Hel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommeterwaard.
Teruggeroepen.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3173. Zaterdag 3 Augustus.
FEUILLETON.
1912.
^Au-3 VAN ALTEN/ -
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7 7, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
't Is zomer en prachtig zonneweer
meestal.
Men kan genieten buiten in de heer
lijke natuur.
En nu 't zomer is en we telkens
mooi weer hebben, zeggen en herhalen
we 't maar iederen dag weeraande
zomer wint het toch maar van alle
andere jaargetijden.
Dat die andere jaargetijden óók hun
schoons ons bieden, daar denken we nu
niet aan.
't Is nu zomer, en wat die ons biedt,
daaraan denken we nu alleen.
En ze biedt ons zooveel werkelijk
schoons
't Is nu zomer en we zouden het
willen hebben over de hertst en den
winter!
Zal men 't willen lezen?
Zal men in deze prachtige zomer
dagen, waar we allen zoo van houden,
willen lezen van den guren herfst en
den vinnig-kouden winter?
We weten 't niet, maar we hopen
dat men ons artikel niet ongelezen laten
zal
Slechts voor enkele oogenblikken
vragen we uw aandacht!
Met den herfst en den winter komen
ook de lange avonden, de avonden,
waarop de lamp vroeg wordt aange
stoken.
Voor de een zijn die avonden tijden
van verveling, voor den ander, die ze
met de een of andere aangename bezig
heid weet door te brengen, niet.
Zulke lange winteravonden wordt er
veel gelezen.
Zoo lezend kunnen de avonden aan
genaam worden doorgebracht.
Maar welk soort lectuur wordt dan
vaak gebruikt?
Niet van de beste veelal.
De dubbeltjes-sensatieromans (Buf
falo Bills, Nick Carters enz.) worden
de een na den ander verslonden.
Hoe schadeiyk die prikkelende lectuur
voor velen is, behoeven wij hier niet
te zeggen.
De Maatschappij tot Nut van 't Al
gemeen heeft er iets op bedacht om de
lange avonden voor velen niet meer
„die vervelende lange winteravonden"
te doen zijn.
't Lezen vindt ze een goede tijd-
HUGH CONWAY.
(31
Waarom zou hij aarzelen? Als zijn zuster
nog leefde, had zij immers alles wat zij
bezat opgeofferd, evengoed als zij óók haar
leven zou hebben gegeven? Waren haar
kinderen geen halve Italianen? De zaak der
vrijheid hing af van een kleinigheid als
trouwbreuk.
Op een paar duizend pond na, maakte
hij de heele erfenis der weezen te gelde en
offerde dat op. Duizenden en duizenden
legde hij in de naar hem uitgestrekte han
den. De groote som werd uitgegeven voor
het allernoodigste en Ceneri beweerde dat
hij door die tijdige hulp Italië had vrijge
maakt. En misschien was dat ook zoo
wie zal het zeggen?
Later werden hem titels en eereposten
aangeboden als belooning voor zijn geheime
diensten. Dat hij die alle afsloeg, gaf mij
een betere gedachte van den man. Misschien
zeide zijn geweten hem dat hij niet zijn
eigen geld uitgegeven had. Hoe het zij, hij
bleef dezelfde Dr. Ceneri en brak met zijn
oude leiders en vrienden, toen hij zag dat
Italië een koninkrijk werd en geen republiek.
Hij had, zooals ik zeide, een paar duizend
pond bewaard. De knaap en het meisje
groeiden op en hun oom dacht dat hij ge
noeg over had gehouden om hun opvoeding
te voltooien en zijn eerste stappen in het
leger te verzekeren. Pauline beloofde zóó
schoon te zullen worden dat hij om ha&r
toekomst niet bekommerd was. Maar met
korting, maar ze wil den menschen
degelijke lectuur doen lezen: geen prik
kellectuur, maar betere werken:
Reeds vier jaren achtereen heeft de
M. t. N. v. 't A. alle najaren biblio- j
theken, z.g. „reizende bibliotheken" naar
alle oorden van ons land verzonden.
Die bibliotheken bestaan uit een hon-'
derdtal zorgvuldig gekozen boeken, als:
romans, werken voor de jeugd, popu-
I lair wetenschappelijke werken en enkele
I werken van algemeenen aard. Dus voor
elk wat wils.
Alle plaatsen, waar gelegenheid tot
het verkrijgen van goede lectuur ont-
breekt, kunnen voor de vestiging van
zoo'n reizende bibliotheek in aanmer
king komen. Het is dus geenszins noo-
dig dat er in die plaatsen een depar
tement der maatschappij beslaat. De
maatschappij heeft liefst, dat de aan
vrage tot de vestiging van zoo'n biblio
theek in een plaats geschiedt door een
der notabele ingezetenen, liefst met
aanduiding van iemand, die bereid zal
zijn als boekbeheerder te fungeeren.
Is zoo'n aanvrage geschied, dan wordt
in de maand October de bibliotheek
toegezonden, met de daarbij behoorexide
administratieve formulieren. De toezen
ding geschiedt geheel kosteloos. Yau
de lezers wordt echter een leesgeld van
1 cent per boek gevorderd, wat even
wel natuurlijk voor niemand een be
zwaar kan zijn. In het aanstaand na
jaar zullen 95 zulke bibliotheken ver
zonden kunnen worden. Mocht het aan
tal aanvragen nu het aantal beschik
bare bibliotheken overtreffen, dan zul
len ze bij loting worden toebedeeld.
In dit geval zullen evenwel de oude
afdeelingen in den regel voorgaan.
Zooals gezegd, worden ze in October
verzonden in de maand Mei worden
ze weer terug verwacht.
Hoezeer deze instelling aller wege in
den smaak valt, blijkt het best uit de
groote uitbreiding, die ze in enkele jaren
gekregen heeft. Terwijl toch den eer
sten winter, nu vijfjaren geleden, slechts
25 bibliotheken werden uitgezonden,
zullen, zooals straks ook reeds gezegd,
in het aanstaand najaar 95 bibliotheken
ter verzending gereed staan.
Plaatsen, die van deze instelling willen
profiteeren, zullen zich vóór den 15
Augustus a.s. moeten wenden tot de
commissie van de reizende bibliotheken,
zetelend te Amsterdam in het Nuts-
gebouw, N. Z. Voorburgwal 212. Zoo-
als we eerder schreven, is het wensche-
dat de aanvrage geschiedt door een der
notabele ingezetenen, liefst met aan
duiding van iemand, die bereid zal zijn
als boekbeheerder te fungeeren.
We achten, wat de M. t. N. v. 't A.
met die bibliotheken wil doen, zóó goed
en zóó nuttig, dat we meenden de
maatschappij te moeten helpen en aan
haar instelling meer bekendheid te geven.
Buitenland.
Anthony die een wilde, koppige jongen was
geworden was dat een andere zaak.
Ceneri was besloten om, zoodra de jonge
den mannelijken leeftijd bereikt had, hem
te vertellen hoe het geld uitgegeven was,
hem vergiffenis te vragen en zoo noodig de
straf te dragen voor zijn misstap. Doch
zoolang er nog geld was, stelde hij dat uit.
Al legde de jonge man geen symphatie aan
den dag voor de plannen en den vrijheids
kamp van zijn oom, hij geloofde onbepaald
in diens eerlijkheid. Daar hij zeker wist
dat hij bij zijn meerderjarigheid in het
bezit zou komen van een prachtige erfenis,
gaf hij onbekommerd geld uit, zoodat Ceneri
al spoedig het eind van zijn reservefonds
zag naderen. Zoolang hij nog geld in handen
had om aan Anthony's eischen te voldoen,
stelde hij zijn bekentenis uit.
Het denkbeeld, dat Macari met mijn hulp
had pogen te verwezenlijken, n.l. een beroep
te doen op de Italiaansche regeering om
iets terug te krijgen van de voor haar uitge
geven sommen, had zich ook aan hem op
gedrongen, doch om het uit te kunnen
voeren, was het noodig om eerst zijn neef
in kennis te stellen van het gebeurde
het request moest in zijn naam ingediend
worden.
Toen de onvermijdelijke bekentenis al
nader en nader kwam, schrikte hij er steeds
meer voor terug. Hij had Anthony's karakter
bestudeerd en wist zeker dat, wanneer deze
de waarheid kende, zijn eenigste wensch
zou zijn wraak te nemen op den trouweloo-
zen voogd. Ceneri zag in het verschiet niets
dan een welverdiende gevangenisstraf. Indien
de Engelsche wet geen vat op hem had,
dan zou men die van zijn eigen land tegen
hem in kunnen roepen.
Het leek mij toe dat hij tot zoover niets
gedaan had, waarvan zijn patriottische ge
voelens hem niet konden vrijspreken; doch
Woensdagochtend zijn eraan de haven
van Londen op verschillende punten
ernstige opstootjes geweest. Drie man
nen zijn door revolverkogels ernstig
gewond.
De ongeregeldheden aan de haven
zijn een gevolg van aanvallen van ge
wezen stakers op niet-leden van vak-
vereenigingen. Men heeft met steenen
geworpen en knuppels en revolvers ge
bruikt. Velen zijn door steenworpen ge
kwetst. De politie heeft er menigmalen
met den stok op ingeslagen. Het doel
van de aanvallen schijnt te zijn om de
vrije arbeiders weg te jagen.
Te New-York is de commissaris van
politie Becker gearresteerd in zake den
moord op den speelholhouder Rosenthal.
De arrestatie is gedaan naar aanlei
ding van volledige bekentenissen, af
gelegd door Jack Rose, Webber en
Harry Vardon, drie ongunstig bekend
staande individuen. Rosenthal had be
weerd, dat de politieman Becker gelde
lijk geïnteresseerd was bij het speelhol,
door hem, Rosenthal, gedreven. Becker
had toen aan Webber en Vallon, over
wien hij macht bezat, te verstaan ge
geven, dat Rosenthal moest „verdwij
nen" en dat anders Webber en Vallon
zouden worden opgepakt. De beide man
nen hadden toen de eigenlijke moorde
naars opgescharreld. Zoowel Webber
als Vallon erkenden, dat de New-York-
sche speelholhouders Beckers beschouw
den als den machtigsten man onder de
commissarissen van politie met wie zij
te maken hadden. Die speelhuisexploi-
tanten betaalden dan ook groote sommen
aan Becker voor diens clandestienen
steun. Ook andere politie mannen zijn
door de onthullingen van Vallon en
Webber gecompromitteerd.
Becker toonde zich uiterst verbaasd
toen hij in hechtenis genomen werd.
Hij wordt beschuldigd van „moord in
den eersten graad".
De Köln. Ztg. bevat nog uitvoerige
nadere bijzonderheden over het Rosen-
thal-schandaal, waaraan het volgende
ontleend isDe advocaat van den ge
detineerden Jack Sullivan die een
nu rees in hem steeds sterker het verlangen
op zich te vrijwaren voor straf en hij besloot
de gevolgen van zijn daad te ontloopen.
Hij had nooit veel gevoeld voor de beide
kinderen. Ongetwijfeld waren zij hem steeds
voorgekomen als twee benadeelde onmon-
digen, die eenmaal rekenschap van hem
zouden vragen. Zij leken te veel op hun
vader dan dat hij zich sterk tot hen aan
getrokken zou gevoelen. Hij misprees An
thony's onbezorgd leven, een leven zonder
doel of eerzucht, en vergeleek dat met het
zijne. Hij geloofde oprecht dat hij goed
werk verrichtte in de wereld, dat zijn com
plotten en samenzweringen de komst der
vrijheid op aarde verhaastten. In dien
duisteren, geheimen kring was hg een ge-
eerd persoon. Werd hij ten val gebracht en
gevangen gezet, dan was zijn levensdoel
gemist. Had hij dan niet het recht zijn eigen
hooge doel te doen opwegen tegen het vlin
derleven van zijn neef?
Zoo redeneerde hij en overtuigde zichzelf
dat in het belang der menschheid, hem
ongeveer alles geoorloofd was om zichzelf
te redden.
Anthony March was nu twee en twintig
jaar. Hij vertrouwde zijn oom, was zorgeloos
en onbekommerd; zoolang zijn vragen om
geld ingewilligd werden, had hij tot dus
verre, de verontschuldigingen aanvaard voor
het nog niet in orde maken zijner zaken.
Of hij echter ten slotte argwaan gekregen
had of niet, zeker was, dat hij een anderen
toon was gaan aanslaan en erop aange
drongen had, dat zijn fortuin hem ter hand
gesteld zou worden. Ceneri, die in dien tijd
voor zijn geheimzinnige plannen ia Londen
moest zijn, stelde hem tevreden met de
verzekering, dat hij gedurende zijn verblijf
aldaar, alles zou ophelderen.
Deze opheldering moest nn ook inderdaad
gegeven worden, daar Anthony's laatste
tusschenpersoon was tusscben Becker
en de speelhuisexploitanten maakte
bekend, dat Sullivan bereid was alles
te bekennen en dat zijn onthullingen
nog sensationeeler zouden zijn dan die
der andere medeplichtigen en beklaag
den.
Rose, Webber en Vallon, die reeds
geklapt hebben, hebben ook de namen
meegedeeld van de moordenaars, van
wie er een geknipt is. Rose heeft ver
teld wat hij wist, zoodra hij tot de over
tuiging geraakte, dat Becker niet meer
de macht bezat, hem de hand boven
het hoofd te houden.
Den ambtenaar van het O. M. deelde
hij mede, dat hij wel alles wilde ver
tellen, maar dat hij dan beschermd
moest worden en dat zijn familie onder
stand moest ontvangen, voor het geval
dat hg vermoord werd. Reeds zes weken
tevoren had Becker hem, Rose, verteld
„dat die hond van een Rosenthal te
veel spektakel maakte. Hij (Becker)
was in het politiecorps almachtig en
niemand zou voor de verwijdering van
Rosenthal worden lastig gevallen."
Rose had zich daarop in contact ge
steld met zekeren Zelig, den hoofdman
van een bende boeven, die juist ver
volgd werd wegens het dragen van ver
boden wapenen. Toen Rose aan Zelig
verteld had, dat hij ongemoeid zou
worden gelaten, was het gemakkelijk,
hem voor het plan van den moord op
Rosenthal te winnen.
Na den moord telefoneerde Rose met
Becker, die zeide: „Wees maar onbe
zorgd ik bescherm u."
De speler Webber verklaarde, dat hij
maandelijks 125 pond aan Becker af
droeg. Webber is doodsbenauwd, dat hij
zal worden uit den weg geruimd.
Rose is niet bij den moord tegen
woordig geweest. Wèl heeft hij de moor
denaars uitgekozen en ook hoorde hij
de schoten, want hij was in de buurt.
Whitman, de ambtenaar van het
O. M. die belast is met het bijeenbren
gen van het bezwarend materiaal tegen
de moordenaars van Rosental en de
aanstichters en medeplichtigen aan de
misdaad, heeft een belangrijke beëedigde
verklaring van den medeplichtige Rose
weten te verkrijgen. Daarin verklaart
Rose, dat de steekpenningen welke de
New-Yorksche politie jaarlijks opstreek
van de speelholhouders en de exploi
tanten van andere bedenkelijke gelegen
heden een bedrag van 6.000.000 gulden
'sjaars beliep. Dat sommetje werd in
gelijke parten gedeeld door drie politie
ambtenaren en één burgerlijk ambtenaar.
Naar luid van een bekentenis van
Webber hebben de moordenaars van
Rosenthal een belooning van 4800 gul
den in hun zak gestoken.
De in hechtenis gestelde luitenant
3ecker, tracht zich nu uit zijn netelige
positie te redden, door het voor te
stellen of hij eigenlijk het slachtoffer
is van een complot van zijn superieuren,
die van hem een zondebok willen maken,
eneinde zelf buiten schot te blijven.
Je vrienden van Becker dringen er
crachtig bij hem op aan om alles te
vertellen wat hg weet en dus getuige
e worden voor de beschuldiging.
De New-Yorksche pers volgt den loop
van de onthullingen in de schandaal
zaak met groote opmerkzaamheid. De
jladen prijzen de kracht, waarmede
Whitman het onderzoek heeft aange
vat en doorzeten zij veroordeelt scherp
de houding van politie en burgemeester.
De New-York American schrijft
„De bewijzen voor het bestaan van
een enorm schandaal zijn aan het dag-
ieht gebracht, ten spijt van de onver
schilligheid en tegenwerking van den
jurgemeester en van de politiezij
zijn uitsluitend onthuld door de on
versaagdheid, bekwaamheid en kracht
dadigheid van den ambtenaar van het
O. M., die, indien het mogelijk zal
dijken, door de stad zal worden geëerd 1"
Dinsdag is te New-York weer de
ïouder van een speelhuis, zekere Dante,
Dij een gevecht in zijne inrichting ge
dood, terwijl twee anderen uit wraak
zwaar gewond werden door vrienden
van Dago Frank, een der moordenaars
van Rosenthal.
eischen het restant van zijn vaders vermogen
tot bijna niemendal hadden teruggebracht.
En nu Macari's aandeel in de zaak. Hij
was jarenlang een nuttig en vertrouwd
helper van Ceneri geweest, doch waarschijn
lijk niet bezield door diens lofwaardige en
onzelfzuchtige bedoelingen. Het bleek dat
hij in samenzweringen gedaan had, als in
een of ander handelsartikel: om er geld
imee te verdienen. Het feit, dat buiten twijtel
vaststond, dat hij n.l. dapper gestreden en
zich onderscheiden had op het slagveld, mag
op rekening gesteld worden van 's mans
aangeboren woestheid.
Daar hij betrokken was in alle samen
zweringen van Ceneri, was hij vaak bij hem
aan huis en zoodoende had hij dikwijls
gelegenheid Pauline te zien. Hij werd op
haar verliefd toen zij nog maar een jong
meisje was en deed zijn uiterste best om
haar hart te winnen. Voor haar was hij
zacht en lief. Zij had geen reden om hem
te wantrouwen, maar weigerde toch ten
slotte zijn liefde te beantwoorden. Hij bleef
haar bij tusschenpoozen jarenlang naloopen
en men moest den man nageven dat hij de
volharding zelf was. Telkens en telkens
weer zeide Pauline hem, dat zijn moeite
vergeefsch was, doch telkens weer her
nieuwde hij zijn pogen.
Ceneri moedigde hem niet aan. Hij wilde
hem niet beleedigen, en toen hij zag dat
het meisje tegen zijn vleitaal bestand was,
liet hij de zaak op haar beloop, in de hoop
dat Macari het spel eindelijk wel moede
zou worden. Hij geloofde dat Macari niet
naar Pauline's hand dong omderwille van
het geld, dat haar eenmaal zou toebehooren
want hij wist welke groote sommen Ceneri
voor de zaak van Italië had geofferd en kon
wel gissen, waar die vandaan kwamen.
Pauline bleef op school tot zij ongeveer
1 negentien jaar was en vertoefde toen met
De Belgische ingenieur Van Goeten
en zijn zuster bestegen Maandag een
berg van de Belle Donne-groep in Dau-
phiné. Op den terugweg te 2 uur 's mid
dags trokken zij over den Donenon-
gletseher. De dame gleed uit en zou in
den afgrond zijn gestort, wanneer het
baar broer niet gelukt ware, haar op
het laatste oogenblik aan de rokken te
grijpen en vast te houden. Vergeefs
riepen zij om hulp. Een heer die hen
vergezelde en geen kans zag om de
tusschen hemel en aarde hangende dame
te helpen ophalen, ging weg om hulp
te halen. Deze kwam eerst om 10 uur
's avonds. Tot dat oogenblik, dus 8 uur
lang, hield de ingenieur zijn zuster
vast boven den afgrond. De jonge dame
was bewusteloos. Toen men eindelijk
den heer Van Goeten van zijn last be
vrijdde zakte ook hij ineen. Zijn zuster
werd naar een ziekenhuis gebracht, waar
zij bewusteloos ligt. Men vreest dat zij
een schedelbreuk heeft gekregen en dat
haar broeder van angst krankzinnig zal
worden.
Van de personen, die bij het bezwijken
van een landhoofd te Binz, op het
eiland Rügen, in de Oostzee vielen,
haar oom twee jaren in Italië. Dat was een
saai leven voor het meisje en zij verlangde
zichtbaar naar Engeland terug. Hoewel zij
hsar broeder maar zelden ontmoette, was
zij toch hartstochtelij k aan hem gehecht en
het deed haar veel genoegen, toen Ceneri
haar zeide, dat hij een pooslang voor zaken
te Londen moest zijn en zij met hem mee-
mocht. Zij werd Macari's indringerigheid
moe en verlangde daarenboven haar broeder
weer te zien.
Om zijn politieke vrienden op ieder uur
van den dag of van den nacht te kunnen
ontvangen, huurde Ceneri voor enkele weken
een gemeubileerd huis. Het deed Pauline
zeer onaangenaam aan, te zien dat een
hunner eerste bezoekers Macari was. Ceneri
kon hem zóó slecht missen, dat hij bij hem
kwam wonen in Horacestreet. Daar de oude
Teresa, de dienstmeid van Ceneri, eveneens
meegekomen was en voor hen zorgde, was
de reis voor Pauline geen groote verandering.
Nog steeds vervolgde Macari het meisje
zonder succes. Bijna wanhopig, vormde hij
ten slotte het plan om haar broeder voor
zijn oogmerk te winnen. Zijn idee was dat
Pauline's liefde voor Anthony haar iederen
wensch van haar broeder zou doen inwil
ligen. Hij was geen bijzonder goede vriend
van den jongen man, doch daar hij hen
eens een grooten dienst bewezen had, meen
de hij het recht te hebben hem een gunst
te vragen. Daar hij wist dat broeder noch
zuster een cent bezaten, aarzelde hij nog
minder om dien stap te doen.
Hij zocht Anthony op en droeg zijn
wensch voor. Anthony, die een trotsch, aan
matigend en niet heel beminnelijk jong-
mensch geweest moest zijn, lachte eenvoudig
om zijn onbeschaamdheid en vroeg hem weg
te gaan. De arme jongen vermoedde niet
wat die lach hem kosten zou!
iiimmti
DOOR
(Wordt vervolgd.')