'tl Land van Heusdett en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
lisvriTi-Orgasatie
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3202. Zaterdag 2 November
FEUILLETON.
O Ij IJL. 3M"
1912.
5rWl'K'i
ife- ii-
-ri- -,.T
f&S-^
b-;.Tiê
8s«r-
^UfoB VAN ALTEN^
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50.. ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden' tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Huisvrouwen-organisatie maar nu
wordt het toch te bar, hooren wij en
kelen onzer lezers verzuchten. Nu heb
ben we reeds een vereeniging van va
ders van groote gezinnen, onlangs op
gericht, nu misschien ook al een ver
eeniging van huisvrouwen, en waar
schijnlijk worden we te een of anderen
dag nu ook nog verrast met de mede
deeling dat er een vereeniging van zui
gelingen beneden den leeftijd vaD zes
weken is opgericht, aldus hooren we
mopperen en klagen, hen, die „niets
van al die vereenigingen moeten heb
ben".
Maar waarom nu niet een organisatie
van huisvrouwen, vragen we. De man
nen, timmerlieden, kantoorbedienden
onderwijzers enz., hebben immers ook
hun organisaties. En waarom zijn ze
vereenigd Omdat ze beter gezamenlijk
dan alleen staande hun belangen be
hartigen kunnen. Welnu, ook de vrou
wen hebben belangen, die ze beter ge
zamenlijk dan elk voor zich kunnen
behartigen, en dus zou een organisatie
van huisvrouwen wel degelijk reden
van bestaan hebben.
Wij kunnen hier mededeelen dat er
dezer dagen te 's-Gravenhage vanwege
het nationaal Bureau voor Vrouwen
arbeid een vergadering gehouden is,
uitgeschreven met het doel om plannen
te bespreken omtrent de oprichting van
een huis vrouwenorganisatie, en ook
kunnen we hier mededeelen dat er in
die vergadering zoo'n organisatie is op
gericht.
Welke dan de belangen der huis
vrouwen zijn, die beter door de vrou
wen gezamenlijk dan door ieder vrouw
voor zich behartigd kunnen worden
Laten wij eens hooren wat mej. Anna
Polak, directrice van het N. B. v. V
en leidster der vergadering, hiervan
zeide. Allereerst was daar, volgens haar,
het dienstbodenvraagstuk. Zij meende
dat deze kwestie beter behartigd en
opgelost kon worden, indien de huis
vrouwen allen dit wilden en in ver
eeniging tot dit doel werkten, dan wan
neer de vrouwen los van elkander
stonden. Wij gaan hierin met mej. P.
mede, zijn volkomen van de waarheid
harer bewering overtuigd, en omdat
het dienstbodenvraagstuk een vraagstuk
I.
(1
In een ver gelegen land, verborgen in
den nevel der winternachten of schitterend
in het licht der zomerdagen, in een land
waar de liederen als vanzelf geboren worden
en met den wind komen, hebben de ouden
van het dorp mij eene geschiedenis verteld.
Bij het licht van het vuur, dat op de
velden was ontstoken, te midden van de
herders uitgestrekt op de aarde, luisterde
ikDe ouden zijn er niet meer, maar
hun geschiedenis is er nog altijd en zij is
waar.
De Rutheniër kent haar, en als de nacht
hem overvalt bij de rots van Petro, dan
tracht zijn onrustig oog de duisternis te
peilen, hij verhaast zijn schreden, slaat
driemaal een kruis en prevelt„Geest, ver
dwijn 1"
Het was nacht, een Novembernacht, zwart,
woest, een nacht voor misdaad. De sombere
geraamten der bladerlooze boomen bogen
zichonder ijzige rukwinden; te midden
van het huiveringwekkende geluid, dat de
opgezweepte takken maakten, meende men
fluisterende stemmen te hooren, klachten,
zuchtenHet was de Booze, die de
ruimte doorliep en die, nu hij geen ziel
had kunnen grijpen, zich op de boomen
wreekte, zijn woede koelde op de strooien
daken, welke zijn adem opzweepte.
Het was nacht, maar het Rutheensche
land sliep niet. Aan den oever van den
stroom, die onder de oude wilgen in de
tuinen kronkelt, zag men licht branden in
een hut; men zag schaduwen zich afteekenen
is, waaraan nogal vele gebreken kleven,
naar de vrouwen beweren, die dienst
boden er op na hoüden, zal het vraag
stuk door vereeniging der vrouwen beter
en gemakkelijk opgelost kunnen wor
den. Mej. M. Heinen, adjunct-directrice
van het N. B. v. d. V., zeide dat de
leden van plaatselijke afdeelingen on
derling ook dure artikelen, welke voor
de huisvrouw van belang zijzouden
kunnen aanschaffen en aan elkander
uitleenen. O.a. noemde ze in dit ver
band stofzuigapparaten. Ook in deze
richting zou een vereeniging van huis
vrouwen goed kunnen werken.
In den loop der vergadering gaven
verschillende der aanwezige dames als
hun meening dat een huisvrouwen-or
ganisatie ook met vrucht werkzaam zou
kunnen zijn tot bestrijding van ver
hooging van prijzen. De oprichting van
een organisatie is dus ruim en breec
gemotiveerd. Uit 26 plaatsen des lands
waren bij het Nationale Bureau schrif
telijke adhaesie-betuigingen met de po
gingen tot oprichting van een huis
vrouwenorganisatie ingekomen, boven
dien waren nog vele mondelinge be
tuigingen van instemming ontvangen
waaruit mej. Polak meende te mogen
opmerken dat in het land de behoefte
aan een huisvrouwen-organisatie gevoelt
wordt en waarom zij de tijd voor op
richting van zoo'n vereeniging dan ook
rijp oordeelde. Zooals eerder reeds ge
zegd, is tot oprichting van een orga
nisatie besloten en zullen de huis
vrouwen nu eerlang de voordeelen zien
en ondervinden, welke ze van de ver
eeniging verwachten.
Hoe de organisatie werken zal He
doel is om tot een landelijke organi
satie te komen, zooals er ook eene in
Oostenrijk bestaat. In verschillende
plaatsen zouden afdeelingen opgericht
kunnen worden, waarbij weer gelegen
heid zou moeten bestaan tot het vor
men van groepen van lotgenooten, en
die plaatselijke afdeelingen zouden sa
men de landelijke organisatie moeten
uitmaken. Aldus denkt men zich de
vereeniging. Het ligt niet in het voor
nemen - om veel te vergaderen, maar
toch acht men contact tusschen de leden
noodig, en daarom zou men een orgaan
willen uitgeven. Medegedeeld werd nog
dat het eene organisatie zal moeten
zijn, waarvan huisvrouwen van hoog
ot laag lid moeten kunnen zijn. Komt
op de verlichte muren van het huisje. De
November-avonden zijn lang, daarom komt
de jeugd samen bij den haard, waarin het
vuur knettert en flikkert, en men blijft op,
men spint, men zingt, men vertelt elkaar
abelen, vaak waie geschiedenissen. Dat
noemt men de winternachtwaak.
Dien nacht was het de hut van moeder
Safrona, waarin de dorpsjeugd zich ver
zamelde.
Het was nacht. De kleine deur van de
ïut ging telkens open om een nieuw lid
van bet vroolijke gezelschap binnen te laten.
De meisjes kwamen met haar spinrokken
en klossen, de jongens brachten ieder zijn
werk medekoord om vischnetten te knoo-
jen, biezen om manden te vlechten, plankjes
sn gereedschap om violen te vervaardigen.
De hut weergalmde van gelach en gejoel.
De nacht was zwart, de wind steunde. Een
fijne, dichte regen maakte de duisternis nog
dikker. Bij de bocht van het pad, dat naar
de hut van Safrona leidde, stootten twee
menschelijke schimmen in de duisternis
egen elkaar.
„Zijt gij het, Sémène Bourdak?" vroeg
een der twee.
„Zijt gij het, Youri Worobetz?" vroeg de
andere.
De twee dorpsgenooten hadden elkander
lerkend.
„Ga je naar de nachtwaak vroeg Sémène.
„Daar ga ik heen," antwoordde Youri.
„Weet je
„Wat
Sémène dempte zijn stem.
„Komaan, jou kan ik het zeggen, want
er is geen verrader die ons hoort. Je weet,
dat Petro Topola dit jaar is aangewezen als
recruut. Sedert eenigen tijd heeft hij zich
al verborgen gehouden om de politie van
iet spoor te brengen; maar vanavond heb
ik hem gezien. Hij gaat naar Safrona; de
burgemeester en de politieagent bespieden
nem.
het tot zoo'n vereeniging, dan zal het
mooie, veel omvattende ook van de
i huisvrouw in waardeering stijgen, meent
mej. Polak.
Laten we voor de huisvrouwen, die
zich misschien als lid zouden willen
laten inschrijven, hier het voorloopig
bestuur der organisatie, zooals het in
de oprichtingsvergadering gekozen werd,
nog even volgen. In dat bestuur zijn
benoemd de dames mevrouw Wakkie
Hom te Rotterdam, mevrouw Blok-
Duyvis te Lisse, mevrouw De Groot-
Beins te 's-Gravenhage, mevr. Hyde
Meyer en mevr. De Jong-Johns te Rot
terdam.
ËliiiteiilaEid.
De oorlog op den Balkan.
De Leipziger Neueste Nachrichten
bevat een beschrijving van den strijd
bij Kirk Kilisse, die van een ooggetuige
afkomstig heet. Deze ooggetuige is ie
mand van het Bulgaarsche Roode Kruis,
die het geheele gevecht van nabij heeft
aanschouwd, en die zijn beschrijving van
het treffen had ter hand gesteld aan een
Duitschen vriend, die den brief naar
Roemenië wist te krijgen, waar de missive
gepost werd. De Koerden, Basji Bazoeks
en Tartaren, die aan den kant van de
Turken streden, onderscheiden zich in
elk opzicht boven de gewone Turksche
soldaten. Het waren deze Koerden, Basji
Bazoeks en Tartaren, die het den Turk-
schen commandant mogelijk maakten,
op Boenarhissar terug te trekken; en
ook waren aan hen alleen de verliezen
toe te schrijven, den Bulgaren toege
bracht. Deze woeste stammen bedreven
de afschuwelijkste wreedheden aan de
Bulgaarsche gewonden.
Door het vuur der Turken, dat dezen
losten uit hun verholen stellingen in
de wijngaarden, verliep de aanval der
Bulgaren in een wanordelijken aftocht
Al de Bulgaarsche gewonden, die in de
gevechtslinie waren blijven liggen,
werden door de Koerden en Basji-Ba
zoeks afgemaakt. Toen het ambulance
corps tenslotte ter plaatse kwam vond
zij in alle richtingen slechts dooden of
stervenden. Zij die niet dadelijk door
de kogels doodelijk waren getroffen,
lagen te stervenmen had hun de oogen
uitgerukt, de ooren en neuzen afge
sneden, de lichamen met messen open-
gekorven.
Telkens weer kwamen de Bulgaren
opzetten, dwars tegen het vuur der
Turken in, en telkens moesten zij terug
„Zij bespieden hem Hoe weetje dat?"
„Ik weet het. Zooeven, toen ik achter de
heg van de herberg voorbijging, hoorde ik
den burgemeester tegen den agent zeggen:
„Vannacht bij moeder Safrona Petro
zal er zijnlaten we ons dus gereed
houden."" Welnu, evenals ik moet iemand
hem gezien hebben, en die zal hem verraden
ïebben."
„Weet je zeker, dat hij bij de nachtwaak
zal komen?"
„Of hijEn Oliana dan Bovendien heeft
lij het mij gezegd; want hij weet, dat ik
hem niet zal verraden.
„Voor Oliana komt hij terug 1" riep Youri
met een rauwe stem; daarna zweeg hij.
Sémène vervolgde:
„En toch, als hij kon ontsnappen 1 Ge
durende vijftien jaar het geweer dragen,
gedurende vijftien jaar slagen ontvangen
en misschien nooit iemand terugzien, noch
maar steeds kwamen zij opnieuw op
zetten met frissche kracht en wanho-
pigen moed. Het gevecht van man tegen
man, temidden van de wijnstokken,
werd algemeen. Tenslotte hield het
vuren op en werden de wijngaarden
met de bajonet door de Bulgaren ge
nomen.
De Turken verdedigden iederen duim
breed met buitengewone hardnekkig
heid. Bijlen, zeisen, kromzwaarden, ge
weerkolven, ja zelfs vuisten en tanden
werden doof hen gebezigd om zich te
verweren. Het ambulancepersoneel vond
meer dan een Bulgaar, wien de nek was
doorgebeten door een tot razernij ge-
brachten bendeman. Vele andere Bul
gaarsche soldaten waren op afschuwe
lijke wijze gemarteld.
Maandag 21 October, van het aan
breken van den dag, tot Woensdag 23
October, bfeeft den strijd om de hoogten
van Kirk Kilisse met hardnekkige woede
voortgeduurd. Toen werd de kracht der
verdediging door een reeks aanvallen
gebroken. Uit het oplaten van vuur
pijlen boven de Turksche forten be
grepen de Bulgaarsche generaals, dat
de terugtocht der Turken te wachten
stond. Toen volbrachten de aanvallers
een laatste bestorming en bereikten hun
doel, doch ten koste van vreeselijke
opofferingen. De christenen onder de
soldaten van «de bezetting van Kirk
Kilisse gaven zich in grooten getale
over; maar de mohammedanen bleven
doorvechten. Tegen drie uur in den
ochtend van den 24sten verschafte de
artillerie den Bulgaren de toegang tot
de stad. Een laatste verwoed gevecht
in de straten der stad bezorgde den
Bulgaren aan het eind de definitieve
overwinning.
Het Neue Tageblatt heeft een tele
gram uit Belgrado ontvangen betref
fende den dood van het Albaneesche
hoofd Issa Boljetinats. Het meldt, dat
Boljetinats met 15,000 Albaneezen bij
den Servischen generaal Zifkowits kwam,
kwansuis om tegen de Turken te vechten.
De generaal eischte dat Boljetinats
voor hem uit zou rukken en de bevol
king aan den kant van de Serviërs
zou brengen. Boljetinats weigerde en
er ontstond twist, in den loop waarvan
Zifkowits inzag, dat Boljetinats dubbel
spel speelde. Plotseling haalde Boljeti
nats een revolver voor den dag, maar
Zifkowits doodde Boljetinats met een
pistoolschot. De Albaneezen wilden
vluchten, maar een gedeelte van hen
werden gedood de anderen gaven zich
toen over.
Aan de Kölnische Zeitung werd
„Je yader heeft een schuld bij den Jood
van de herberg, is het niet?
Sémène maakte een heftige beweging.
„O ja, de schraper eet ons op."
„Je weet, dat hij je opeet, en voor vijftig
roebels, die je hem schuldig bent, betaal
je er hem honderd aan het einde van het
jaar En bovendien het koren, en de kippen
en de eieren en alles wat de hut bezit. Je
geeft hem alles!"
„Allés! Ik werk, ik drink niet, en niet
tegenstaande mijn werk bereik ik niets. Ik
kan noch paard, noch ploeg, noch varken,
noch land, noch hond, noch kat bezitten.
Ik heb niets, want de Jood zuigt mij uit!
O, als ik hem Óp zulk een avond eens te
pakken kreeg!"
„Je bent te dom om een Jood te worgen,
en de Jood is te slim om 's nachts te gaan
wandelen. Op dit. oogenblik slaapt hij op
zijn veeren bed en droomt van de twee
zijn moeder, noch zijn meisje, dat men.honderd procent. Denk er dus aan, water
iefheeft. Niets meer, niets meerEn soldaat t izal gebeuren als je vertrekt en je vader al-
£om gauw, Petro moet er zijn, we zullen leen blijft met dien bloedzuiger."
ïem waarschuwen."
Youri liet een lach hooren, dien hij on
middellijk onderdrukte.
„Luister", zeide hij. „Als Petro ontvlucht,
dan zal er een ander in zijn plaats worden
genomen; ik, jij misschien. Zult gij gaan?
Sn men zal het je zeker geen tweemaal
vragen. Je bent zoo groot als een eik en
zoo sterk als vier ossen."
„Ik zou ontvluchten."
Youri nam de hand van Sémène.
„Je zult niet beproeven Petro te redden",
zei hij op zeer gedempten toon.
„Waarom niet?"
„Je zoudt je zelf in het ongeluk storten."
„Ik zal ontvluchten."
„Je bent dom. Waarom meng je je in
deze zaak?"
De twee mannen, tegen de heg van den
Sémène rilde.
„Je bent rijk, Youri, geen enkele Jood
zal jou zoo te gronde richten, als hij het
mij doet."
„Luister verder," vervolgde Worobetz,
„het is om je te verhinderen een dwaasheid
te doen, dat ik je dit alles zeg. Toch heb
ik ^medelijden met je ongeluk. Want je
bent een goede jongen. Ik zal je vijftig roebels
leenen. Je geeft ze mij terug, wanneer je
kunt'j alleen moet je in tegenwoordigheid
van getuigen teekenen, en daarna kun je
je vam dien schraper ontdoen."
Sémène riep: „O, Youri, mijn broeder!"
„Ik heb een hart, zie je, ik heb medelijden
met je, maar je zwijgt, is het niet? Ik wil
niet, dat je je in het ongeluk stort."
Bourdak zuchtte.
„Youri", zei hij, „zou je de vijftig roebels
tuin geleund, bewaarden een oogenblik het t aan mijn vader geven, als ik er niet meer
stilzwijgen. Youri hernam: jwaa om te werken?"
Woensdag uit Sofia gemeld, dat Adria-
nopel zwaar beschoten wordt en dat de
stad bijzonder te lijden heeft tenge
volge van de omstandigheid dat er een
groot aantal vluchtelingen vertoeft, die
daar bescherming hebben gezocht. Men
is te Sofia van meening dat de uitslag
niet twijfelachtig kan zijn en er loopt
zelfs een gerucht, dat uit betrouwbare
bron afkomstig moet zijn, dat de Porte
getracht heeft vredesonderhandelingen
met Bulgarije aan te knoopen, daar zij
een nederlaag van hare hoofdmacht
verwacht. Bulgarije wilde echter van
onderhandelingen niets weten.
Uit Konstantinopel wordt dd. 30 dezer
aan de „Vossische Zeitung" geseind:
Volgens betrouwbare berichten moeten
gisterenmiddag in Stamboel twintig
Christenen vermoord zijn en in de wijk
Kassim pasja eenige Bulgaren. Hun
getal is onbekend. Om drie uur trok
een betoogende menigte, acht honderd
man sterk, met roode vlaggen, waarop
Turksche opschriften, en met muziek
voorop, door de stadswijk Goelhane. De
troep werd aangevoerd door een softa.
Men dacht echter, dat het vrijwilligers
waren.
Telegrammen, welke uit verschillende
plaatsen van Turkije ontvangen zijn,
maken melding van het feit, dat men
zich in de onderscheidene Europeesche
koloniën niets op zijn gemak gevoelt
na de nederlagen van de Turken. De
buitensporigheden, welke er te Uskub
en te Adrianopel begaan zijn, doen ern
stig voor gewelddadigheden tegenover
de Christenen vreezen voor het geval
de Turken nieuwe nederlagen lijden.
Men verlangt daarom naar Europeesche
oorlogsschepen aan de kust. De Fransche
oorlogsschepen zijn Donderdag vertrok
ken en zullen voorloopig naar Bejroet
stoomen. Zij houden zich gereed om
gezamenlijk op de bedreigde punten op
te treden.
Ook schijnt het in de bedoeling te
liggen Hr. Ms. pantserschip Gelderland,
dat thans in de Middellandsche Zee
kruist, bevel te geven om de reis tot
Konstantinopel voort te zetten, teneinde
ter reede tegenwoordig te zijn ter be
scherming van de aldaar verblijf houden
de Nederlandsche onderdanen.
Volgens een telegram aan het Berliner
Tageblatt wordt te Weenen in politieke
kringen als een feit medegedeeld, dat
Montenegro van Italië zes millioen Lire
voor den oorlog heeft gekregen.
Te Athene is uit vrijwilligers van
Kreta een regiment infanterie gevormd.
Toen zij hun vaandel van den vertegen-
„Neen, het is slechts aan jou dat ik ze
geefwant voor jou koester ik vriendschap."
„Heb je dan geen medelijden met mijn
ouden vader?"
„Ik kan het alleen voor jou doen. De
ouden hebben reeds geleefd, de jongen
moeten het op hun beurt nog doen, en met
de schuld aan den Jood op je rug zal je
nooit rustig kunnen levennoch door je
in te laten schrijven in de plaats van Petro,
noch door de vlucht te nemen, zou je mij
mijn geld kunnen teruggeven."
„Wie heeft hem kunnen verradenpre
velde Sémène. „Kent ge iemand die er toe
in staat zou zijn?"
„Niemand", antwoordde Youri met on
verstoorbare kalmte.
De twee mannen verlieten den somberen
hoek van het pad en richtten zich naar de
hut; de deur werd voor hen evenals voor
de overigen geopend.
„Stil", zei Youri heel zacht.
Het vlammende vuur van den haard ver
lichtte de beide boeren. Sémène Bourdak
stak met zijn athletengestalte boven alle
jonge mannen uit.. Zijn oogen waren Tustig,
zijn mond glimlachte licht, zijn neus stond
op een weinig ontwikkeld, maar zacht en
goed gelaat. Gekleed in een mantel van
schapevacht, om zijn middel sa&mgebonden
door een* roode ceintuur, met eene hooge
muts van lamsvel op het hoofd, geleek hij
nog geweldiger dan hij was.
Zijn aschblond haar, dicht en gekruld,
viel op zijn voorhoofd en in zijn hals, en
gaven een mooie omlijsting aan zijn lande
lijk en eenvoudig gelaat. Om zijne buiten
gewone kracht noemden de meisjes hem „eik"
lachten dikwijls om zijne onnoozelheden,
ofschoon zij graag met hem dansten. Dat
kwam omdat die Sémène Bourdak den
dans kon leiden. .Hij was er zelf op verzot
al dansende lichtte hij de jpeisjes op en
liet ze ronddraaien als klossen.
Rutheemche Roman.
(Wordt vervolgd