Het Land van Heusden en Alteoa, de Langstraat en de Bommelerwaard. De Dierentemster. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3101, W7oensdag 23 September. Nieuwe Abonné s ontvangen de Conrant tot 1 October Gratis. TIJD. FEUILLETON. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1912. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7 7» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Verlies geen tijd, want dat is de stol, waarvan het leven gemaakt is, schreef Franklin. De beroemde Ameri kaan gaf hier een voorschrift dat door iedereen begrepen en niettemin door velen veronachtzaamd wordt, ook nog in onze dagen. Verreweg de meeste menschen weten niet van deze levensstof het nuttigste gebruik te maken en onder hen zijn niet weinigen, die telkens verklaren, geen tijd te hebben. Schijnbaar is dat waar. Het dage- lijksch leven, de zorg voor het onder houd, de gewoonten der samenleving, zij stellen steeds hoogere eischen en om daaraan te voldoen, moeten wij ons inspannen, alle dagen die aan de kim men rijzen. De beroepsplichten zijn drin gend, de mededinging in het bedrijf is meedoogenloo8 wien een ander een voorsprong laat, loopt gevaar zijn stel ling te verliezen, alle krachten van lichaam en van geest moeten tot de hoogste spanning worden gebracht om het doel niet te missen, dat men wil bereiken, en daartoe is het noodig, aan elke minuut een bestemming te geven. Wie in geregelden loonarbeid hun onderhoud vinden, zijn er in dit opzicht gewoonlijk nog het best aan toe; aan vang en einde van hun taak zijn nauw keurig aangegeven en mits de punten niet te ver van elkander liggen, is er geeo reden tot klagen. Als zij gedu rende de uren, waarop van hun arbeids vermogen gebruik wordt gemaakt, dat gene geven wat van hen gevorderd mag worden, leiden zij een rustig be staan, niet gekweld door bezorgdheid over de dingen, die hun in volgende uren zullen worden opgelegd en we tende, over welk deel van hun tijd zij de vrije beschikking zullen behouden. Maar daar zijn er in grooten getale, van wie men meent, dat zij geheel zelf standig, zonder naar de bevelen van anderen te moeten luisteren, hun taak afwerken en niettemin met meer reden klagen over den dwang, door den maat- schappel ijken wedloop op hen uitge- FEDOR VON ZOBELTITZ. (7 De beide oude leeuwen lagen, slaperig als gewoonlijk, in een hoek, maar Azraël stond hoogopgericht in het midden van zijn gevangenis en keek met lichtende oogen rond. De roode lippen van zijn muil waren geopend en lieten de blinkende tanden zien. Giuliana sprong binnen en groette met kushanden naar alle kanten. Een luiden bij val moest zij in ontvangst nemen, waarvoor ze met een koket lachje dankte. Het nauwe kostuum stond haar niet bijzonder. Zij was een reuzin, weliswaar een achoone reuzin, met kolossale vormen, die uit marmer schenen gehouwen te zijn, doch geen gratie. Maar het volk van Ajaccio klapte toch; men houdt in het zuiden van de volle rijp heid en zelfs van het overmatig rijpe. Giuliana sprong met een snelle beweging in de kooi, dreef met een zweepslag en een uitroep de slaperige dieren in de hoogte, liet hen over haar zweep springen, poseerde in alle houdingen op hunne goudgele licha men en voerde met bekwaamheid alle stuk ken uit, zooals men ze, met eenige afwisse ling, van alle leeuwentemmers te zien krijgt. Maar ze deed haar zaken goed en alleen Anatole, die sedert twaalf jaar met haar reisde en, in de onmiddellijke nabij heid van de kooi staande, haar goed zien kon, viel het op. dat ze niet meer met de oude onvermoeidheid haar kunststukken uitvoerde. Bij het heen en weer springen kuchte rij zacht en parelende zweetdroppels kwamen- 0p haar voorhoofd, soms leunde oefend; mannen van zaken, die steeds op hun hoede moeten zijn, die't tegen woordige niet kunnen verwaarloozen en tegelijk op de toekomst het oog hebben te richten die eigenlijk nooit van vrijen tijd kunnen spreken, voor wie alle levensuren overvuld zijn. Bij hen is de verzuchting over de gewel digheid „van des drijvers roede" geens zins misplaatst. Onze vaderen, beweert men, kenden dat minder dan wij. Bij hen niet die zenuwsloopende overhaasting, die de menschen oud maakt vóór hun jareD, die de rust verbant en den slaap ver stoort. Zij wisten dat er een tijd van eindigen was. Zij verstonden de kunst, een streep te trekken, waar afscheidin gen noodig zijn. En toch wat een massa werk deden zij niet! Welke kloeke producten van geestelijken en lichamelijken arbeid hebben zij ons nagelaten! Er zijn, niet hët, minst in ons vaderland, geleerden geweest, die met de vruchten van hun denken een bibliotheek vulden en bovendien een in later dagen uitgege ven briefwisseling voerden, over welker omvang wij- verstomd staan. Men is geneigd te vragen of die menschen nooit sliepen. Wel zeker, deden zij dat en meer dan wij, overtuigd dat, binnen de behoorlijke grenzen, slapeu het heil zaamste werk is dat men doen kan Maar het schijnt ons toe, dat zij over het algemeen er beter dan wij den slag van hadden hun tijd te ver- deelen, dat wil zeggen elk uur aan te wenden voor datgene, waartoe het be stemd was. Misschien hangt dit daar mee samen, dat zij rustiger waren, in overeenstemming met het minder drukke van hun omgeving; in ons zit nu een maal die haast, die zich weerspiegelt in alles. Ons vervoer gaat ja, mis schien twintig of meermalen zoo snel. Onze gebouwen worden opgetrokken in het vierde deel van den -tijd, die men er vroeger voor noodig had ter nauwernood zitten wij of wij worden opgebeld of opgejaagd, het een ver dringt het ander, een gedachte is nog niet eens onder woorden gebracht of een nieuwe treedt weer te voorschijn Daaraan is niet veel te veranderen onzen tijd te algemeenen nutte en te onze bate gebruikende moeten wij ons zij ook, als geheel buiten adem, tegen de tralies van de kooi. „Ze word te dik" pre velde de heer Anatole onvriendelijk in zijn pekzwarte snorrebaard. Het publiek zag slechts de wonderen der dressuur en de sterke vrouw tusschen de beesten en applaudiseerde als waanzinnig. Viermaal moest Giuliana zich vertoonen. nadat ze het circus had verlaten „Al wordt ze ook dik" bromde Anatole, „ze trekt toch nog twee of driejaar! Maar dan is het uit dan is 't uit Terwijl het publiek langzaam het circus verliet, hing Giuliana zich in den stal een grooten doek om en riep Manila. „Wat is er?" riep de kleine en kwam met een boterham in de hand aanspringen. Giuliana kuchte nog altijd van inspanning. Ze wreef zich het zweet van gezicht en borst en trok de zware, zwarte wenkbrauwen samen. „Morgenvroeg, om vijf uur dressuur," zei ze kort. „Zoo vroeg al?" klonk het pruilend terug. „Spreek mij niet tegen!" en Giuliana stampte nijdig met den voet op den grond. „Het schijnt me, dat je niets leeren wil, luie meid! Wat, zoo vroeg 1 Om vijf uur is het klaarlichte dag, of wil je misschien hebben dat de menschen je als nimf zien Jij gekinl Het is hoog tijd dat je begint! Ik kan het niet lang meer! Dus oip vijf uur!" Met een knorrig gezichtje ging Nila weg. Zoo vroeg! En ze was altijd zoomoe. VII. Ze was altijd zoo moe, de arme kleine Nila, als madre Giuliana haar riep voor de oefeningen, dat was altijd zeer vroeg in den morgen, dikwijls schemerde het nog. Er was een goede reden voor dat de dressuur- proeven op een uur werden genomen, waarop alles nog sliep. Giuliana had haar dressuur geleerd bij meester Bidel in Madrid, een in zijn tijd zeer beroemd temmer, die later aanpassen aan de omstandigheden onder welke wg levenalleen een man, die niet noodig heeft zijn tgd eenigermate als een handelswaar te bejegenen, zou voor zich de oude methode kunnen toe passen en er zich waarschijnlijk goed bij bevinden. Toch is er één ding, dat wij van de oudjes wel mochten overnemen. Als iemand met het woord bewijst en met de daad bewijst, dat hij is „een man van de klok", dan loopt hij gevaar van te worden uitgelachen. Hij is er dan een uit de voorwereld, een anti quiteit In het betrachten van de nauw gezetheid huist een groote krachtde zelfkantjes, die men zich zoo vaak ver oorloof!, gaan verloren. Zij worden ge rekend tot den arbeidstijd en zijn het toch niet; men zou ze willen nemen als rusttijd, maar zij zijn dat evenmin. Zij zijn eenvoudig weggeworpen en daar is toch eigenlijk de levensstof te kostbaar voor. BluitenSaud. Het personeel van bruggen en wegen te Brussel is in opschudding gebracht door het ontdekken van een bedriegerij, waaraan een gepensionneerde ambtge noot, onlangs overleden, zich zou schul dig gemaakt hebben. Deze gewezen beambte had, om zijn inkomsten te vermeerderen, een list bedacht, waardoor hij erin geslaagd was twee geldleeners van een som van 80,000 fr. te ontlasten. De beambte had deze geldleeners wijsgemaakt, dat het goevernement een verbintenis aangegaan had om het loon van het personeel van bruggen en wegen te verhoogen. Doch daar er voor het oogenblik geen geld genoeg in kas was, had het goeverne ment het personeel aangeboden wissels te onderteekenen, ten einde onmiddel lijk in het bezit van de verhooging te komen. Den beambte was gelast de zaak tot een goed einde te brengen. „Er be staat geen gevaar, zei hij, aangezien de Staat voor alles verantwoordelijk is." De geldleeners stemden toe en de be ambte bracht huu 300 geteekende wis sels. De handteekeningen waren natuur lijk valsch. Het bedrag der wissels be liep 100,000 frank, waarvan er 80,000 uitbetaald werden. Voor eenige dagen stierf de beambte en de geldleeners schreven naar al de onderi eekenaars der wissels. Groot was echter de teleurstelling van de twee geldleeners, daar nu het bedrog uit een Fransche gravin trouwde en ergens in een duel werd doodgeschoten. Naar de methode van Bidel, begaf zich, bij de eerste pogingen om een dier te temmen, de dres seur geheel naakt, alleen de rechterhand en den rechteram met een zijden doek, of met elastiek leer omwonden in de kooi van den leeuw. Zoo ging het ook als een nieuwe dresseur met een reeds getemden leeuw moest gaan werken. Bidel ging daarbij uit van de door de practijk meermalen als waar gebleken, hoewel door de jongste dressuurschool verworpen, stelling, dat een wild beest voor een naakt mensch veel minder gevaarlijk is, dan voor een die gekleed en gewapend is. Bidel was trouwens niet de uitvinder van deze methode, ze kwam uit het Oosten. De Algiersche leeuwen temmers wendden haar sinds eeuwen aan en ook de tamme leeuwen, die Keizer Theodorus van Abessynië steeds om zich heen had, waren, naar de berichten van Engelsche zendelingen, op die wijze getemd. De methode van Bidel werd door Giuliana ook voor Manila toegepast en dit was de reden, waarom zij, om niet gezien te worden, steeds zulk een vroeg uur koos. Ook heden. „Ik ben nog zoo moe, och wat ben ik moei" geeuwde Manila op haar leger van stroo, toen Giuliana haar tamelijk onzacht wekte, „kan men dan niet eens 's nachts rust hebben?" ,,'tls geen nacht meer, lui dier!" bromde Giuliana; „maak dat je in de kleeren komt! Voorwaarts, of moet ik je helpen 1" Ze hief dreigend de hand op. Nila sloeg haar deken op, waschte zich brommend en wierp een rok en lijf over haar hemd. De bloote voeten stak ze in klompen. In de menagerie had Cristo reeds ge voerd, toen de twee vrouwen tusschen de kooien traden. De leeuwen lagen verzadigd en slaperig tegen de tralies. Alleen Azraël kwam. In de woning van den beambte heeft men maar 10,000 frank terugge vonden. Naar men uit Nancy meldt, hebben in het naburige Champigneulles vier zigeunerbenden een bloedige kloppartij gehouden, waarbij zij van messen en schietwapenen gebruik maakten. Twee zigeuners, een echtpaar, zijn gedood en twee doodelijk gewond. Het gevecht duurde meer dan een uur. Eerst nadat gendarmerre uit Nancy en Frouard ter hulp waren gekomen, gelukte het een eind aan de vechtpartij te maken. Ver scheiden zigeuners zijn opgebracht. Volgens geloofwaardige berichten, wordt het bevestigd dat Sofoelis zich met 18 compagnieën op het eiland Samos ontscheept heeft. Gewapende mannen komen van alle punten van het eiland naar Marathon Campos (aan de Zuidkust) om de Turksche troepen aan te vallen. Sofoelis is door de bewoners met geest drift ontvangen. Sofoelis voert den doctorstitel en is vroeger aan de hoogeschool te Athene privaat-docent in de archaelogie geweest. Hij is een Samioot en heeft zijn doctors titel aan een Duitsche universiteit ge haald. Hij zeide de wetenschap vaarwel, om zich aan de politiek te gaan wijden en nam daarna aan de staatkundige gebeurtenissen op zijn eiland levendig aandeel. Hij werd partijleider op Samos en heeft tweemaal aan het hoofd van het Samiotische kabinet gestaan. Onder de regeering van den, een jaar geleden, vermoorden vorst Kopassis werd hij ter dood veroordeeld, maar hij nam tijdig de wijk naar Athene. Van goedingelichte zijde verneemt de Neue Freie Presse, dat de landing van de Kretenzers op Samos ten doel heeft, tegen de aanwezigheid van Turksche troepen op het eiland verzet aan te teekenen. In de grondwet van 1832, die Engeland, Frankrijk en Rusland ge waarborgd hebben, is de bepaling opge nomen, dat Turkije niet het recht heeft op Samos een garnizoen te onderhouden. Turkije heeft die bepaling geschonden en Samos heeft zich de laatste jaren herhaaldelijk bij de mogendheden, die de grondwet gewaarborgd hebben, be klaagd. De Kretenzers koesterden sedert go- ruimen tijd het plan, om door een ver metele onderneming tegen Turksch ge bied de aandacht van de groote mogend heden op de eenheidsbeweging onder alle Grieken te vestigen. Zelfs hebben zij er een oogenblik aan gedacht aan de grens van Macedonië en Thracië te stond met fonkelende oogen en eon licht geknor op, toen Nila nabijkwam. „Scheer je weg, Cristo!" zei Giuliana on vriendelijk. „Ik ga al," bromde de bochel. „Plagerijen, het zwaarste werk en dan nog afgesnauwd worden ook! Zwijnetuig, ellendig volk!... En hij strompelde weg. „Nu voorwaarts, Nila Manila ontkleedde zich, omwikkelde den rechterarm en nam een zweep in de linker hand. Ze had geen spoor van vrees. Alleen, toen zij de eerste maal, met haar naakt lichaam, midden onder de beesten trad, toen had ze gesidderd, niettegenstaande de geruststellende woorden van Giuliana, die hare lammeren kende. Een gevoel van ont- zettenden angst was over haar gekomen, toen Azraël, blazend als een kat, bij haar kwam staan en ze zijn heeten adem en gloeiende tong op haar lichaam voelde Maar dit gevoel van angst was al lang over wonnen. De dieren, die onder de dressuur van Giuliana zacht geworden waren, gehoor zaamden op elk van haar woorden en elk harer wenken. Azraël blies nog wel en hij toonde de rijen blinkende tanden, als hij over de zweep moest springen, maar ook hij had nooit aan een valschen streek ge dacht. Giuliana was tevreden over Manila en over hare katten. De kleine zou heden, voor de laatste maal zonder kleeding, de kooi betreden en morgen in tricot de dres suur voortzetten; op de volgende dagen zou het costuum stuksgewijze compleet worden gemaakt, tot de beesten zich aan het bonte tooisel van hunne nieuwe meesteres gewend hadden. Buiten was de dag ontwaakt. Het zonne goud glinsterde door het smalle raam, dat zoo hoog boven de deur van de menagerie was aangebracht, dat men daardoor niet naar binnen kon zien. Een donkergele streep lag op den vloer van vastgestampte klei, waarop nog eenige waterdroppels parelden, landen. In het laatst van Augustus had den zich 600 vrijbuiters aan boord van een Grieksch schip in de wateren van Kreta begeven, om een expeditie naar Samos te ondernemen. De tusschenkomst van de vreemde consuls en de waakzaam heid van de vreemde oorlogsschepen heeft de uitvoering van dat plan toen verijdeld. Ditmaal moet Sofoelis hun waakzaamheid verschalkt hebben. Het Turksche garnizoen van Vathy, de hoofdstad van Samos, heeft zich ver schanst. Te Konstantinopel loopt het gerucht, dat de mannen van Sofoelis bij St. Kon-- stantijn aan den weg naar Vathy reeds slaags zijn geweest met de Turksche troepen. De Turksche regeering is er in ge slaagd, uit Smirna een bataljon van 800 man naar Samos over te krijgen. Dezen zijn samen met het garnizoen dat er is, vermoedelijk voldoende om de op standelingen het hoofd te bieden. De Engelsche en Fransche oorlogsschepen zijn nu naar de wateren van Samos teruggekeerd. Mevrouw Mary Leigh, een van de twee stemrechtvrouwen die brand heb ben trachten te stichten in den schouw burg te Dublin op den avond voorden dag dat Asquith daar zou spreken, en die deswege tot vijf jaar dwangarbeid was veroordeeld, is na een hongerkuur van 44 dagen vrijgelaten. Zij was in de laatste dagen hard ziek en zoo zwak, dat de dokters den raad gaven om haar uit de gevangenis te ontslaan. Zij wei gerde niet alleen eten, maar ook drinken. Mary Leigh heeft reeds in 1909 ge vangen gezeten en is toen kunstmatig gevoed moeten worden. Zij is nu bij een kennis in huis, waar een dokter haar behandelt. Uit St. Petersburg wordt aan het Berliner Tageblatt geseind: Een groote boschbrand moet in het gouvernement Perm langs den Siberischen spoorweg en de grens tusschen Europa en Azië plaats vinden. Het spoorwegverkeer met Siberië is volkomen afgebroken, nadat de laatste posttrein met groot gevaar gepasseerd was en de machinist bijna gestikt was. Sedert Vrijdag omringt het vuur het station en het dorp Baskaja. Onder de bewoners is een paniek uit gebroken. Twintig boeren moeten in den brand omgekomen zijn. Bij het station Tsjoessowaja dreigt de brand op de kolenmijnen van een Fransche maat schappij over te slaan. Duizend arbeiders zijn aan het werk om de mijnen te be schermen. die van het vroege werk van Christo waren achtergebleven. De ganzen van Pi-Wi be grootten den nieuwen dag met vroolijk ge snater en de hyena liep onrustig voor de tralies heen en weer. De beer sliep als ge woonlijk. Het was ongelooflijk zooals dat beest kon slapen. Anatole beweerde dat Cristo hem overvoerde; hij zou nog eens aan vetzucht doodgaan d. w. z. de beer, niet de gebochelde Cristo, die steeds ma gerder werd. Meester Petz was het eenige schepsel op de wereld, waarvoor Cristo liefde gevoelde. Hij noemde het dikke ondier „broertje" en putte zich uit in liefkozingen tegenover hem. Voor hij, in een wollen deken gehuld, dicht naast hem ging liggen slapen, was hij gewoon zijn arm om den hals van het monster te slaan, het te kussen en een soort redevoering te houden. „Slaap, schatje, slaap! Morgen vroeg krijg je mooi voertje. Cristo heeft honig gekocht en zal voor zijn dikkertje een heel mooi sneed je klaarmaken! Een sneedje, zooals het alleen de voorname lui etenRol je nu maar samen, dat er een plaatsje voor Cristo over blijft. Slaap lekker, dikkertje, mijn lieve ling" En de beer bromde dan gemoedelijk en kroop in een hoek Giuliana zat op een lage houten kist tegenover de leeuwenkooi en keek met scherp oog toe op iedere beweging van Manila en van de koninklijke dieren. Ze corrigeerde ook nu en dan, maar slechts met halfluide stem, om de aandacht van de dieren niet van de temster af te leiden. De leeuwenkooi bevond zich ongeveer in het midden van de menagerie en lag nog niet in het volle licht van den nieuw oBt- waakten dag. Slechts wanneer de leeuwen eens dicht naar de tralies drongen, of Nila verder op den voorgrond kwam, viel het licht op het zwartgele vel van de beesten of op het rose, met een lichte nuanceering van brons, gekleurde vleesch van het schoone meisje. Wordt vervolgd.) - Naar het Duitsch VAN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1912 | | pagina 1