Land
van
Heusden en
Allena, de
Langstraat
en de
ommelerwaard.
Lev ensstrij d.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3O92. Zaterdag j14 October
Overdrijving.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1911.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag,
middag 12 uur ingewacht.
VOOR
Wat zijn er een menschen, die zich,
bewust of wel onbewust, aan overdrij
ving schuldig makenGe gelooft het
niet, lezer? Toch is het zoo. Let maar
eens op hoe het in uwe naaste omge
ving toegaat, en ge zult toegeven dat
onze bewering juist is, ge zult toegeven
dat wij ons in dezen niet aan over
drijving schuldig maken.
Om bij uw buurman te beginnen,
bijvoorbeeld.
Uw buurman is door en door pessi
mistisch. Alles beschouwt hij van de
slechtste kantniemands doen kan hem
bevredigen, want steeds ziet hij er iets
kwaads nog in. Wij erkennen, dat er
zeer veel kwaads in de wereld is, maar
het gaat o. i. toch niet aan om alles
altijd van de slechtste kant te bezien,
zooals uw buurman dat doet. Ook het
goede moet men willen zien, en doet
meu dat, dan zal men tot de overtuiging
komen dat er naast het vele kwade
ook veel goeds is op deze wereld.
Uw buurman merkt dat goede niet
op, hij meent dat alles even slecht is.
Wij echter, die ook het goede wel
weten aan te wijzen, wij weten beter
en zeggen: „die man overdrijft, want
werkelijk, de wereld is lang zoo slecht
niet als bi) wel meent."
Dan uw overbuurman. Ook die is in
zijn doen niet van overdrijving vrij te
spreken. Hij is sociaal-democraat, ge
heelonthouder en lid van nog meerdere
vereenigingen, die allemaal het „goede"
willen. Zijn vrienden noemen hem een
ijverig werker voor de idéé van die
verschillende vereenigingen, maar an
deren vinden dat hij wel wat over
drijft. En zoo is het. We nemen aan
dat onze maatschappij hier en daar nog
„rotte plekken" vertoont, zoo als men
dat noemt, maar om die rotte plekken
in den tijd van een zucht te verwij
deren, zooals uw buurman dat wil, dat
gaat eenvoudig niet. Daarvoor is tyd
noodig, veel tijd, en gaat men lang
zaam, dus niet overhaast te werk, dan,
we gelooven het zeker, dan zullen een
maal die z.g. rotte plekken tot het ver-
ledene behooren.
Overdrijving is een kwaal, waaraan
velen, zeer velen, durven we wel zeg
gen, zich schuldig maken. Bovendien
is de kwaal eene zeer ernstige en de
gevolgen van overdrijving kunnen dan
soms ook zeer ernstig zijn.
Wees men er onlangs in de Tweede
Kamer, bij de behandeling van het
Zedelijkheidswetje, ook nog niet op dat
(44
Tobias kromp ineen, maar vermande zich
toen weder. Hij zag naar Russi. „Dat
dat zal Josepha, uw dochter leed
doen, als zij dit hoort. Zij is geen meisje,
dat naar uiterlijkheden vraagt, en mis
schien zal zij mij, ook zooals ik ben, nog
wel, misschien zal zij ook nu nog wel
van mij blijven houden. Slecht ben ik niet
en slechte dingen heb ik nooit gedaan,
en daarom geloof ik vast, dat zij mij
zal blijven aanhangen."
Hij had gesproken, zacht en schuw. Maar
zijn eigene woorden schenen hem kracht
te hebben gegeven, want hij vervolgde, op
vasten toon:
„En als zij dat doet, dan kan zij op
mij rekenen. Ik kan mijn eigen brood ver
dienen, en als zij mij hebben wil, zooals
ik ben, dan trotseer ik u ;allen jen
„Ze is je zuster I"
Het was Rosi, die die woorden krij schend
had uitgeroepen en toen, als gejaagd, de
kamer was uitgevlucht.
Op dit oogenblik liet zich een geluid van
breken en kraken en rinkelen van glas
vernemen, dat elk ander geluid verdoofde.
Een stofwolk verhief zich, tot voor de ven
sters van het woonhuis, en daarop volgde
een gedonder, alsof een lawine zich in het
dal stortte.
„De schuur is ingestort," zeide de blinde,
de minister overdreef? Immers, in de
wet werd een bepaling opgenomen,
waarbij de totalisator bij de wedrennen
verboden werd, als zijnde in strijd met
de zedelijkheid. Men achtte de gevolgen
van dit verbod voor onze paardenfok
kerij onberekenbaar. Is dit nu werkelijk
het geval, is de minister dan wel van
overdrpving vrij te spreken, vraagt men.
Want dat het wedden bij den totali
sator zoo hoogst gevaarlijk voor den
men8ch is, daarover denken allen niet
gelijk.
En hoe dezer dagen nog op het
congres voor openbare gezondheidsrege
ling te Rotterdam Daar was een spreker
van oordeel dat het noodig is dat er
maatregelen worden genomen tegen het
misbruik van tabak. Wij zijn dit met
dien spreker eens. Tegen hlle misbruik
moeten maatregelen worden genomen.
Maar overdreef de spreker niet? Hij
wilde rookverbod beneden den 16 jari
gen leeftyd en rookverbod voor het
onderwijzend personeel bij het lager en
middelbaar onderwys vóór de klasse;
beperking van het rooken bij de jeugd
boven 16-jarigen leeftijd) en bij zich-
zelven door ouders, geneesheeren, ge
zondheidscommissiën en onderwijzers;
ook wilde hij het niet rooken verplicht
stellen op postkantoren, regeerings-
bureaux enz gedurende de diensturen
d^n wilde hij nog een debietrecht en
een vergunningsrecht op den verkoop
van tabak.
Dit alles wilde hij, omdat hij het
„tabaksvraagstuk" zoo diep ingrijpend
in de volksgezondheid achtte, omdat
het allen geldt, jong en oud, arm en
rijk, omdat nicotine een giftwerking
heeft 30 maal grooter dan loodzout en
40 maal grooter dan opium, omdat
maar genoeg. Natuurlijk werd de spre
ker bestreden, omdat men niet met zijn
beweringen meeging. Men vond dat hij
overdreef.
Zoo wordt er bewust en onbewust
veel overdreven. De raad, die we on
langs iemand eens hoorden geven en
die ook betrekking had op het veel te
overdreven voorstellen van sommige
meeningen, luidde, meenen we, als
volgt„Onderzoek eerst grondig en
vraag dan nog eens het oordeel van
anderen."
Btuitenlaciid.
Een afschuwelijke misdaad wordt ge>
meld uit Verron, een klein plaatsje niet
ver van La Flèche in het departement
Sarthe in Frankrijk. Zondagmiddag was
een vijf-cn-zestig-jarige boerenvrouw,
die van zijn stoel was opgesprongen en met
gevouwen handen luisterde.
Langen tijd bleef het stil in de kamer.
Eindelijk hief Tobias het hoofd op en keek
de beide mannen aan, met oogen zoo dof
als die van den ouden Columban.
„Daarom dus hebt ge zooveel jaren lang
gehaat en benijd, dat het resultaat zou
worden gelijk het nu istwee onschuldigen
rampzalig gemaakt. Wat wat hebben
wij u gedaan, dat ge ons dit aandoet 1"
Geen van beide sprak. De Praeses zat daar
met een gezicht, somber als de nacht. In
het vale licht, dat door de ruiten viel en
dat zijn haar, zijn voorhoofd en zijn schitte
rend witte wenkbrauwen verlichtte, scheen
hij ouder dan hij was. Russi's lippen trilden,
zijn borst zwoegde; hij waagde het niet den
blik van Tobias te ontmoeten. Maar eens
klaps sprak hij den ouden man bij het
venster toe:
„Je hebt gelijk gehad, meester, je hebt
gelijk gehad. Dat het zoo zou komen, dat
had ik niet voorzien!"
Hij nam den grijsaard onder den arm en
ging met hem het vertrek uit. Maar eer hij
de deur achter zich gesloten had, hoorde
hij nog, hoe Tobias hem toevoegde:
„Denk er aan, Russi, ik spreek met
Josepha niemand anders dan ik!"
Russi verliet de kamer en ook Tobias
verdween. De Praeses bleet alleen, onbe
wegelijk, somber
XXIX.
Tobias kwam uit de Raadskamer. Hij had
met den Praeses gesproken. Zijn gang was
vast en zeker; zwakte viel niet meer aan
hem te bespeuren. Hij droeg zijn beste pak,
want hij ging op reis, en kwam van een
Marie Lusseau, alleen thuis op haar
hoeve; haar man was 's ochtends voor
zaken uitgegaan en de meid die 's mid
dags uit mocht, had de boerderij ver
laten. Toen er om één uur een wijn
reiziger op de hoeve kwam, vond hij
er de oude vrouw badende in haar bloed,
met een op afgrijselijke wijze verminkt
hoofd. Het onderzoek bracht aan het
licht, dat het arme mensch met stok
slagen doodgeranseld was. De daders
van den lagen moord blijken twee jonge
soldaten te zijn, Molot en Tisseau, die
Zondagmiddag, op roof belust, Marie
Lusseau, in haar woning overvallen
hebben. De ellendelingen ontkenden
eerst iets met de misdaad te maken te
hebben, hoewel alle schijn tegen hen
was. Toen zij bij het lijk van de doode
vrouw gebracht werden, viel Molot door
de mand en zeide, dat Tisseau de dader
was. Deze beschuldigde Mulot. De moord
heeft den beiden onmenschen twintig
frank opgebracht.
Te Cornondale, een plaatsje in Illinois
V. St., is een zonderling lynch-geval
voorgekomen. Een woedende menigte
haalde er een neger uit de gevangenis
de man werd verdacht van een aanran
ding, gepleegd op een blanke vrouw.
De man werd nu gebracht voor een
geïmproviseerde rechtbank die, na hoor
en wederhoor van getuigen den man
vrij sprak.
Gewoonlijk gaat het anders.
De Servische regeering moet aan die
van Montenegro eene overeenkomst tot
gezamenlijk optreden tegenover Turkije
hebben voorgesteld, maar koning Nikita
zou daarop geantwoord Lebben dat Mon
tenegro op het oogenblik eene uitslui
tend Montenegnjnsche politiek moet
voeren en daardoor niet in de gelegen
heid is, zich aan Belgrado te binden.
Woensdag werd uit Peking gemeld:
De opstandelingen hebben zich meester
gemaakt van Woetsjang. De onderko
ning nam de vlucht; de commandant
der regeeringstroepen is met een bom
gedood.
Het Petersburgsche Telegraafagent-
schap verneemt uit Hankou nog het
volgende over de inneming van Woets
jang door de revolutionairen:
De troepen hebben gemeene zaak ge
maakt met de opstandelingen. De Euro-
peesche nederzettingen worden alle door
gewapenden bewaakt. Een Arneri-
kaansch, een Japansch en twee Engel-
sche stoomschepen liggen klaar om de
vrouwen en kinderen der Europeanen
aan boord te nemen.
De volle beteekenis van dit bericht
indien het waar blijkt! valt nog
niet te overzien; maar men staat hier
voor een zeer ernstig feit. Woetsjang,
dat dus in handen zou zijn van de
begrafenis, waarbij hij zelf de doodgraver
was geweest en de begravene tevens. Tobias
Furrer van den Hochfluhhof was verdwenen.
De andere Tobias stond daar, reisvaardig.
„Vaarwel, moeder!"
Rosi stond in de keukendeur, met tril
lende lippen en neergeslagen oogen. Zij
schaamde zich, schaamde zich voor haar
eigen bloed, wiens leven bedorven was door
haar schuld; en verdriet verscheurde haar
het hart, omdat hij van haar heenging, cle
goede, de brave jongen. Maar zij waagde
het niet een woord tegen te spreken. Zij
legde een hand in de z'jne en weende en
droogde den tranenstroom met haar schort af.
„De lieve God moge je behoeden, Tobi!
Vertrouw maar op beter dagen, mijn jongen,
als als ik je niet meer in den weg sta!"
Hij drukte haar hand en ging heen.
Voor het huis stond Felix, in hemds
mouwen, bezig met hout te kloven. Hij
wierp zijn bijl weg, zoodra hij Tobias zag
en er sprak angst uit zijn trekken.
„God behoede je, Felix!"
Ook zij wisselden een handdruk.
„Ga toch liever niet, jongen, blijf hier,"
smeekte Felix.
„Wat zou ik nog hier doen?" Tobias
zeide het heel kalm en toch vond de andere
geen wederwoord.
„Houd je goed, Felix en leef gelukkig!
En wat dat andere betreft, geduld en
alles komt terecht. Hij heeft het mij beloofd."
„Wie? Grootvader?"
„Ja."
„Tobias!" Felix drukte de lippen vast
op elkander, maar hij kon het niet volhou
den. Snikkend als een schooljongen stamelde
hij: „Ga niet heen, Tobias! Blijf hier!"
Een hartelyke handdruk en een „God
opstandelingen, is een der groote steden
van China, en met Hanjang en Hankou,
waarmee het feitelijk een economische
eenheid uitmaakt is het een millioenen
stad. De drie steden tezamen, die wel
is waar administratief gescheiden zijn
en ook aan verschillende oevers van de
Jangtse en twee harer zijrivieren (de
Kwei-Kiang of Foe-ho en de Han-rivier)
liggen, vormen tezamen het volkrijkste
steden-complex van heel China. Van
de drie steden is Hankou, als verdrag
haven, die sinds 1861 voor den Wester-
schen handel is opengesteld, de bekend
ste en wellicht ook de belangrijkste.
Woetsjang is de hoofdstad van de pro
vincie Hoe-pei. De drie steden tezamen
telden in de eerste helft der vorige
eeuw een nog veel grooter aantal inwo
ners. Maar bij den opstand der Taipings
werden de steden bijna geheel verwoest,
doch dank zij de buitengewoon gun
stige ligging van de drie steden namen
zij sindsdien weder snel toe in bloei.
De plotseling uitgebarsten opstand
in Woetsjang houdt waarschijnlijk in
direct verband met de gebeurtenissen
in de provincie Tsjetsjoean, want de
aanslag op Tsjengtoe en de onderdruk
king daarvan door de overheid, heeft
alom in China groote gisting doen ont
staan.
Hankou, dat aan den overkant van
de Jang-tse ligt, telt een tamelijk tal
rijke Europeesche bevolking, die in
aparte wijken woont, en door eigen
bezettingen en oorlogsvaartuigen be
schermd wordt. Reeds enkele maanden
geleden heeft het in Woetsjang beden
kelijk gegist, is er zelfs geschoten. Maar
de jongste uitbarsting komt toch vrij
onverwacht.
Maandag werd door het ontploffen
van een bom de aandacht der autori
teiten gewekt. Bij onderzoek werd het
bestaan ontdekt van een complot, dat
in een huis in de Russische wijk was
voorbereid. Een paar lieden werden in
hechtenis genomen; en in de woning
trof men allerlei materiaal aan voor de
vervaardiging van nitro-glycerine en
dynamiet. Ook vond men een kaart,
waarop aanwijzingen voorkwamen be
treffende een voorgenomen aanslag op
Woetsjang. In een Chineesche herberg
in genoemde plaats kreeg de overheid
28 revolutionairen in handen. Vier
lieden werden voor de ambtswoning
van den gouverneur onthoofd en
de opstand was er het onmiddellijke
gevolg van.
In aansluiting op hierboven vallen
nog enkele berichten mee te deelen
over successen van revolutionairen. In
de provincie Tsjetsjoean is de stad
Jatstsjoekoe door de opstandelingen ge
nomen. Ook in de provincie Joennan
hebben de regeeringstroepen klop gehad.
Een later bericht luidt:
De revolutionairen zijn ook meester
behoede je!" en kalm stapte To'oias den
Weilerweg op.
Aan Russi's woning gekomen trad hij, na
diep ademgehaald te hebben, binnen.
Russi en zijn dochters zaten aan het
ontbijt, maar Russi at niet. Somber staarde
hij naar buiten en ook de meisjes, onder
den indruk van het leed, dat hun vader
scheen te drukken, zagen stil en bedrukt
vóór zich.
Tobias was dicht bij de deur blij ven staan
de meisjes waren opgesprongen, zoodra zij
hem herkend hadden.
„Seppeli," zeide de jonge man, maar zoo
week, alsof hij tot een doodzieke sprak.
Josepha werd rood en toen bleek; zij keek
haar vader aan. Deze had zich afgewend
en steunde het hoofd in de hand. Het meisje
zag, dat hij van Tobias' komst verwittigd
was.
„Ik heb een woordje met je te spreken,"
zeide Tobias, op den vorigen toon.
„Met mij?"
„Ja, met jou, maar alleen."
Opnieuw blikte het meisje naar haar
vader. Deze knikte en zeide: „Ga maar!"
Toen traden beiden naar buiten.
„Wat is er?" vroeg zij.
Met de handen op den rug en tegen de
muur leunende stond het meisje daar; zij
wilde niet toonen, dat zij beefde van ont
roering.
„Ik kom je vaarwel zeggen, Seppeli!"
zeide Tobias.
„Vaarwel, waarom, wat is er ge
beurd
„Wij, jij en ik, staan Felix en je
zuster in den weg en bovendien ik moet
hier vandaan, ver weg, wij zullen elkaar
nooit weerzien, mijn lieveling."
van de ijzer- en staalfabrieken te Han
jang en van het plaatselijke arsenaal.
De opstandelingen zijn talrijker dan de
regeeringstroepen. In een proclamatie
heeft de aanvoerder van de troepen
der opstandelingen verklaard, dat het
volksleger de Mantsjoe-dynastie zal weg
jagen, en de rechten der Chineezen zal
herstellen. Met de doodstraf worden
bedreigd degenen, die buitenlanders
zouden lastig vallen of den handel
mochten belemmeren.
De Times verneemt uit Peking dat
de Chineesche regeering, en trouwens
iedereen, den ernst beseft van den op
stand in Woetsjang. Ook de Japanners
zijn ongerust over den opstand, ofschoon
zij van oordeel zijn, dat de Chineesche
regeering de beweging op den duur wel
zal kunnen meester worden. De ver
woesting van het betaalkantoor te
Woetsjang zou een der ernstige gevol
gen zijn, die de beweging zou kunnen
hebben, want dat kantoor brengt groote
hoeveelheden dollarnoten in omloop.
Storing in dat bedrijf zou een finantieele
krach met zich kunnen brengen.
Uit Hankou werd Donderdag gemeld
Troepen, die op een aantal van 5 a 6
duizend geschat worden, zijn dezen
morgen in de inboorlingenstad van
Hankou aan het muiten geslagen200
300 Mantsjoes zouden gedood zijn.
De stad is bezet door de opstande
lingen. In 't wilde weg wordt er gescho
ten tusschen de forten van WoetsjaDg,
die in handen der opstandelingen zijn,
en de trouw gebleven kruisers op de
rivier.
Er wordt bericht, dat de vreemde
lingen door de opstandelingen in alle
opzichten ontzien worden.
De PekingHankou spoorlijn is over
een afstand van 20 mijlen opgebroken.
De bruggen zijn vernield. De toestand
is zeer ernstig.
Uit Peking: Jin-tsaug, de minister
van oorlog, is hedennacht naar Pao-
ting-foe vertrokken, vanwaar de zesde
divisie morgen naar Hankou vertrek
ken zal.
Volgens de ambtelijke berichten zijn
10,000 tot 15,000 man troepen in Hoe-pé
aan het muiten geslagen. Men gelooft
dat 30 moderne kanonnen vermeesterd
zijn te Woetsjang.
De geheele Landdag van Hoe-pé is
van de keizerlijke regeering afgevallen.
De opstandelingen in Tsjetsjoen heb
ben gisteren Soei-foe bezet.
Nog niet bevestigde berichten gewagen
van de bezetting van Tsjang-sja (in de
provincie Hoenan) door opstandelingen
op den lOden dezer.
Op de Bosnische staatsspoorwegen
worden sedert drie dagen geen vracht
goederen meer aangenomen, omdat de
treinen grootendeels in beslag genomen
„Maar om Godswil, Tobias, waarom toch
„Omdat omdat ik geen recht heb op
den naam dien ik draag, omdat Sep
peli omdat Hij fluisterde haar iets
in het oor en in die weinige woorden ver
telde hij haar een lange geschiedenis, droef
en vol van bitter lijden.
„Mijn God!" stamelde Josepha. Zij had
haar moed en veerkracht verloren en zou
gevallen zijn, als hij haar niet in zijn sterke
armen had opgevangen. Snikkend verborg
zij het blonde hoofd aan zijn trouwe borst;
krampachtig schokte haar tenger lichaam.
„Ga nu naar binnen, Seppeli en God
behoede je kindlief, zuster!" Zachtjes
schoof hij haar weg.
„Arme Tobi, arme broeder!" zuchtte
Josepha en toen, eensklaps haar zelfbe-
heersching herwinnende
„Ik ga mede, een eindweegs mede,
wacht even op mij
Nog jaren later spraken de menschen
van Fruttnellen over dien ochtend, toen
Tobias Furrer en de dochter van den rijken
Russi hand aan hand door het dorp waren
gegaan. Twee slanke, schoone menschen-
kinderen; hij donker en ernstig, zij blond
en met een blik zoo klaar als het licht der
zonne.
Het was nog vroeg geweest. De zon keek
door de dennen van den Gemsberg. Een
stuk blauwe hemel welfde zich over Frutt
nellen. Vriendelijk teekenden zich de om
trekken der berghutten af tegen het donker
groen der boomen en in de kerkglazen
weerkaatste het gouden ochtendlicht. Het
dal lag nog in de schaduw. Een warme
Westewind waaide en de bergstroompjes
klaterden vroolijk. (Slot volgt.)
Roman naar het Duitsch.