Hel Land van Heusden en iltena, de Langstraat en de ttommelerwaard. Teruggeroepen. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3151. W oensdag Hei. 1912. In de Meimaand. FEUILLETON^ UND VAN ALTEN/' VOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7x/j ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. De Meimaand heeft een bijzonder voorrecht, dat ook het deel is van som mige menschen: ze staat namelijk in een bijzonder goed blaadje en kan al eens een potje breken. Nu, dat gebeurt vaak genoeg. Om een wezenlijke bloei maand te beleven behoeft men ten minste niet in onze noordelijke streken te zijn. We praten altijd over een groene Mei dat wil dan zeggen een groenen 1 Meidag, en zien dien nooit, om de een voudige reden dat vele onzer grootere boomsoorten vrij wat meer warmte noo- dig hebben om uit te loopen, dan het begin van een Hollandsche lente ze geven kan. Nu is dat alles zeker niet zoo heel erg. Vrij wat erger is het, dat we al de reinheid en frischheid, die de ijverige bemoeiingen van zekere helft van het menschdom gewoonlijk in deze dagen verschaft, zoo vaak met een ver koudheid of nog erger moeten bekoopen en alle partijen zich gelukkig mogen rekenen wanneer de omstandigheden ze niet noodzaken om ten slotte weer tot een of ander verwarmingsmiddel de toevlucht te nemen. Maar, zooals gezegd, bij dat alles blijft Mei in een goed blaadje staan, daar wij weten dat de hoop ten slotte toch vervuld wordt en we de stereotype uitdrukking van de voorvaderen, mis schien ook nog wel van de bedendaag- sche oudjes, dat we den noordenwind pas met den langsten dag vaarwel zeg gen, naar het rijk der legenden hebben verwezen. In Mei wordt vooral de hoop ver vuld van menig jong paar, dat al eenigen tyd gedacht heeft over het op zetten van een eigen huishoudentje; want in menigen stand der maatschap pij is Mei daarvoor de meest geschikte tijd. We hopen, met de vervulling dier hoop, thans ook weer menig paar te kunnen geluk wenschen. Van alle ver houdingen tusschen menschen van ver schillend geslacht, blijft het huwelijk altijd de beste; omdat zij direct op de natuur gegrond is en het meest aan menschelijke behoeften voldoet. Daarom verhoogt het huwelijk het geluk van zoovelen ten minste, als het zich op de ware beginselen grondt; indien er met ernstige voorbereiding naar gestreefd is en vooral wanneer aanstaande echt- genooten, wien men overigens wel eens een kleine dwaasheid vergeven kan, maar niet in de dwaze meening ver- keeren, dat ze nu in een volmaakten toestand zullen geraken, een hemel op aarde zullen vinden. Het geheele leven leert ons dat, die te groote verwachting van de dingen heeft, slechts teleurstel- I ling oogst en hoe zou het ook anders kunnen zijn? Hoe zou het anders kun nen wezen in het huwelijk, daar de menschen toch menschen blijven, met alle gebreken en onvolkomenheden den mensch eigen. Daarom zullen alleen zij gelukkig in het huwelijk wezen, die geen volmaakte toestanden nastreven, maar alleen verlangen hun leven de ware wijding, de juiste richting te geven. Ook dan zullen nog steeds een einde loos geduld, een schat van gezond ver stand, een goede hoeveelheid waarach tige liefde noodig zijn om elkander te leeren kennen, te begrijpen, te waar- deeren, maar desnoods ook te ver- schoonen en te vergeven. En dat hin dert ook niets, waar dat immers aan beide zijden noodzakelijk is. Een prettige tijd dan die Meimaand Men moet natuurlijk beginnen meteen woning te zoeken met moetz'n meubels en zjjn stoffeering kiezen; men moet het inrichten naar eigen en naar elk anders smaak, en dan doet men dat gewoonlijk met de gedachte, die nu juist niet altijd met de werkelijkheid overeenstemt, om maar heel lang in dat aardige, mooie nestje te kunnen blijven. Toch is die zaak zeer ernstig en het zal ons wel zijn, wanneer wij dien ernst beseffen. Onbekendheid met vele dingen, die men toch noodzakelijk be hoort te weten, heeft in vroeger tijd de gezondheid en waarschijnlijk ook wel het leven van velen geëischt. Te recht wordt tegenwoordig van elk eeuigs- zins beschaafd mensch geëischt, dat hij niet volkomen onbekend zij met de wetten der gezondheidsleer en wanneer man en vrouw zich tot een duurzame levensgemeenschap vereenigen, dan doen zij dat niet steeds alleen voor zich zelf, maar hoogstwaarschijnlijk ook voor een volgend geslacht, voor welks lichamelijken toestand ze wel degelijk verantwoordelijk zijn. Veel lucht en licht zijn nu eenmaal voor onze woningen onmisbaar, wij en onze woningen zijn in dit opzicht één. Men brenge toch niet den voornaamsten tijd van zijn leven in een somber, vochtig vertrek door, maar bewone zooveel mogelijk een kamer aan de zon zijde, waar het zonnetje niet buiten gesloten wordt. HUGH CONWAY. 6) Ik herdacht alles, wat gebeurd was, sinds ik uit huis was gegaan. Eerst de wandeling, mijn dronken gids, de zang, die ik gehoord had, en daarna die vreeselijke, aandoenlijke klanken. Alles lag duidelijk voor mij tot aan het oogenblik dat mij het verdoovings- middel toe werd gediend, daarna was in mijn geest een groote leegte. Door het verhaal van Priscilla werd het mij duidelijk, dat ik vele mijlen ver weg gebracht en ergens neergelegd was, waar ik door de politie was gevonden. Ik zag door dit listige plan heen. Ze hadden mij, bewusteloos, ergens neergelegd, ver van de plaats der misdaad, waar ik bij tegenwoordig was geweest. Hoe verward en onwaarschijnlijk zou mijn ver haal lijken, zou iemand het willen gelooven Daarop herinnerde ik mij den schrik, dien ik ondervond, toen ik, over dien gevallen man liggend, wat over mijn hand voelde stroomen. Ik riep Priscilla, „kijk eens" zei ik, haar mijn rechterhand voorhoudend, is ze schoon was ze schoon, toen je mij vondt?" „Schoon nee, mijnheer Gilbert 1" „Wat was er dan aan?" vroeg ik in spanning. „Heelemaal vol modder, juist of u in de goot gelegen had. Het eerste wat ik deed, toen ik u thuis had, was om uw armen, handen en gezicht te wasschen. Ik hoopte, dat het u bij zou brengen." „Maar mijn jasmouw, mija hemdsmouw, mijn rechterboord zie, of daar niets op is." Priscilla lachte. „U hadt geen rechter mouw meer over. Ze waren afgesneden of gescheurd bij de elleboog af. Uw arm was bloot." Elk spoor, dat met de omstandigheden klopte, en mijn verhaal zou kunnen be vestigen, verdween. Er zou dus niets zijn om op te steunen, behalve de verzekering van een blinde man, die heimelijk zijn huis verliet in 't holle van den nacht, en verscheiden uur later mijlen ver weg was, gevonden werd in zulk een toestand, dat de bewakers der publieke zeden, genood zaakt waren zorg voor hem te dragen. Toch kon ik het stilzwijgen niet bewaren met de wetenschap van zulk een misdaad op mijn gemoed. Den volgenden dag, toen ik geheel bekomen was van de gevolgen, die het verdoovingsmiddel op mij gehad had, zond ik, na alles wel overwogen te hebben, om mijn procureur. Hij was een vertrouwd vriend, en ik had besloten mij naar zijn raad te voegen; maar ik begreep al heel gauw, dat het onmogelijk was hem te overtuigen. Hij luisterde aandachtig, zei af en toe eens „zoo, zool" „Heb ik van mijn leven!" Vreeselijk!" en meer van die gebruikelijke uitroepen van verwonde ring, maar ik begreep, dat hij mij mijn zin wou geven, doch verder de heele zaak als een soort zelfmisleiding beschouwde. Ik twijfel niet, of Priscilla had met hem ge sproken en alles verteld, wat zij wist. Zijn ongeloovigheid hinderde mij, en daarom zei ik, ietwat geprikkeld, dat ik over deze zaak mijn mond maar zou houden. We kunnen ons best voorstellen dat een jonge huisvrouw graag iets bezit, wat de ouden een pronk- of mooie kamer noemden, en tegenwoordig een voorkamer of salonnetje heet. Men zet daar zijn beste meubelen veilig neer en heeft nu en dan nog eens een aardig zitje; maar de jonge vrouw zou niet verstandig handelen, wanneer ze de wezenlijke beste kamer van het huis voor dat doel bestemde. Het beste moet blijven om dagelijks te wonen en te slapen, met een keuken aan de meer koude en frissche zijde van het huis. Merkwaardige en zeer goede op merkingen vindt men over die dingen in vele tijdschriften, zooals „Moleschot" en „Huishoudgids" maar zij komen nog Diet zoo in ieders handen; maar zij geven herhaaldelijk den raad in het huwelijksleven mee, aan de vrouw voor al, om toch bij alles wat ze zich voor haar gezin of aanstaand gezin aanschaft en bij alles wat ze ten behoeve daar van verricht, er aan te dénken dat de gezondheidsleer aan al die dingen hare eischen stelt, en dat zij de regelen daar van niet mag verwaarloozen, vooral niet om slechts het oog geopend te houden voor schoonheid, gemak en doel matigheid. Een vrouw vooral, die hare roeping begrijpt, zal steeds haar best doen om van al die onderwerpen de noodzake lijkste kennis op te doen: wooing, meubileering, keuken en kookgereed- schap, verlichting en verwarming, klee ding en linnengoed, en zooveel meer nog, het zijn alle onderwerpen, die steeds veel de aandacht getrokken heb ben, maar voorheen zelden in de ware richting; en toch zijn het onderwerpen die met het menschelijk levensgeluk, dat nu eenmaal ook van stoffelijken aard is, het allernauwste samenhangen. De studie, de kennis van al die on derwerpen, is direct gericht op onze gezondheid, maar zonder gezondheid, zonder lust tot en geschiktheid voor den arbeid, waardoor wij in staat ge steld worden om al onze plichten in de maatschappij naar eisch te vervullen, is geen geluk denkbaar, en, welke wenschen zullen wij in de lieve Mei maand, staande bij het ranke huwe lijksbootje, aan de bigde inzittenden beter kunnen mee geven dan deze; veel geluk en zegenveel gezondheid en voorspoed bovenal. Buitenland. „Zeker, dat zou ik doen, als ik u was," zeide hij. „Gelooft u me dan niet?" „Ik geloof, dat u zegt, wat U denkt dat waarheid is; maar als u geslaapwandeld hebt, is dit alles gedroomd." Daar ik te wrevelig was om met hem te redetwisten, zei ik er niets meer over. Later beproefde ik het met een vriend, en was het resultaat ongeveer gelijk. En als degenen, die mij van kind afaan gekend hadden, mij niet wilden gelooven, hoe kon ik dan verwachten, dat vreemden het wel zouden doen? Alles wat ik te vertellen had was zoo vaag en zonder eenig bewijs. Ik kon zelfs niet met zekerheid de plek vast stellen, waar de moord begaan was. Ik had er mij van verzekerd, dat geen huis in de Walpolestreet door een soortgelijke Bleu tel als de mijne geopend kon worden en in de heele buurt was geen andere straat van dien naam. Mijn vriend, die zoo onvast op zijn voeten stond, moest mij verkeerd be- 1 grepen en naar een andere rij huizen geleid hebben. Soms dacht ik erover, een advertentie te zetten, waarin ik hem opriep om zich met mij in verbinding te stellen, maar ik kon geen woord samenstellen, dat verstaanbaar j voor hem zijn zou, zonder de verdenking op te wekken van hen, die in de misdaad betrokken waren. Zelfs nu, als zij mijn waren naam en verblijf ontdekt mochten hebben, zou er iemand op de loer kunnen liggen of ik soms een of ander beginnen zou. Ik was ééne keer gespaard, maar een tweede keer zou mij geen genade worden betoond. Waarom zou ik dan mijn leven in de waag schaal stellen door dingen openbaar te ma- ken, die niemand zou gelooven beschul- [digingen t« uiten tegen menschen, die ik Be auto-bandieten. De anarchist Monnier, die bij de zaak der auto bandieten betrokken is en on der den valschen naam Simentof leefde, is door den rechter van instructie Gil bert aan een lang verhoor onderworpen. Op de vraag, waarom hij een Russischen naam had aangenomen, antwoordde Monnier, dat hij op straat, in het stad huiskwartier, waar veel Russische Joden wonen, een paspoort had gevonden op den naam Simentof, en omdat hij deser teur was, had hij van dit papier ge bruik gemaakt, om zich aan de na speuringen van de politie te onttrekken. Vervolgens werd Monnier geconfron teerd met een vrouw, die beweert oog getuige geweest te zijn van den moord aanslag, dien de auto-bandieten bij Mont- géron op een chauffeur hebben gepleegd. De vrouw verklaarde, dat ze in Monnier een van de misdadigers herkende. Mon nier riep opgewonden- uit, dat de vrouw nazei, wat men haar had ingeblazen. Het was een complot van de politie om de anarchisten te onderdrukken. Men zal zich herinneren, dat bij het onderzoek van den rechter van instruc tie de vorige week een juffrouw uit Nancy, die als getuige gehoord werd, verklaringen heeft afgelegd, die voor Dieudonné, een van de gepakte boeven der beruchte bende, zeer bezwarend zijn. Uit die verklaringen bleek toch, dat Dieudonné, op den dag van den aan slag in de Ordenerstraat te Parijs, niet, zooals hij voorgegeven had, te Nancy vertoefde, maar wel degelijk te Parijs. Tevens leidde het onderzoek tot aan houding van een echtpaar uit Nancy, Reinert geheeten, dat met Dieudonné in. nauwe betrekking stond. Wie heeft Reinert en zijn vrouw aan de politie verklapt?. Het volgende bericht uit Nancy geeft er antwoord op: Zaterdagmiddag tegen halfvier was Charles Planchet, timmerman, te Neu- ves-Maisons, bezig met zijn werk toen een man bij hem binnenkwam, die, zonder een woord te spreken, eenige revolschoten op hem loste en hem doodde. De moordenaar was voor iemand er aan gedacht had een vinger uit te steken om hem te pakken, in de rich ting van het bosch van Fraimbois ver dwenen. De werklieden, met wie Plan chet bezig was geweest, hadden intus- schen den moordenaar herkend. Hij staat bekend onder den naam van Bill, een jongen van 20 jaar, bekend anarchist uit Nancy. De werklieden zeiden al dadelijk, dat Bill zeker gekomen was om Reinert te wreken, die door Plan chet aan de politie verraden was. En nu is Bill weer onvindbaar. Tot Van- douvre heeft men zijn spoor kunnen in 't geheel niet kende? Wat kon ik voor goeds doen? De moordenaars zouden wel alle sporen van hun misdaad uitgewischt en hun aftocht gedekt hebben. Waarom zou ik mezelf dan belachelijk maken, door met een verhaal als het mijne aan te komen, waarvan ik de waarheid niet bewijzen kon. Neen laten de verschrikkingen van dien nacht als een droom zijn laten ze ver dwijnen en vergeten worden. Spoedig had ik trouwens iets andersom over te denken; iets, dat wel in staat was dergelijke onaangename herinneringen uit mijn geest te verdrijven. Mijn hoop was zekerheid geworden, de wetenschap had overwonnen. Men had m'j verteld dat ik weer ziende zou worden. Mijn genezing was echter een zaak van langen, vervelenden duur. Beide oogen werden geopereerd. Eerst het eene, en toen 't goede resulsaat-daarvan was gebleken, het andere. Het duurde maan den, vóór mij toe werd gestaan uit de duisternis te komen. Het licht werd mij spaarzaam en behoedzaam toebedeeld. Wat kon 't mij schelen, daar ik toch wist, dat het weer licht voor mij worden zou? Ik was erg geduldig en dankbaar. Ik volgde de voorschriften van mijnheer Jag letterlijk op, wel wetend, dat ik daar later voor be loond zou worden. Langzaam, heel langzaam, werd mijn ge zicht sterker, tot ik, na circa twee jaar, evengoed zien kon als de meeste mijner medemenschen. Toen begon ik opnieuw het leven te genieten. Ik kan niet zeggen, dat ik, gedurende deze twee jaar, waarin mijn genezing ver volmaakt werd, nooit meer aan dien vreeselijken nacht gedacht heb, maar ik deed geen verdere pogingen om het geheim te ontsluieren, of iemand te overtuigen, volgen. Daar stond een auto gereed, die hem, naar men vermoedt, verder gebracht heeft. Zondagavond zijn er 12 politiemannen met politiehonden naar Nancy vertrokken om er in de bos- schen rond de stad naar Bill te speuren. Bij de zuster van Reinert, die, zooals men weet, met zijn vrouw zich in hechtenis bevindt, is een barstochtelijke brief van Bill in beslag genomen, waarin de anar chist, na aan Reinert's zuster zijn liefde betuigd te hebben, zijn voornemen aan kondigt om Reinert en zijn vrouw te wreken. De Parijsche politie heeft bij de moeder van den in de zaak der auto-bandieten in hechtenis genomen mecanicien Dett- willer, die na den aanslag in de rue Ordener althans den daarbij gebruikten auto verborgen zou hebben, huiszoe king gedaan en deze vrouw, madame Diebold geheeten, in hechtenis genomen. Er werd een geldswaardig papier van de Crédit Foncier gevonden, dat af komstig moet zijn van een door Carouy gepleegden diefstal. Tengevolge van de staking en uit sluiting der metaalbewerkers te Frank fort a.d. Main, zullen er binnen enkele dagen 12,000 tot 14,000 arbeiders zon der werk zijn. Uit Berlijn wordt gemeld: De drogist Schamach, de hoofdbe- klaagde in het methyl-alcoholproces is wegens overtreding van de wet op de levensmiddelen en van de wet op den verkoop van vergiften, tot 5 jaar ge vangenisstraf en 2000 Mk. boete ver oordeeld. De beklaagden Zastrow en Meyer zijn wegens overtreding vau de wet op de levensmiddelen gepaard met bedrog tot 2 maanden en Dahle tot 6 weken gevangenisstraf veroordeeld. Re- domski werd vrijgesproken. De rechtbank was van oordeel, dat het volstrekt niet bewezen was, dat methyl alcohol een sterk vergif was, ook al waren eenige deskundigen van een an dere meening geweest. De rechtbank had ervan afgezien Scharmach wegens veroorzaking van dood door schuld te veroordeelen. Uit New-York wordt aan de Lokal Anzeiger geseind: De overstrooming in Louisiana breidt zich uit. Het water loopt over de waterkeering van New- Orleans en dreigt de stad te over- stroomen. De schade wordt reeds op 5 millioen dollar geschat. De bedreigde bevolking neemt de wijk. De 15 M. hooge Morgandijk, de hoogste in Ame rika, loopt ook gevaar. Het water staat tot aan den rand ervan. Het stadsbestuur dwingt iederen leeg- loopende neger, om mee te werken aan het versterken der dijken. De hoogste dat ik deze gebeurtenissen niet gedroomd had. Ik begroef de geschiedenis van mijn avontuur in 't hart en sprak er nooit meer over. Voor geval van nood, schreef ik alle bizonderheden op, en beproefde daarna elke herinnering aan wat ik gehoord had, uit mijn herinnering te bannen. Dat lukte vrijwel, één punt uitgezonderd. Ik kan nooit mijne gedachte lang afhouden van de herinnering aan die klagende vrouwe- stem, die deerniswaardige overgang der stem van zoete melodie tot vertwijfelende wanhoop. Die kreet kwelde mij in mijn droomen, wanneer ik droomde over die vreeselijke nacht die kreet klonk na in mijn ooren als ik ontwaakte, bevende, doch dankbaar dat het deze keer tenminste slechts een droom was geweeBt. III Het is lente de mooie lente in Noord- Italië. Mijn vriend Renyan en ik zwerven rond in de stad Turijn, een paar evenge- lukkige, luie kameraden als waar dan ook mag gevonden worden. We zijn hier een week geweest, dus lang genoeg om alles gezien te hebben, wat plicht gebied om te zien. Nadat wij een poos in ors hotel gerust hebben, drijft een of ander duister noodlot er ons toe om het plein over te steken en voor de twintigste maal staan wij tegen over de kerk San Giovanni. Ik blijf met mijn hoofd achterover staan en bewonder de architecturale schoonheden, waarop haar marmeren voorgevel kan bogen en terwijl ik die tracht uit te vinden, verbaas ik er mij over dat ik Kenyon zijn voornemen te kennen hoor geven om het gebouw bin nen te gaan. DOOR Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1912 | | pagina 1