Hel Land van Heu$den en Ailena, de Langstraat en de Bommeierwaard.
Taalbederf.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3195. Woensdag 9 October.
FEUILLETON.
De Dierentemster.
1912.
De crisis op den Balkan.
Und van
VOOE
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7 7» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Wij hebben als klein volk, welks taal
buiten eigen grenzen niet wordt ver
staan, behoette ons vreemde talen eigen
te maken voor het internationale ver
keer. 't Is een oude vraag ot de moeite,
besteed aan 't aanleeren van andere
dan de moedertaal, „haar rente oplevert".
Napoleon moet eens gezegd hebben dat
iemand zoovele malen een mensch is
als hij talen spreekt; hij scheen dus
overtuigd te zijn geweest van de groote
waarde van taalstudie. Anderen wij
noemen hier als voorbeeld den Duit-
schen oud hoogleeraar Wilhelm Ostwald
achten taalstudie niet hoog en zijn
van oordeel dat men zijn tijd beter kan
gebruiken met het beoetenen van natuur
wetenschap en wiskunde, waaraan zij
veel grooteren invloed op deontwikke
ling van het verstand toeschrijven. Aan
hun zijde staan natuurlijk ook de ij ver
aars voor een wereldtaal, 't zij die
Volapük, Esperanto of anders mag
heeten.
Veel succes hebben -die pogingen om
dergelijke kunstmatige talen ingang te
doen vinden voorloopig nog niet, en
zoo blijven wij Nederlanders op studie
van vreemde talen aangewezen. Ge
lukkig leeren we ze erg gemakkelijk
aan, maken ze ons zelfs zoo spoedig
eigen, dat we allerlei woorden, uitdruk
kingen, zinswendingen er uit overnemen
en ze in onze eigen spreek- en schrijf
taal inlasschen, als ware ze geheel van
vreemde smetten vrij. Dat leidt al heel
gemakkelijk tot taalbederf.
Men zal misschien doen opmerken
dat krantenmenschen al heel weinig
reden hebben om daarover te klagen,
want men behoeft maar een blad op
te- nemen om, bijv. in sportverslagen,
de onmogelijkste en voor velen onlees
bare woorden voor zeer gewone zaken
te vinden. „Goal" voor eindpaal, „kick"
voor schop, „century" voor honderd,
„time" voor tijd, „match" voor wedstrijd
enz. Inderdaad, de kranten gaan in
dezen niet vrij uit, en 't is dan ook
geen verdediging voor hen, die wij
hier schrijven doch meer een waar
schuwing.
Want onze kloeke Hollandsche taal
is toch te mooi, te krachtig, te fier
om verknoeid te worden. In ieder num
mer van „Neerlandia", het orgaan van
't Algemeen Nederlandsch Verbond,
worden sterke staaltjes van zoodanige
verknoeiing aangewezen.
FEDOR VON ZOBELTITZ.
(11
„Nog een plaatsje vrij?" vroeg hij, de
rechterhan d groetend aan zij n kepi brengende.
„U permitteert, mijnheer?Juflrouw
't is mij een buitengewoon genoegen U weer
eens te ontmoeten! Maar ik zal u niet
opetenQ behoeft niet zoo ver voor mij op
zij te schuiven, Of pardon deze heer
heeft misschien oudere rechten op u ik
wist niet, dat u bij elkaar hoorde?
„Kom, Nila," zei Andrea zacht en stond op.
Nila pprong op, maar door de snelheid
van de beweging, zwikte de rechtervoeten
ze viel op haar knie. Luitenant Dusmenil
sprong dadelijk hulpvaardig op en sloeg
zijn arm om haar taille, een taille, die slank
en buigzaam was en noch door staal, noch
door baleinen was ingeregen. Maar niet
minder snel was Andrea bij de hand en
onrukte Nila aan de omarming van den
verliefden luitenant, richtte haar op en on
dersteunde haar met den rechterarm.
„U staat mij toe, mijnheer
De heer Dusmenil was purperrood géwor
den en vergat in de opgewondenheid om
zijn monocle in werking te stellen. Toornig
keek hij Andrea aan en zijn voorhoofd
fronste zich. Hij was woedend over de ruw
heid, waarmee men hem had teruggedrongen.
„Wat valt u in?" zei hij en hij mat Andrea
van het hoofd tot de voeten-. „Zijt ge door
den 4^1 vel bezeten, man?!"
Het dwaze gebruik van Fransche of
Engelsche woorden in de gewone om
gangstaal, de malle opschriften op de
ramen van winkels, worden daarin als
„Holland op z'n smalst" niet maisch
gehekeld.
Nog gevaarlijker echter dan geïmpor
teerde Fransche en Engelsche, zijn Duit-
sche woorden, zegswijzen, woordverbin
dingen enz zij gelijken juist zooveel op
Hollandsche dat we ze niet zoo gauw her
kennen als van vreemden bodem „Daar-
8tellen" lijkt op Hollandsch en is toch
Duitsch (ook al komt het in de Statenver
taling van den Bijbel een maal of vier
voor met „aanpassingsvermogen" dat
men in letterlijk alle wetenschappelijke
„verhandelingen" vindt, is 't al niet beter
gesteld, evenmin als met „aanstichting".
Onze winkeliers spreken en schrijven
„voorradig" in plaats van „in voorraad",
groothandelaars en industrieelen zoeken
„goed ingevoerde" reizigers. Ze bedoe
len natuurlijk reizigers die, door hun
bekendheid met het artikel en de af
nemers daarvan, succes zullen hebben.
Ook „voeren wij van alles door" als
motieven in muziekstukken, beginselen
enz., alsof het koopwaar ware, die van
't eene land naar 't andere vervoerd
wordt. Wij spreken van „beduidende"
geldsommen als we bedoelen „aanzien
lijke", 't woord „pijnlijk" wordt ook
op allerlei malle manieren gebruikt,
„pijnlijke" voorzorgen „pijnlijke" nauw
keurigheid doen ons haast ons mooi
„stipt" vergeten. Wij spreken van
„eerstens" (en zelfs van „eersielijk"),
„zijdens", „minstens" en luidens". Een
minister geeft den Kamerleden in een
officieel stuk „kopielijk" ergens kennis
van en in datzelfde stuk komt de reeds
genoemde mooie term „eerstelijk" voor.
Dat ons spoor- en tramverkeer onder
Duitschen invloed staat, zien we uit de
voorliefde om op biljetten naar het
buitenland on-hollandsche woorden te
gebruiken. Zoo zagen wij eens de waar
schuwing dat „het billet zou worden
ingenomen" wanneer men dit of dat
deedeen andere zeer gebruikelijke
raad is om bij ,,'t in- en uitstijgen
acht te geven op" enz. Men ziet in
zijn verbeelding de reizigers al de lucht
ingaan, inplaats van gewoon in- en uit
te stappen.
De genoemde voorbeelden zijn maar
gering in aantal; ze zijn evenwel met
duizenden te vermeerderen, en 't wordt
zeer noodig dat wij eens wat orde op
onze zaken gaan stellen. De taal is een
intellectueel bezit van hooge waarde en
„Ik doe diezelfde vraag aan u, man,"
antwoordde Andrea rustig, en geef u daarbij
den goeden raad om niet noodeloos uw
handen te branden Steun maar flink
op mij, Nila. Zoo zal het wel gaan!"
Dusmenil balde de vuisten.
„Onbeschaamde!" siste hij, tusschen de
op elkaar geklemde tanden.
Andrea keerde zich nog eens om. In zijn
blauw oog kwam een eigenaardige starheid
en op zijn voorhoofd verscheen een kleine
roode vlek.
„Pas op, jongenHij had die drie woorden
onwillekeurig in zij n moedertaal, het Duitsch,
gesproken, maar hij merkte het ook dadelijk
en beet zich op zijn lip. Zonder er iets aan
toe te voegen, ging hij, met Nila aan den
arm, het pad af.
De officier keek beiden lang na zoolang
als de toenemende schemering het hem
mogelijk maakte. Daarna wreef hij met zijn
roodzijden foulard zijn monocle schoon,
streek zijn uniform glad en volgde het paar.
„Het zou duivelsch toevallig zijn" mom
pelde hij, maar het is mogelijk! We zullen
zien we zullen zien!"
In het Westen blonk boven de zee nog
slechts een dunne violette lichtstreep. Aan
den donkerblauwen hemel lichtten reeds de
eerste sterren. De beweging aan het strand
was voorbij. Over het bergpad ritselde nu
en dan een hagedis, die in de struiken ver
dween, welke tusschen de rotsen groeiden.
„Doet de voet nog pijn, Nila?" vroeg
Andrea fluisterend en teer.
„Neen," antwoordde ze. „O, ik voel mij
zoo gelukkig zoo gelukkig 1"
En hij voelde, dat-ze zich vaster tegen
hem aandrong en een lichte siddering ging
over hem.
Voor de stad liet hij haar I03. Ze kon
alleen loopen, maar hinkte nog een beetje.
zij die niet hun best doen ze vrij te
houden van vreemde smetten, doen als
de dienstknecht die z'n talenten in de
aarde bedroef. De vraag is alleen of
het bederf nog te keeren is. Wij heb
ben verschillende menschen gesproken
wien de zaak ter harte gaat, die er
aan wanhopen. Het kwaad is h. i. al
te diep ingevreten en onze ooren al te
zeer aan de barbaarsche geluiden ge
wend. Het doelmatigste denkbeeld schijnt
ons een lijst aan te leggen van de
meest gebruikte uitheemsche termen,
en daarachter te plaatsen de goed Hol
landsche woorden of uitdrukkingen. Wij
hebben een stille hoop dat letterkun
digen en dagbladschrijvers zoo'n lijst
zullen willen raadplegen in elk geval
waarin zij twijfelen. Het zou al veel
gewonnen zijn wanneer de geschreven
en gedrukte taal zuiver werd. Niet alsof
men daarin het „overpreutsch purisme",
waarmede Potgieter spotte en dat Hooft
parten speelde, zou huldigen. Onze sa
menleving is van dien aard dat er ver
schillende vreemde woorden zijn, die
we in onze taal hebben overgenomen
bij gebrek aan eigen. Die alle uit te
bannen zouden we althans te veT ge
dreven achten. Doch de hebbelijkheid
om goede Hollandsche woorden, als
bijv. „wanhoop", op zij te zetten voor
't Germanisme „vertwijfeling" dient zoo
krachtig mogelijk te keer te worden
gegaan.
llHlteiiliaiid.
De goedingelichte correspondent van
de Times voor den Balkan, die zich
thans te Sofia ophoudt, verklaart dat
het optreden- van de mogendheden bij
de Balkanstaten, den toestand eer zou
verslimmeren dan verbeteren en slechts
het uitbreken van den oorlog verhaas
ten. Zoodra echter de mobilisatie gereed
is en het leger naar de grens is opge
rukt op zijn laatst binnen 10 dagen
is de oorlog vrijwel onvermijdelijk.
Volgens een telegram uit Lemberg
mobiliseert Rusland met groote snelheid
het Podlsche leger. Alle officieren met
verlof zijn teruggeroepen. De spoorweg
bruggen staan onder militaire controle.
Een opgewonden menigte heeft voor
de tweede maal het Grieksche en het
Bulgaarsche consulaat te Konstantinopel
aangevallen, de ruiten ingegooid, en de
vertegenwoordigers van Griekenland en
Bulgarije grovelijk beleedigd.
Zondagavond werd te Konstantinopel
het besluit van de Porte bekend ge-
Hij wilde niet, dat Giuliana hem met haar
gearmd zag.
Voor den ingang van het circusstonden
Pi-Wi en Cecco Raffo. Ze waren beiden
dronken en keken het paar na. Cecco gaf
den clown een stoot in de zij.
„Merk je wat, Pi-Wi?" grinnikte hij.
„Zoo'n zwijn van een kerelzei de ander.
„Zoo'n vervloekte deugniet. Maar, wacht
maar, dat zal de oude hoorenWacht maar,
mijnheer de graaf!
IX. I
Den volgenden morgen, dadelijk na het
ontbijt, kwam Giuliana, niet opgemerkt
door de anderen, dicht bij Andrea. Zij zag
er koortsachtig uit en in haar oogen lag
een dreigende uitdrukking.
„Heb je mij niet gehoord?" vroeg zij met
fluisterende stem.
„Wat bedoel je? Ik begrijp je niet."
„Of je me niet gehoord heb en ze keek
hem doorborend aan. „Van nacht o, je
begrijp mij wel."
Ook zijn oog begon te fonkelen.
„Neem mij niet kwalijk," zei hij kort en
ging weg naar de arena.
Giuliana werd wit, maar zij beheersehte
zich. Ze floot tusschen de tanden en ging
daarna het trapje op in den slaapwagen.
De oefeningen met Nila in de leeuwen-
kooi bleven nog uitgesteld. Het zou ook
niet mogelijk zijn geweest het meisje nu
reeds weer bij de dieren te laten. Azraël
werd onrustig; als hij Nila maar zag, stond
hij snuivend op en toonde den bloedrooden
muil. Merkwaardigerwijs mocht ook Andrea
de kooi niet naderen. Azraël was sedert die
scène 's morgens zoo schuw geworden, dat
hij alleen Giuliana om zich heen duldde.
Zelfs Christo, die hem voerde, mocht hem
niet meer, met de oude vertrouwelijkheid,
maakt om, overeenkomstig art. 23 van
het verdrag van Berlijn, hervormingen
in Macedonië in te voeren.
De man van de Daily Mail vroeg er
den Turkschen minister van buiten-
landsche zaken naar, toen deze uit den
ministerraad kwam. De minister beves
tigde het bericht, en zei: Nu zullen we
zien of Bulgarije oprecht is, als het zegt,
dat het alleen die hervormingen in
Macedonië verlangt, dan wel of dat
alleen een dekmantel is om Turkije nog
meer grondgebied af te nemen.
De correspondent vroeg of Turkije
handelde op aandrang van de mogend
heden. Neen, was het antwoord, de Porte
heeft uit zichzelf gehandeld. Zij heeft
geen advies van de groote mogend
heden ontvangen. Deze vinden adviezen
overbodig aangezien zij onze oprecht
heid en goede bedoelingen erkennen.
Turkije zal niettemin met de mobilisatie
voortgaan als een noodzakelijk middel
van verweer.
De man van de Daily Telegraph heeft
getracht van den Bulgaarschen gezant
te Konstantinopel te hooren of het be
sluit der Porte Bulgarije zou voldoen,
maar hij weigerde te antwoorden.
Men gelooft dat zoodra de mobilisatie
voltooid zal zijn, Turkije aan Bulgarije
een ultimatum zal doen toekomen, om
binnen 24 uren te demobiliseeren.
Uit Belgrado wordt aan de Matin"
gemeld
De Serviërs in Amerika melden de
aanstaande komst van 3000 vrijwilligers
die geheel uitgerust zijn.
Aan de Lokal Anzeiger wordt uit Sofia
geseindZondagmorgen om 9 uur ver
lieten twee Bulgaarsche regimenten van
de reserve de stad, om naar de grens
te gaan. De mannen waren allen uit
oudere lichtingen en gehuwd. Het was
een aantrekkelijk schouwspel deze ern
stige lieden met jeugdige veerkracht te
zien marcheeren. Hier ziet men werke
lijk een volk onder de wapenen. Op
de geweren waren bloemruikers aange
bracht en een groote volksmenigte deed
de soldaten uitgeleide. Ook de vrouwen
begeleidden hun mannen. Velen van
haar weenden, maar stemden dan on
middellijk weer in met het gejuich van
de volksmenigte. Voor de konak werd
den Koning, die aan het venster ver
scheen, een ovatie gebracht. Toen ging
men snel naar het station.
De Weensche correspondent van de
N. R. Ct. schreef Zondag
Gisteren was ik toevallig getuige van
het vertrek van hier wonende Bulgaren,
die naar hun vaderland waren terug
geroepen. De geestdrift van die lieden
werkt aanstekelijk. Het was alsof zij
naar een ieest gingen en niet naar een
bloedigen oorlog, zoo groot was de geest
door de tralies van zijn kooi, in de manen
krabben.
De eerstvolgende voorstelling woonde ook
luitenant Dusmenil bij. Andrea bemerkte
hem dadelijk, toen hij voor zijn nummer,
met het masker voor het gezicht, in het
circus trad. De officier zat vooraan onder
de toeschouwers, zijn monocle in het oog,
de rechterhand op den knop van zijn sabel
en met de vingers van de linker voortdurend
zijn knevel opdraaiend. Hij keek scherp naar
Andrea, zonder veel op Manila te letten.
Toen Andrea, na het eindigen van zijn
nummer in den gang was en een oogenblik
stilstond, om zijn masker af te nemen en
zijn zweet af te drogen, zag hij onverwachts
den luitenant voorbijgaan. Hunne blikken
troffen elkaar. Dusmenil lachte smadelijk,
hoestte en ging sabelrinkelend verder, zonder
een woord te spreken.
Op dienzelfden avond had Andrea een
minder aangenaam onderhoud met Giuliana.
Ze had Nila bevolen op Anatole's jas nieuwe
oplegsels te naaien en het meisje, dat in zulk
werk gewoonlijk zeer weinig lust toonde,
had het tamelijk slordig gedaan. Daarover
was Giuliana in matelooze woede geraakt
en ze had de kleine, met haar vuist, zoo
hevig in het gezicht geslagen, dat haar het
bloed uit neus en mond vloeide.
Andrea was verontwaardigd over de hard
heid van die vrouw en hield dat niet voor
haar verborgen. Giuliana echter, in wie
plotseling een razende ijverzucht tegen Nila
ontwaakt was, ging eerst voort met, in de
gemeenste uitdrukkingen, op de kleine te
schelden, om daarna in een krampachtig
snikken uit te breken. Later zocht ze Andrea
alleen op, verzocht hem om vergeving voor
haar heftigheid en overlaadde hem, terwijl
zij opnieuw rijkelijk hare tranen vergoot,
met allerlei lieve woordjes.
drift. Er werden nationale liederen ge
zongen, men verbroederde zich met el
kaar en men drong naar de spoorweg-
waggons alsof men bang was vergeten
te worden. Het was de geestdrift van
een jong volk, dronken van vaderlands
liefde en van hoop op een groote toe
komst.
En tegen zoo'n oorlogszuchtige stem
ming zou een collectief optreden iets
helpen
De Koning van Griekenland is na
een heele week hier vertoefd en na
herhaalde malen met graaf Berchtold
en de diplomaten der mogenheden ver
keerd te hebben, naar zijn land terug
gekeerd. Het zal den Koning niet aan
waarschuwingen ontbroken hebben en
hem te verstaan gegeven zijn dat hij
op Kreta of andere veroveringen niet
hoeft te rekenen, maar het eigenaardige
is immers dat alle Balkan koningen
liever vrede hebben, maar op gevaar
van vermoord of weggejaagd te worden
zich aan den volksgeest moeten onder
werpen die oorlog wil tegen den ge-
haten .Turk om uit zijn vel riemen te
snijden.
De Berliner Zeitung am Mittag ver
neemt: Een Grieksche boot in den Pi
raeus, die Turksche passagiers aan boord
had, is door de Grieksche bevolking
bestormd. De Turksche passagiers wer
den mishandeld en Turksche vrouwen
medegesleept. Op het gezantschap be
schouwt men hetincident als zeer ernstig.
De Turksche regeering heeft onmiddel
lijk te Athene stappen gedaan en vol
komen genoegdoening geëischt.
Uit Semlin wordt aan de Deutsche
Tageszeitung geseind: Een actief Ser
visch officier heeft medegedeeld dat de
Bulgaarsche en Servische troepen, als
de mobilisatie geëindigd is, waarschijn
lijk Woensdag, zonder bijzondere oor
logsverklaring, de Turksche grenzen
zullen overtrekken.
Roemenië staat op den loer en wacht
de gebeurtenissen af. De Adveroel, het
bekende Roemeensche blad, zegt dat
het land bij een oorlog een afwachtende
houding zal aannemen. Roemenië heeft
er belang bij dat Bulgarije niet te groot
wordt omdat dan de Dobroedsja gevaar
loopt.
De Dobroedsja behoorde vroeger tot
Bulgarije en werd bij het verdrag van
Berlijn aan Roemehië afgestaan ter ver
goeding van een stuk Besarabië, dat
na den Krimoorlog van Rusland was
afgenomen maar in 1877 weer werd
teruggegeven. Als Bulgarije verslagen
wordt, zoo schrijft de Adveroel, behoeft
Roemenië zich niet bezorgd te maken.
Blijft het echter overwinnaar, dan zal
Roemenië protesteeren tegen een uit
breiding van Bulgaarsch grondgebied
Den volgenden dag was weder een vr;je
dag voor de troep, die slechts op drie avon
den in de week voorstellingen gaf. Andrea
was, dadelijk na het middageten, een wan
deling gaan doen; de voortdurende tegen
woordigheid van Giuliana, die hem niet
meer uit het oog verloor, hinderde hem.
Hij was de straat langs gegaan, die over
de Gravone naar het Prunelli-dal voert,
voorbij de golf, die in den stillen middag
gloed en bij de absolute windstilte bijna
bewegingloos scheen. Op de Gravonebrug
zag Andrea Nila staan, ze kocht bij een
koopman sinaasappelen.
„Waar gaat u heen, signor Andrea?"
vroeg Nila.
„Wandelen. Gaat u mee?"
Óver het gezicht van Nila ging een scha
duw van spijt en ergernis.
„Ik kan niet of ik mag niet, mijnheer
Andrea! Ik moet de jas van oom naaien,
die verwenschte jas! Een afschuwelijk ding
met zijn blauw belegsel! Ik ben toch geen
kleerenmakerMaar ik kom u tegemoet,
mijnheer Andrea ik zal me haasten
over een uur ben ik klaar en dan kom ik
u tegemoet! Zoo zeker als tweemaal twee
vier is! Ja? Kan ik u tegemoet komen?"
Andrea knikte vriendelijk. Weder viel de
zonneschijn diep in zijn eenzaam hart en
verwarmde het.
„Kom dan maar," zei hij „altijd recht
uit op den weg nqar Sartenel"
Nila knikte hem met de oogen toe en
huppelde weg. Ze had het druk. Haastig
liep ze naar haar kamertje, pakte de jas
op, nam haar naaidoos ouder den arm en
ging naar de menagerie. Hier ging ze stil
in een hoek zitten, dicht bij de ganzenkooi
en begon ijverig haar werk steek voor
steek.
1IMJWSM4D
Naar het Duitsch
VAN
Wordt vervolgd.)