen de Portugeesche royalisten Nu zou dan het uur slaan, waarop het scherm moest worden opgehaald. Terwijl hij daar stond, hoog, hard en vast, de scherp geteekende wenkbrauwen krachtig afteeke- nende op zijn bleeke trekken, was hij het sprekend evenbeeld van Russi zeiven. Een oogen blik nog bleef het stil in de kamer. Toen barstte de Praeses los. „Ik zou je wel willen vragen, hoe lang dat nog zoo moet voortgaan Hij deed zijn uiterste best om kalm te zijn, maar de drift verstikte zijn stem bijna en bevend kwamen de woorden hem over de lippen. „Wat?" vroeg Russi. Hij had zijn hoed op de tafel gelegd. Zijn handen rustten op de leuning van een der plompe stoelen. Eenmaal streek hij zich met de hand door de grijzende baard, maar overigens was hij bedaard. „Daarginds valt mijn schuur in. In Weiier graaf je en breek je in mijn berg, zoodat mijn weigrond scheurt en afbrokkelt. Ons bergpad maak je tot een heerweg, ofschoon dat pad voor ons Fruttnellers goed genoeg was en ons eeuwenlang voldaan heeft. In het dorp heb je vreemdelingen gelokt, die over de straten flaneeren, en wier vrouwen onze meisjes leeren, om met bonte lappen en strikken rond te loopen, alsof ze kermis- apen waren. Is dat nu eindelijk uit? Of heb je nog meer in den zin? Zie je, dat wou ik maar vragen, dan weten we tenminste wat we van je te wachten hebben. Je hebt onze bergen uitgekozen om te graven en te breken! Blijft er nu nog een plaatsje over voor ons, die hier van ouder tot ouder gewoond hebben, of moeten wij heen gaan, zoodra het mijnheer Christiaan Russi in Engeland de berichten als juist vol gens welke de opstand der konings- gezinden in Noordelijk Portugal afme tingen van beteekenis aannam. De ex-koning Manuel blijft echter voors hands in Richmond, ondanks den door zijn royalistische vrienden op hem ge- oefenden drang, dat hij naar Portugal zou vertrekken om er persoonlijk zijn aanhangers aan te. voeren. De Spaansche bladen uit de steden aan de Portugeesche grens melden, dat de monarchistische opstand zeer wijd vertakt is. Drie legerafdeelingen zouden op Oporto aanrukken, dat als hoofdstad der monarchie uitgeroepen zou worden. De Italiaansche Vice admiraal Fara- velli seinde Dinsdagavond om kwart voor achtenDe beschieting is vanmid dag om half vier tegen de voornaamste batterijen van Tripoli begonnen en tot zonsondergang voortgezet. De Turksche batterijen antwoordden zonder uitwerking. De beschieting zal morgen worden hervat tot de batterijen volkomen ver nield zijn. De grootste zorg is gedragen om de stad geen schade te berokkenen. Uit Londen wordt aan de Lokal- Anzeiger geseindNadat Dinsdag de beschieting van Tripoli een uur had geduurd, verwoestten granaten van het oorlogsschip Varese den vuurtoren, die in puin viel. Het Italiaansch6 vuur werd thans sterker, terwijl het Turksche zwakker werd. Men kon zien, dat vele Turksche kanonnen ontredderd waren. Het paleis van den gouverneur was met kogels doorboord. De binnenste forten staakten om 5 uur het vuren; de buitenste gingen daarmee voort en hun schoten waren beter gemikt. De kaden waren geheel verlaten. Op vele plaatsen braken branden uit. Het bom bardement hield tegen het vallen van de duisternis op. Des nachts vertoonde de hemel door de branden een rooden gloed. De beschieting werd Woensdagoch tend hervat en was nog sterker dan Dinsdag. De buitenste forten vielen in puin en beantwoordden het vuur niet meer. De Turken brachten hun kanon nen op de hoogte achter de stad en begonnen van daaruit te vuren, maar zij werden door de Italiaansche granaten verstrooid en vluchtten naar alle rich tingen. Daarop vertoonde zich de eerste witte vlag. De Italianen rustten toen booten uit om 4000 man aan land te zetten. De Turken vuurden over het alge meen goed, maar geen van hun granaten bereikten de oorlogsschepen. Donderdag om 12 uur is de Italiaan- gelieft te verschijnen? Antwoord mij, is het nu genoeg geweest?Of heb je nog andere plannen?" „Ja!" Geen spier op Russi's gezicht vertrok zich terwijl hij dit zeide. Maar de Praeses was half opgesprongen. Toch bedwong hij zich nog, en ging weer zitten. „Je gaat rond, als een dief in het duister, Russi. Als het dag is zien de menschen pas, wat je uitgericht hebt. Waar heb je toch de kunst geleerd, om arme, onwetende boeren hun land en hun huis af te sjacheren voor een haidvol ellendige franken? Waar heb je die woekerkunst geleerd?" „Wat ik gekocht heb, heb ik goed betaald, met goede, klinkende munt," zei Russi duidelijk en scherp. Maar hij glimlachte nog altijd en bleef kalm. „Spreek op dan, als je geen ellendige Judas bent, die het daglicht schuwtSpreek op wat hebben wij nog van je te wachten, wil je nog meer, veelvraat, die onze huizen laat instorten en ons onzen grond onder de voeten wegtrekt!" Toen scheen de bedaardheid van Russi plotseling ten einde te zijn gekomen. „Ik begrijp niet, Felix Furrer, dat jij nog vragen kunt, wat ik hier zoek, dat jij nog doen kunt, alsof je niet begrijpt, waarom ik je dorp, je koninkrijk, openbreek en frissche lucht laat binnenstroomen in dit muffe, eenzame dal! Dat je schuur instort en je weiland in de diepte stort, is mijn schuld niet, ofschoon ik je, jaren geleden, toen ik voor het eerst aan het graven ging in den Fluhwand, wel had kunnen voor spellen, dat het eenmaal zoo zou komen, omdat het water en het weeke leem de fun damenten wegvraten van den bovengrond! sche vlag op het fort Sultania geheschen. Het eskader heeft de vlag met de voorgeschreven salvo's begroet. Het fort is bezet door de landings troepen, die onder de afdoende bescher ming blijven van de oorlogsschepen, die voor een gedeelte in de haven ge ankerd liggen, voor het overige gedeelte zich op korten afstand van de ontman telde versterkingen bevinden. De beschieting van Tripoli schijnt nog al mak te zijn geweest. Er werd opzettelijk met lange tusschenpoozen geschoten en het zware geschut deed niet mee. Zekerheid omtrent de aange richte schade is er niet doch ze schijnt in allen gevalle onbelangrijk te zijn en vele menschonlevens zijn er gelukkig blijkbaar niet bij ingeschoten. Alle berichten wijzen er op, dat het inderdaad een oorlog met fluweelen handschoenen is, dien de Italianen voeren. Bloedvergieten wordt zooveel mogelijk vermeden. De beschieting van Tripoli is onbeteekenend kinderspel, vergeleken b.v. bij de beschieting van Port Arthur, in den Russisch-Japanschen oorlog. Een bloedige oorlog schijnt het niet te zullen worden. Op één voor waarde dat men er in slaagt het conflict plaatselijk te beperken. Als de oorlog- in overeenstemming met de verzeke ringen van half-ambtelijke zijde inderdaad tot Afrika bepaald blijft en niet op Europeesch gebied overslaat, dan is het einde wellicht spoedig daar. Volgens den Romeinschen correspon dent der Magdeburgische Zeitung rekent men algemeen op een spoedig einde van den oorlog, in elk geval op een wapenstilstand, gedurende welken onder handelingen zouden worden aange knoopt. Te Rome vraagt men zich reeds af, onder welken vorm Italië Tripoli zal behouden. Dat den Sultan de for- meele souvereiniteit zal worden toege kend, schijnt zeker. Daarentegen is het twijfelachtig of Italië een som als schade vergoeding in eens, dan wel een jaar lij ksche som aan Turkije zal betalen. De meeste ministers zijn tegen elke be taling aan Turkije. Een telegram uit Kanea bevestigt dat het bestuur der Turksche vuur torens, op last der Turksche admirali teit, den beambten van de vuurtorens het telegrafisch bevel heeft gestuurd de vuren langs de kust van Kreta aller wegen te dooven. De consuls van Frankrijk, Engeland, Rusland en Italië (de beschermende mogendheden van Kreta) hebben echter op eigen verantwoordelijkheid maatre gelen genomen om de uitvoering van het bevel der Porte te beletten. Dit conflict tusschen de Porte en genoemde mogendheden zal wellicht niet -bevorderlijk zijn aan het succes van het streven der Porte naar bernid- Maar al het andere heb ik gedaan om jou en de Fruttnellers schade te berokkenen, hoor je wel, jou en de FruttnellersEn zóó slecht zal je memorie wel niet zijn, man, of je weet heel goed, waarom ik mijn gansche leven er aan besteed heb en alles, wat ik verworven heb nogmaals op het spel wil zetten, om mijn plannen te doen slagen. Zeg, dat weet je toch nog wel?" Een verbitterde blik was het eenige ant woord van den Praeses. Met saamgeknepen lippen luisterde hij, toen Russi voortging: „Ja, ik wil je dal openzetten, aan alle kanten openzetten, Furrer! Het moet zoo opengelegd worden, als het vroeger wegge stopt wasEn ik wil troepen vreemdelingen in je schuilhoek brengen, zóó veel, dat jelui zei ven geen plaats meer zult hebben, om te staan of te gaan, dat het jelui bang om het hart zal worden en dat jelui van louter angst aan het loopen gaat. Ik zal jelui schuwe kluizenaars, uit je dal wegrooken, als marmotten uit hun holen. Het bergpad van Weiier laat ik tot een rijweg maken, maar daar blijft het niet bij Het heele dal zal van wegen doorkruist worden. naar Gwüest, naar de Zeven- spits, door den Fallipas naar het Oberland, over een jaar of wat moet het wemelen van vreemd volk, in het heele dal. Maar dan ben ik er nog niet! De Fruttnellerbeek heeft kracht genoeg voor twintig fabrieken die zullen er komen, als mijn wegen een maal zijn aangelegd. En dat het Fruttneller graniet bekend zal worden laat dat maar aan mij over. Aan alle hoeken en gaten zal men gaan breken en boren, let maar op, ik zal mijn eigen concurrenten den weg gemakkelijk maken. Roman naar het Duitsch. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1911 | | pagina 1