Het Laad van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
De wijzer van de Hot
De Diérentemster.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden,
FEUILLETON.
lr^-:
UNB VAN Mflït
VOOB
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
Dammers 5 cent.
No31 SS. ff7oensdag 4 September.
1912.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Wat worden de dagen kort, d. w. z.
de tijd, gedurende welken het zonlicht
schijnt op het gedeelte van de aarde,
door ons bewoond
Zoo klagen velen, vooral zij die
alleen bij daglicht den arbeid kunnen
vervullen.
Gewoekerd moet worden met elke
minuut en och, de wijzer van de klok
gaat zoo snel
Wie dat zegt, zegt eigenlijk een on
juistheid.
Regelmaat is de korte beschrijving
van wat de wijzer doet. Als het werk
van binnen goed is, dan gaat hij dag
en nacht precies op dezelfde regel
matige wijze van uur tot uur de plaat
rond.
Nooit sneller, nooit langzamer.
We weten het zoo goed, dat men
menschen, door wie regel in het leven,
in de huishouding gehandhaafd wordt,
„menschen van de klok" noemt.
Toch maakt soms die wijzer op ons
den indruk, dat hij o, zoo snel gaat.
Dat ligt aan ons. Als het wiel van
den arbeid lustig snort, als er toewij
ding is bij het werk, als we o, zooveel
te doen hebben en dus de handen zich
moeten reppeD, dan vliegen de uren om
en over de lippen komt, als men kijkt
op de klokOch, is het al zoo laat,
wat is die vrijer vlug rondgeloopen
Indien geen lust in den arbeid ge
vonden wordt, of geen arbeid ons roept,
als men hangt op zijn stoel en ver
veling op het gelaat ligt, hoe langzaam
kruipt hij dan, hoe traag is zijn gang
De wijzer van de klok stoort zich
niet aan ons. Hij gaat geregeld voort,
eentonig als gij wilt.
Als ge in het schemerdonker zit te
luisteren naar het getik van den slinger,
dan kunt ge, indien ge wat maatge
voel hebt, er een liedje bij neuriën,
maar de klok zelf heelt niets dan. het
eentoonige tik-tik en de wijzer gaat,
zich niet storend aan onze gemoeds
stemming, rusteloos, maar bedaard
verder.
Toch heeft dat rusteloos getik, dat
bedaard, maar onverpoosd voortgaan
van den wijzer voor ons velerlei ernstige
prediking. Dat wil zeggen: de wijzer
in zijn nooit Btakenden loop predikt
het niet, maar in onze ziel komt menige
FEDOR VON ZOBELTITZ.
(1
„Daar, kleine hekB omdat je zulke
mooie oogen hebt 1"
Een franc rolde over de, door 'cognac en
absinth kleverig geworden, marmeren plaat
van het tafeltje, viel rinkelend op den trot
toir en sprong daar, met een metaalklank
eenige malen op en neer, voor het meisje,
met een snelle beweging, den voet op het
geldstuk zette.
Daarna bukte zij, nam de munt op en
legde haar weer op de tafel, voor den jongen
officier, die de kleine met zijn brutale oogen
van Parij zenaar verwonderd aanstaarde.
„Dank u wel, mijnheer," zei ze, „de entree
wordt pas aan de kas betaald!"
En ze huppelde weg, dat haar korte,
bontomzoomde rokken opvlogen sprong
naar het naaste tafeltje en dan naar het
volgende en liet, zonder zich op te houden,
over ieder van de marmeren platen een
rood programma glijden, waarvan ze een
geheel pak in de hand droeg.
Het was een warme avond in Mei en alle
tafels voor het café Reginald op de Place
Diamant waren tot op de laatste plaats
bezet door een zeer voornaam en elegant
gezelschap, want de betrekkelijk ruwe winter
had de vreemdelkigenkolonie van Ajaccio
ditmaal langer dan anders aan den voet
van de Corsicaansche bergen teruggehouden.
Nog altijd bevolkten scharen Engelsehen
het Grand-Hótel, velen zaten er ook voor
ernstige gedachte opk als wij op dien
regelmatigen loop letten.
Natuurlijk rijzen zulke gedachten
niet bij allen. Er zijn, helaas, velen,
die de klok alleen aanzien om te weten
of ze naar de school of naar het werk,
concert of de comedie moeten en die
verder aan den wijzer niets vragen en
bij zijn gestadigen loop ook niets denken.
Er wordt door velen zoo weinig ge
dacht men gaat gedachteloos voort als
het paard in den tredmolen.
Die wijzer van de klok gaat gere
geld voort en wij tellen bij eiken om
gang van 2 maal 12 uren een dag van
ons leven meer.
Hoe vele malen heeft hij dien loop
al gedaan sinds dat gij den eersten
kinderkreet hebt doen hooren Stel
dat gij veertig of vijftig jaar zijt, dus
in de volle kracht van het leven. Wat
een getal, niet waarO, niet van alle
uren, door hem aangewezen, kunt gij
u iets te binnen brengen, maar hij
heeft er toch aangewezen, die met gul
den letters in uw boek staan geschreven.
Het uur van uw examen, ge vergeet
het niet, toen dat papier, brevet voor
uwe intrede in de maatschappij, in de
hand werd gegeven het uur, waarop
ge in eigenaardige bewoordingen tot hem
of haar, met wien of wie ge op 's le
vens weg, door een heerlijken band ver
bonden, wenschtet saam te gaan, ge
sproken hebt van teedere neiging, van
innig verlangen het uur ook, dat ons
ontviel de mensch aan wDn het hart
zich zoo sterk had gehecht, wiens leven
met het onze zoo krachtig was saam-
geweven het uur ja, ook dat komt
in herinnering, waarop uiting gegeven
werd aan de onheilige stemming en een
zee van jammer of zelfverwijt over ons
werd uitgegoten.
Onze gedachten vliegen bij het rond
gaan van den wijzer nog verder. We
weten niet hoe lang hot ons gegund
zal wezen te blijven. Geen mensch die
daarvan iets kan zeggen.
Maar het uur komt, waarop de ziel
dit vergankelijk omhulsel verlaat. Het
komt; daaraan behoeft niemand te twij
felen.
En als dan eindelijk de wijzer dat
uur heeft aangewezen, gaat hij ruste
loos verder, zich er volstrekt niet aan
storend, dat een mensch is heengegaan.
Yreemd, niet waar, om te denken,
dat die wijzer door zoo'n merkwaardig
feit niet bewogen wordt, dat, alsof er
het café Réginald, staken de beenen, met de
dikke lederen rijglaarzen languit over den
trottoir en rookten uit, hunne korte steenen
pijpen. Ze hadden allen dezelfde geblaseerde,
vervelende gezichten, waarop ook de won-
derschoone natuur om hen heen, de in
vlammengloed gekleurde zee en de steile
bergen met hunne sneeuwkoppen geen
vroolijk glansreflex konden werpen. Oud-
Engeland, met zijn wanhopige nuchterheid,
scheen het hoofdcontingent aan vreemden
geleverd te hebben. Het strooblonde haar
en de zomersproeten waren overwegend.
Slechts aan één tafeltje, dat achter een pilaar
stond, zat een klein gezelschap Italianen
een mooie jonge vrouw met schitterende
oogen en ravenzwart haar uit Napels, die
haar teringachtigen broeder vergezelde, een
nietig, klein mannetje van misschien negen
tien jaar, die huiverend bij haar zat en er
in zijn dandy-achtige kleeding erbarmelijk
uitzag. Ook een paar Duitschers uit het
pension Schweizerhof zaten er twee jonge
mannen, die aan hetzelfde tafeltje zaten
met den genie-officier, die zooeven de kleine
rondbrengster van de programma's een
geldstuk had toegeworpen.
De kapel, die op het plein gespeeld had,
zweeg en op hetzelfde oogenblik wendde
zich de ook nu nog geheel verblufte officier
tot zijn buren aan het tafeltje en zei, terwijl
hij zijn absinthglas terugschoof en naar het
achtergelaten programma greep, half lachend
en half geërgend:
„Zoo'n kat! Wie, voorden duivel,
zou zoo iets denken!"
De beide Duitschers lachten mee.
„Ja, ja trotschheid hoort bij den Span
jaard 1" antwoordde een van de heeren in
vloeiend Fransch; „ik zou mij tenminste
zeer moeten vergissen, wanneer de kleine
niet van Spaansch bloed was! Ze ziet er
uit als een Gitane. Wat belooft zij ons op
haar bloedroode uitnoodiging
niets bijzonders is geschied, de tijd zon
der ons zal voortgaanWat zijn wij
voor wat wij „tijd" noemen!
Men begint, lettende op den wijzer
van de klok, te begrijpen dat de mensch
niet meer is dan een golf in den eeuwig
bruisenden levens-oceaan, een golf wel
ker spoor geheel verdwijnt.
Aankondiger van den tijd, gij leert
mij mijn kleinheid gevoelen
Merkwaardig, hoe velerlei gedachten
bij een mensch rijzen, als hij een oogen
blik in stille aandacht zit te turen naar
den wijzer van de klok.
Hoe geregeld vervolgt hij zijn weg.
Nooit staat hij stil. Altijd aan den ar
beid.
De vraag komt op: Doen wij ook
alzoo
Hiermede raken wij een teer punt
in onze levensgeschiedenis.
Wat hebben wij vele uren van ons
leven stilgestaan
O, er was arbeid genoeg. De maat
schappij, het huis vroeg om ons krachts
betoon.
Begrijpen wij wat het woord „lan
terfanten" beteekent?
Luiheid, vadsigheid kwam zoo menig
maal voor. Er is zooveel tijd verbeuzeld,
verspild. In de jaren, die achter ons
liggen, staan vele „verloren" uren. Wat
men in dit opzicht verloren heeft, is
voorgoed weg. De schade, die daardoor
geleden wordt, kan nooit meer vergoed
worden.
O, daarmede bedoelen wij niet, dat
na stagen arbeid uren van rust zijn
genomen.
Daarin is geen verlies, maar winst.
Een mensch moet op dezelfde wijze
weer krachten vergaderen voor de nieuwe
toewijding, die geëischt wordt. Daarom
kan rust, kan verpoozing dringend ge
boden worden. Als maar de rust, de
verpoozing zoo genoten wordt, dat het
alles ais voorbereiding is voor nieuwe
spankracht.
Maar „verloren uren", zij blijven
als beschuldigers tegenover ons staan.
Ons leven is zoo kort, dat men deze
dingen niet moest schrijven in het
levensboek.
Dan spreekt de wijzer van de klok
ook van „geregeld" voortgaan. Yindt
ge dat ook niet een levensles?
Bjj enkelen is het „hollen" of „stil
staan". Nu eens uren van hooge in
spanning en dan vele uren van niets
doen, niet van krachten vergaren, maar
van krachten verspillen.
Alsof nooit het oud-Hollandsche
spreekwoord gehoord wasDe gestadige
wint.
Dat geregeld, dat rustig, kalm ar
beiden, zichzelven té leeren, is hoog
noodig; daaraan de jeugd te wennen
een eerste plicht, dien alle ouders en
opvoeders hebben te vervullen.
Bij dat geregeld voortgaan maakt
de wijzer van de klok geen drukte,
zouden wij van hem ook nog kunnen
leeren, dat, hoeveel arbeid wij ook
hebben verricht, hoeveel liefde we ook
om ons hebben verspreid, dit alles geen
reden mag wezen om bewondering of
dank te eischen, maar dat wij met stage
toewijding de krachten van hoofd en
hart en hand te geven hebben en dat
in dat zich geven alleen het loon is
gelegen.
Buitenland.
Eenige dagen geleden is zekere Coupe,
een der voornaamste getuigen A charge
in de moordzaak Rosenthal, uit New-
York verdwenen, omdat hij voor zijn
veiligheid vreesde. Dit voorbeeld is nu
gevolgd door een tweeden getuige a
charge, Frank Walsh, met Coupe de
eenige buitenstaander, die den moord
heeft zien plegen.
De New-Yorksche politie-autoriteiten
hebben zich tot de Britsche regeering
gewend met het verzoek, Coupe bij
aankomst in Engeland te doen arres
teeren en terugzenden. Men neemt n.l.
aan, dat Coupe onderweg is naar Londen.
In verband met deze moordzaak is
dezer dagen in New-York nog een
brutaal stukje uitgehaald. De hoofd
commissaris van politie Waldo, die het
politie-onderzoek in de moordzaak leidt,
is door ondernemende boeven bestolen
en van belangrijke documenten, op het
geval betrekking hebbende, beroofd. Het
groote publiek in New-York begint pret
in het geval te krijgen.
Op aangifte van een graaf Falzacappa,
een medeplichtige, is, naar de Lokal-
Anzeiger uit Rome verneemt, de politie
in Italië op het spoor gekomen van een
deftige bende, die zich op dorpen in
de provincie Pisa en te Rome bezig
hielden met het namaken van bank
biljetten, schatkistbons, loterijbriefjes,
effecten enz. Fabrikanten, kooplui, zonen
van aristocratische families zorgden voor
de verspreiding en hebben aan nog
andere oplichterijen gedaan. Behalve
De luitenant, die eerst voor vier weken
uit het moederland naar Corsica was ge
commandeerd en zich in Ajaccio verschrik
kelijk verveelde, sloeg belangstellend het
samengevouwen papier open en zette zijn
monocle in de rechter oogholte.
„Aha," zei hij, een rondreizende me
nagerie neen, een rondreizend circus
of liever beide! Staat mij toe, mijneheeren
dat ik het U voorlees." En hij las:
„Opgelet! Niet wegwerpen! Maar lezen!
De ondergeteekenden hebben de eer ter
kennis te brengen van het hoogadelijk en
geëerd publiek, dat zij, uit Italië komend,
waar zij overal met het grootste succes zijn
opgetreden, op hun doorreis naar Frankrijk
besloten zijn voor een korten tijd hier te
blijven en een reeks voorstellingen te geven.
De beroemdheid van het gezelschap waar
borgt de schitterendste voorstellingen.
Maandag, Woensdag en Zaterdagavond
half negen groote buitengewone voorstelling
in het prachtig en feestelijk verlicht gebouw.
Dressuur van de eerste klasse, athletiek,
Romeinsche spelen, komische scènes. Groote
menagerie. Dierentemmen. Optreden van
den beroemden school- en heerenrijder
Anatole della Gardia, de onverschrokken
dierentemster Giuliana met hare drie Nu-
bische leeuwen, het athletenpaar gebroeders
Raffo, de koorddanseres Manila Nila, den
clown Pi Wi, met zijn gedresseerde ganzen
enz. enz. Het circus en de menagerie staan
op de Place du Marché!
De kleine luitenant liet zijn monocle
vallen en stak zijn cigaret weder aan.
„Dat moeten wij eens gaan zien" zei hij.
„Die kleine trotsche feeks, die mijn franc
niet wilde hebben, zal wel de koorddanseres
Manila zijn of hoe ze heeten magNu
't is goed! Vervelend nest dit Ajaccio!
Zijn de heeren voor hunne gezondheid
hier, als ik mag vragen wendde hij zich,
terwijl hij den rook van de cigarette door
zijn neus blies, tot de beide Duitschers.
„Ik meen de heeren meermalen aan de
table d'hóte in hótel Germania te hebben
gezien. Mag ik mij voorstellen luitenant
Dusmenil."
II.
Intusschen had dekleinehare programma's
voor het koffiehuis uitgedeeld. Daarmee
was haar werk echter nog niet gedaan. In
de Rue du Marché en op den Koso Napoléon
waren er ook nog café's, die bedacht moesten
worden en dan de talrijke tapperijen, waarin
het volk verkeerde en de barbiers en de
portiers van de hötels Er was nog
veel te doen voor de eerste voorstelling van
morgenavond. Manila snelde, als droegen
hare kleine voeten vleugels, de eene straat
na de andere door, tot er van den voorraad
programma's maar enkele exemplaren meer
over waren. Aller oogen volgden haar. De
elegante heeren voor de café's bekeken haar
niet minder dan de kleer- en schoenmakers,
die in de herberg zaten en de portiers, die
hun krantje lazen. Zij was een allerliefst
meisje, met hare flinke sierlijke bewegingen
en hare, naar het scheen, onbewuste koket
terie, die een uitdrukking vond in de
lachende trekken om den mond, de guitige
oogen, het zwaaien der rokjes en de draaiing
van de zich rondende heupen. Ze was wel
van Spaansch bloed zooals de Duitsche
heer veronderstelde tenminste haar en
oogen en de snee van het profiel duidden
daarop.
Het bepaald mooie gezicht had een uit
drukking van beslistheid en energie, zooals
men bij kinderen niet dikwijls vindt. En
Manila was nog een kind, ze was nauwelijks
vijftien jaar.
De kleine was eenvoudig maar zindelijk
en niet zonder smaak gekleed. Een bonte
zijden doek fladderde om haar hoofd; zij
droeg hem, zooals de Spaansche vrouwen
graaf Falzacappa is er een graaf Bar-
biellini gevangen genomen, verder de
kooplui gebroeders Gaggioli enz.
Uit de Vereenigde Staten komen be
richten over een verzengende hitte. Bij
een gymnastiekfeest op het plein voor
de hoogeschool te Columbus in Ohio
werden 60 kinderen en 40 volwassenen
door de hitte overmaud, zoodat de ver
tooning moest afgebroken worden. Te
Chicago wees de thermometer Vrijdag
40 graden Celsius; het was daar de
warmste dag van den zomer. Vier men
schen bezweken aan zonnesteek.
Te New-York was het daarentegen
guur en herfstachtig.
Een zekere Schwartz, Vrijdag te Ro-
manhorn, Zwitserland, uit den mili
tairen dienst ontslagen, verschanste zich
met zijn geweer in zijn huis en onder
hield van 's avonds 6.30 tot 11 uur het
vuur op den commissaris en allen die
het huis trachtten te naderen. Vier
personen werden gedood, een doodelij k,
en zeven zwaar gewond. Te midder
nacht slaagde men er in het huis bin
nen te dringen, maar hij was verdwenen.
Na de vervolging, waaraan een hon
derdtal personen deelnam, is Schwartz,
met ernstige schotwonden, gevangen
genomen, maar niet dan nadat hij van
de vervolgers een gedood had. Er is
nog een gewonde gestorvenhet aantal
dooden moet nu 7 bedragen.
Een nader bericht luidt:
Schwarz, een man van 24 jaar, had
in de laatste weken teekeuen van geeste
lijke stoornis vertoond. Zijn zuster
waarschuwde de overheid, maar ried
tevens af, iets tegen hem te ondernemen,
daar zij dit gevaarlijk achtte. Schwarz
had in den laatsten namelijk al menschen
bedreigd. Maandag moest hij voor her
halingsoefeningen opkomen, maar dien
zelfden dag nog werd hij op grond van
een onderzoek naar zijn verstand van
dienst vrijgesteld. Met zijn geweer, dat
de Zwitsersche soldaten bij zich houden,
ging hij naar huis. Donderdagavond
bedreigde hij zijn zwager, die daarop
de politie te hulp riep, en Vrijdagavond
zou hij aangehouden worden. De politie
vond hem voor zijn huis staan. Schwarz
verzette zich en liep snel het huis bin
nen, om zich op te sluiten, waarvan
bovenstaande vreeselijke slachting een
gevolg werd.
Het geval heeft in heel het land de
grootste opschudding teweeggebracht.
Van 't Belgische stoomschip „Koersk",
dat 26 Augustus van Antwerpen, naar
Petersburg vertrok met eene bemanning
van 20 koppen, is sedert niets meer
een sluier of die van Corsica de schilder
achtige faldetta dragen en het stond haar
goed. Hij waaide achter haar aan, als zij
sneller liep en als de wind hem opsloeg
-zag men het wondermooie, dikke, zwarte
haar. Dan droeg ze een roodbruin lijfje
zonder eenige versiering. Alleen de rok was
aan den zoom bont. Hij was kort, reikte
nauwelijks tot aan de enkels en liet den
smallen, sierlijken kindervoet geheel vrij.
In Civita- Vecchia had Manila haar nieuwe
laarsjes gekocht; daar had de Compagnie
della Guardia wat klonk die naam
schoon! hare laatste voorstellingen ge
geven en van daar kwam zij.
Het was een groote drukte geweest, als
altijd, wanneer men opbrak en van plaats
verwisselde. De zaken waren niet slecht
gegaan, integendeel, het goede volk van
Civita-Vecchia had zijn liefde voor de kunst
en zijn kennis daarvan bewezen en' in groote
scharen circus en menagerie bezocht. Maar
het was toch weer de oude geschiedenis
geweest. De „Maëstro" had ergens in een
rookerige herberg aan de haven een paar
oude vrienden teruggevonden hij had
een merkwaardig geluk in het weervinden
van oude vrienden en toen waren de
ontvangsten er bij wijn en spel van door
gegaan. Het was altijd hetzelfde. Giuliana
had gevloekt en gescholden, den maëstro
de nagels getoond, met de voeten gestampt
en zich als een razende gedragen dio
mio, wat hielp het? Wat hielp de woede
van madre Giuliana Ze moest haren arm
band met briljanten en de rest van haar
goud verkoopen, anders had de politie noch
oom Anatole, noch het gezelschap ook maar
een stap buiten Civita-Vecchia laten doen.
C Wordt vervolgd.)
Naar het Duitsch
VAN