Bet Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Sommeierwaard. LENTE. Een jacht over den Oceaan. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3143. Woensdag ÏO April. 1912. FEUILLETON. g&jfW £r'UWD VArJ ALT^ VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. De winter is voorbij en de lente is weer gekomen. De boomen, die zoo langen tijd kaal hebben gestaan, weken en maanden achtereen hun naakte tak ken hemelwaartsch hebben gehouden, van al hun pracht ontdaan de boomen geven weer teekenen van leven, ze beginnen weer uit te botten en straks zullen ze weer met hun heerlijk groen gebladerte zijn getooid. De vel den, in den herfst dor en kaal, in den winter met een weliswaar sierlijk, vlek keloos wit sneeuwtapijt bedekt de velden beginnen weer te groenen en als over eenige weken de bloemen uit den grond zijn opgeschoten, dan zal dit groene tapijt met zijn duizenden bloe men in verschillende kleur en prachtiger en schooner zijn dan het sierlijkste witte sneeuwtapijt. De vogelen, die ons in den herfst hadden verlaten om het koude winterjaargetijde in warmer streken door te brengen de vogelen komen weer terug en nog sh'chts korten tijd behoeven we maar te wachten of ze zullen ons weer op hun heerlijke tonen vergasten. De wateren, in den winter met een ijskorst bedekt, waarop we we willen niet ondankbaar zijn waarop we met onze schaatsen onder de voeten konden rijden en glijden naar hartelust, en we denken dan vaak ook nog met vreugde aan die genoeg lijke winterdagen de wateren zullen hun golven en golfjes weer laten rollen en kabbelen, de eenden en andeie water vogels zullen weer statig ronddrijven op de watervlakten, de visschen zullen weer spartelen en springen in het nat, hun element, de scheepjes zullen de plassen weer sieren met hun blanke zeilen, en ook dit alles zal mooi en schoon zijn in 's menschen oog, mis schien mooier en schooner nog dan de ijsvloer en de zich daarop vermijende mensch. De winter is voorbij en de lente is weer gekomen. Geheel de natuur is veranderd en ze zal nog veel veran deren. Als verjongd zal ze ons straks weer toeschijnen als boom en bloem en blad ons hun heerlijkste kleuren en geuren weer aanbieden, als de vogelen in veld en boom en luchtruim ons hun helderste en zoetste geluiden weer doen hooren. O, de lente is zoo schoon Dan kunnen we weer wandelen en dwalen in bosch en veld, dan kunnen we weer met groote teugen genieten van 't mooie rondom ons, dan kunnen we ons weer te goed doen aan de edele na tuur, dan kunnen we ons weer ver lustigen, dan kunnen we ons weer ver zadigen aan al datgeue wat de natuur ons zoo ruimschoots biedt en wat we in herfst en winter moesten ontberen. De winter is voorbij en de lente is weer gekomen. De zon komt 's morgens vroeger op en later gaat ze 's avonds onder. De koesterende zonnestralen wek ken op alles wat dood en uitgeleefd scheenze brengen nieuw leven onder de menschen, de dieren, de boomenen de planten. Ze zijn voorbij de koHe, donkere, tritste dagen en straks zal alles helder, vroolijk en opgeruimd zijn om ons heen. De lente brengt wèl veel verande ring teweeg, en die verandering is een gunstige verandering, een verandering, waar alles wat leeft dankbaar voor zal zijn. En dan zijn er nog van die men schen, die altijd klagen, altijd maar weer klagen dat ze niet zooals zij, die met meer aardsche goederen gezegend zijn, kunnen reizen en trekken naar verre streken, om te genieten van 't schoone daar. Zeker, aan de Rivieren is 't schoon. Zwitserland met zijn hooge bergen en zijn dalen en zijn bergmeren biedt veel verrukkelijks, maar niet alleen dddr kan men genieten. Ieder land, iedere streek heeft, zijn bekoor lijkheden, maar dat bekoorlijke is niet bekoorlijk als men zoo nabij dat land of die streek woont. Althans, zoo schijnt het. Want hoevelen der rijken genieten van 't schoone in eigen land Slechts enkelen maarLiever gaan ze naar andere landen, niet omdat 't daar mooier is ze meenen 't wel maar omdat 't daar anders is dan hier. Omdat 't daar anders is, anders dan hier waar ze wonen en waar 't schoone voor hun „oude kost" is, daarom zijn ze niet tevreden met 't schoone hier in eigen land en reizen ze naar andere landen, meenende dat 't daar mooier en schooner is dan hier. Dat 't hier niet is om te kunnen genieten, moet men niet zeggen. Want waarom dan toch vreemdelingen- bezoek aan ons land? Waarom komen hier zoovele Amerikanen, Engelschen en menschen van andere nationaliteit? Omdat 't hier mooier is dan in hun eigen land? Neen, daarom niet, maar omdat 't hier anders is als in hun land. Die menschen uit ons land, die in ARTHUR GRIFFITH. (25 De commandant, een zeeman met ver weerd gezicht, kon, als hij in zijn humeur was, zeer goedmoedig en opgeruimd zijn, maar zijn rood, met witte bakkebaarden omlijst gelaat, kon ook grimmig en afstootend uitzien, als een seinvuur in den mist, en dat was juist op dit oogenblik het geval. „Je zijt dus de man, die zich Hardcastle noemt, en je hebt de scheepsreglementen daardoor verkracht, dat je gebruik hebt ge maakt van de iwimte, die uitsluitend voor eerste klasse reizigers bestemd is. Ik zelf heb je daar gezien." „Dat zal ik niet tegenspreken. „Welke straf staat daarop wel? Toch niet anders, zou ik denken, dan eerste klasse passage geld betalen? Als dat zoo is, administrateur, geef me dan een kwitantie voor deze twee banknoten van vijf pond mijn tweede klasse kooi wil ik er echter niet voor ver wisselen." De administrateur, een klein, mager heertje, met een langen baard, streek het geld op, maar zag den gezagvoerder twijfel achtig aan. „Zachtjes, zachtjes aan, mijn jongen," zei deze, „zoó vlot loopt de schuit niet van stapel. De overtreding van de reglementen is wel het minste. Er heeft een diefstal aan boord plaats gehad, ik heb er dezen morgen rapport van ontvangen, en en en „U verdenkt my daarvan?" De commandant knikte. „Op grond van wat, als ik vragen mag? Ik heb daartoe toch wel het recht, zou ik meenen?" „Jawel, maar ik zal je daarop geen ant woord geven. Ik ben commandant van dezen stoomer „Wat u na deze reis, geloof ik, niet lang meer zijn zult, als u denkt, een dergelijke aangelegenheid zoo van uit de hoogte uwer grootwaardigheid te behandelen en een pas sagier, op een door niets te verontschuldigen wijze, van diefstal te betichten, zondereen reden daarvoor te willen aangeven." „Dit schot trof doel. In zijn woedende oogen bespeurde ik een oogenblik een weife lende uitdrukking en zijn optreden miste vastheid. „Ik ben mijn superieuren, niet u, ver antwoording schuldig „En met uw welnemen, aan het Engelsch publiek waartoe ik ook behoor zoo mede aan het Engelsch gouvernement, dat ik hier vertegenwoordig, commandant Sher borne. Daar zakte zijn onderkaak, en hij zag den administrateur, die zich voorover boog en hem iets in het oor fluisterde, hulpeloos aan. Het ingefluisterde scheen echter zijn toorn nog meer aan te wakkeren en hem in zijn voornemen, om zijn prestige te laten gelden, nog meer te stijven. „Voor den 1" schreeuwde hij, met de gebalde vuist op de tafel slaande, „ik zal me toch door een omzwervenden lum mel, die me met zijn vervloekte leugens hier aan boord komt, en wel op mijn eigen schip, niet door een kluitje in het riet laten sturen of overbluffenDe Britsche regeering kan zich ophangen aan den bazaanmast! Wat kan me hier, midden in den Atlan- tischen Oceaan, waar ik zestig vaam blauw andere landen genot en ontspanning zoeken, zullen de mooie plekjes in ods land wel kennen en daarom gaan ze nu naar den vreemde. Maar de meer gewone menschen, die een reis ook eens zouden willen doen om eens iets anders dan het gewone te zien, kennen ook zij Neerlands schoonste plekjes? Ken nen ze de Yeluwsche bosschen, de Friesche meren, de Zuid-Limburgsche heuvelen? Nederland is wel klein, maar toch v»lt er nog te genieten voor hen. {Buitenland. Carouy, de gevangen genomen auto bandiet, wordt in zijn cel ter dege be waakt, omdat men vreest, dat hij na de mislukte poging om door vergif een eind aan zijn leven te maken, nogmaals zal trachten zich te verdoen. Twee be wakers zijn voortdurend bij den aange houdene, die nog zeer veel hinder ondervindt van het gif, dat liij inge nomen. Aan de stemming van Carouy doet het echter geen afbreuk. Hij blijft steeds even brutaal-vroolijk. In het kabinet van Bertillon is Carouy met groote zorg gemeten en gefotogra feerd en volgens de Temps is daar een heel belangrijk ding bij uitgekomen. Ü6 vingerafdrukken van den bandiet zijn n.l. precies dezelfde als die, welke er gevonden zijn op de opengebroken les senaar van den 71 jaar ouden rentenier Moreau, die, met zijn bejaarde dienst bode, op 3 Januari te Thiais, bij Choisy- le-Roi, vermoord is. Carouy is voorts gekiekt met een karabijn in de hand en in kleeren, zooals de man droeg, die bij den te Chantilly gepleegden aanslag met een karabijn de op de schoten te hoop ge- loopen menigte in bedwang wist te houden, terwijl zijn medeplichtigen in het kantoor van de Société générale hun moordenaarswerk deden. Wei-ge humeurd onderwierp Carouy zich aan alles wat er van hem gevergd werd. De Parijsche politie heeft Zondag ochtend weer 'een van de boeven van de bende Bonnot-Garnier gepakt. De man heet Raymond Callemin, bijge naamd: la Science. Sedert een paar dagen wist de veiligheidsdienst, dat Raymond herhaaldelijk een bepaalde wijk van Parijs bezocht en weldra had de politie uitgevonden^ dat het huis waar hij heen ging in de La-Tour-d' i Auvergne-straat gelegen was, en wel vlak naast een politie-bureau. Zondag ochtend hebben politieagenten Raymond gepakt, toen hij op het punt stond met een vriend een fietstochtje te gaan doen. Hij had 5600 frank aan geld en twee revolvers bij zich en in een op zijn fiets gebonden jas zat nog een derde revolver verborgen. De man, die aan Raymond huisvesting verleende en twee vrouwen zijn eveneens aangehouden. De politie heeft bij die gelegenheid een volledige inbrekers-uitrusting ingepikt. Raymond is pas twee-en-twintig jaar oud en heel klein voor zijn leeftijd. Hij ziet er nog uit als een kind en gedraagt zich in zijn hechtenis hoogst brutaal. Hij moet bij de aanslagen in de Orde- nerstraat, bij Montgéron en Chantilly een rol gespeeld hebben. Aan de „Temps" wordt uit Bombay geschreven: Er heerscht op het oogen blik in Voor-Indië een groot gebrek aan levensmiddelen. Voor de lastdieren is er geen voedsel meer en zij sterven niet alleen van honger, maar ook van dorst, daar een droogte zonder prece dent in de Indische geschiedenis het water in alle bronnen en putten heeft doen verdampen Men verwacht een al- gemeene hongersnood die weldra zijn gevolgen zal doen gevoelen. De regee ring heeft 500.000 roepies uitgegeven en ook van particuliere zijde wordt zoo veel mogelijk hulp verstrekt. Maar deze maatregelen voorzien geenszins in den dreigenden nood. In een enkel district zijn 300.000 stuks vee aangetast. Een diefstal van wapenen heeft zich weer eens voorgedaan te Nizza, waar verscheidene inbrekers in een wapen handel zijn binnengedrongen en 50 re volvers eu 6 geweren benevens een aan zienlijke hoeveelheid patronen gestolen hebben. Over de overstrooming in het Mis- sissippi-gebied worden de volgende bij zonderheden gemeld: 50,000 vierkante mijlen land staan onder water en de overstrooming breidt zich nog steeds uit; 17,000 menschen zijn dakloos, en duizenden huizen zijn verwoest of over stroomd. Velen vinden onderdak in kerken en openbare gebouwen. De stad Kaïro staat geheel onder water, door dat twee dijken, die haar beschermden, bezweken zijn. De gasleiding is vernield en alle fa brieken in den omtrek staan stil. De bevolking stroomt tezamen, om de ar beiders, die hulpdijken aanleggen, bij te staan. Dergelijke rampen worden uit ver schillende steden in dit gebied gemeld. In Memphis staat het water 3 meter hoog. Men heeft reeds kunnen vast stellen, dat 25 personen omgekomen zijn. Nog steeds dreigt het water met nog ernstiger verwoestingen. In het Japansche Huis van Afgevaar- water onder de kiel heb, jou persoon schelen 1 En dan ben jij het toch alleen, die me zoo'n rad voor de oogen wil draaien met publieke opinie en Engelsch gouvernement! Wie garandeert me, dat er een steek van aan is Je hebt bekend, dat je onder een valsche vlag vaart. Hoe heet je dan eigenlijk?" Een oogenblik geleden was ik besloten, hem alles te zeggen, maar een man, die zich zoozeer door drift liet vervoeren, kon ik niet vertrouwen. „Dat zult u te zijner tijd te we'en komen. Intusschen stel ik u verantwoordelijk „Wat wil je zeggen? Je bent gevaarlijker dan een haai, zooals je daar om het kom pas heen laveert. Antwoord me op één vraag. Heb jij de papieren gestolen of niet?" „Welke papieren? Wiens papieren?" „Van den hertog van Buano Mano. Men heeft je in de nabijheid gezien van diens hut." „Dat is een leugen. Nooit ben ik in die buurt geweest en ik weet niet eens wdAr dat heer uithangt. Maar wat de papieren aangaat nu ja, die heb ik hier," zei ik. de hand op mijn borstzak leggend, „en ik denk ze te houden ook." De commandant sprong van woede yan zijn stoel op. „Je komt me voor stapelgek te zijn, een krankzinnige ruziemaker anders niet. ik zal je onder in het ruim in boeien laten slaan. Geef op die stukken terstond, of Dreigend was hij opgestaan. „Terug, commandant! Raak die papieren niet aan! Geen sterveling mag ze zien. Ze zijn het eigendom van het Britsch gouver nement!" „Hoe zijn ze dan in handen van den hertog gekomen?" „Die heeft ze onrechtmatig zich toege ëigend en zal zich daarvoor, zooals voor veel andere zaken, te verantwoorden hebben, hij en zijn medeplichtigen." „Met inbegrip van den jongen millionair, kapitein Wood, die door dezen diefstal, jouw diefstal, bizonder getroffen is," vulde de commandant aan. Nu kon ik het niet langer uithouden. „Die is volstrekt niet kapitein Wood. Dat is een bedrieger. Kapitein Wood, de erf genaam van Mr. Mc Faught, ben ik." Bij deze onthulling barstte de comman dant in een brullend gelach uit, waarin de administrateur van harte mee instemde. „Bij al wat heilig is, dat loopt de spui gaten uit! Stuurman!" schreeuwde de commandant, „haal toch een paar man met een eind touw en breng dien snaak in het onderruim. We mogen hem niet los over het dek laten loopen. Maar neem hem eerst de papieren af. Ze steken in zijn binnen- borstzak. Voordat ze de handen aan me konden slaan, deed ik een stap naar het openstaande raam en wierp met een snelle beweging het pakket in zee. „Jou schurkIk zal de boot laten stoppen, een sloep strijken. Loop gauw naar de brug, stuurman „De stukken zijn zoo zwaar, dat ze lang, voordat u op een mijl afstands bij de plaats is, gezonken zijn, commandant Sherborne, en nu kunt u doen wat u goeddunkt, mijn geweten is gerust." „Ik zal je confronteeren met den eigenaar van de stukken." „Diens eigendom zijn ze nooit geweest en ze zullen van nu af niemand toebehooren. Maar nog eens waarschuw ik, commandant. Wees voorzichtig. Als u ons beiden confron teert, gebeurt er een ongeluk." „O neen, ik zal je eerst in boeien laten slaan, en wel zoo, dat je geen vinger zult kunnen verroeren, jongetje." digden heeft een dor leden een wets ontwerp ingediend, strekkende om aan ter dood veroordeelde misdadigers het recht te geven zich, desverlangd, zelf van kant te maken door toepassing van harakiri. Het is niet waarschijnlijk, dat dit ontwerp zal worden goedgekeurd. De bedoeling van den voorsteller is, het voorrecht, enkel toe te staan aan ter dood veroordeelde aristocraten en re- geeringsambtenaren. Voor minder def tige veroordeelden zou er geen gelegen heid mogen worden gegeven, aan den beul te ontkomen. In de Aprilaflevering van Petermanna Mittellungen wordt een en ander mee gedeeld uit het verslag van de Itali- aansche parlementaire commissie, belast met het onderzoek van den economi- schen en socialen toestand van Zuid- Italië en Sicilië. Overal waar de commissie kwam zag zij bittere armoede. Vuile, nauwe, vaak vervallen huizen zonder lucht en licht, voor woningen van menschen geheel ongeschikt. Onvoldoende en ongezonde voeding; slechte en vuile kleeding. Gemiddeld verdient in Campanië de landarbeider 380 tot 400 lire per jaar, vaak nog minder, in Calabrië komt hij zelden hooger dan 500 lire, in Abruzzen moet hij zich met 50 centesimi per dag tevreden stellen. (1 Lire 48 cent.) Het land is van nature niet arm, maar het behoeft bebossching, kunstmatige bevloeiing, reguleering van de rivieren en den aanleg van spoor- en andere wegen. Daar de regeering tot nog toe in die richting bitter weinig gedaan heeft is het geen wonder dat vele streken achteruitgaan. In het gewest Cozenca hebben in 1903 niet minder dan 156 overstroomingen gewoed, die een schade van een half miljoen lire hebben aan gericht en verschillende plaatsen, bijv. Terrati, geheel hebben vernield. Andere streken gaan te gronde door gebrek aan kunstmatige bevloeiing. Ds commissie schat dat op den Tyrrheen- schen kant van de Apenijnen niet min der dan 149.000 hectaren door bevloei ing vruchtbaar zouden kunnen worden gemaakt, in Calabrië 43.400. Deze toestanden maken het begrijpe lijk, dat de bevolking van die streken als in een paniek naar Amerika trekt. „Beter in Amerika te sterven, dan in Italië te leven" is de. leus. Hoe fraai past aan de regeering van zulk een land de rol, beschaving te brengen in het wilde Afrika. Volgens telegrafische mededeeling van het Duitsche postkantoor te Jaffa zijn op 30 Maart de tusschen Jaffa en Jeru salem rijdende postrijtuigen van de „De zaak is juist omgekeerd, commandant. Mij zal te kort worden gedaan, en ik zeg u wat er ook gebeuren moge, u zult er voor verantwoordelijk gesteld worden. Ik doe een beroep op uw bescherming, en weigert u die, dan is het voor uw risico." De commandant zag er een weinig beteu terd uit. Al wilde ik hem ook altijd nog voorkomen als een krankzinnige, hij scheen, tengevolge mijner kalme en met overleg uitgebrachte argumenten, niet meer zoo ge heel zeker van zijn zaak te zijn. „Ik weet niet, wat ik zeggen of doen moet. Wat raadt u me, Mr. Hawk?" vroeg hij den administrateur. „Hij beweert, dat hij kapitein Wood is, terwijl we op grond van de passagierslijst dit voor een leugen moeten houden," ant woordde Mr. Hawk, thans met den wijs vinger mijn aangenomen naam op een ge drukt stuk papier aanwijzend„als h'j echter toch kapitein Wood is, dan moet de andere een zwendelaar zijn. Vraag hem toch eens, of hij zijn indentiteit ka-n bewijzen. Kan hij zich missch en beroepen op iemand aan boord, die zijn onmogelijke bewering be vestigt „Daar zeg je wat, Hawk, dat is een goed idee. Wat zeg je daarvan, mijn jongen?" wendde de commandant zich tot mij. „Zou je dat kunnen?" „Zoo gemakkelijk zou ik dat kunnen, als dat ik weet dat u commandant Sherborne van de „Chattahoochee" is, maar het past me niet. Er zijn wel dames aan boord Eerste Klasse passagieressen die het kun nen beëedigen, maar ik wil ze liever niet in deze zaak betrekken, want een van haar is mijn verloofde." naar (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1912 | | pagina 1