Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bammelerwaard.
mezivG,
Teruggeroepen,
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3155. Woensdag 22 Mei.
1912.
FEUILLETON.
Oorlog tusschen Italië en Tnrkije.
t? lAND van alten/
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7V« ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Dit is geen geneeskundig artikelal
thans niet in de gewone beteekenis van
het woord. En toch, in zekeren zin ook
weer wel. Er zijn lichamelijke kwalen
en wonden; maar er zyn ook maat
schappelijke en onder de laatste gaan
wij al evenzeer gebukt als onder de
eerste; ja, dit geldt somtijds zelfs van
geheele groepen van menschen.
Op een dier maatschappelijke kwalen
wezen wij in ons vorig artikel en wij
voegden er aan toe, dat wij slechte
sociologen zouden wezen, als we de
wonde plekken in de samenleving wis
ten aan te wijzen, zonder een enkele
gedachte aan verbetering te kunnen
wijden.
Wat die verbetering betreft, namelijk
in de huidige wanverhouding tusschen
debet en credit in de maatschappy,
men zou er misschien van kunnen zeg
gen, wat zeker geneesheer ons eens
zeide van zijne zieken. Negen van de
tien, zeide hij, zouden herstellen door
de enkele werking der natuur; maar
dat willen de menschen niet; dat vol
doet hen niet en daar er tallooze ge
vallen zijn waarin de zoogenaamde lijder
het te gek vindt om naar een genees
kundige te gaan, neemt hij een kwak
zalversmiddel. De natuur brengt de zaak
weer terecht; maar natuurlijk heeft
deze het niet gedaan en krijgt het lap
middel de eer.
Eenigszins op dezelfde wijze gaat
het met onze maatschappelijke kwalen.
Men ziet en voelt ze heel goedmen
ziet wel dat de zaken ontwricht zijn,
dat de toestand ongezond is, dat er
allerlei kwade gewoonten in zwang
zijn gekomen en men meent dat er
iets aan gedaan moet worden, en in
plaats van dan de natuür te laten
werken, haalt men er van alles en nog
wat bij, wat er niets mee te maken
heeft; wat de zaken hoogstens voor
het oog een beetje kan opmonteren,
maar aan het wezen der dingen niets
veranderd.
We hebben reeds opgemerkt dat de
wereldgeschiedenis ons op meer dan
een plaats verhaalt van groote finan-
ciëele wanverhoudingen, en dan ligt de
vraag voor de hand, hoe men toen
weer den wagen in bet spoor gekregen
heeft. Ja, dat is niet steeds op dezelfde
wijze gegaan. Soms volgde iets wat wij
een maatschappelijk faillissement zouden
kunnen noemenwaarbij tal van slacht-
HUGH CONWAY.
(10
Zoodra de oude dienstbode, vriendin, of
wat zij mocht, beter werd, hoorde ik een
nieuwtje dat mij verraste. Mijn huisjuffrouw
vroeg mij of ik haar kamers niet aan een
of anderen vriend kon aanbevelen net
zoo iemand als ik zelf, was zij zoo vriendelijk
te zeggen want Miss Marsch ging heen
en zij wilde liever een heer in haar plaats
hebben.
Ik gevoelde heel zeker dat dit een ma
noeuvre was van die oude Teresa. Zij had
mij giftige blikken toegeworpen als wij
elkaar op de trappen ontmoetten; had
stuursch geantwoord als ik haar vroeg of
zij weer geheel hersteld was van de gevolgen
van haar ongeval in één woord, ik wist
dat zij mij vijandig gezind was; dat zij
mijn gevoelens jegens Pauline ontdekt had,
.en haar best deed om ons te scheiden. Ik
kon niet te weten komen, hoever haar macht
of invloed over het meisje giDg, maar ik
had reeds eenigen tijd opgehouden haar te
beschouwen als niets meer dan een dienst
bode. Het feit, dat mijn buren op het punt
stonden te vertrekken, deed mij inzien, dat,
wanneer ik mijn liefde voor Pauline tot een
goed einde wilde brengen, ik op de een of
andere manier rechtstreeks met dat onaan
gename oude mensch moest onderhandelen.
Dienzelfden avond, toen ik haar van de
offers vielen. Soms evenwel behield het
gezond verstand ten slotte de overhand,
liet men de natuur werken en kwam
ten slotte alles weer terecht.
Er zijn in het leven der volken dik
wijls van die verschijnselen, die ons
doen denken aan verklaarbare be-
keeringsgeschiedenissen en die inder
daad toch aan niets anders zijn toe te
schrijven dan daaraan, dat de menschen,
na allerlei treurige ervaringen, een an
deren kijk op de dingen kregen, andere
inzichten bekwamen en van gedragslijn
veranderden. Eén voorbeeld uit de laatste
jaren is voldoende om dit voldingend
te bewijzen. Wij allen weten hoe hoog
ook in ons land het gemiddeld gebruik
per hoofd der bevolking van alcohol
houdende dranken is geweest.
Daarna is een tijdperk van regel
matige jaarlijksche afneming gevolgd,
een tijdperk dat met zeer weinige uit
zonderingen nog steeds aanhoudt. Dat
tijdperk was aangebroken lang voor dat
de hooge belasting het verbruik begon
tegen te werken. Het moet veel meer
worden toegeschreven aan betere in
zichten omtrent en meer algemeene
kennis van de gezondheidsleer en van
andere dingen waarop de aandacht
vroeger minder gevestigd was en die
de oogen van zeer velen voor groote
en miskende waarheden hebben doen
opengaan. We kunnen gerust zijn; de
jenever heeft zijn voornaamste werking
gedaan. Wat is dit anders dan de wer
king van de natuur, van het nuchtere
verstand, dat altijd de overwinning
moet en zal behalen, als wij ons maar
gedragen zooals we werkelijk ons be-
hooren te gedragen, namelijk als men
schen
Zooals wij ons indertijd gebogen heb
ben voor de verleidingen voor den al
cohol, zooals we nog steeds voor vele
andere verleidingen bezwijken, zoo doen
we het ook voor de uitspattingen van
mode en fatsoen en hebben wij het een
voudige en min kostbare leven voor
heen prys gegeven voor een levens
wijze, die vaak, en stellig op den duur,
oDze financieën ondermijnt, het ons
moeilijk maakt om voortdurend het
hoofd boven water te houden, veel te
veel van onze krachten vordert en ons
toch niets tevredener, niets gelukkiger
maakt. Of is dat samengestelde, gejaag
de, onrustige leven onzer dagen, met
al zijn wisselvalligheden en onzekerheid
soms een gelukkig leven? Weinigen
die het zullen beweren. Vermoeit het
ons niet; benadeelt het niet zoowel ons
trappen hoorde komen, deed ik mijn deur
open en stond tegenover haar.
„Signora Teresa," zei ik overbeleefd,
„zoudt u zoo goed willen zijn even in mijn
kamer te komen? Ik zou u gaarne even
willen spreken."
Zij zag mij snel en achterdochtig aan,
maar gaf toch aan mijn verzoek gehoor.
Ik sloot de deur en bood haar een stoel aan.
„Is uw arme knie weer geheel genezen
vroeg ik op medelijdenden toon in het
Italiaansch.
„Geheel genezen, mijnheer," antwoord
de zij.
„Wilt u een glas zoeten wijn? Ik heb
goeden."
In weerwil van haar onvriendelijke ge
voelens, maakte Teresa geen tegenwerping;
ik vulde haar glas en wachtte tot zij ervan
geproefd had.
„Maakt miss March het goed? Ik heb
haar vandaag nog niet gezien."
„Zij maakt het goed."
„Ik wilde juist met u over haar spreken
dat hebt u zeker reeds geraden?"
„Ik vermoedde het 1" zei Teresa en wierp
mij een gemelijken, wantrouwigen blik toe.
„Ja," ging ik voort, „uwe waakzame,
trouwe oogen hebben reeds bespeurd wat
ik niet verborgen wensch te houden. Ik
bemin signorina Pauline."
„Zij kan niet bemind worden," zei Teresa
brommig.
„Zulk een schoone vrouw moet wel be
mind worden. Ik bemin haar en wil met
haar trouwen."
„Zij kan niet trouwen."
„Luister, Teresa. Ik zeg U, dat ik met
haar wil trouwen. Ik ben van goede afkomst
en rijk. Ik heb 50.000 lire inkomen.
Het bedrag van mijn inkomen miste het
verwachte gevolg niet. Toen haar oogen de
lichaam als onze geestelijke krachten?
We hebben dat alles evenmin ge
wild als we eenige tientallen van jaren
geleden op een gegeven oogenblik zijn
gaan drinken.
Volstrekt niet; de oorzaken zijn na
tuurlijk of hebben althans een samen
loop van natuurlijke oorzaken ten grond
slag; maar het was minder natuurlijk
dat wij aan de verleiding toegaven en
onze levenswijze gingen veranderen en
daarmede nog steeds doorgaan, evenmin
als het natuurlijk is, wanneer iemand
langen tijd voor 't vaderland weg leeft,
etende en drinkende, zich in niets ont
ziende, alle voorzichtigheid uit het oog
verliezende en ten slotte ziek wordt.
Alleen het laatste is natuurlyk. Och,
de genezing is zoo eenvoudig; maar
men moet ze willen.
We moeten terug. We moeten afstand
doen van al die verkeerde gewoonten.
We moeten weer eeu bedaarde, een
voudige, matige levenswijs aannemen
en wat rust gunnen aan lichaam en
ziel, na zulk een langdurig opgeschroefd
bestaan. We moeten onze behoeften
regelen en matigen of niet langer als
behoeften erkennen wat inderdaad geen
behoeften zijnmaar dan behoeven we
er ook niet aan te voldoen. De mode
behoeft niet zulke groote offers te eischen
en het ware fatsoen bestaat in het geheel
niet in uitwendige dingen. We gevoelen
er ons niet gelukkiger om, wanneer onze
kamers salons zijn geworden, onze huizen
kunstverzamelingen, onze maaltijden
dinerswanneer onze kinderen aan alles
meedoen en letterlijk alles moeten leeren,
nuttig of weelderig, zonder het in één
ding tot zekere hoogte te brengen;
kinderen die niet meer spelen; oude
mannetjes en vrouwtjes!
Ja vrienden, we weten het wel; dat
zijn waarheden zoo groot als een koe,
die ieder wel weet en kent en heusch
niet van vandaag of gister zijnmaar
't kan toch zijn nut hebben om er ons
zei ven nu en dan nog eens aan te her
inneren. Als we van die waarheden
dan maar telkens meer doordrongen
worden en er telkens even bij willen
bedenken, dat we toch immers menschen
zijn, dan zullen we er ook op dit ge
bied nog wel eens toe komen, om met
krachtige hand een verbetering aan te
pakken, die waarlijk niet vóór zijn tijd
zal komen.
Bulteiiiand.
De Eerste Kamer in Zweden heeft
met 86 tegen 58 stemmen het door de
mijne ontmoetten, stonden die even on
vriendelijk als ooit, maar haar blik drukte
tevens verbazing en toenemenden eerbied
uit en dit zeide me, dat ik haar zwakke
punt aanraakte haar inhaligheid.
„En vertel mij eens, waarom ik niet met
de Signorina zou trouwen? Vertel mij eens
waar haar verwanten zijn, dat ik die kan
opzoeken en haar ten huwelijk vragen."
Zij wilde mij niets zeggen over Pauline's
familie of vrienden. Zij bepaalde er zich
toe mij nog eens te verzekeren dat zij noch
beminnen, noch trouwen kon.
Ik had nog maar ééne kans verloren.
Teresa's inhalige blik, toen ik haar zeide
wat mijn inkomen was, had indruk op mij
gemaakt. Ik moest mij verlagen tot een
daad van omkooperijhet eind zou de
middelen rechtvaardigen.
Daar ik zoo vaak reisde, had ik de ge
woonte aangenomen om altoos een groote
som gelds bij mij te dragen. Ik haalde mijn
portefeuille voor den dag en telde honderd
pond sterling uit in nieuwe ritselende bank
noten. Teresa staarde er hongerig naar.
„Weet ge hoeveel deze banknoten waard
zijn?" zeide ik. Zij knikte en ik schoof een
paar biljetten naar haar toe. Haar rimpelige
hand scheen te trillen van verlangen om
ze te grijpen.
„Vertel mij waar Miss March' verwanten
wonen en neem deze twee biljetten; al de
andere zullen van u zijn op den dag van
ons trouwen."
De oude vrouw bleef een oogenblik zwij
gend zitten, maar ik zag dat de verleiding
haar aanviel. Ik hoorde haar mompelen:
„50.000 lirel 50.000 lire per jaar!" De be-
toovering werkte. Tes laatste stond zij op.
Zult u het geld aannemen? vroeg ik.
„Ik kan niet. Ik mag niet. Ik ben ge
bonden? Maar
regeering ingediende wetsontwerp tot
invoering van het parlementaire kies
recht van de vrouw verworpen. Daaren
tegen heeft de Tweede Kamer het met
140 tegen 66 stemmen aangenomen. Het
wetsontwerp is dus voor ditmaal ver
worpen.
Zaterdagavond heeft nabij Parijs een
ernstig spoorwegongeluk plaats gehad,
waarbij elf menschen gedood en veertig
gekwetst zijn.
Het ongeluk heeft zich op de volgende
wijze toegedragen:
Ongeveer om halftien is de boemel-
trein van Parijs naar Pontoise onder
het Marcadet-viaduct ingereden door een
trein uit Montsoult-Maglier. Men zegt
dat verkeerde wisselstaud de oorzaak
van het ongeluk is geweest. Er wordt
echter ook gesproken van een defect
aan den wissel, waardoor het overhalen
mislukt zou zijn en tevens van sabotage.
De schok tusschen de twee botsende
treinen schijnt verschrikkelijk geweest
te zijn. Drie wagons van den voor Pon
toise bestemden trein, die vanwege den
Zaterdagavond bijzonder vol was, zijn
verbrijzeld door de locomotief van den
trein, komende van Montsoult Maglier.
De machine reed recht op een derde
klaswagen in. Een eerste-klasse rijtuig
en twee derde-klas wagons zijn geheel
verbrijzeld. Vele gewonden zaten tus
schen de stukken der verbrijzelde wagens
dermate bekneld, dat men niet dan na
langdurigen arbeid er in slagen kon hen
te bevrijden. Drie der gewonden zijn
Zondagmiddag overleden. Indien zij niet
begrepen zijn in het ambtelijk opge
geven aantal van elf dooden, zouden
er dus nu reeds veertien menschen-
levens te betreuren zijn. En onder de
gewonden moeten er nog verschillenden
zijn, wier toestand hopeloos is. In een
der botsende treinen was een vroolijk
gezelschap bijeen, een bruidspartij, op
weg naar Enghien. Volgens het Journal
is de bruigom bij het ongeluk omge
komen, doordat hem het hoofd geheel
van de romp gescheiden werd. De bruid
was van dien afschuwelijken dood ge
tuige haar werden de twee beenen
verbrijzeld.
Eenigen tijd geleden was er in een
Californische stad een stakingsactie op
touw gezet. Het kwam toen den inwoners
der plaats ter oore, dat anarchisten uit
San Francisco en ook uit den naburigen
staat Nevada naar de stad op weg waren
om de stakingsbeweging te bevorderen.
Aan de grens van de gemeente werden
deze propagandisten opgewacht, mis
handeld en ten slotte verjaagd, liet
ging naar de couranten destijds ver
meldden bij deze ontmoeting hard
handig toe; de anarchisten werden ge
slagen, moesten het Amerikaansche
„Maar wat?"
„Ik zal schrijven. Ik zal wat u zegt aan
il dottore overbrengen."
„Waar woont die dokter? Ik kan hem
schrijven of hem bezoeken."
„Sprak ik van il dottore? Dat was een
vergissing. Neen, u moet niet schrijven. Ik
zaf het hem vragen en hij moet beslissen."
Met een verlangenden blik naar het geld
stond Teresa op om heen te gaan.
„U deedt beter die beide biljetten aan te
nemen," zei ik, en reikte ze haar over.
Zij stak ze in haar zak met koortsachtig
genot.
„Vertel me eens, Teresa" zei ik vleiend,
„vertel nu eens of ge denkt dat de Signorina
Pauline iets om mij geeft?"
„Wie weet?" antwoordde de oude vrouw
kortaf, „ik weet het niet maar ik zeg u
nogeens dat zij niet beminnen en niet trou
wen kan."
Niet beminnen en niet trouwen 1 Ik lachte
luid als ik dacht aan die vaak-herhaalde
verzekering van de oude vrouw. Als er op
de aarde één vrouw was, meer dan eenige
andere geschikt voor liefde en huwelijk,
dan was het mijn schoone Pauline 1 Ik vroeg
mij verbaasd af wat Teresa kon bedoelen;
toen mij herinnerd werd met welk een ijver
zij bad in de San Giovanni, maakte ik voor
mij zelf uit, dat zij als vurig Katholiek
wenschte dat Pauline den sluier aan zou
nemen. Dit zou haar geheele houding ver
klaren.
Nu ik Teresa had omgekocht, verheugde
ik mij in het vooruitzicht om Pauline's ge
zelschap te genieten zonder spionnage of
beletselen. Indien ik het meisje kon over
reden om eenige uren per dag in haar ge-
gezelschap door te brengen, behoefde ik geen
hinder meer te vreezen van Teresa. Zij had
mij u geschenk aangenomen en, hoewel ik
volkslied zingen, de Amerikaansche vlag
kussen en er voor knielen.
Nu heeft een andere anarchist, zekere
dr. Reitmann, die secretaris is van de
bekende anarchiste Emma Goldmann
(bekend, doordien zij door haar anar
chistische propaganda den moordenaar
van Mc Kinley, Czolgosz, tot zijn ge
vaarlijke denkbeelden had gebracht (een
boekje opengedaan over de wijze waarop
hij dezer dagen in San Diëgo (Califor-
nië) is bejegend.
Hij werd 's nachts van zijn bed gelicht
en uit zijn hotel gesleept. Men voerde
hem gevankelijk mede en bracht hem
50 K.M. de woestijn in. Daar werd hij
door veertien goedgekleede jongelui for
meel gemarteld. De beulen stootten hem
met hun vingers in zijn oogen, trokken
hem de haren uit en rukten hem de
kleeren van het lijf.
Van pijn kermend, smeekte Reitmann
zijn beulen, hem liever te dooden.
„Neen" luidde het antwoord „je
moet aan de wereld bekend maken hoe
wij hier in San Diëgo anarchisten ont
vangen." Nu volgde nog een uitgezochte
marteling; men brandde Reitmann met
gloeiende sigaarpunten „I.W.W."(Inter
national Workers of the World) op den
rug. Ten slotte werd hij met gloeiende
teer begoten en naakt met stokslagen
verder de woestijn ingejaagd.
Te Amesbury in Engeland is een
luitenant-vlieger, bij het dalen in het
publiek terechtgekomen. Een man werd
gedood en verscheiden gewond.
Over een gevecht, dat in den nacht
van Donderdag op Vrijdag op Rhodos
heeft plaats gehad, is thans een officieel
Turksch bericht verschenen. De Turk-
sche troepen werden volgens dat bericht
door de overmacht der Italianen, die
van verschillende zijden aanrukten, vol
komen overweldigd. Bij een poging tot
terugtrekken raakten de Turken in het
vuur van de Italiaausche oorlogsschepen,
dat zij uren lang uithielden. Meer dan
een vierde gedeelte van het Turksche
garnizoen vond bij dit bombardement
den dood. De Turken vuurden onop
houdelijk op de Italianen, die ongeveer
300 dooden en gewonden hadden.
Volgens de Messagero zijn er 2300
Turksche soldaten met 4 batterijen in
handen der Italianen gevallen.
Uit nadere berichten over de capitu
latie van het Turksche garnizoen op
Rhodos blijkt, dat de Turken zich niet,
zooals men eerst algemeen aannam, in
kleine troepjes over het eiland hebben
verspreid, om een guerilla te beginnen,
maar zich niet ver van de hoofdstad
hadden geconcentreerd. Dat zij het tegen
de geweldige overmacht der Italianen
mij schaamde over het middel, waartoe ik
genoodzaakt was geweest mijn toevlucht te
nemen, had het toch zijn effect gehad.
Ik was genoodzaakt om iedere verdere
poging tot hofmakerij uit te stellen tot den
volgenden avond, daar ik dien ochtend
een belangrijke zaak had te doen. Ik ging
voor eenige uren van huis en toen ik ten
slotte naar Maidenvale terugkeerde, was ik
als door den bliksem getroffen toen ik merkte
dat mijn mede-huursters het huis verlaten
hadden. Mijn huisjuffrouw had geen idee
waar zij heengegaan konden zijn. Teresa,
die naar het scheen altoos als schatmeesteres
fungeerde, had haar rekeningen voldaan
en was met haar jonge meesteres vertrokken.
Er viel verder niets te weten te komen.
Ik viel in mijn 6toel neer en vervloekte
de Italiaan8che schurkerij, maar toch, wan
neer ik dacht aan de Italiaansche inhalig
heid, was ik niet geheel zonder hoop. Ik
had de begeerige blikken gezien, die zij op
mijn geld wierp. Maar dag na dag ging
voorbij zonder brief of boodschap.
Ik bracht die dagen voor het grootste
door met door de straten te wandelen in de
vage hoep om de voortvluchtigen te ont
moeten. Eerst na dit tweede verlies besefte
ik waarlijk hoe groot mijn hartstocht was.
Ik kan niet zeggen hoe zeer ik er naar ver
langde haar gelaat nog eens te zien.
Indien Pauline zelfs maar een voorbij
gaande belangstelling voor mij gevoeld had,
zou zij mij niet op zulk een geheimzinnige
manier verlaten hebben. Haar hart moest
nog veroverd worden en ik wist dat, indien
ik het niet veroverde, geen vrouwenliefde
ooit waarde voor mij zou hebben.
-m-| tr r *ft,i r I
UIVWMll
DOOR
(Wordt vervolgd).