Hel Land van flensden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Luchtkasteelen.
Teruggeroepen.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3107. Woensdag 3 Juli.
FEUILLETON.
1912.
UND VAN ALTÊ^1
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7l/t ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Het bezit van een kasteel schijnt
voor een vroeger menschelijk geslacht
een soort van hemel op aarde te zijn
geweest. Onze Fransche naburen heb
ben ook een oud spreekwoord, waarin
gewag gemaakt wordt van het bezit
van kasteelen in Spanje. De oude Hol
lander plaatste die gewenschte verblij
ven ergens in de luchtmaar een dich
ter, die nu ook al lang niet meer be
staat en, in dit opzicht althans, van
bijzonder practischen zin getuigenis gaf,
verklaart ons het spreekwoord kasteelen
bouwen in de lucht, in een misschien
aan enkele onzer lezers welbekende
samenspraak tusschen twee boeren
knapen, waarvan de één een plan in
het hoofd had, dat hem welvaart, roem
en eer beloofde. Hij had van zijn vader
een bijenkorf gekregen, die hij een jaar
lang met de uiterste zorg behandelde,
en nu had hij een pot met honig, hel
der als glas. Daarvoor wilde hij een lam
koopen, na vijf jaar voor de dan ge
kregen schapen een koe en binnen nog
vijf, zes jaar, zou hij in een goed ge
doe zittend, met fraai huis en hof en
paarden voor plezier. Jongens, dan moest
Piet komen kijken. Hij zou dan ook
nog een vrouw trouwen enz. Dat
laatste vond vriend Piet bedenkelijk.
Want, weet je wel, dat kleine gespuis
maakt geduchte wilde sprongen
Maar nu raakte Koen, de kasteelen
bouwer, in vuur. Hij nam de tang en
zwaaide er mee. Zóó, zou ie doen als
ze lastig waren. Maar, och arme, de
tang kwam in aanraking met de honig-
pot, die brak en den kostelijken inhoud
verloor. Dóór lagen schapen, koeien,
paarden, wagen, vrouw en kroost in
de asch
Men mag zeggen wat men wil,
maar, bouwers van luchtkasteelen, plan
nenmakers, najagers van hersenschim
men, dat zijn we eigenlijk alle in
meerdere of mindere mate. Het schijnt
te liggen in de menschelijke natuur
om, zelfs bij alle tevredenheid met het
ons geschonken lot, met een zeker blij
genoegen te denken aan den tijd dat
ons nog wel eens dit of dat extraatje
zou kunnen worden geschonken. Blijft
het daarbij, dan is dit al heel onschul
dig, omdat het op ons doen of laten
geen merkbaren indruk achterlaat
maar het mag ook niet verder gaan.
HUGH CONWAY.
(22
Telkens weer heb ik er mij, na dien
avond, over verwonderd, waar ik de tegen
woordigheid van geest vandaan gehaald heb
om daar te blijven zitten en met behulp
van het bewustelooze meisje naast mij her
haaldelijk dat visioen op te roepen. Het
moet het vurige verlangen geweest zijn om
de gebeurtenissen te doorgronden van dien
lang voorbij geganen avond, dewenschom
precies te weten, welke schok mijn vrouws
verstand in de war had gebracht, de ver
ontwaardiging, die ik gevoelde, voor dien
lafhartigen moord en de hoop den misda
diger eenmaal voor den rechter te kunnen
brengen, die mij de kracht gaven om dat
tooneel telkens en telkens weer op te roepen
tot ik de zekerheid had alles te weten wat
dit zwjjgende tooneel mij kon vertellen, en
ik het niet meer van mij kon verkrijgen,
Pauline nog langer in dien toestand te laten.
Toen sloeg ik den mantel om haar heen,
nam haar in mijn armen en droeg haar de
kamer uit, de trappen af en naar buiten.
Het was nog niet heel laat; spoedig kreeg
ik, door de hulp van een voorbijganger,
een huurrijtuig, bereikte zeer spoedig mijn
woning, en legde haar, nog altoos bewuste
loos, op het bed.
Welke vreemde kracht zij mocht hebben
bezeten om haar gedachten op mij over te
Het zou zeker zeer verkeerd wezen
indien menschen, vooral jonge menschen,
hun leven niet naar een vast plan of
stelsel inrichtenmaar dan zullen zij
dit toch in ieder geval behooren te doen
op zoodanige wijze, dat er althans
eenig redelijk uitzicht bestaat, dat, in
groote lijnen, het plan wezenlijk ten
uitvoer zal kunneq worden gebracht.
Alle omstandigheden moeten daarmede
in overeenstemming zijn. Men behoort
goed te weten wat men wil, maar ook
waarom men het wil, en tevens of het
willen inderdaad vatbaar is om in daden
en feiten te worden omgezet. Al het
andere mag dan, als bijkomende om
standigheid, verwezen worden naar het
vriendelijk rijk der hoop, om daar een
plaatsje onder de luchtkasteeltjes te
krijgen.
Koen, de boerenjongen, was volstrekt
geen illusionist van de ergste soort.
Hij had best gezorgd voor zijn wonin
gen, indien alle omstandigheden waren
meegeloopen, dan had hij het een aar
dig eind kunnen brengen; ofschoon het
vaststaat, dat hij te veel bouwde op
eigen wil en kracht en vergat dat er
geen schakel in den keten ontbreken
mocht. Maar hij maakte zich schuldig
aan de fout van heel veel bouwers van
luchtkasteelen, die niet heelemaal zon
der grond of reden te werk gaan en
daardoor nog wel eens kans zien om
hun denkbeelden bij aanvang althans
in werkelijkheid óm te zetten. Dat is
dan een kollossale overwinning, een
bevestiging van hun eigeu goed inzicht,
hun wijs plan. Ja, zij hebben het bij
het rechte einde.
En dan in hun blijdschap, hun ver
rukking, soms wel een beetje in den
ijdelen waan der zelfvergoding verliezen
ze alle bedaardheid en zelfbeheersching
uit het oog. Het moet dan maar wat
vlugger gaan. Het doel moet spoediger
bereikt worden. Ze grijpen de tang,
zwaaien er mee en gooien de honig,
waar alles uit te voorschijn moet komen,
met den pot van boven neer!
Ook in dit opzicht is onze tijd wel
een merkwaardige tijd. Den bouwers
van luchtkasteelen is het tegenwoordig
nog al eens vaak te doen om het
spoedig bezit van veel geld. Waarom
ook niet? Het geld is gemakkelijk in
de behandeling en daar het 't alge
meen ruilmiddel bij uitnemendheid is,
kan men er immers alles voor koopen
wat men verlangt te bezitten? Zóó
komt men, bij een heel klein bezit, al
heel licht er toe, om allerlei stelsels en
brengen, dit nam een einde zoodra wij
buiten dat noodlottige huis waren. Nu en
later kon ik haar hand vastnemen, doch
geenerlei droom, visioen of iets dergelijks
volgde daarop.
IX.
Na mijn arme meisje aan Priscilla's moe
derlijke zorgen te hebben toevertrouwd,
haalde ik den knapsten dokter, dien ik kon
vinden, en deze deed weldra pogingen om
het bewustzijn terug te doen komen. Het
duurde lang eer er eenig teeken van terug-
keerend levend kwam, doch ten laatste
ontwaakte zij toch. Behoef ik te zeggen,
welk een uiterst gewichtig oogenblik dit
voor mij was?
Het was echter maar een gedeeltelijke
terugkomst en bracht nieuwe verschrik
kingen mede. Toen de morgen aanbrak vond
ik Pauline worstelend met wat ik bad dat
alleen maar ijlende koorts mocht zijn.
De arts zeide mij dat haar toestand een
uiterst kritieke was. Er bestond hoop haar
in leven te houden, maar zekerheid niet.
In deze dagen van angstige spanning be
merkte ik hoezeer ik mijn arme vrouw
liefhad. Hoe dankbaar zou ik zijn, als zij
mij teruggegeven werd, zelfs al was het in
den zelfden toestand, waarin ik haar gekend
had.
Haar koortsachtig ijlen sneed mij door
't hart. Soms in het Engelsch, dan weer in
het Italiaansch, riep zij om iemand, sprak
zij woorden van groote liefde en bezorgd
heid, uitte zij teeder liefkoozende zinnetjes.
Deze werden dan weer gevolgd door smart
kreten en htt was of zij beefde van angst
Voor mij geen woord, geen blik van her
kenning. Ik, die schatten gegeven zou hebben
om haar in haar ijlen mijn naam maar ééns
te hooren zeggen met een uitdrukking van
stelseltjes uit te deuken, volgens welke,
onfeilbaar, dat kDine bezit zich in een
betrekkelijk korten tijd, in het gedroom
de grooter bezit zal omzettengegeven
de knapheid en handigheid van den
bezitter. Dit is het luchtkagteelen bou
wen van de minste en slechtste soort;
vooral ook omdat deze geen rekening
houdt met den eerlijken arbeid, zonder
welk m aan alle bezit de ware grond
slag ontbreekt. Op de een of andere
wijze, in welken vorm of naar welke
opvatting ook, draait het uit op iets
waaraan wij tegenwoordig den naam
van speculeeren geveneen stelsel vol
gen, waarbij een handig gebruik van
het toeval de grootste rol vervult.
Jammer dat het toeval, grillig en
nukkig als het is, wel eens gelieft thuis
te blijven, en dan zitten we leelijk met
de gebakken peren; de luchtkasteelen
komen zelfs ten deele niet gereed. Er
zijn ook wel van die zeer fortuinlijke
en bijzonder knappe koppen, die 't een
aardig eindje brengen, maar 't is wel
opmerkelijk, dat ze dan in den regel
handelen als Koen. Een kapitaal in
zeventien jaar verdubbelen zei eens
een man dien 't erg vóór den wind
ging 't gaat veel gauwer! En
't ging ook gauwer, tot op zekere
hoogte, toen de fortuin op zekeren dag
eens uit haar humeur raakte en, met
de tang van Koen, den heelen pot met
geld in den aschpot deed verzinken, in
den rook deed vervliegen
Maar men zal ons ook moeten toe
geven, dat dit geen overleg met wijs
beleid mag heeten en dat er eigenlijk
in die heele geschiedenis niets is, wat
men niet even goed verwachten kan
als het tegenovergestelde.
De moraal zegt
„Wat gij doet en spreekt en oordeelt,
Handel met bedachtzaamheid.
Noeste vlijt vindt steeds belooning,
Van uw ijveren oogst gij vrucht,
En gij bouwt geen kaarten woning,
Geen kasteelen in de lucht!
Kaartenwoningen bouwen. Welk een
heerlijk spel was dat in onze kinder
jaren! Welk een onuitputtelijk geduld
was er noodig om iets tot stand te
brengen! Welk een teleurstelling, tel
kens en telkens weer; maar ook, welk
een overwinning, als eeu vleugel van
het kasteel daar werkelijk stond. Dat
waren, zoo men wil, zedelijke lucht
kasteelen, want er was geen stoffelijk
doel aan verbonden en ook aan zulke
luchtkasteelen aan illusies, was ons
verder leven niet vreemd, en zede lijke
illusies te zien verstoren, dat is de
droevigste ervaring van den mensch.
Hier vooral is veel oefening noodig,
om zich niet over te geven aan edele
uitzichten en verwachtingen, maar van
het leven alleen datgene te hopen, wat
wortelt in ons eigen streven, in de
grondslagen die wy zelf hebben gelegd
om rekening te houden met het moge
lijke en het waarschijnlijke. Dan zullen
we er veel toe kunnen bijdragen, om
aan dergelijke treurige ervaringen arm,
althans zeker niet rijk te zijn.
Buitenland.
liefde, ik was niet meer dan een vreemde, die
naast haar bed zat.
Wie was het om wien zij riep en jam
merde? Wie was de man, dien zij en ik
hadden zien verslaan? Ik zou dat spoedig
vernemen, en indien mijn zegsman waarheid
sprak, dan had hij, met mij dit te zeggen,
mij een slag toegebracht, waarvan ik nooit
zou opkomen.
Macari was het, welke mij dien slag
toebracht. Hij bezocht mij een dag nadat
Pauline en ik in dat huis geweest waren.
Ik wilde hem niet ontvangen, daar ik nog
geen vast plan gemaakt had, want ik had
nog aan niets anders kunnen denken, dan
aan het gevaar, waarin mijn vrouw ver
keerde. Doch toen hij twee dagen later
opnieuw kwam, gaf ik last hem toe te laten.
Ik huiverde toen ik zijn hand drukte,
die ik nog niet durfde te weigeren, hoewel
ik voor mij zelf de zekerheid had, dat het
de vingers van een moordenaar waren, die
de mijne omknelden. Misschien dezelfde
vingers, die mij eens bij de keel gegrepen
hadden. En toch, hoeveel ik ook wist,
twijfelde ik eraan of ik hem ooit voor den
rechter zou kunnen brengen.
Tenzij Pauline genas, zou ik geen bewijs
kunnen inbrengen. Ik wist zelfs den naam
niet van het slachtoffer. Vóór een beschul
diging kan worden ingebracht, moesten
zijn overblijfselen gevondenen de indentiteit
daarvan bewezen zijn. Het was een hope-
looze gedachte den moordenaar te willen
straffen, nu er al meer dan drie jaren ver-
loopen waren sedert de misdaad.
En dan was hij Pauline's broeder?
Broeder of geen broeder, ik zou hem ont
maskeren. Ik zou hem laten merken dat
de misdaad niet langer een geheim was,
dat een, die er buiten stond, alle bijzonder
heden ervan kende. Ik wilde hem dit zeggen
Een trein, komende van Luik, heeft
een anderen trein, die uit Torlemont
naar Tongeren vertrok, in elkander ge
reden. Er zijn een twintigtal gewonden,
waarvan slechts weinigen ernstig. De
materieele schade is aanzienlijk.
Te Melito Valig, nabij Turijn, werd
Zondag het huwelijk voltrokken van
de dochter van een rijken grondeige
naar. Op het oogenblik, dat de bruids
stoet voor de deur der kerk was geko
men, ontploften, eenige bommen, die
als vreugdeschoten zouden worden af
geschoten, met het gevolg dat de vader
der bruid gedood en de bruidegom en
eenige genoodigden zwaar gewond
werden.
De rechtbank te Brussel heeft Zater
dag Henri Lecot, die schuldig is be
vonden aan den verkoop van een door
de bende van Bonnot in Frankrijk ge
stolen automobiel, naar Chicago is weten
te vluchten maar aan de Belgische
justitie werd uitgeleverd, tot 18 maanden
gevangenisstraf veroordeeld. Tijdens zijn
verblijf in Amerika is hij bij verstek
tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld
wegens het uitgeven van valsch geld.
De wedvlucht van Peking naar Parijs,
die aanvankelijk op 2 September a.s.
was vastgesteld, is uitgesteld tot Mei 1913.
De vrees, dat het „Sokol"-feest te
Praag weer tot uitspattingen tegen de
Duitschers zou leideD, is bewaarheid.
Toen de Duitsche studenten in optocht
naar de graven trokken, werden zij door
het gepeupel aangevallen en 25 hunner
ernstig verwond. De politie was niet
bij machte hen te beschermen, zoodat
de studenten ten slotte in het Duitsche
casino moesten vluchten. Er heerscht
groote opgewondenheid en de Duitschers
hebben daarom aan de regeering ver
zocht, de studenten de eerstvolgende
dagen afdoende te beschermen.
Nabij Mariënburg reed Zondag de
opdat zijn verder leven verontrust zou wor
den door de bedreiging van een rechtvaardige
vergelding die hem boven het hoofd hing.
Ik kende den naam van de straat, waar
heen Pauline me gebracht had. Ik had dien
opgenomen, toen wij er een paar avonden
te voren uit waren gereden en de oorzaak
van de vergissing van mijn dronken ge
leider van vroeger was mij duidelijk ge
worden. Het was de Horacestraat. Mijn
geleider had in zijn door drank beneveld
brein Wal pole en Horace met elkaar ver
ward aangezien Horace Walpole een bekend
Engelsch schrijver was uit de 18e eeuw.
Van welk een nietigheid hangt toch vaak
de geheele gang van iemands leven af!
Macari had van Pauline's ziekte en haar
ijlen gehoord. Hij was zoo teeder bezorgd
in zijn vragen naar haar welstand als een
broeaer maar zijn kan. Mijn antwoorden
waren koel en kort. Broeder of geen broe
der, hij was de verantwoordelijke man voor
alles.
Nu roerde hy een ander punt aan.
Ik zou u liever niet storen in dezen tijd,
maar ik zou toch gaarne willen weten of u
genegen zijt om, gelijk ik voorstelde, mede te
doen aan een request aan Victor Emmanuel.
„Dat ben ik niet. Er zijn verschillende
dingen, waaromtrent ik eerst opheldering
zou wenschen."
Hij boog, beleefd, maar ik zag dat hij zijn
lippen een oogenblik stijf op elkaar perste.
„Ik ben geheel tot uw dienst," zeide hij.
„Uitmuntend. Vóór alles moet ik besliste
zekerheid hebben dat u mijn vrouw's broe
der is."
Hij trok zijn dikke, zwarte wenkbrauwen
omhoog en trachtte te glimlachen.
Die is niet moeielijk te geven. Wanneer
die arme Ceneri hier geweest was, zou hij
het bevestigd hebben.
automobiel van een fabrikant uit Elber-
feld in een gracht doordien hij wilde
uitwijken voor een motorfietsrijder, die
op het laatste oogenblik den weg wilde
oversteken. De 10-jarige dochter van
den fabrikant bleef op de plaats dood,
zijn 7-jarige dochter werd levensgevaar
lijk en zijn vrouw zwaar gewond. Hij
zelf, zijn schoonzuster en de chauffeur
kwamen er met lichte wonden af. De
motorrijder, een machinist uit Brühl,
brak beide beenen en bekwam zware
inwendige kneuzingen.
Te Birminham zijn Zaterdag elf stem
rechtvrouwen in vrijheid gesteld, die
wegens het inslaan /an ruiten te Londen
een gevangenisstraf van vier maanden
ondergaan hadden. De meesten van haar
waren in de gevangenis met geweld
gevoed.
Te Londen is Zaterdag een vrouwelijke
studente Violet Doudney, die den vori-
gen avond een metalen gewicht met
stukken papier eraan, waarop iets over
het vrouwekiesrecht stond, door het
raam van de eetkamer van den minister
van binnenlandsche zaken had gesmeten,
tot twee maanden harden arbeid ver
oordeeld. Zaterdagmiddag hebben de
stemrechtvrouwen voor de gevangenis
van Holloway en op het Trafalgarplein
te Londen betoogingen gehouden.
Wegens weigering van zeven kust-
vaartmaatschappijen in Amerika om
uitsluitend georganiseerden te gebruiken
hebben de leiders der aibeiders besloten
tot algemeene werkstaking. Behalve de
35.000 machinisten, stokers en matrozen
hoopt men dat 40.000 arbeiders der
havens van New-York en andere sleden
langs de Atlantische kust zich bij de
beweging zullen aansluiten.
Te Berlijn heeft een bomaanslag plaats
gehad, die nogal wat opschudding heeft
veroorzaakt. De bewoners van eenige
huizen in de Münzstrasse werden her
haaldelijk lastig gevallen door allerlei
gespuis, dat 's nachts de huizen binnen
drong en dan in de portalen en op
de trappen gingen slapen's morgens
bleken dan altijd eenige voorwerpan
gestolen. De eigenaar van een dier
huizen wilde daar nu een eind aan
maken en liet dezer dagen de kerels
de straat op gooien. Zij dreigden toen
wraak te zullen nemen, en dat is nu
dan ook gebeurd.
's Avonds tegen zeven uur hoorde
men plotseling een ontzettende ont
ploffing en het heele huis schudde op
zijn grondvesten. De menschen in het
bioscoop theater, dat in het gelijkvloer-
sche gedeelte van het oude huis gehou
den werd, dachten aan een ontploffing
in het theater en er ontstond een paniek.
„Maar aan mij zei hij iets heel anders."
„Och, daar zal hij zijn redenen voor ge
had hebben. Maar dat doet er niet toeik
kan meer dan genoeg andere getuigen bij
brengen."
„En dan nog dit," zei ik, hem strak aan
kijkend en heel langzaam sprekend: „ik
moet weten waarom gij drie jaar geleden
dien man vermoord hebt in dat huis van
de Horacestraat?"
Wat de kerel moest bezielen vrees of
woede op zijn gezicht stond in de eerste
plaats verwarring en verbazing te lezen.
Hij hield een oogenblik zijn mond en staarde
mij zwijgend aan.
Toen kreeg hij zijn bezinning terug: Zijt
ge gek, Mr. Vaughan?" riep hij uit.
„Den twintigsten Augustus hebt ge in
het huis no. 103 in de Horacestraat een
jongen man, die aan de tafel zat, in het
hart gestoken. Dr. Ceneri was toen ook in
de kamer en ook nog een andere man met
een lidteeken op zijn gelaat.
Hij trachtte niet te ontkennen. Hij sprong
overeind, zijn gelaat was verwrongen van
woede. Hij greep mijn arm beet. Een oogen
blik meende ik dat hij mij aan wilde vallen,
doch het bleek dat hij alleen maar nauw
lettend mijn gelaat wilde bekijken. Ik was
niet bang voor dit onderzoek, daar ik nauwe
lijks kon geloovea dat hij mij zou herkennen
zulk een verandering veroorzaakt blindheid
in een gelaat.
Doch hij herkende mij. Hij liet mijn arm
los en stampte woedend met zijn voet op
den grond.
„Gekken! Idioten!" siste hij. „Waarom
lieten ze me het werk niet afmaken."
EU WSBL AD
DOOR
'Bi
(Wordt vtroclgd.)