Het Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Teruggeroepen.
.Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden,
No. 31 S3. W oensdag 2S Augustus.
DE INVOERRECHTEN.
FEUILLETON.
lANB VAN ALTE^
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1912.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7 V» c^* Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Naar alle waarschijnlijkheid zal nu
weldra het oogenblik aanbreken, waar
op de vóór haar geboorte reeds be
ruchte tariefwet bij de Staten-Gene-
raal in behandeling zal komen.
Zooals bekend is, beoogt de regee
ring met deze wet, die een nieuw tariei
bevat der rechten op sommige uit het
buitenland ingevoerde goederen, een
aanmerkelijke stijging der staatsinkom
sten, in ieder geval met verscheidene
millioenen per jaar, teneinde daaruit
de kosten der nog te maken verzeke
ringswetten, ziekte-, ouderdoms- en in
validiteitsverzekering te bestrijden.
Het is eveneens bekend dat in deze
zaak het land om zoo te zeggen in
twee kampen verdeeld is, en de tarief-
wet door sommigen even fel bestreden
als zij door anderen warm verdedigd
wordt.
Voor ons, die ons in den eigenlijken
politieken strijd niet mengen, is na
tuurlijk alleen van beteekenis de strek
king der wet en hare waarschijnlijke
gevolgen, die wij, nu de zaak na zoo
vele jaren eindelijk eens tot eene be
slissing zal komen, nog wel eens voor
onze lezers duidelijk mogelijk maken,
in zooverre ten minste als dit noodig
is. Het is toch voor ieder, duidelijk,
dat het om geld, zelfs om veel geld te
doen is en dat dit geld op de eene of
andere wijze moet worden betaald of
opgebracht.
Waar het geld er wezen moet en
de regeering van geene andere uitbrei
ding of verhooging van bestaande be
lastingen heil verwachtte, daar was het
slechts de vraag, hoe de zoogenaamde
tarieven moeten worden ingericht en
daarbij heeft de bedoeling voorgezeten
om, waar in het buitenland hetzelfde
wordt gedaan en er geen uitzicht be
staat dat men ddór binnen afzienbaren
tijd tot het stelsel van den vrijen han
del bekeerd wordt, zonder de vreemde
concurrentie te weren, aan de binnen-
landsche voortbrenging tegenover die
concurrentie eenigen steun te verleenen.
De regeering heeft voor de keus ge
staan om het tegenwoordige stelsel van
betrekkelijk vrijen handel te handhaven
of, waar haast in alle bonden hooge
uitvoerrechten worden geheven, zich
HUGH CONWAY.
(38
Zelfs al herinnerde Pauline zich niets
van ons vreemd gewaagd huwelijk, niets
van het samenleven, dat daarop gevolgd
was, zij moest toch bemerken dat zij na
die tusschenpoos van vergetelheid als 't ware
onder mijn hoede gekomen was, bemerken
dat ik al de tragische bijzonderheden wist
van den moord op haar broeder en dat ik
nu teruggekomen was van een duizenden
mijlen lange reis, die ik juist ondernomen
had om al die droeve bijzonderheden te
weten te komen. En al kon zij er zich nog
geen rekenschap van geven, zij moest nu
de waarheid toch al kennen.
Dat zij den ring aan haar vinger hield
was een bewijs dat zij zich neerlegde bij
het feit, dat zij een getrouwde vrouw was.
En wie anders dan ik kon haar echtgenoot
zijn?
Ja, ik kon uit al deze dingen niets anders
opmaken dan dat zij tot de juiste slotsom
gekomen was en het uur brak aan, waarop
ik zou te weten komen of die slotsom haar
vreugde of leed gebracht had.
Morgen wilde ik haar alles vertellen.
Morgen wilde ik haar zeggen op welke
vreemde wijze onze levens aaneengeklonken
waren. Ik zou om haar liefde smeeken,
hartstochtelijker dan ooit een man daarom
gesmeekt had.
Ik zou haar bewijzen dat ik volmaakt
argeloos de dupe was geworden van Ceneri
hoe volkomen verantwoord ik geweest
was toen ik met haar trouwde.
Daar het een kalme, warme avond was,
was haar venster van boven open. Vóór ik
wegging, schoot my iets te binnen. Ik plukte
daartegen door een gelijk stelsel van
inkomende rechten te weren, door het
belasten inzonderheid van zulke buiten-
landsche artikelen, die ook hier te
lande worden voortgebracht of gefabri
ceerd.
Wanneer er geen stelsel van be
schermende rechten in het beginsel van
den vrijen handel weer overal mocht
worden toegepast, dan zou de regeering
er zeker niet aan gedacht hebben om
tot beschermende rechten haar toevlucht
te nemen; waaruit vanzelf volgt, dat
de vrije handel altijd te verkiezen is,
ook omdat het tegenovergestelde aan-
leiding geeft tot een zeer uitgebreide1
en kostbare administratie en desniet
tegenstaande de smokkelhandel toch niet
geheel kan worden geweerd.
Het is echter een feit, dat er indus-
triëelen in ons land zijn, welker bloei
door de buitenlandsche beschermende
stelsels wordt verhinderd. Het is dan
natuurlijk alleen de vraag of de voor-
deelen, door den meerderen bloei dier
industriëen voor het algemeen afge
worpen, zullen opwegen tegen het aan
deel in de millioenen inkomende rech
ten, door ons volk zelf betaald. Eer
lijke voor- en tegenstanders geven toe,
dat* de gevolgen der wet niet met zeker
heid te voorspellen zijn, hetgeen op
zich zelf zeker geen aanbeveling is, al
moet erkend worden dat door de wet
het beschermend stelsel niet terstond een
buitensporig karakter zal aannemen.
Het is echter zeer wel voor geleidelijke
uitbreiding vatbaar en velen vreezen
daarvoor.
Men mag zonder bezwaar aanemen
dat de buitenlandsche fabrikant om zijn
omzet niet te verliezen, zijn prijzen niet
met het geheele invoerrecht verhoogen
zal. De kleinhandel en de verbruikers
zullen in ieder geval het overige moe
ten betalen en een zeer natuurlijk ge
volg is de stijging van den prijs der
producten in het algemeen, zonder dat
er die mindere welvaart tegenover staat,
die het gevolg is van indirectie ont
wikkeling van de nijverheid, bevorde
ring van den nationalen arbeid, uit
breiding der middelen van verkeer, enz.
Dat de verhooging van belasting, die
dus in ieder geval uit den maatregel
moet voortvloeien, bezwarend is in een
tijd van groote duurte, kan allerminst
worden ontkend.
Het uitspreken van een beslist oordeel
over deze zaak is uiterst moeilijk en
dit is des te moeilijker, wijl zooveel
afhangt van persoonlijke meeningen en
inzichten en men omtrent de meerdere
of mindere wenschelijkheid van bijna
elk der bijzondere artikelen van het
tarief, in gevoelen kan verschillen.
Dit is gemakkelijk met een voorbeeld
op te helderen.
Rechten worden voorgesteld op den
invoer van versche vruchten, omdat die j
hier te lande veel worden geteeld. De
invoer moet dus worden tegengegaan.
Meer dan dertig millioen kilogram
versche vruchten worden bij ons per
jaar naar het buitenland uitgevoerd.
Maar is dit dan zoo wenschelijk? Dit
is een feit, dat de teelders inplaats van
hun kracht te zoeken in uitbreiding van
de teelt, liever aansturen op zeer hooge
buitenlandsche prijzen. Dat is veel ge-1
makkelijker en toch even voordeelig.
Maar wat volgt er uit? Dat wij Hol
landers, die versche vruchten eten, het
gelag kunnen betalen. Ook de binnen-
landsche markt is duur en het is zelfs
wel voorgekomen, in slechte jaren, zoo- j
als in 1911, dat er in sommige streken
van ons land geen groente te bekomen
was. Wat er nog was ging tegen hooge
prijzen naar het buitenland en nu gaat
men, door de heffing van invoerrechten I
op plantaardige voortbrengselen, derge-
lijke ongezonde toestanden bestendigen
De regeering meent dat er in ons
land zoo overmatig veel wordt uitge
voerd, omdat er zoo óvermatig veel ge
teeld wordt; maar dit is onjuist. Er kon
nog oneindig veel meer geteeld worden
ten nutte van de binnenlandsche ver
bruikers; doch daarom is het den teeler-
verzender niet te doenwel om dezelfde
verdiensten voor minder arbeid te ge
nieten; een vrij natuurlijk streven, maar
dat het algemeen belang niet ten goede
komt.
Met nadruk is van verschillende zijden
betoogd, dat de zoogenaamde kleine
man onevenredig ved in deze indirecte
belasting zal bijdragen. Dit is wel be
streden met de opmerking dat het buiten
land een belangrijk deel der rechten
voor zijn rekening zal nemen, doch men
mag hierbij naar onze meening toch
niet voorbijzien, dat de kleine man
altijd het meest betaalt, omdat hij de
minste draagkracht heeft. En nu is wel
door de voorstanders dezer tariefher
vorming betoogd, dat eene algemeene
prijsstijging van de voortbrengselen der
beschermde industrie er niet het ge
volg van zal zijn; maar het werd toch
aan den anderen kant toegegeven dat
in den eersten tijd de prijzen wel eenige
verhooging zullen ondergaan en dat
uiteraard een zekere tijd noodig zal
wezen om de binnenlandsche industrie
tot volle ontwikkeling te laten komen.
Daartegen wordt verwacht dat, naar
mate de industrie door de bescherming
krachtiger zal worden,"iets wat lang
niet algemeen wordt toegegeven, onder
den invloed van onderlinge concurrentie
de prijzen gaandeweg weer zullen te-
rugkeeren tot het peil, ja misschien
zelfs daar beneden zullen dalen.
Hier moeten wij echter opmerken
dat dit geheel in strijd is met de dage-
lijksche ervaring. Wat eenmaal verhoogd
is wordt zelden meer verlaagd. Doet
dit laatste verschijnsel zich voor, dan
is inderdaad slechts sprake van eene
uitzondering.
Htaitenlfibnd.
Men denkt dat Klotach, de man, die
de Schafhausensche Bank te Berlijn
voor 120,000 mark bestolen heeft (van
welk bedrag men, gelijk we hebben ge
meld, 70,000 mark terug heeft gekregen)
nog 40,000 mark ergens verstopt heeft
om ze na het uitzitten van zijn straf
terug te halen. Men heeft over die som
niets naders uit hem kunnen krijgen.
Men is te weten gekomen, wie de
bedrijver van de moorden te Eastbourne
eigenlijk is. Hij heet Money en heeft,
zoover men weet, nooit gediend. Hij
heeft een handelszaak gehad. Zijn fa
milie hoorde den laatsten tijd weinig
of niets van hem en wist niet, dat hij
leefde onder den naam Murray, noch
dat hij getrouwd was.
In 1905 is een zuster van hem dood
gevonden in de Merstham-tunnel. De
jury van den lijkschouwer kon destijds
niet beslissen of zij uit den trein was
geworpen of er bij ongeluk uitgevallen.
Een hevige brand heeft Zondag in
het Theater Des Westens te Charlotten-
burg gewoed. Niettegenstaande de brand
weer onmiddellijk oprukte met al het
beschikbare materiaal, is het te danken
aan het uitnemende functioneeren van
de regenapparaten en het nederlaten
van het ijzeren brandscherm, dat het
vuur beperkt bleef tot het tooneel, dat
echter volkomen is uitgebrand. Alleen
de voorste rijen stalles en de hoek loges
kregen water- en brandschade. Verbrand
zijn de déoors voor de operetten Schone
Helena, Geschiedene Frau, Walzertraum,
Wiener Blut en Goldene Leichtsinnig-
keit, waarvan de première 13 September
zou plaats hebben. De schade is door
verzekering gedekt en wordt op 300,000
mark geschat. De oorzaak wordt toe
geschreven aan brandstichting.
Het theater zal waarschijnlijk dit ge
heele jaar gesloten mogen blijven. Het
is nog niet bekend op welke wijze de
directeur Monti trachten zal zijn per
soneel, bestaande uit 170 menschen,
werk te verschaffen.
Er zijn in Duitschland in een week
tijds veertien personen gestorven ten
gevolge van het eten van vergiftige
paddestoelen. Verscheiden liggen er nog
zwaar ziek.
Volgens een Noorschblad, heeft zekere
David Höyer te Kristiania, na ruim
vier jaar zoekens, een vliegtuig samen
gesteld, dat door beweging van de
vleugels zich op slag in de lucht ver
heft. Is het eenmaal boven dan worden
*fie vleugels vastgezet en wordt het een
gewoon vliegtuig. Een medewerker van
het Noorsche blad heeft een model het
kunststuk zien verrichten.
Het nationale congres te Sofia heeft
een besluit aangenomen, waarin het de
Bulgaarsche regeering uitnoodigt, het
geheele leger op de been te brengen
.en van de mogendheden autonomie voor
Macedonië en het wilajet Adrianopel
te verlangen.
Een later bericht uit Sofia luidt:
Het Macedonisch-Bulgaarsche natio
nale congres, dat Zondag hier gehouden
werd, is een uitdrukkelijke betooging
voor een oorlog van Bulgarije ten gunste
van Macedonië geworden. Alle gedele
geerden der 12 bestuursdistricten ver
klaarden, dat de natie den oorlog wil
en dat de Macedonische kwestie alleen
door het optreden van het vierhonderd
duizend man sterke Bulgaarsche leger
opgelost kan worden. Eenige sprekers
vielen koning Ferdinand aan als een
vermoedelijke sta-in-den-weg van zulk
een optreden.
In regeeringskringen is een gedrukte
stemming te bemerken, want de Rus
sische regeering heeft zich afkeurend
uitgelaten over het streven van het
Bulgaarsche kabinet naar een autonoom
bestuur in Macedonië.
een roos in den tuin en beproefde die door lijke
het open raam te werpen. Zij zou die
bloem dan morgenochtend vinden en, raden- J
de van wien ze kwam, haar misschien dra
gen. En dat zou alleen een goed voorteeken
zijn.
Het was gelukkig ochtend geworden. Ik
stond op met hoop in 't hart en lachte om
van verderen- uitleg sparen. Kon ik
zoo sterk zijn, dan ware stellig het beste,
dat ik haar zoo spoedig mogelijk verliet
om nooit meer terug te keeren.
Hoe somber en moecfeloos deze ontdekking
mij ook maakte, merkte ik toch weldra een
groote verandering op in Pauline. Zij was
niet meer dezelfde. Er was iets tusschen
mijn angst van den vorigen avond. Zoo ons gekomen, iets wat het vroegere vriend-
vroeg als ik maar kon verwachten Pauline schappelijke gekeuvel totaal onmogelijk
aan te treffen, ging ik haar opzoeken. Zij maakte, en ons gesprek weinig meer dan
was juist uitgegaan. Ik informeerde welken een wisseling van beleefdheden deed zijn.
weg zij ingeslagen had en ging haar na. Schuwheid en terughouding spraken nu uit
Ik haalde haar in, terwijl zij met gebogen ieder woord, ieder gebaar misschien bij
hoofd langzaam voortwandelde. Zij groette mij eveneens. Wij brachten, zooals gewoon-
mij met haar gewone rustige lieftalligheid lijk, den dag te samen door, doch ons samen-
en wij liepen naast elkaar voort. Tevergeefs zijn was ons beiden hinderlijk, zulk een
zag ik uit naar mijn roos, en trachtte ook verandering ten slechte was er eensklaps
tevergeefs mij zelf diets te maken, dat die gekomen in onze verhouding,
ergens neergevallen moest zijn, waar zij Zoo gingen verscheidene dagen voorbij,
haar niet had kunnen zien. Ik was ongerust. Pauline gaf geen enkel teeken, althans geen,
En nog iets ergers wachtte mij. Zij had dat ik ten mijnen gunste had kunnen uit-
geen handschoenen aan en hield haar han- j leggen. Ik kon dezen stand van zaken niet
den gevouwen voor zich. Ik liep aan haar langer verdragen. Priscilla, wier scherpe blik
linkerzijde en zag dat de hand, die het zag dat er iets niet in den haak was, kwelde
dichtst bij mij was, van haar ringen ontdaan
was. Het gouden ringetje dat tot nu toe als
een ster van hoop voor mij gefonkeld had,
was verdwenen. De angst sloeg mij om 't
hart. Dit was maar ai te duidelijk: hoe
kon ik het misverstaan, als ik het in ver
band bracht met haar woorden van den
vorigen avond? Zij wist dat zij mijn vrouw
nu eenmaal was en zij wenschte dien band
te verbreken. Pauline beminde mij niet
de waarheid, die langzaam aan uit het ne
velig verleden voor haar opgedoken was,
zou haar verdriet doen nu haar herin
mij meer dan ik verdragen kon, en gaf haar
meening zóó onverholen te kennen, dat ik
begon te vermoeden dat zij haar bedreiging,
Pauline alles te zullen vertellen, reeds zou
hebben uitgevoerd. Ik was dan ook geneigd
mijn tegenspoed toe te schrijven aan haar
gedienstige voorbarigheid. Alles zou goed
gegaan zijn, als ik Eog maar een of twee
weken tijd had gehad om mijn vrouws hart
te winnen. Ik begon te gelooven dat zij zich
ongelukkig begon te gevoelen, dat mijn bij-
zijn haar verontrustte. Niet dat zy ook blijk
had gegeven mij te willen ontwijken
nering terugkeerde, wenschte zij te vergeten, integendeel, zij haastte zich steeds zóó om
De ringen waren afgelegd, om mij zoomo- aan mijn wenschen gehoor te geven, dat dit
gelijk zonder woorden te doen begrijpen, zelfs herinnerde aan de volgzaamheid, die
dat zij mijn vrouw niet wilde zijn. j zij steeds aan den dag had gelegd in dien
Hoe kon ik nu nog iets zeggen? Het ant- tijd toen zij mijn vrouw was geworden,
woord was gegeven, vóór de vraag gesteld
was. Zij zag mij naar haar hand kijken,
maar sloeg eenvoudig de wimpers neer en
zei niets. Stellig wilde zij my het smaite-
Doch ik voelde dat zij gelukkiger en meer
op haar gemak zou zijn, als ik weg was.
En dus besloot ik heen te gaan.
Ik wist dat my niets anders overschoot
dan dit besluit aanstonds uit te voeren.
Ik maakte mijn toebereidselen en besprak
een plaats in de diligence. Ik zou den
volgenden ochtend nog drie uur tijd hebben
om Priscilla mijn instructies te geven en
mijn vrouw voor eeuwig vaarwel te zeggen.
Ik kon niet weggaan, zonder een en ander
met haar te bespreken. Ik behoefde haar
geen pijn te doen door te zinspelen op ons
huwelijk, maar ik moest haar toch zeggen,
dat zij niet, gelijk zij waande, een rijke
erfgename was. Ik diende haar te zeggen,
dat zij volop genoeg had om van televen,
zonder te vertellen dat ik, haar man, daar
voor zou zorgen. En dan het afscheid
voor eeuwig!
Zoodra ik, in schijn, ontbeten had, stak
ik over naar het huis, waar Pauline woonde.
Zij wist nog niets van mijn voornemen. Ik
hield haar hand maar iets langer in de
mijne dan gewoonlijk en met een wanhopige
inspanning bracht ik over mijn lippen:
„Ik kom afscheid nemen. Ik ga vandaag
weer naar Londen."
Zij antwoordde met geen letter, maar ik
voelde haar hand beven in de mijne. Haar
oogen kon ik niet zien.
„Ja, ik heb hier lang genoeg rondgezwor
ven," ging ik voort, trachtend gewoon te
spreken, „er is zooveel, dat mij naar de stad
terugroept."
Pauline zag er dien morgen niet erg ge
zond uit. Haar wangen waren bleeker dan
bij mijn komst Zij zag er vermoeid en ter
neergeslagen uit. Ongetwijfeld kwam dit
door mijn aanwezigheid. Arm kind, zij zou
er gauw van verlost worden!
Toen ik ophield met spreken, vond zij
haar stem weer terug, maar zelfs dat stem
metje scheen iets van zijn helderheid van
klank verloren te hebben.
„Wanneer gaat gij?" was al, wat ze zei.
Geen woord over mijn terugkomst.
„Met de middag-omnibus. Ik heb dus nog
eenige uren over. Zullen we nog eens, voor
de laatste keer, samen naar die open plek
wandelen?"
„Wilt ge dit graag?"
Als gij er niets tegen hebt. Bovendien
moet ik met u spreken over zaken,"
voegde ik erbij om haar geen angst voor
dit onderhoud aan te jagen.
„Ik zal komen," zei ze, haastig de kamer
uitgaande.
Ik wachtte. Onderwijl verscheen Priscilla.
„Juffrouw Pauline vraagt, of u vast op
wilt wandelen, en niet op haar wachten;
zij zal aan de open plek bij u komen."
De open plek was aan de heuvelkant,
niet ver weg. We waren er, tijdens onze
wandelingen, eens toevallig opgeklommen.
Een zelden betreden pad door het bosch
I leidde er heenen vandaar was er een
heerlijk uitzicht op de heuvels tegenover
den stroom, die zich wendde door het dal.
Het was een geliefkoosd plekje van mij
Hier had ik uren lang met Pauline zitten
praten, en hier had ik, in mijn droomen
de liefdewoordjes geuit, die ik zoo ver
langend was haar te zeggen en hier moest
ik haar nu voor altijd vaarwel zeggen.
1 Mijn gemoedstoestand was dan ook zeer
droevig, toen ik de open plek bereikte. Ik
I liet mij neervallen op de helling, en keek
het pad af, waarlangs zij komen moest.
Een neergevallen stam vormde een rust
punt voor mijn hoofd en daar ik de laatste
twee of drie nachten haast niet geslapen
had, vielen mijn oogen dicht en waren een
wijle alle zorg en teleurstelling weggevaagd
door den slaap, dien ik zoozeer behoefde
Was het slaap? Ja, want zonder slaap
kan men niet droomen. Ach, als die droom
werkelijkheid was, zou 't leven waard zijn
te worden geliefd. Ik droomde dat mijn
vrouw naast mij stond, dat ze mijn hand
nam en er haar lippen hartstochtelijk op
drukte, dat haar wangen dicht bij de mijne
waren en ik haar zachte, zoete adem voelen
kon. Zoo reëel kwam het mij voor, dat ik
mij op mijn harde peluw omkeerde en-
wakker werd.
DOOR
(Slot volgt).