Hel Laad van Heusden en Altena, de Langstraat en de Boromeierwaard.
Geestdrift bij de zaken.
Da Diere&temster.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 31 SO. Woensdag IS September. 1912.
FEUILLETON.
land van alt^
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verbooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
De winkelier en iedereen, die voor
zaken met menschen moet omgaan, mag
niet den vrijen teugel laten aan slecht
humeur; achter de toonbank is het niet
de plaats om zich over te geven aan
neerdrukkende gedachten, daar dient
men alles van zich te zetten, wat de
goede stemming bederven kan. Treedt
er bij regenachtig weer iemand den
winkel binnen, die blykbaar niet al
te best is geluimd, en begint hij zijn
ontevredenheid te luchten over het nare
weer, dan moet, die hem te woord staat,
de kunst verstaan het gesprek dadelijk
onopgemerkt op wat anders, iets vroo-
lijkers te brengen, anders wordt de be
zoeker wellicht nog kriegeliger en on
plezieriger gestemd, en dat is niet de
stemming waarin men veel koopt. In
tegendeel iemand, die het land heeft,
schept er onbewust een zeker behagen
in, onaangenaam te zijn, zijn kwaad
humeur aan anderen mee tedeelen, en
zoo komt er een onplezierige toestand
van spanning, waarvan voor de zaken
weinig goeds valt te verwachten. In
zulke gevallen met tact op te treden
vereischt soms veel zelfbeheersching,
vooral als men zelf niet al te best is
geluimd.
En niet alleen zelfbeheersching maar
vooral geestdrift. Wie met geestdrift
bg zijn zaken is, kan ook met den
lastigsten, onaangenaamsten klant over
weg. Ook in zaken is het de geestdrift,
die welsprekend maakt, meesleept en
zich onwillekeurig meedeeltzy maakt
vlug, geestig en gevat, zij verandert
de schynbaar op zichzelf al zoo pro
zaïsche en in vele gevallen b.v. met
lastige lieden inderdaad niet al te
aangename, eindeloos geduld vorderende
bezigheid van het zakendoen in een
soort amusante jacht, waarvan het re
sultaat te meer genoegen en zelfbevre
diging oplevert naarmate 't meer moeite
gekost heeft om het te bemachtigen
Dan wordt iedere verkoop een kleine
zegepraal, waaraan men met genoegen
terugdenkt.
Enthousiasme brengt tintelend leven
in de meest dorre en onaangename be
zigheid. Zy is voor den koopman een
onuitputtelijke bron van overredings
kracht zonder opdringerigheid.
Ieder koopman en winkelier weet
van
FEDOR VON ZOBELTITZ.
(5
„Poppetje helpt oompje hihihil
Oompje is een heel, heel klein beetje dronken
Maar poppetje houdt hem vast poppetje
krijgt later ook een sjerp, heel mooi als
oompje eerst weer gi-ga-geld heeft 1"
„Dat zijn mijn lammeren," zei Giuliana
voor de leeuwenkooi. De drie beesten sliepen.
'Twee van de leeuwen waren oud- en
zooals men zien kon tamelijk ongevaarlijk
de derde echter, die Azraël heette, was
ïiog jong en buitengeweon schoon. De
prachtige, door zwartgele manen omhangen
kop, lag tusschen de reusachtige klauwen
en de machtig gewelfde borst ging in rustige
ademhaling op en neer.
„Azraël!" riep Giuliana zacht en met een
eigenaardig sissenden klemtoon op de z.
Dadelijk sloeg de leeuw de oogen op. Zijn
eerste blik viel op Giuliana, de tweede op
Andrea. De vreemde man scheen hem on
rustig te maken; hij stond op, zweepte met
zijn staart, liet den kop zinken en begon,
terwijl hij zich in een hoek terugtrok, te
knorren. Daarbij loerde hij met de oogen
voortdurend op Andrea.
„Kalm, Azraël, kalm, mijn lieveling!" zei
Giuliana. Daarna lachte ze. „Laten we verder
gaan het dier is jaloersch en ik wil hem
niet noodeloos kwaad maken
Ze gingen verder. Giuliana wees de kooien
en noemde de bewoners: „De hyena, de
ganzen van Pi-Wi, de steenarend, de beer."
Andrea kpek door de tralies. „Daar ligt
wel by ondervinding, dat men in neer
gedrukte, lustelooze, in zichzelf gekeerde
stemming veel minder verkoopt, dan
wanneer men vol vuur en vol optimisme
is. De oorzaak daarvan is, dat stem
mingen zich zeer licht meedeelen aan
anderen, en men in een aangename
stemming veel meer drang heeft tot
actie. Van een enthousiast mensch straalt
energie uit, die aantrekt en zich mee
deelt. Wie in zaken daarvan geen be
grip heeft, zal het niet ver brengen.
Zyn zaak zal allengs een doode zaak
worden, waar de bezoekers eenzelfden
indruk krygen en meenemen, als by
een bezoek aan een somber gewelf met
mummiën.
Er zyn reizigers, wier bezoek voor
de afnemers een ware verkwikking is,
bij wier komst alles schynt op te leven.
Natuurlijk doet hy betere zaken dan
een stugge concurrent. Zoo groot is de
kracht van suggestie.
Geestdrift by de zaken en onver
stoorbare goedgeluimdheid zyn voorden
koopman van onberekenbare waarde,
en deze eigenschappen hebben boven
dien het groote voordeel, dat zy niets
kosten. En wanneer daarmee gepaard
gaat goede waar voor redely ke pry zen,
dan mag men het succes verzekerd
achten. En als men van aard geneigd
is om toe te geven aan slecht humeur
dan probeere men^ zich in die eigen
schappen, voor de zaken van zoo on
schatbare beteekenis, op te voeden.
Want zy kunnen aangeleerd worden,
men kan ze zich eigen maken. Den een
valt dit gemakkelyker dan den ander,
maar al kostte het nog zoo'n moeite,
het nut, dat zy hebben voor de zaken,
is die moeite in elk opzicht waard.
KBultenfiaifid.
In Japan heeft weer een moeilijk
voor ons Europeanen te begrijpen zelf
moord plaats gehad. Generaal Nogi, den
bedwinger van Port Arthur, sneed zich
den hals af met een kort zwaard, en
zijn echtgenoote doodde zich met een stoot
in het onderlijf op het oogenblik, dat het
kanonschot werd gelost, welke 't vertrek
van den lijkstoet van den Keizer uit
het paleis aankondigde.
De zelfmoorden werden gepleegd in
de woning van Nogi te Akasaki. De
gereraal en zijn vrouw waren beiden
in de Japansche hofkleedij. Zij hadden
nog een afscheidsbeker saki geledigd
uit kopjes, die hun door wijlen den Kei
een mensch in de berenkooi!" riep hij ver
baasd.
„Dat is Cristo, zijn oppasser" antwoordde
Giuliana onverschillig Waarachtig, de
bochelige Cristo sliep, als een mol in zijn
dekengewikkeld, naast den beer, rustig den
slaap des rechtvaardigde. Het was ongehoord
en Andrea schudde het hoofd en bromde
in zichzelf: „Wat men al niet beleven kan 1"
Achter de menagerie stond een groote,
door breede, met ijzer beslagen wielen ge
dragen wagen. Een trap van eenige treden
leidde naar het binnengedeelte, dat door
dunne houten wanden in verschillende cellen
was gescheiden. Hier sliep het gezelschap.
Giuliana vatte hare rokken samen en
klauterde het eerst naar boven. Een smalle
gang verdeelde den wagen in de lengte,
rechts en links lagen de cellen. Giuliana
stak een kaars aan.
„Kom, kom!" riep ze Andrea toe, die
nog, besluiteloos, buiten stond te wachten.
Daarna opende ze een deur rechts. Er lagen
een stroozak en een wollen deken.
„Zoo" zei ze „we moeten ons hier behelpen
't is een beetje nauw goeden nacht
Andrea!"
„Hallo, poppetje! Houd oom Toddo vast
Sapristi, oompje kan waarachtig niets meer
verdragen! Oompje is is."
Hij viel tegen het hout. Manila lachte.
Aan het eind van den wagen hoorde men
de stem van den clown: „Wat is dat daar
weer voor een herrieIk wil slapen 1 Slapen
wil ik 1"
„Houdt je mond, Pi-Wi. Goeden nacht,
poppetje, goeden nacht moeder! Geef me
een zoen, oudje. Duivels, wat ben ik van
avond fideel! Geef me een zoen!"
Giuliana stiet Anatole, die den arm om
haar heen wilde slaan, terug. „Kruip in je
hok, hansworst. Wat bezielt je toch? Drink
niet zooveel, als je niets meer kan verdra
gen! Foei, wat ruik je weer! En raak me
i
zer waren ten geschenke gegeven. Een
met rouwfloers behangen portret van
den Keizer hing aan een muur van het
vertrek. Naast de lichamen lag een brief,
die naar het heet aan den nieuwen
Keizer gericht was.
Een student, die bq de Nogi's in
woonde, kwam de kamer binnen juist
toen deze beiden den laatsten adem
uitbliezen.
Het gebeurde heeft in Japan de groot
ste droefheid teweeggebracht.
Nogi is een van de groote figuren
geweest uit den Russisch-Japanschen
oorlog. Hij was den 11 en November
1849 te Osaka geboren, werd in 1871
majoor en, na verschillende rangen te
hebben doorloopen, in 1885 generaal-,
majoor. In 1886 maakte hij een reis'
door Europa. In den oorlog van Japan
tegen China leverde hij in November
1894 drie veldslagen en hielp Port Arthur
veroveren (21 November). Van Januari
tot Mei 1895 ondernam hij den tocht
naar Kaiping; en sinds April van dat
jaar was hij luitenant-generaal. In het
zelfde jaar werd hem den titel van
baron geschonken en leidde hij een veld
tocht op Formosa.
Van 1896 tot 1898 bestuurde hij als
gouverneur dat eiland.
In 1904 werd hem, bij het uitbreken
van den Russisch-Japanschen oorlog,
het bevel gegeven over het 3e leger
korps. Den 2eh Januari veroverde hij,
na eerst groote verliezen te hebben ge
leden ook zijn eenige zoon sneuvel
de Port Arthur. Daardoor kwam een
deel der troepen, di® voor die vesting
lagen, vrij en kon deelnemen aan den
veldtocht in Mantsjoerije. Daar onder
scheidden Nogi en zijn manschappen
zich door in Maart bij Moekden den
rechtervleugel van de Russische krijgs
macht om te trekken.
De zelfmoord van generaal Nogi
schijnt meer te moeten worden opgevat
als een blijk van diepe vereering voor
zijn Keizer, dien hij niet heeft willen
overleven. Welk een vurig patriot hij
was, is trouwens reeds in 1905 gebleken
toen zijne beide zoons gesneuveld waren
bij den aanval op den heuvel van 230
meters te Port Arthur en hij op die
droeve tijding antwoordde„Mijn zoons
zijn niet te beklagen omdat zij voor
hun Keizer zijn gestorven en ik niet,
omdat ik zulke zoons heb gehad."
Het testament van generaal Nogi doet
vermoeden, dat zijn vrouw niet besloten
was om te sterven toen het testament
werd opgemaakt. Nogi verklaart erin, j
dat hij zijn Keizer volgt, omdat zijne
diensten niet meer noodig zijn. Hij
niet aan, je zal met je vuile handen mijn j
goed bederven! Vooruit in je nest!"
Andrea had zijn deur al gesloten, maar i
hij hoorde ieder woord, dat gesproken en j
elke beweging, die gemaakt werd. Een hevige j
tegenzin greep hem aan. Hij stiet het kleine
luik van zijn cel open, zoodat het helle
maanlicht en de frissche nachtlucht de be
dompte ruimte binnenstroomden. Daarna
keek hij om zich heen. De cel was smal,
nauw en laag. Id een hoek stond een krukje
en daarop een blikken waschkom, dat was
het geheele ameublement.
Daar het warm was, wierp Andrea zijn
bovenkleeren uit en strekte zich daarna uit
op zijn stroozak. Hoe moe en uitgeput hij
zich ook voelde, hij kon toch nog niet slapen.
Naast zich aan de andere zijde van den
wand, hoorde hij het geritsel van vrouwen-
kleeren, een gekraak, dan zwaar ademhalen.
Door het open luik straalde het zilver
van de maan en teekende op de deur een
groot, glanzend vierkant. Andrea tuurde op
deze witte vlek en, tengevolge van een na
tuurlijke zelfhypnose, bogonnen zich spoedig
zijn oogen te sluiten. De vermoeidheid werd
grooter. Beelden uit verren tijd vlogen snel,
maar in volkomen duidelijkheid aan zijn 1
geest voorbij studentenleven in het zonnige
Heidelberg oneervolle daden vlucht
over den oceaan en dwangarbeid in de
nieuwe wereld verkeer met het uitschot
van de maatschappij en weer een vlucht
wilde jaren onder de banier van Frankrijk
daarginds in Algiers
En Andrea steunde, reeds half in slaap;
toen echter vond zijn ziel rust. Hij sliep
vast in.
Het schemerde, toen hij plotseling ont
waakte. Buiten op het dak van den wagen
tjilpten de vogels en een zacht rood glom
door het luik en vulde de cel.
Andrea richtte zich uit zijn Spartaansche
legerstede half op. Hij hoorde op den houten I
heeft er dikwijls over gedacht om de
hand aan zichzelf te slaan, maar heeft
de gelegenheid van de groote nationale
ramp ervoor aangegrepen. Hij geeft zijn
goederen aan zijn vrouw, zijne vrienden
en openbare instellingen. Zoolang zijn
vrouw leeft, zegt hij, kan het huis van
Nogi in stand blijven, maar daarna
moet het met den grond gelijk gemaakt
worden. Hij schenkt zijn lijk aan de
Geneeskundige school, alleen zijn haar
en zijn nagels moeten begraven worden.
De Daily Mail verneemt uit Tokio,
dat de zelfmoord van generaal Nogi
volstrekt geen onverdeelden bijval onder
het Japansche volk vindt. Zoo publiceert
het blad Asjahi tal van brieven, waarin
de daad wordt afgekeurd.
Aangaande de begrafenis des Keizers
vinden we nog tal van bijzonderheden.
De lijkkist bestond uit een aantal kisten
in elkaar geschoven en vormde alzoo
een lichaam van 10 bij 5 voet met een
gewicht van anderhalve ton. Zij werd
naar den lijkwagen vervoerd over houten
leggers en was bekleed met eene zware
en kostbare sneeuwwitte stof. De lijk
wagen was speciaal voor deze gelegen
heid vervaardigd: een zwaar voertuig
op twee wielen, ongeveer even zwaar
als de kist. De wielen en lemoenen
waren zwart geschilderd evenals de bin
nenwand van den wagen. Bij het rijden
brachten die wielen zeven verschillende
klaagtoonen voort. Zij zijn gemaakt
door eene timmermansfamilie te Kioto,
die daartoe het privilegie heeft. De
wagen, begeleid door vijf ambtenaren
in oud rouw-costuum, omgeven door
een aantal hoofd-ofïïcieren van land- en
zeemacht in schitterende uniformen,
werd getrokken door vijf ossen, die
daarvoor speciaal zijn uitgezocht: de
middelste, in het lemoen loopende zwart
en wit, met witte voorbeenen de an
dere paarsgewijze zwart en wit. Die
dieren worden nu gepensionneerd en
tot hun dood in de keizerlijke weiden
bewaard, want, wat in Japan eenmaal
den Keizer heeft gediend, mag niet
meer door anderen worden gebezigd.
Op den weg van het paleis naar de
lijkhal volgden de Keizer, de Keizerin
weduwe en de hofdames den lijkwagen
in kleederen van hennep, met bruin
lijf en oranje rok, de vrouwen met han
gend haar.
Langs den weg stonden rouwboomen
geplant, 7 meter hoog en op onderlingen
afstand van 4 meter, de kruin versierd
met strooken zwart en wit papier, en
daartusschen welriekende brandende
toortsen terwijl dwars over den weg
reusachtige booglampen hingen. Alle
wand naast zich een zacht tikken, en nu
wist hij, dat dit tikken hem wakker had
gemaakt. Hij had een lichten slaap en was
zeer scherp van gehoor. Daarna hoorde hij
diep ademhalen en eindelijk een fluisterend
geluid
„Andrea!".
Al het bloed ging hem naar het hoofd.
Hij stond op.
VI.
In den voormiddag gaf Andrea in de
manege zijn proefvoorstelling. Hij was in
derdaad een brillante schutter. Hij schoot,
op twintig pas afstand een dozijn malen,
snel achtereen het hart uit een kaart, schoot
een brandend licht uit, dat hij door een
handspiegel zag en trof, te paard door de
arena galoppeerend, de appels, die de maës-
tro, in het midden van de manege staande,
in de hoogte wierp.
Het geheele gezelschap was aanwezig
Giuliana met Nila, Pi-Wi met zijn nijdig
gezicht, de beide athleten en zelfs Cristo,
die door nieuwsgierigheid uit de menagerie
werd gedreven. Met brandende oogen volgde
Giuliana iedere beweging van Andrea en
Anatole vond niet genoeg woorden van lof.
„Bravo bravoriep hij onophoudelijk.
„Fameus! Andrea! Fameus! Ik engageer
uvoor drie maanden voor een jaar
voor uw leven lang! Kolossaal wat een
schutter
„Ik ben nog niet aan het eind," lachte
Andrea en sprong van het paard. „Manila,
kleine, kom eens hier, kind! Ben je bang?"
Nila zette groote oogen op. „Bang Neen,
mijnheer."
„Pas dan op! Neem dezen appel tusschen
drie vingers van je rechterhand, zoo! En
steek nu je arm naar boven, hoog; zoo is
't goed! Verroer je niet, ik zal den appel
uit je hand schieten
Andrea sprong terug; daarna ging het
huizen langs den weg waren versierd
met lantarens en opschriften.
Aan de gebouwen, die voor de plechtig
heid op het Aojama-veld zijn opgeslagen,
hebben 100 timmerlieden en 1000 andere
arbeiders gewerkt. Al deze arbeiders
moesten zich iederen morgen, vóór zij
het terrein der werkzaamheden betraden,
onderwerpen aan een lichamelijke reini
ging volgens den ritus van den Sj in to
eeredienst.
Ondanks de geruststellende berichten,
die er, vooral van Weenen uit, over
den toestand op den Balkan worden
verspreid, maakt men zich, naar de
Kölnische Zeitung verneemt, te Londen
in kringen, waar men op de hoogte is,
bezorgd. Men wijst op het voortdurend
ongunstige nieuws uit Albanië en hecht
bizondere beteekenis aan de onverwachte
aankomst van den koning der Bulgaren
te Weenen en den plotselingen terug
keer van den Bulgaarschen gezent uit
Zwitserland.
Naar de Daily Mail uit Sofia ver
neemt is er Vrijdagavond bevel gegeven,
de reservisten, die gisteren naar huis
zouden gaan, voorloopig onder de wa
penen te houden.
Er zijn Zaterdagnamiddag te Belfast
ernstige onregelmatigheden voorgeval
len bij een voetbalwedstrijd. In de rust
ontplooiden de voorstanders van het
eene elftal een groene vlag, die zij onder
de toeschouwers ronddroegen. De voor
standers van het andere elftal ontplooi
den de Union Jack. Onmiddellijk ont
stond er nu een vechtpartij. Er werd
met steenen gegooid.
Spoedig was een menigte van duizen
den menschen slaags in een hevig ge
vecht op het veldde toeschouwers
sloegen het van de tribune gade. Men
schen vielen bloedend in alle richtingen
neer.
De politie was machteloos. Gedurende
het gevecht zijn drie revolverschoten
gelost.
Nadat de politie versterkt was, scheid
de zij de menigte. Ambulancewagens
vervoerden de gewonden, tezamen 35,
naar het hospitaal. Twee menschen kre
gen schotwonden.
De man, die dezer dagen op een dorp
in Portugal, een man, vrouw en vijf
kinderen heeft vermoord, is gevangen
genomen. Hij deed nog een poging om
zich van kant te maken.
De Fransche minister van landbouw
heeft een buitengewoon krediet van
250,000 francs aangevraagd voor de be
strijding van veldmuizen in verscheidene
schot en de appel was tusschen de vingers
van Manila stukgeschoten. De kleine lachte,
ze had g§en spier vertrokken en Anatole
brulde opnieuw zijn bravo en noemde An
drea een nummer, dat trekken zou.
Pi-Wi was nijdig. Hij zat met over elkaar
geslagen beenen op de balustrade en beet
op zijn onderlip'. Hij ergerde zich over den
leeglooper, die hier was komen aanwaaien
en met wien hij zijn brood zou moeten
deelen. Hij ging naar de twee athleten en
fluisterde hun toe: „Niet veel te beteekenen,
dat! 't Zal niets geven, de maëstro is een
rhinoceros."
De twee boerenlummels grinnikten en
knikten. Het was hun uit het hart gesproken.
In een kleerenmagazijn kocht Andrea een
pak en tegelijkertijd een costuum voor de
manege. Hij kleedde zich als een Corsicaan-
sche boereen bruine jas, met verzilverde
knoopen, wijde broek en hooge laarzen van
wildleder. Over den schouder een ruig
geitenvel en op het hoofd de roode Phry-
gische muts. Hij zag er zeer knap uit in
dit phantastisch costuum; Nila zei het hem,
vóór alles echter zeiden het hem de oogen
van Giuliana.
Nog iets had Andrea in een winkel in
de stad gekochteen zwart fluweel masker.
Hij wilde gemaskerd optreden, ter wille van
zijn veiligheid, want wie kon weten of zijn
signalement niet reeds telegraphisch aan de
politie van Ajaccio was opgegeven? Anatole
vond het goed en riep weer herhaaldelijk
bravo. Het masker zou het interessante nog
verhoogen, dat was geheimzinnig en pikant.
„II mascherato" zou Andrea zich op het
programma noemen „eerste optreden
van den beroemden Russischen (het Rus
sische was in de modekunstschutter
Andrewitsch, genaamd H mascherato! Dat
moest trekken!
imiui
Naar het Quitsch
(Wordt vervolgd.)