Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommeierwaard. II ii «Iers f r o o iti Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3113. Donderdag 28 December. SNEL RECHT. FEUILLETON. LAND VAN ALTENi: VOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1911. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7Vi ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Het hoofdbestuur van de Nederland- sche Tucht-Unie heeft zich met een adres tot de regeering gewend, waarin verzocht wordt het daarheen te willen leiden, dat zoo spoedig mogelijk eene snelle berechting van overtredingen worde ingevoerd. Dit trof in net bijzonder onze aan dacht, omdat wij zelf, in het algemeen gesproken, tot de voorstanders eener dergelijke wijze van strafrechtspleging behooren. In 't algemeenwant wij weten zeer goed, dat ook het snelle recht zijn grenzen moet hebben en nimmer ontaarden mag in een recht spraak waarbij de deugdelijkheid van het onderzoek aan het woekeren met den kostbaren tijd wordt opgeofferd. Trouwens, wanneer wij aandringen op een vlugge behandeling van zaken voor den zoogenaamden politierechter, dan is dat niet zoozeer omdat wij het ge- wenscht vinden wat meer met den kost baren tijd te woekeren, maar om ver schillende andere redenen. Het is van algemeene bekendheid dat in het openbare leven altijd gevaar bestaat voor verstoring der orde, maar ook dat het publiek vaak tegenwerkt, door de verstoorders der orde te be schermen, arrestaties te bemoeilijken, opzettelijk tegen de voorschriften der politie te handelen of een ergerlijk lijde lijk verzet te toonen. Daartegen be hoorde de wet op afdoende wijzè te waken en de tegenwoordige bepalingen der strafwet zijn daartoe geheel onvol doende. Er moet vrij wat gebeuren eer men zich eene vervolging op den hals haalt en nog vrij wat meer eer men een veroordeelend vonnis oploopt, dat dikwijls gewezen wordt als beklaagde en getuigen de zaak al half vergeten zijn. Daarom is een ander stelsel zoo ge- wenscht. Daarom moet aan de politie de macht worden gegeven, om zich, op de wijze als dat in Engeland geschiedt, in geval van gevaar en nood door een eenvoudig middel de hulp te verschaf fen van het toevallig in de nabijheid aanwezige publiek. Daarom zijn bepa lingen noodig, die den tegenstand en het lijdelijk verzet tegen de handelin gen der openbare macht kunnen breken en, in verband met een en ander een snel recht, door den politierechter, voor wien de zaken onmiddellijk behoorden te worden gebracht, daar onze langzame Naar het Duitsch van ERMST Z4HÜ. (17 Het zonlicht verdofte gansch en al achter de grijze wolken. Het werd koud toen de avond daalde. Flori was roerloos blijven liggen, in diep gepeins verzonken. Geen plannen maakte hij voor de toekomst. Hij vroeg zich slechts af wat Leni zou zeggen zijn gedachten stonden uitsluitend stil bij hun ontmoeting. Nu eens bouwde hij lucht- kasteelen, die het volgend oogenblik weder instorten. En hij bleef zitten onder de boomen, en de uren verstreken, zonder dat de tijd hem lang viel. Toen de laatste zonnestralen door den nevel werden verduisterd, stond Leni onder de denneboomen van het Farnigerbosch. Ze was gekleed in een donkere, nauwslui tende japon, waarbij de bleeke glans van de blonde haren scherp afstaken; van het fijn-besneden gelaat ging een wondere be koring uit. Flori boog zich voorover en staarde haar aan, alsof een engel voor hem was verschenen. Mogelijk was Leni de goede engel in zijn leven. Ze kwam nog eenige schreden nader en trok den doek dien ze om de schouders had geslagen nog dichter om zich heen, zonder hem de hand te reiken, toen ze voor hem bleef staan. Ze begon te sprekenhaar stem klonk rustig en plechtig „Toen ik een jaar geleden afscheid van je nam, heb je me niet geloofd, en toen ik je wilde bewijzen, dat je me kondt ver trouwen, heb je me ruw van jeafgestooten en ben je weggeloopen zonder naar me te en omslachtige manier van procedeeren in de hoogste mate belemmerend is voor recht en gezag. Een feit is het, dat men het menig maal maar niet eens als een overtre ding aanmerkt en vraagt men naar de reden daarvan, dan luidt het antwoord „het geeft niets of een overtreder over eenige maanden een paar kwartjes boete krijgthij vindt dat volstrekt zoo erg niet en wordt ten slotte met de zaak vertrouwd." Om nu eens even terug te keeren tot ons uitgangspunt, herinneren wij er aan, dat het doel van de Tucht- Unie is de tuchteloosheid onder het Nederlandsche volk te bestrijden, ten einde zijn zedelijke, geestelijke en licha melijke kracht te verhoogen. Dat dit een schoon doel is zal in het algemeen niemand ontkennen en niemand zal het tegenspreken dat een Hollander, die een aangeboren gevoel van fierheid en een vrij groote mate van zelfstandigheid bezit, juist daarom wel eens aan banden, voorschriften, regelen, in één woord aan alle toch zoo noodzakelijke vrijheidsbeperking vijandig is. Tucht is inderdaad geen eigenschap van het Hollandsche volkskarakter. Yan daar dat tucht aankweeken zoo goed is, wanneer men althaDs het juiste begrip er van heeft. Wij ver^enigen ons geheel met de meening, nog dezer dagen in een onzer groote bladen geuit, dat het meer dan ergerlijk is, op straat te moeten aan zien, al de baldadigheid eener jeugd, die genoegen vindt in het bederven van wat er mooi, nieuw en frisch uit ziet te moeten aanhooren de grove taal en het vloeken van mannen en opgeschoten jongens. Ook onder be trekkelijk beschaafde menschen ont breekt het zelfs dikwijls aan die goede vormen, die de aangenaamheid van het leven zoo verhoogen en die niets kos ten. Zeker, daartegen wordt ook wel gestreden en dat een groot lichaam met vele vertakkingen zooals de Unie een handje meehelpt, is uitstekendwij kunnen goede krachten gebruiken. Het heeft intusschen eenige verwon dering gewekt, dat de Unie zich tot de regeering heeft gewend met het boven bedoelde adres en daarin o. m. zegt, dat zeer velen de tuchtloosheid voor een groot deel toeschrijven aan de langzame berechting van overtredingen. Men zegt tucht mag niet alleen straf, maar moet willen luisteren. Maar nu moetje aanhooren, wat ik je toen had te zeggen. Als je op den slechten weg geraakt, wil ik niet datje tot je verontschuldiging kan aanvoeren, dat de dochter van Zwyer je in het verderf heeft gestort!" Ze zweeg. Flori sprak geen woord; hij dacht er niet aan zich uit de voeten te maken, wat Leni had gevreesd. Roerloos was hij blijven staan, turend op haar gelaat. Leni hernam: „Een jaar geleden waren vader en moeder overeengekomen om je een proeftijd te laten doormaken; als je je twaalf maanden goed had gehouden, zouden wij levenslang bij elkaar hebben mogen blijven. Dat had ik je willen zeggen op dien dag toen je aan mijn ontrouw geloofde en me niet wilde aanhooren! En nu is het jaar voorbij en allea is zoo anders gewordenWaarom O Flori, waarom heb je in dien tijd zoo geleefd Hij wendde den blik af en tuurde naar de donkere schaduwen van het bosch. Vraag aan God waarom hij de zonde den menschen zoo in het bloed giet, datje ver stand wordt beneveld en je bloed de baas wordt, die den zondigen mensch ten val brengt. Jij had me toen van mijn verstand beroofd Zijn stem klonk rustig, zonder hartstocht, doch hij gevoelde hoe elk woord natrilde in het diepst van zijn ziel. „Vader en moeder willen niets meer van je weten; hieraan valt niets te verhelpen!" Hij knikte als eenig antwoord; blijkbaar had hij niet anders verwacht. „Och, Flori, waarom ben je zoo zwak geweest!" Leni hief de hand op, als zocht ze de zijne. Toen maakte een woeste begeerte zich van hem meesterhij opende de armen met gretigen blik. Nu viel zijn oog op het be koorlijk gelaat dat baadde in tranen, en de jongen uit de Bennet-hut behaalde een overwinning op zichzelf. Hij greep niet Leni's hand. „Wat gebeurd is, is gebeurd. Daar valt niets aan te doen! Ik moet nu gaan 1 Vaar wel, Leni! 't Heeft me toch goed gedaan je nog even te spreken. Ik dank je daar voor!" Hij keerde zich om en deed een paar stappen. Leni begreep, dat ze hem nimmer zou terugzien als ze hem zoo liet gaan. Twee maal wilde ze hem roepen, en tweemaal stokte de stem haar in de keel. Toen raapte ze al haar moed bijeen en riep hem bij zijn naam. Gedwee kwam hij terugmet gejaagde stem, als was ze bevreesd terstond spijt te zullen gevoelen over haar vermetelheid voegde ze hem toe: „Flori, als je je flink houdt en braaf wilt blijven, dan ik zal je niet ontrouw worden, over een paar jaar mag je me komen halen." „A.1 zijn je ouders er tegen?" Leni aarzelde. Toen fluisterde ze nauw hoorbaar: „Ja, ook dan!" Een sprankje hoop glansde op inFlori's oogen; toen verdofte zijn blik. „Weet je alles wat in dat jaar is gebeurd?" vroeg hij. „Ik weet, wat iedereen weet." Hij hunkerde om eerlijk allea te vertellen en hernam: „Toen ik dien dag wegliep ontmoette ik Xander in het Lochdal. Toen hij, de aartsluiaard, me had uitgehoord en te weten was gekomen, dat ik er vandoor wou, heeft hij me meegenomen naar het Oberland, waar hij eens als knecht heeft gediend. We zijn in hetzelfde dorp gebleven. En als je daarheen ging, zou je hooren, dat de men schen er nu nog die twee kerels verwenschen. Zoolang die grijze, oude hutten daar staan, hebben geen grooter schobbejakken er ooit ook zelfbeheersching beteekenen en er wordt dag aan dag in onze samenleving tucbtloosheid bedreven in allerlei vor men, waartegen in geen enkele wet of verordening straf is bedreigd. Zeker is dat zoo. Wij geven gaarne toe, dat men zich ergert aan den slagersknecht of den kiuideniersbediende, die op een weinig betrouwbare fiets door drukke straten jakkert, zoodat ieder oogenblik een ongeluk kan gebeurendat is ook tuchtloosheid en tuchtloos is ook de automobilist, die op den straatweg zijn wagen zoo laat rennen dat de wande laars met stof worden bedekt, dames angstig ter zijde gaan of haar fiats verlaten, enz. enz. Dit laatste voorbeeld brengt ons op het rechte spoor. Hier kan wel degelijk sprake wezen van het overtreden eener wet of verordening. In vele aangelegen heden zijn in lateren tijd wettelijke verordeningen gekomen, die vroeger geheel ontbraken en het laat zich aan zien dat men in bet vervolg op die wijze zal voortgaan. In dit opzicht is nog lang niet aan alle eischen voldaan maar wij gaan vooruit en in ieder geval zijn reeds heel wat handelingen, die men met meer of minder recht met de noodzakelijk goede vormen in strijd mag achten, verboden. Dat zijn dan toch tuchtmaatregelen en wanneer nu aan die voorschriften alvast maar flink de hand gehouden wordt, dan zullen toch zeker allicht eenige sporen van verbetering in het maatschappelijk ver keer zijn waar te nemen. Keulen en Aken zijn niet op één dag gebouwd, maar gebouwd zijn ze toch en wel daardoor, dan men van tijd tot tijd eenige steentjes bijbracht en wanneer het op het door ons besproken gebied ook zoo moge gaan, dan achten wg veel gewonnen. Tusschen daad en straf, althans tus- schea daad en strafvervolging want het is juist de vervolging die moet uitmaken of er straf behoort te worden toegepast behoort een direct verband te bestaan; wanneer de overtreders, na kennis gemaakt te hebben met den ver- baliseerenden ambtenaar, verder van de geheele zaak niets meer hooren, dan lijkt ons dat een premie op nieuwe overtredingen. Men verneemt er immers toch niets meer van. Eindelijk komt er een dagvaarding. Dat geeft dan een oogenblik van verwondering, maar men laat de zaak eenvoudig loopen of kuiert even naar de zitting toe om zich te verdedigen. Met een beetje handigheid weet men het dan ver te brengen, vooral wanneer, zooals gezegd, de zaak zoowat half vergeten is. Met een meestal kleine boete komt men vrij en is spoedig alles vergeten, daar gelaten nog dat, zooals ook reeds werd opgemerkt, juist met het oog op de wijze van berechting, het opmaken van proces-verbaal dikwijls eenvoudig wordt nagelaten. Hier is dus wel degelijk sprake van een maatschappelijk kwaad en goed is het, ook dat kwaad te bestrijden. Overigens willen we gaarne toegeven, dat tucht niet te leeren valt uit een Wetboek, maar uit persoonlijke zelf beheersching moet geboren worden als men ons dan ook maar wederkeerig toegeeft, dat hulpmiddelen om het goede doel te bevorder-ui, altijd waardeering verdienen. Hoe zou 't er zonder die hulpmiddelen uitzien?En, ook de wetten en verordeningen zijn zulke hulpmid- middelen. Denk ze eens een oogenblik allen wegHoe zou de samenleving er dan uitzien in onze betrekkelijk toch zoo beschaafde eeuw? Zou 't er niet droevig mee gesteld zijn? Laat ons dan geen enkel middel gering achten dat het goede bevorderen kan en in eendrachtig samengaan en in alle middelen en wegen heil zoeken. Buitenland. De storm, die over geheel Frankrijk heeft gewoed, neemt de afmetingen van een ramp aan. Te land en te water is de schade aanzienlijk en het aantal ongevallen groot. De Matin raamt het aantal menschen, dat tot dusver door dezen storm is omgekomen op vier-en vijftig. Volgens een bericht uit Lorient is een groote buitenlandsche driemaster op de rotsen, drie duizend meter voorbij de haven van Quibéron, gezonken met alle opvarenden. Er zijn vier lijken op de kust geworpen en wrakstukken aan gespoeld, waarop staat: Lille Swinger, Arendal. Het ongunstige weer heeft ook in Portugal kwaad huisgehouden. De Taag is 9 meter, de Douro 10 meter gestegen. Ook vele andere kleine rivieren zijn buiten haar oevers getreden, zoodat volgens een telegram aan de Köln. Ztg. de helft van het land onder water staat. Te Lissabon zijn huizen ingestort. Twee bruggen te Santarem werden door de golven weggespoeld. In de lager gelegen streken zijn honderden personen voor het hooge water op de daken der op die wijze huisgehouden. De menschen waren bang voor ons: zoo woest en slecht en onbeschaamd zijn die twee geweest Xander en ik!" „Wat wat voor zonden heb je op je geweten?" vroeg Leni. Een huivering voer door haar heen. „Zonden genoeg," ging hij voort. „Xander is een goede leermeester, en ik was een nog betere leerling! Acht dagen lang werkten we, om er dan veertien te brassen in de herbergen, waarvan we er geen enkele over sloegen. Maar op het laatst werden we overal de deur uitgezet, want als er ruzie ontstond of gevochten werd, dan waren wij er altijd bij. En de jongens waren bijna even bang voor ons als de meisjes „Wat wat wil je daarmee zeggen!" „Dat ik je niet trouw ben gebleven," stiet hij uit. Leni zweeg en keerde zich af. FJori had niet anders verwacht. „Zie je, Leni, ik heb je alles willen ver tellen, al wist ik ook vooruit, dat je je woord zou herroepen; misschien juist daarom. Jij zou me oneindig goed hebben kunnen doen; als ik jou altijd om en bij me had gehad, dan zou alles heel anders zijn geweest; maar jij was niet weggelegd voor een kerel als ik! En en ik moet nu gaan, Leni! God behoede je!" Hij wierp een langen blik op Leni's ge laat; toen begaf hij zich wederom op weg. Hij liep nu haastig voort. Een machtig gevoel welde op in haar hart." „Red hem, help hem?' kreet het in haar. „God heeft je die taak opgelegd!" Ze snelde hem na, voortgedreven door medelijden en liefde. Ze haalde hem in onder de pijnboomen. „Flori, Flori!" Hij bleef staan; beide handen lei ze op zijn arm. „Als ik je vrouw werd, zou je dan kunnen huizen en op de heuvels gevlucht. Vele menschen, in 't bizonder aan de kust, zijn verdronken. Te Lissabon zijn tot nog toe 23 lijken aangespoeld. Bijna dagelijks doen zich scheepsongelukken voor. Te New-York heeft zich een comité van aanzienlijke dames gevormd, dat besloten heeft eene beweging op touw te zetten tegen de Mormonen en de opheffing dier secte op het programma van een der politieke partijen voor de a s. presidentsverkiezingen wil geplaatst zien. De leiding van dat comité is in handen van zekere juffrouw Mason, die den geheelen zomer in Utah heeft door gebracht en in eene vergadering een uitvoerig zondenregister van die secte heeft voorgelezen. De bekende aviateur Gastaaf Hamel is van plan op een mooien dag een onafgebroken vlucht te volbrengen van Londen naar Parijs, met een dame als passagier. Hij wil tusschen Dover en Kaap Gris Nez het Nauw van Calais oversteken. Oorlog tusschen Italië en Turkije. I)e berichten, die thans van Turk- sche zijde over de jongste gevechten in Barka en Tripoli komen, gewagen van ernstige tegenslagen van de Italiaansche wapenen. In de eerste plaats is er een telegram van Enverbei, den commandant in Barka, op het Turksche ministerie van oorlog ontvangen over een nieuwe overwinning der Turken bij Derna. De Italianen zouden daarbij op het slagveld behalve veel schietvoorraad en drie kanonnen 250 dooden en 350 gewonden hebben achtergelaten. De verliezen der Turken beliepen 30 dooden en 50g«wonden. Wanneer dit gevecht is geleverd, staat er in het telegram niet bij, maar ver moedelijk is het hetzelfde, waarvan een vertraagd telegram van 16 dezer uit Italiaansche bron melding gemaakt heeft. Het begon, volgens de Italiaansche lezing, op den ochtend van den 16den met een aanval op een bataljon Alpen jagers, dat op de hoogvlakte buiten de stad het werken aan de Italiaansche schansen beveiligde. Het bataljon kreeg versterking van twee afdeelingen berg- geschut en om half elf's ochtends hield liet vuren van den vijand op. Maar 's nachts om 1 uur werd de aanval her nieuwd, en ditmaal was hij zoo verwoed, dat er twaalf compagnieën met veel geschut uit de stad te hulp geroepen moesten worden. Als verliezen aan Itali aansche zijde werden 3 dooden en 24 gewonden opgegeven. Tusschen de regels van het Italiaansche bericht door kon beloven bij al wat heilig is, dat je braaf zult blijven van nu af aan tot het uur van je dood?" Hij hield haar op een afstand en trachtte de uitdrukking van haar gelaat te lezen in de avond-schemering. „Nu je alles weet, nu vraag je dat Elke spier van zijn lichaam was strak gespannen. Zijn gestalte scheen rijziger te worden. Hij hield het bevende jonge meisje vastgeklemd in de armen en toch schuchter en eerbiedig, zooals men de armen om zijn moeder heenslaat. „Als je me trouw belooft*Leni, nu op dit oogenblik dan zal ik je gelooven, als zag ik het zwart op wit! Als je belooft, dat je nooit een ander zal toebehooren dan mij, dan zal ik mijn nieuwen dienst betrekken en flink en eerlijk werken om mijn zonden te boeten. En als ik dan over een paar jaar terugkeer, dan zal je niets slechts van me hooren, wel wel het tegendeelEn dan dan vraag ik je mijn vrouw te worden." Leni schreide zacht en drukte zijn handen. „Ik zal je niet vergeten; je mag komen, wanneer je wilt; ik zal je vrouw worden, als je aan vader kunt zeggen, dat je braaf bent gebleven!" Hij boog het hoofd naar Leni toe. Haar wang beroerde de zijne. Hij vatte Leni's hoofd tusschen de groote, ruwe handen, en drukte eerbiedig een kus op haar voorhoofd. „Vaarwel, Leni! Ons verbond is heilig." Toen liet hij haar plotseling staan, en sloeg den weg in naar Farnigen, zonder meer een blik achter zich te werpen. Leni bemerkte nu met schrik dat de duisternis was ingetreden. Het moest reeds laat zgn! Ze begreep, dat ze thuis zou wor den ondervraagd over haar uitblijven; toen daalde ze den berg af. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1911 | | pagina 1