Het Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. TotercÉsetetrijii. Teruggeroepen. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No, 3173, ff7oensdag 31 Juli 1912, FEUILLETON. land van alten/' VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/i ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Welk een verschrikkelijke ziekte de tuberculose is, daarover behoeven we onze lezers niet in te lichten. Laten we hier evenwel toch zeggen dat er jaarlijks duizenden en nog eens duizenden door die ziekte ten grave worden gesleept. Dat mag maar niet met onverschil ligheid worden geduld. Want de ziekte kén en moet bestre den worden. Want als er iets tegen gedaan kan worden, mag men dan den armen mede- men sch laten lijden en sterven aan de ziekte? Neen immers! Dus, de tuberculose bestreden, door ons allen, waar en wanneer we kunnen! We willen 't eens hebben over de bestrijding der tuberculose in de school. Heeren doctoren zijn 't er al wel over eens dat de tuberculose bestreden kan worden 't meest en dus 't beste door toevoer van lucht en licht en door wering van stof. Zal de school dus mede de ziekte helpen bestryden, dan moet er ilinke luchtverversching kunnen plaatshebben, dan moet de school goed verlicht zijn en dan mag er zoo weinig mogelijk stof in gevonden worden. Is dit 't geval in alle scholen of ook maar in de meeste? Neen Zeker, er zijn wettelijke bepalingen, welke er voor zorgen dat elke school voldoende verlicht wordt, dat er ook voldoende toevoer van versche lucht kan plaats hebben, maar 't is de vraag nog of die bepalingen wel ver genoeg gaan, of ze nog niet verder hadden moeten gaan. En als ze werkelijk ver genoeg gaan, dan is 't aan den onderwijzer, of wie anders ook, om er voor te zorgen, dat er genoeg licht, dat er zooveel moge lijk licht en versche lucht in zijn lokaal komen kan. 't Stof uit de school te weren gaat heel moeilijk. 't Is waar de wet schrijft wel duidelijk aan de gemeentebesturen voer dat de school behoorlijk gereinigd moet worden van stof en vuil, maar wat de HUGH CONWAY. (30 „Ge behoeft alleen maar de waarheid te spreken. Luister. Ik beschuldigde den moor denaar, uw medeplichtige, van de misdaad. Evenmin als gij, kon hij haar ontkennen, maar hij zocht die te rechtvaardigen." „Hoe? Vertel mij dat?" hijgdeCeneri. Ik zweeg even en sloeg hem gade om iedere verandering in zijn gelaatstrekken op te vangen, om de waarheid te ervaren niet alleen uit zijn woorden. „Hij verklaarde dat die jonge man gedood was op uw bevel dat hij, o, hoe kan ik het herhalen 1 de minnaar was van Pauline, dat hij haar onteerd had en wei gerde zijn fout goed te maken. De waarheid! O, zeg me nu de waarheid 1" Ik schreeuwde deze laatste woorden bijna uit, mijn kalmte begaf mij toen ik weer dacht aan den schurk, die met een spotten- den glimlach Pauline's naam verbonden had aan de gedachte aan iets schandelijks. Ceneri daarentegen werd kalmer toen hij de draagkracht begon te begrijpen van myn vraag. En hoe slecht die man mocht zijn, bevlekt zelfs met onschuldig bloed, zou ik hem in mijn armen hebben willen sluiten toen ik in zijn verbaasde blikken las dat de vuige beschuldiging ongegrond was. „De jonge man, die jongen, die onder Macari's dolk viel, was Pauline's broeder het kind van mijn zuster Anthony March!" XIII. Toen Ceneri deze verbazingwekkende me- wet voorschrijft word daarom nog niet altijd gedaan en is vaak ook niet zoo heel gemakkelijk te doen. "Wordt daarom nog niet altijd gedaan, schreven we. In vele der scholen wordt de vloer één of tweemaal per week geveegd en een paar malen per jaar geschrobd. Is dat wel genoeg Immers in een schoollokaal ko men iederen dag zoo'n 40 kinderen minstens tweemaal binnen, zóó van de modderige straat vaak, met heel wat vuil aan hun schoeisel, 't Grootste gedeelte van dat vuil valt in 't lokaal van 't schoeisel en blijft daar liggen tot des Woensdags of des Zaterdags de vloer geveegd wordt. Zou 't niet aanbeveling verdienen dat 't lokaal iederen dag éénmaal, na afloop van den schooltijd bijvoorbeeld, of 's morgens voor 't aangaan der school, geveegd werd En zou 't ook niet aanbeveling ver dienen dat de vloeren meerdere malen geschrobd werden Dan is er nog iets We bedoelen hier de reinheid en zindelijkh ad der leerlingen. Daarmede is 't bij sommigen of bij velen vaak treurig gesteld. 't Is natuurlijk de plicht van de ouders der kinderen dat ze er op letten dat deze goed zindelijk naar school gaan. Maar er zijn nog altijd ouders die 't hiermede niet zoo precies nemen. Bij zulke ouders kan daar dan meestal ook al weinig tegen begonnen worden, 't Zou wel goed zijn dat er in school een waschgelegenheid was voor zulke kinderen, opdat ze dan toch in ieder geval hun hoofd en handen konden wasschen, als de onderwijzer merkte dat 't met de zindelijkheid niet zoo heel zuiver was. Door dit een en ander kan het ontstaan der tuberculose tegengegaan worden. 't Gebeurt echter wel eens dat er reeds tuberculoselijders onder de leer lingen aanwezig zijn. Dan moet 't gevaar van besmetting der andere kinderen bestreden worden. Hoe? 't Beste is zoo'n tuberculoselijder van de andere kinderen af te zonderen, door hem of haar bijvoorbeeld alléén in een bank te zetten. De leermiddelen van 't kind houde de onderwijzer óók af dedeeling gedaan had, legde hij zijn uit geteerde armen op de ruwe tafel en liet zijn hoofd daar wanhopig op neer zinken. Ik zat daar dan als van den bliksem ge troffen en herhaalde werktuigelijk: „Pau line's broeder Anthony March't Laatste spoor van den gemeenen leugen was uit mijn geest weggevaagd; doch de misdaad waarin Ceneri betrokken was geweest, nam grooter afmetingen aan. Ze was vreeaelijker dan ik had kunnen vermoeden. Het slacht offer was het kind van zijn eigen zuster 1 Ik voelde dat zulk een misdaad doorniets verkleind kon worden. Zelfs al had hij dien moord niet gelast en beraamd, hij was er toch bij tegenwoordig geweest, had meege holpen om ieder spoor ervan te doen ver dwijnen, had tot voor korten tijd op vriend- schappelijken voet verkeerd met den man, die den stoot toegebracht had. Ik kon mij bijna geen rekenschap geven van de walging en de verachting, die ik gevoelde voor den ellendeling daar tegenover mij. Mijn heftige verontwaardiging had mij bijna belet om hem in verstaanbare taal het doel te vragen van die wreede daad. Doch ik moest tot klaarheid komen over alle dingen. De veroordeelde beurde het hoofd op en zag mij met een smartelijken blik aan. „Ge schrikt voor me terug. Dat is geen wonder. Toch ben ik niet zóó schuldig als u denkt." „Vertel me eerst alles; uw verontschul digingen kunnen later komen, wanneer er tenminste iets ter verontschuldiging voor zulk een misdaad bijgebracht kan worden." Ik sprak zooals ik voelde streng en minachtend. „Voor den moordenaar is geen verontschuldiging mogelijk. Wat mij betreft, God weet, dat ik dien aardigen knaap gaarne in 't leven zou hebben gelaten. Hij had mijn vaderland vergeten en opgegeven, maar dèt had ik al vergeten. Dat van zijn moeder was Italië," zei Ceneri bijna woest. „Hij had ons bloed in zijn aderen. Zijn moeder zonderlyk. Aan te raden zou het zijn Eerst meende men, dat er slechts die leermiddelen na gebruik te ver- eenige menschen omgekomen waren, branden. Men ziet dus dat ook de school kan medewerken tot bestrijding der tuber culose. We hopen dat deze regelen hun nut mogen hebben. Dan zal al wéér iets ter bestrijding der vreeselijke ziekte gedaan ziju. Buitenland. Albaneezen hebben twee bataljons Turksche troepen aangevallen in de provincie Sukjurel. Het gevecht was zeer hevig. Aan beide zijden vielen dooden en gewonden. De Albaneezen kregen aanzienlijke versterkingen en bezetten de oevers van de Mali. In de badplaats Binz (Rügen) is Zon dag een treurig ongeluk gebeurd. Op het wandelhoofd waren meer dan dui zend menschen, die op de stoomboot wachtten. De leuning bezweek en meer dan honderd menschen vielen in zee, die grootendeels gered zijn. Over het getal slachtoffers loopen do berichten uiteen. Een middagblad spreekt van 14 dooden, terwijl een bul letin van de Lokal-Anzeiger meldt, dat reeds 21 lijken opgevischt zijn. Men vreest, dat alle dooden nog niet zijn gevonden. Het hoofd is ongeveer 600 meter lang. Zondagavond was het vol men schen, niet alleen passagiers voor de booten, maar ook wandelaars, die aan het water een luchtje schepten, en velen die naar de Duitsche oorlogschepen kwamen kijken, die bij het hoofd voor anker lagen. Toen om zes uur een boot aankwam, ontstond er bij de loopplank een groot gedrang door de passagiers, die van en aan boord kwamen. Plotseling brak een draagbalk, die eenige weken geleden eerst vernieuwd is, af. De planken van den steiger zakten over een lengte van 10 meter naar één zijde weg en ongeveer een honderdtal menschen gleden in het water. De ramp zou nog veel meer menschenlevens gekost hebben, als de vloot niet in de buurt gelegen had. Vele matrozen sprongen te water, booten werden uitgezet, reddingsgordels over boord geworpen en de dokters van de marine maakten zich verdienstelijk door bij de bewusteloozen de levensgeesten weer op te wekken, wat in de meeste gevallen ook gelukte. was een echte Italiaansche. Zij zou alles geofferd hebben voor Italië, haar fortuin, haar leven, ja zelfs haar eer." „Hoe het zijvertel mij deheele vreeselijke geschiedenis." Hij vertelde ze mij. Om een berouwheb bend man recht te laten wedervaren, vertel ik ze niet over in zijn eigen woorden. Zonder zijn toon en zijn ontroering zouden ze koel en onbewogen klinken. Hij was een mis dadiger geweest, maar niet zóó gemeen als mijn verbeelding hem had afgeschilderd. Zijn groote fout was, dat in den strijd voor de vrijheid alle wapens hem geoorloofd, alle misdaden hem vergefelijk leken. Hij en zijn zuster waren voortgesproten uit een middenstandsfamilie geen adel lijke zooals Macari beweerde. Hij had een goede opvoeding genoten en den loopbaan van geneesheer gekozen. Zijn zuster, van wie Pauline haar groote schoonheid geërfd had, leefde het leven van een gewoon Itali- aansch meisje een droeviger leven mis schien dan eenig ander, daar zij, naar het voorbeeld van haar broeder, weigerde deel te nemen aan eenigerlei feestelijkheid zoo lang de vijand in het land heerschte. On getwijfeld ware zij tot aan haar dood trouw gebleven aan haar land, ware niet de liefde in het spel gekomen. Een Engelschman, March genaamd, zag het schoone Italiaansche meisje, veroverde haar hart, en nam haar in triumf mee naar zijn eigen land. Ceneri vergaf zijn zuster dezen afval en desertie nooit geheel en al, doch haar huwelijk opende voor haar zulke schitterende voor uitzichten, dat hij er zich maar flauw tegen verzette. March was zeer rijk. Hij was een eenige zoon, dit klopte met het feit, dat Pauline, volgens Ceneri's zeggen, geen naaste bloedverwanten had van vaderszijde. Jaren lang leefden de jonge echtgenooten zeer gelukkig. Zij kregen twee kinderen, een zoon en een dochter. Toen de zoon twaalf en de dochter tien jaar oud was, stierf de maar de laatste berichten hebben deze hoop helaas niet bevestigd. Het comité voor de Alabama expe ditie, die in 1909 onder leiding van kapitein Mikkelsen naar Groenland ver trok, heeft een telegram uit Aalesund ontvangen, meldende dat kapitein Mik kelsen en de machinist Iversen, die in het midden van 1910 de overige expe ditie verlaten hadden, om dwars door Groenland te trekken en van wie men sedert dien tijd niets meer gehoord had, behouden te Aalesund zijn aangekomen. De expeditie had 't volgende verloop: Den lOden April 1910 verlieten Mik kelsen en Iversen de andere leden der expeditie op 76 graden Noorderbreedte. Zij deden een moeilijken, van tijd tot tijd levensgevaarlijken tocht over landijs naar Danmarksfjord. Hier vonden zij een bericht van Mylius Ericksen en daarmee was het hoofddoel van de expeditie bereikt. Onder vreeselijk lijden begonnen zij op den 29sten Mei 1910 den terugtocht. De honden bezweken de een na den ander. De laatste schoten ze dood en aten ze op. Mikkelsen en Iversen leden beiden vreeselijk door honger en koude. Den 29sten November bereikten zij het Skannoneiland. Hier bleven zij den heelen zomer van 1911 tevergeefs op Noorsche robben vangers wachten. Toen het voortschrijden van het jaargetijde hen alle hoop om weg te komen had doen opgeven, trokken de beide reizigers naar Shamrock, waar den 17den Juli 1912 de kotter Soe- blomsten hen vond. Te Hamburg, Lubeck en in naburige plaatsen is het Zaterdag boos weêr ge weest. Er brak een hevig onweêr los, waarbij groote hagelsteenen, van 15 tot 20 gram wegende, vielen. Te Hamburg zijn vele menschen, paarden en runderen gekwetst. Duizenden ruiten en bijna alle glazen daken en kappen zijn stuk ge hageld. Te Lubeck werden ook alle ruiten aan de zuidzijde vernield. In tuinen en velden is groote verwoesting aangericht. Op het stationsplein te Hamburg ontstond een paniek door schichtig ge worden rijtuigpaarden. Het stakingscomité te Londen heeft Zaterdagmiddag een manifest uitgevaar digd, waarin den stakers wordt aanbe volen terstond het werk te hervatten. Het manifest staat met een capitulatie gelijk, al ontkent het stakingscomité dat natuurlijk. vader. De weduwe, die in Engeland maar weinig intieme vrienden had gemaakt, en van het land alleen hield om derwille van haar man, ging terug naar haar eigen vader land en werd daar hartelijk verwelkomd door al haar oude vrienden. Men hield haar voor fabelachtig rijk. Haar man had, in den eersten gloed van zijn hartstocht, een testa ment gemaakt, waarin alles wat hij bezat, aan haar werd gemaakt. Hoewel er daarna kinderen waren gekomen, was zijn ver trouwen in haar zóó onbeperkt, dat hij geenerlei nadere beschikking had genomen betreffende zijn fortuin. En dus, met zulk een groot vermogen tot haar beschikking, werd Mevr. March door allen geëerd en gevierd. Totdat zij haar toekomstigen echtgenoot ontmoette, had zij haar broeder meer be mind dan alles ter wereld. Zijn patriottisme vond in haar een echo, zij sympathiseerde met zijn plannen en luisterde naar de woeste samenzweringen, die hij altoos weer ontwierp. Hij was een paar jaar ouder dan zij en toen zij naar Italië terugkwam, vond zij hem, uiterlijk, terug als een rustigen, hardwerkenden, slecht-betaalden geneesheer Zij verbaasde zich over de verandering in den eigenzinnigen, fantastischen, vermetelen jongen man, dien zij had achtergelaten. Eerst nadat hij zich verzekerd had, dat haar hart was blijven kloppen voor haar land, had Ceneri naar laten zien dat er onder zijn prozaïsch uiterlijk een van de knapste en sluwste geesten school, die arbeidden aan de bevrijding van Italië. Toen hernam hij al zijn overwicht. Zij bewonderde hem, vereerde hem bijna. En zij was gereed tot iedere opoffering als de tijd daar zou zijn. Wat zij gedaan zou hebben als er een beroep op haar gedaan zou zijn, is onmo- lijk te zeggen; maar er valt niet aan te twijfelen of zij zou haar fortuin besteed hebben aan de goede zaak. Daar zij stierf^ lang vóór de vrucht rijp Het stakingscomité verklaart erin, dat het tien weken lang gepoogd heeft door verzoening een eervollen vrede te verkrijgen, maar alle pogingen tot ver zoening waren afgestuit op de halsstar rige en koppige houding van de pa troons. Het manifest is mede onderteekend door het bestuur van den bond van transportarbeiders. Het stakingscomité verklaart ook, dat bepaald is, dat alle overeenkomsten van vóór de staking moeten worden gehandhaafd, maar andere leiders heb ben verklaard, dat de stakers Maandag onvoorwaardelijk het werk moeten her vatten, doch dat zij erop kunnen ver trouwen dat de patroons hun billijke grieven ernstig in overweging zullen nemen. Williams, de secretaris van den trans portarbeidersbond, heeft vanmiddag in een onderhoud met een journalist ver klaard Wij konden niet anders hande len. Wij hebben geen succes gehad, maar wij zijn toch niet verslagen. De inter nationale staking moet echter voor langen tijd worden uitgesteld. Een later bericht luidt: Zondag heeft een bijeenkomst van dertigduizend bootwerkers, lichterman- nen en matrozen eenstemmig besloten, het werk niet te hervatten, aangezien er geen waarborg is, dat de patroons zich zullen houden aan de overeen komsten van voor de staking. Er werd meegedeeld, dat er genoeg geld beschik baar was om de vrouwen en kinderen nog drie weken te voeden. Maandag zijn maar enkele stakers aan het werk gegaan. Orbell, een van de leiders van de staking, heeft gezegd, dat de staking officieel voortgezet zal worden. Zondag werd gemeld De berichten aangaande den toestand van den Keizer van Japan worden hoe langer hoe ongunstiger. De tempera tuur stijgt en de pols is snel en on regelmatig. Alle prinsen zijn ten paleize ontboden. De Kroonprins en de Keizerin zijn voortdurend in de nabijheid van den patiënt. Er zijn algemeene gebeden voorgeschreven. Het laatste bericht uit Tokio is, dat duizenden de registers ten paleize teeke nen en dat het einde elk oogenblik te verwachten is. De Times verneemt uit Petersburg: Prins Katsoera zal wegens de weinig hoop meer gevende berichten over den toestand van den Keizer, spoedig naar Tokio terugkeeren. Russische diploma- was, en haar vertrouwen in haar broeder onbegrensd was, had zij hem alles nage laten om het voor haar kinderen te beheeren. In haar laatste oogenblikken deed de ge dachte aan de besliste Engelsche neigingen van haar man, haar de belofte vergen dat beiden een Engelsche opvoeding zouden krijgen. Toen sloot zij haar oogen en de weezen waren geheel aan hun voogd over gelaten. Hij kwam haar instructies letterlijk na. Anthony en Pauline werden naar Engelsche scholen gezonden; doch daar zij in hun vaders land geen vrienden hadden en alle oude vrienden uit het oog verloren waren gedurende hun moeders verblijf in Italië, werden de vacanties in Italië doorgebracht. Zoo groeiden zij op als Italianen en als Engelschen tegelijk. Ceneri beheerde hun vermogen zorgvuldig en als zakenman. On getwijfeld was zijn eerlijkheid in zooverre boven allen twijfel verheven. Toen brak het lang verwachte oogenblik aanDe groote slag moest geslagen worden. Ceneri, die zich buiten de kleine, mislukte samenzweringen gehouden had, voelde dat hij nu voor zijn land alles moest doen wat hij kon. Hij begroette met vreugde den komenden man. Hij wist dat Garibaldi de redder zou worden van zijn verdrukt vader land. De eerste stap was gedaan en met succes. De tijd om te handelen en ook de man van het oogenblik was d&ar. Helpers stroomden bij duizenden naar het tooneel van den oorlog, maar het groote geroep was „Geldl" Geld moest er zijn voor wapens en ammunitie geld voor voorraad, voor eten en kleeren geld voor alles en nog watl Zij, die den zenuw van den oorlog ver schaften, zouden de ware bevrijders van hun land worden. DOOR (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1912 | | pagina 1