llel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Teruggeroepen. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3106Zaterdag 20 Juni. FEUILLETON. land van alt^ voob Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1912. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/* ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Er was eens een boer in wiens land zich een put bevond, welk een groot gevaar opleverde voor z'n vee, want de put was wijd en diep, en ala een koe of een schaap het ongeluk zou hebben in dien put te geraken, zonder dat dit werd opgemerkt, dan zou het dier veel kans hebben daar in di m put te verdrinken. De boer was met net gevaar bekend, want zyn buurman en anderen hadden meermalen tegen hein gezegd: „Man, als ik je raden mag, demp dan die put of schut hem ten minste af, want den een of anderen keer zult ge nog eens een stuk vee in dien put komen te verliezenDan antwoordde de boer dat hij zeker z'n maatregelen zou nemen, dat er vast verandering in den toestand zou komen, maar dat hij 't op 't oogenblik te druk had om er mede te beginuen. Zoo stelde hij 't van tijd tot tijd uit. Maar op een zekeren morgen telde hij z'n vee in de weide en toen kwam hij tot de ontdekking dat er een kalf miste. Op verder onderzoek uitgegaan vond hy 't dier in den put, dood, verdronken. Denzelfden dag nog werd de put ge dempt, maar 't kalf was reeds verdronken. De man had zyn maat regelen eerder moeten nemenzijn voor zorg kwam te laat. 't Gebeurt zooveel in de wereld dat de put gedempt wordt als 't kalf reeds verdronken is. Hoe menigmaal wordt een drinker er niet op gewezen dat 't zeer zeker eenmaal eens spaak met hem zal loopen. Hij krijgt een beneveld hoofd, hij kan zich niet met z'n volle verstand aan z'n werkzaamheden geven, en als zyn zaak dan eindelijk te niet is gegaan, dan eindelijk begrijpt hij dat dit door zyn drinken is gekomen en dan nog tracht hij door een verbeterde leefwijze te redden wat hij denkt nog te kunnen redden. Maar dan is 't in de meeste gevallen reeds te laat. Dan, als 't kalf reeds verdronken is, zal de put eerst gedempt worden. Er zijn van die menschen, die over eenig kapitaal beschikken en meenen dat ze er maar op los kunnen leven, denkende dat er nooit een einde zal komen aan hun rijkdom. Hoevelen heb ben 't anders ondervondenDoor een „gelukje", door een erfenis of door een trek uit de loterij bijvoorbeeld, komen ze plotseling in 't bezit van een kapi taal, waarvoor ze meenen alles ter wereld haast te kunnen koopen. Ze voelen zich rijk als Croesus en nemen met ruime hand uit den vollen buidel. Maar ze geven te veel geld uit, zoodat ze eindelijk inzien dat 't zóó niet langer kan, want ze zijn met „den laatsten stuiver" bezig. Dan eerst zullen ze zich in het doen hunner uitgaven beperken, maar dan is 't h'ervoor reeds te laat, want dan is 't grootste deel van hun geld reeds weg. En hoe gaat 't bij de opvoeding van 't kindEr zyn ouders, die 't werke lijk heel mooi en aardig vinden hun kinderen te leeren anderen bij hun bijnaam te noemen of iets anders, ten minste iets, waarvan ze later spijt heb ben dat ze 't hun kinderen hebben ge leerd. Zulks die kinderen later weer af te leeren gaat dan heel moeilijk, 't Ge beurt dan wel eens dat de ouders door die aangeleerde gewoonte hunner kinderen in ongelegenheid komen. Als dit een paar malen is geschied, dan zal 't den kinderen vlug even worden afgeleerd, want de ouders willen er geen lust meer door hebben. Voor komen is altijd beter dan genezen! Maar hier moesten de kinderen genezen worden van hun gebrek en waarom dan niet eerder met die genezing be gonnen Dan zouden de ouders er niet zooveel last van ondervonden hebben. De ramp met de „Titanic" ligt nog versch in ons aller geheugen, 't Is de grootste scheepsramp, die ter wereld heeft plaats gehad. Niet minder dan een 1600 menschenlevens zyn er bij omgekomen- Slecht ruim 600 opvaren den konden in sloepen hun leven redden. Maar waren er dan niet méér sloepen aan boord, zoodat nog meerdere men schen dan gered hadden kunnen wor den, vraagt men. Die vraag moet be antwoord worden met een zuchtend „neen"! Maar dat was dan niet goed, wordt er gezegd: alle menschen had den toch gered moeten kunnen worden Ja, dat béd zoo moeten zyn! Nu, na de verschrikkelijke ramp schijnen de oogen te zijn open gegaan en schijnt men te begrijpen dat er meer reddings middelen aan boord van zoo'n groot schip aanwezig moeten zijn. Nu over weegt men hoe men botsingen met ijsbergen zal kunnen vermijdennu worden meer reddingsmiddelen aan boord van de schepen gebracht; enz. Maar voor de „Titanic" zijn al deze HUGH CONWAY. (21 Er scheen een zenuwachtige trilling door haar leden te gaan. Zij keerde zich om en kwam naar mij toe; haar gelaat droeg een uitdrukking, die mij van de piano deed weggaan en mij verbaasd deed afvragen wat er nu zou gebeuren De mantel, die ik haar omgeworpen had, was van haar schouders gevallen. Zij ging op de pianokruk zitten en speelde schitte rend, zonder de geringste fout, het voorspel van het lied, waarvan ik een paar Josse noten had aangeslagen. Ik stond verbaasd. Tot dusver had zij nooit de geringste voorkeur voor muziek getoond; zooals ik reeds zeide, scheen die haar veeleer te vervelen en te prikkelen. En nu bracht zij tonen te voorschijn, die men nooit verwacht zou hebben uit zulk een verwaarloosde en ontstemde piano. Doch na de eerste maten reeds hield mijn verbazing op. Even nauwkeurig als wanneer men het mij gezegd had, wist ik wat er zou gebeuren of althans een deel daarvan. Het verraste mij niet meer dat, toen het oogenblik kwam, waarop de zangstem in vallen moest, Pauline begon te zingen, even onberispelijk als zij speelde, doch op dezelfde gedempte manier als in dien noodlottigen nacht. Ik was daar zóózeer op voorbereid, dat ik met ademlooze spanning wachtte tot de zang zou komen tot dezelfde noot, waarbij rij geëindigd was, toen ik er vroeger naar overwegingen te laat. 't Is een oude sleur in de menschen dat eerst 't kalf verdronken schijnt te moeten zijn, voor men tot demping van den put overgaat, 't Zou voor ons aller bestwil zijn dat men eindelijk eens met dien ouden sleur ging breken. Die zorgeloosheid moeten we verre van ons werpen. Laat ons de dingen be zien in 't licht, waarin zij bezien moe ten worden. Dan kunnen wij ons voor veel onwenschelijks vry waren. Buitenland. geluisterd had. Zóózeer erop voorbereid, dat, toen zij woest opsprong en wederom dien gil van afgrijzen uitstiet, mijn armen haar onmiddellijk omvatten en ik haar naar een sofa droeg en daar neerlegde. Voor haar, zoowel als voor mij, hadden zich al de vreeselijke gebeurtenissen van dien nacht nog eens herhaald. Het verleden was voor Pauline teruggekomen tot op het oogenblik, waarop het haar had verlaten. Wat de reactie daarvan tengevolge zou hebben, of zij verergering of genezing zou brengen ik had geen tijd om daarover te peinzen. Pauline had al mijn zorg noodig. Ik moest haar met geweld tot liggen dwin gen, op alle mogelijke wijzen trachten haar te sussen en haar gillen te smoren, die zóó luide klonken, dat ik vreesde dat de buren erdoor opgeschrikt zouden worden. En on derwijl worstelde zij voortdurend met mij, trachtte mij weg te duwen en weer overeind te komen. Zóó stellig als kon ik haar ge dachten raden, wist ik dat, wat er ook vroeger in deze kamers gebeurd mocht zijn, dit zich nuv voor haar oogen nogmaals af speelde. Wederom werd zij door een sterke hand teruggehouden en wederom werd haar tegenstand geleidelijk zwakker en klonken haar kreten gedempter. Deze behoefden alleen nog maar te verkeeren in dat droevig gekerm om het tafereel, in zoover het héér betrof, volledig te maken. Het eenige ver schil, dat de handen, die haar nu neer drukten, de handen waren van een echt genoot. Pauline bleef ten laatste stil liggen. Haar gekerm was tot zwijgen gekomen. Zij scheen wederom haar bewustzijn geheel verloren te hebben. Ik dacht aan niets anders dan aan de vraag hoe ik haar het snelst van deze noodlottige plek weg zou krijgen. Allerlei vreemde gedachten en opwellingen doorkruisten mijn geest Allerlei hoop en De Pesti Naplo meldt, dat de brand aan boord van de „Königin Elisabeth" in de baai van Csernawoda, waarbij, naar men zich herinnert, 25 menschen zijn omgekomen, was aangestoken om een aanslag van politiek karakter te vergemakkelijken tegen een passagier, den Bulgaarschen generaal Sarosof, die gewichtige staatsstukken uit Petersburg onder zijn berusting had. Het plan was om, in de algemeene verwarring, door het ontstaan van den brand veroorzaakt, er ongemerkt met de stukken vandoor te gaan. Sarasof evenwel was toevallig de eerste die ontkwam, en wel met zijn stukken. Hij sliep in zijn hut, zoo ver klaarde hij, en ontwaakte door een plotseling hevig leven. Toen hij de deur opende, stond het dek al ia brand. Hij nam zijn stukken, sprong uit het venster en bereikte zwemmende een redding boot. De kapitein en andere ooggetuigen hadden sterk den indruk dat het schip opzettelijk vooraf met een brandbare stof was ingewreven. De kapitein was overtuigd dat er zwavel brandde, of schoon hij niet begreep hoe dat aan boord kwam. In alle geval breidde de brand zich met een anders onverklaar bare snelheid uit. Men ziet in eenige Servische passa giers en een Russischen student, die, zonder op de reddingbooten te wachten, naar wal zwommen, de vermoedelijke samenzweerders. Terwijl de Koning en de Koningin van Engeland zich Woensdag naar de kathedraal van Llaudaff begaven, wierp eene kiestrechtvrouw zich op den mi nister van binnenl. zaken, Mc. Kenna, die het Koninklijk paar vergezelde. Zij werd terstond door de politie gearres teerd. In het Fransche dorp Pasquier, nabij Lons le Saunier, heeft een 15-jarige boeren-arbeider een 8-jarig meisje in het veld met een mes doodgestoken en het lijk daarna schandelijk mishandeld. vrees kwam mij overvallen. Wat zou de verklaring zijn van dit alles, wanneer ik die al ooit zou krijgen? Mijn arme lieveling lag stil en rustig neder. Ik was van plan haar zóó een paar minuten te laten rusten, vóór ik haar naar buiten bracht. Ik vreesde wat haar wakker maken voor gevolgen kon hebben. Dus nam ik haar hand en hield die vast in de mijne. Toen ik mijn vrou ws hand enkele seconden vastgehouden had, kwam een onbeschrijfe lijk gevoel over mij een soort van gevoel als men soms in den droom heeft. Gedu rende een poos was het mij, als had ik tweeëerlei bestaan. Hoewel ik mij volkomen bewust was, dat ik nog op denzelfden stoel zat en Pauline's hand nog in de mijne hield, zat ik tegelijk óók voor de halfgeopende deur in de andere kamer en die andere kamer was vol licht! Dat licht was zóó helder, dat ik alle dingen in het vertrek kon onderscheiden. Rondom de tafel zag ik vier mannen, en de gezichten van twee hunner waren mij welbekend De man, die tegenover mij zat, over de tafel buigend, waarop zijn handen rustten, wiens gelaatstrekken schrik en verbazing uitdrukten, wiens oogen staarden naar een voorwerp, op eenigen afstand van hun die man was Ceneri, de Italiaansche genees heer, Pauline's oom en voogd. De man, dicht bij de tafel, rechts van Ceneri, die daar stond in een houding alsof hij een verwachten aanval wilde afkeeren, was de Engelsch sprekende Italiaan, Macari, of zooals hij zich nu noemde, Anthony March, Pauline's broeder. Ook hij keek naar hetzelfde voorwerp als Ceneri. De man op den achtergrond een korte, gezette man met een lidteeken over zijn wang was een vreemdeling voor mij. Hij keek over Ceneri's schouder in dezelfde richting. Op aanwijzing van zijn meester is hij door de justitie gearresteerd, aan wie hij zijne misdaad bekend heeft. Te Keulen is nu een man in hech tenis genomen, dien men verdenkt van medeplichtigheid aan den diefstal van de Keizer-keten. Het is de bekende inbreker Franz Bayer. Hij loochent wel dat hij er de hand in gehad heeft, maar uit zijne uitlatingen maakt men op, dat hij van het plan tot de inbraak, die lang voorbereid was, op de hoogte moet geweest zijn. Bayer is werktuigkundige en heeft al vele straffen wegens diefstal ondergaan. Zijn laatste straf van 15 jaar tuchthuisstraf heeft hij niet behoeven te ondergaan, omdat hij ontoerekenbaar werd verklaard. Uit Weenen wordt aan de Lokal- Anzeiger geseind: Uit verschillende deelen van Hongarije komen berichten, dat een algemeene oogststaicing te wach ten staat. In vele districten hebben de daglooners zich vereenigd,om den oogst- arbeid niet te beginnen, als hun niet een loon van 7 kronen verzekerd wordt. De landheeren kunnen dit niet betalen en daarom sluiten zij zich aaneen en bestellen zij oogstmachines, die door de staatsspoorwegen zoo snel mogelijk ver voerd worden. De regeering heeft beloofd de machines door gendarmen en soldaten te laten beschermen. Eenige groote hoeven worden reeds door huzaren be waakt. Zigeunerbenden hebben van dit voor jaar in verschillende streken van Duitsch- land, door stroopen, stelen en zelfs moorden, veel van zich laten spreken, en het was steeds moeilijk de schul digen op te sporen. Tot betere bestrij ding van die Zigeunerplaag heeft men in Pruisen de verschillende plaatselijke verorderingen door bepalingen, geldig voor het heele land, vervangen. Zigeu ners en menschen, die zich als Zigeu ners gedrageD, mogen niet meer in benden langs 's heeren wegen trekken. Onder bende verstaat men hierbij een vereeniging van menschen, die niet tot één familie behooren. De regeerin gen van de andere bondsstaten zullen met overeenkomstige bepalingen volgeD. Mag men een bericht uit Warschau aan het Central News-agentschap ge- looven, dan is, bij het dorp Kurdio in het Russisch gouvernement Nieuw Ladoga, e3n afschuwelijke misdaden- reeks ontdekt. Het had de aandacht getrokken, dat mannen, die op bezoek waren gegaan in de woning van een boerenvrouw, die met haar 17-jarige dochter even buiten de grens van het En het voorwerp, waarnaar zij allen keken, was een jonge man, die van zijn stoel ge vallen scheen te zijn en wiens hand kramp achtig greep naar het gevest van een dolk, waarvan het lemmet in zijn hart stak, naar ik wist daarin begraven door een slag, die benedenwaarts was toegebracht door iemand, welke over hem heen stond. Dit alles zag en verwezenlijkte ik in één seconde. Ik nam de houding van ieder der aanwezigen en het geheele tooneel in mij op, gelijk iemand met een enkelen blik den inhoud en de bedoeling van een schilderij in zich opneemt. Toen liet ik Pauline's hand los en sprong overeind. Weg was nu de verlichte kamer, weg waren de mannen, die ik daar in gezien had, weggeneveld het tragische tooneel, dat voor mijn oogen plaats had gevonden. De kaars brandde nog achter mij met 'n sche merig licht en de voorkamer was in het duister gehuld. Pauline en ik waren de beide eenige levende wezens in huis! Het was natuurlijk een droom en mis schien, gegeven de omstandigheden, geen onnatuurlijke droom. Wetende wat ik reeds wist van de misdaad, welke daar gepleegd was; zeker zijnde dat ik op de een of andere manier erbij tegenwoordig was geweest toen ze bedreven was; opgewonden door water dien avond gebeurd was Pauline's vreem de wandeling, haar plotseling zingen van hetzelfde lied, dat ik vroeger al gehoord had, dat lied, 't welk zoo tragisch eindigde is het geen wonder dat ik mij zulk een scène voor den geest haalde en de eenige personen, van wie ik wist dat zij opeenigerlei manier met mijn vrouw in betrekking ston den, in dat levendige visioen te pas bracht. Doch al kon iemand eenzelfden droom twee- of zelfs driemaal droomen, nog nooit heb ik gehoord dat men dit kan doen, zoo vaak men wiL En toch gebeurde dit in myn dorp woonde, verdwenen waren. Verder had men in een naburig bosch lijken aangetroffen, die tot onherkenbaarheid verminkt waren. Er werd besloten een nader onder zoek naar het misterie in te stellen en het huis der boerenvrouw werd door gendarmes omsingeld en bestormd. De vrouw en haar dochter boden tegen stand, maar dat baatte haar niet; zij werden overweldigd en het huis werd doorzocht. In een bijgebouw werden 27 lijken gevondenverder een groot aantal hor loges, beurzen en andere artikelen van waarde en een berg mannenkleeren. Het bleek ook, dat in de vloer van het huis een valluik was, waardoor de slacht offers in een kelder vielen. In dien kelder vond men moordtuigen, boeien, ketens e. d. De vrouwen bekenden, dat zij aan het hoofd stonden van een moordenaarsbende waartoe 39 boeren uit den omtrek behoorden. De bende had 40 mannen omgebracht, die stuk voor stuk naar de eenzame woning waren gelokt en daar afgemaakt. Dertig medeplichtigen zijn gegrepen, negen zijn nog voortvluchtig. In de haven van Montreal liggen in schepen en elevators 3 miljoen schepels graan, daar opgehouden door de staking aan de havens van Londen. De schip pers weigeren 't graan te vervoeren. Het stoomschip Afghania is met een lading graan van Londen teruggekeerd, waar mee het twee weken geleden was ver trokken. De oudsten van de koopmanschap van Berlijn hebben beraadslaagd over de invoering van een zomertijd, waar voor sedert eenigen tijd ook in Duitsch- land geijverd wordt. Het voorstel heeft tot strekking, om op een bepaalden dag in April alle klokken een uur vooruit te zetten en in September weer een uur achteruit te zetten. In de maanden die tusschen die twee tijdstippen liggen zou door deze vervroeging (winkelslui ting, aankomst en vertrek van treinen enz.) van het daglicht meer partij ge trokken en op kunstmatige verlichting bezuinigd kunnen worden. In het En- gelsche Lagerhuis is reeds een daartoe strekkend wetsvoorstel ingediend. De oudsten van de koopiqanschap van Berlijn bevelen de invoering van den zomertijd en een internationale overeenkomt op dit stuk aan. Nieuwe stormen in het Andesgebied hebben de schade aan den trans-An- dijnschen spoorweg tusschen Chili ©n Argentinië nog doen toenemen. Het spoorwegverkeer zal voor een duur van wel twee maanden gestremd zijn. geval. Opnieuw nam ik Pauline's hand in de mijne en opnieuw kwam, na een paar minuten, die zelfde vreemde verschijning en zag ik hetzelde akelige gezicht. Dit ge beurde niet ééns of tweemaal, doch her haalde malen, totdat ik niet anders kan gelooven dan dat ik op de een of andere geheimzinnige manier nu hetzelfde tooneel aanschouwde, waarop Pauline's oogen ge staard hadden, toen haar geheugen, wellicht maar gelukkig voor haar, haar ontvluchtte en zij haar verstand voor een deel verloor. Alleen wanneer onze handen elkaar aan raakten, kwam dat tooneel voor mijn oogen en zag ik Ceneri, Macari en den man op den achtergrond telkens weer opnieuw, zon der dat hun houding of gelaatsuitdrukking het minst veranderde, naar hun slachtoffer zien. Ik bestudeerde het uiterlijk van dit laatste zeer nauwkeurig. Zelfs in zijn dood strijd kon ik nog zien dat hij buitengewoon schoon was, en zelfs in den afschuw, in mij opgewekt door dat visioen, kwam een smartelijke gedachte in mij op: in welke verhouding hij wel gestaan kon hebben tot het meisje dat hem plotseling had zien vermoorden Wie had hem neergestoken? Ongetwijfeld Macari, die, gelijk ik zeide, het dichtst bij hem stond, in de houding van iemand, die een aanval verwacht. Zijn hand moest den greep van den dolk losgelaten hebben. Zijn benedenwaarts uitgestrekte hand had het lemmet zóó diep in het hart gedreven, dat de dood gelijktijdig was gekomen met den slag. Ziedaar wat Pauline gezien had, wat zij wellicht nu nog weer zag, en wat zij, door de een of andere vreemde kracht, in staat was mij te doen zien, gelijk een ander iemand een schilderij laat zien! DOOR Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1912 | | pagina 1