Het Land van Heusden en iltena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Haast II Langzaam.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3237. Woensdag 3 Haart.
FEUILLETON.
Q: Uuo VAN ALTEN^
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1913
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7l/t ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Het „Haast U Langzaam" der Ro
meinen, waarlijk het schijnt wel ex-
presselijk voor ons Nederlanders bedacbt
te zijn. Dat haastige spoed zelden tot
iets goeds gedijt, hoe dikwijls merken
wij het niet bij andere menschen, an
dere volken op. Het overijlde, gejaagde
mag geen gewas dezer landen heeten
gelijk van oudsher reeds onze lands-
en volkshistorie getuigt. De zaken van
het oude gemeenebest werdan waarlijk
niet in „een vloek en een zucht" al-
gedaan integendeel, de oude kronieken
zijn d&dr, om te bewijzen hoe onze
voorvaderen bij voorkeur niet over „één
nacht ijs" gingen, en er wèl bij
voeren. Onze staatkunde was een zoo
overwegend bedachtzame, het bestier
onzer lands-aangelegenheden vooral in
betrekking tot het buitenland, had zulk
een langzaam aanzien in zijn gang en
ontplooiing, dat de vreemdeling allengs
al onze gedragingen begon af te meten
naar den aard van dat gedeelte van
ons volk, dat in rappe vlugheid niet
uitblinkt en ook niet uitblinken hoeft,
onze boeren. Een Hollander moest per
sé een evenmensch op klompen zyn,
traag van handelen, langzaam in doen
en laten. Dat ons land nog andere be
woners telde werd toen zoomin erkend,
als het nu nog, in het algemeen, in
het buitenland erkend wordt. En menig
vreemdeling die onze grenzen over
schrijdt, staat werkelijk verbaasd, wan
neer hij niet alle Nederlanders op klom
pen en met een lange pijp aantreft.
Holland, redeneeren zij, is het land
waar alles bedaard en langzaam aan
zijn gang gaat, het land waar de trek
schuit het langst in eere geweest is,
kortom een land doortrokken van een
aartsvaderlijken haast-u-langzaam-geest.
Aldus ziet de vreemdeling, wiens
oordeel uiteraard zeer dikwijls opper
vlakkig is, onsmaar geheel ongelijk
heeft hij niet. 's Lands wijs, 's lands
eeren ook de eer van ons land is
het, aan zijn wijze vast te houden. Die
wijze is nu eenmaal om zoovele redenen,
niet de vlugste te zijn onder de volken,
die ons omringen. Men moge zulks be
treuren, een volk van enkel deugden
zou niet bestaan kunnen. En ware onze
nationale karaktertrek van „laogzaam
aan, dan breekt ook de lijn niet" (de
Ruthtemche Roman.
(36
Als een wild dier op het hoogste punt
zijner woede, doorliep hij nu eens de schuur
en rolde zich dan weer op den grond, de
koorden, die niet wilden medegeven, trach
tende los te maken.
„Het oordeelde knoethet ver
scheurde, bloedende vleesch O, als ik
mijne handen maar vrij had! Wat?... Is
het mogelijk? De knoop gaat los, de arm
band van koorden valt langs mijn polsen!
Ik voel het, hij rolt, hjj glijdtik voel
hetNog een oogenblik, nog ik zal vrij
zijn... Eindelijk! Ha, de onnoozelen, zij
kunnen niet eens een knoop leggen
Het koord viel aan de voeten van Youri,
hij bekeek z:jn opgezwollen, met bloed be
vlekte handen.
„Toch was het sterk; mijne polsen zijn
niets dan rauw vleesch het koord is rood.
Mij redden, mij reddenHoe
Hij Bprong naar het dakvenster het
was te hoog, hij bereikte het niet.
„Een ladder I met een ladder bereik ik het
dakVan het dak zal ik het stroo af
halen O, een ladderWaar ze te vinden
Is er hier een? Overal koren, overal kaf
maar geen ladder 1"
Hij hield een oogenblik op, uit zijn met
bloed doorloopen oog viel een traan van
woede en onmacht.
„De knoetSiberiëherhaalde de
gevangene. „Ik zal de deur openbreken!
Buiten is ongetwijfeld niemandHet vuur
neemt toe, allen zijn bij den brandEn
als deze schuur ook eens in brand raakte?
lijn der vaderlandsche trekschuit, wel
te verstaan), ware die karaktertrek af
wezig, ons volksbestaan zou zijn ont
wikkeling langs andere wegen hebben
gezocht; maar zou de uitkomst, ook
een betere zijn geweest Wij betwij
felen het.
Toch, er is een groote schaduwzijde
aan deze eigenschap die ons als volk
eigen isze is deze dat wij niet één,
maar wel tien nachten-ijs noodig hebben,
om er ten slotte dikwerf dan nóg niet
overheen te gaan. Dan verkeert de be
dachtzame langzaamheid in een soort
vadsigheid van oordeel en handelwijze,
in een inergie die aan de luiheid zelfs
na verwant mag heeten. Ook daarvan
weet op meer dan ééne bladzijde de
landshistorie te verhalen, met de ge
volgen van dien ten achter raken in
den wedloop der naties, de plaats ver
liezen die eenmaal werd ingenomen,
maar die wij niet behouden konden,
omdat niet tijdig en in het voor de zaak
noodig snelle tempo is gehandeld. Dat
gebeurde meer dan eens, ja bij tal van
aangelegenheden en voor een niet ge
ring deel is daaraan ook de achteruit
gang in de rij der volkeren, van de
republiek der Vereenigde Provinciën
te danken geweest.
Deze overwegingen kwamen ons in
den geest, toen dezer dagen in de ver
gaderzaal onzer senatoren, op het
Haagsche Binnenhof, de begrooting van
Waterstaat aan de orde was. Niet dat
het aldaar verhandelde aanleiding gaf
om „te wapen! tegen traagheid en
sleur!" te roepen, maar toch hoe leven
dig werd er niet de herinnering ge
wekt, aan die oud-vaderlandsche over
drijving in voorzichtigheid, om maar
in 's hemelsnaam de trekschuit-lijn bij
het aantrekken niet te doen breken.
Ziet, daar is een haven-belang aan de
orde van een stad van ongeveer 22000
zielen, een belang waarbij de welvaart
dier stad ten nauwste betrokken is.
Daartoe dient een overeenkomst aan
gegaan te worden, over welker vóór
en tegen ruimschoots is onderhandeld,
overwogen en beraadslaagd door de
betrokken partijen. Deze overeenkomst
geldt een maatschappij, die 's jaarlijks
11 tonnen gouds aan loon onder de
arbeiders dier plaats brengt, nog eens
lVs ton aan salarissen voor ambtenaren,
hetgeen tezamen ongeveer de helft uit
maakt van het geheele belastbaar in
komen dezer belangrijke gemeente. En
Ha! de schelmen. Zij willen mijn dood!
Het is om mij levend te verbranden, dat
zij mij in dit gat hebben opgesloten!"
Hij wierp zich tegen de groote eiken
houten deur, hij duwde met zijn rug tegen
de zware dwarshouten, die de planken
samenhielden. De deur gaf niet toe. Youri
viel op de knieën, uitgeput, woedend, ziel
togend.
„O, als ik zoo sterk was als Sémène, maar
slechts aan bandieten geeft God kracht
En het vuur nadertDe gloed vermeer
dertWat? De schuur gaat branden...
branden met aoij Gelooven zij in Chris
tus, die laaghartigen, die schurken Een
mensch verbranden!... Helpt! hebt mede
lijden! Helpt! Ik zal in de vlammen om
komen
Deze kreet van ontzetting werd met woest
gelach beantwoord.
Het waren de bewakers, die het hulpge
roep hadden gehoord en spotten met den
gevangene.
Youri hield zich stil, hij begreep, dat hij
niet alleen was. Dus geen uitkomst„Ik
word bewaakt, bespied, gemarteldDe
lafaards! Aldus een menschelijk wezen te
martelen
Na een oogenblik hernam hij
„De knoetZou ik kunnen blijven leven,
nadat ik met den knoet geslagen ben
En als ik leef? De dwangarbeid, kettingen
aan de handen, kettingen aan de voeten
altijd, altijd kettingenwerken in de
mijnen, altijd, altijd... En mijn huis, van
zooveel gemakken voorzienIk zal het
moeten verlaten. En mijn paarden en mijn
vee, en al het geld dat de schuldeischers
mij nog niet hebben teruggegeven Ik zal
alles, alles moeten verlaten Ah! Domna,
heks, moge de duivel je halenMoge je ziel
nooit rust vinden!... Siberië! Maar vóór
dat ik er kom? Met kettingen overladen
gaat men er te voet heenMen valt
de overeenkomst waar zooveel belangen
mede gemoeid zyn, zou reeds hoog en
breed op 12 September van het vorige
jaar zyn bekrachtigd kunnen worden,
waren er geen trekschuit-lijnen,
die o zoo zachtjes moeten aangetrokken
worden: die met het departement van
Waterstaat, maar ook die met het de
partement van Landbouw, Nijverheid
en Handel, en ook die met het depar
tement van Financiën. Dat „lijntrek
ken" duurt dus ruim een half jaar en
terecht werd zulk een langzame gang
van afdoen, waar zooveel belangen
tegenover staan, in de vergaderzaal
g.-gispt.
Gold het hier een plaatselijk belang
in de eerste plaats, waarbij zich ove
rigens het landsbelang wel degelijk
aansluit, in diezelfde vergadering van
ons Hoogerhuis kwam een ander af
gevaardigde een lans breken voor een
uitsluitend landsbelang: de droogleg
ging der Zuiderzee. Een zaak waar
reeds ruim een paar menschenleeftijden
over wordt gedelibereerd, zonder dat
er «enig zichtbaar practisch resultaat
van aanwijsbaar is. Nochtans de buiten
gewone omvangrijkheid van het project
wettigt ook een buitengewonen tyd
van voorbereiding. Hier gaat het niet
als bij de zaak van zooeven om 3 mil-
lioen, doch om 300 millioen. Echter,
daar is een ander plan, dat de in
dijking en drooglegging van de Wierin-
germeer beoogt, waarmede een bedrag
van 18 millioen gemoeid is en 19000
H.A. goede grond gewonnen kunnen
worden. Doch ook deze aangelegenheid
is aan de orde sedert 1869. En
inmiddels trekken tal van nijvere jonge
mannen onzer boerenbevolking naar
Amerika, naar Canada en Dakota, ter
wijl toch 's lands belang eischt ter-
wille onzer nationale volkskracht die
handen hier werk te verschaffen.
Zoowel bij de eerste zaak, de haven
verbetering van Ylissingen, als bij de
tweede zaak, kwam het ministerieel
antwoord hierop neder: gedenk de spreuk
dier oude Romeinen: „Haast u lang
zaam."
Welnu, meenen wij, zoo ergens dan
is hier aan de vaderlandsche bedacht
zame langzaamheid in handelen alle
eer bewezenvoor elk verder uitstel
der eind afdoening zijn bezwaarlijk goede
gronden meer aan te voeren, of het
„haast u langzaam" ontaardt in een
„ga den slakkengang". En d&érbij
kunnen zoomin plaatselijke als lands
belangen baat vinden.
Biiltenland.
De auto-bandieten Dieudonné, Calle-
min, Soudy en Monier, die ter dood
veroordeeld zijn, hebben zich in cassatie
voorzien.
Callemin heeft, zooals hij had aan
gekondigd, een langen brief geschreven
aan den procureur-generaal, waarin hij
o.m. bijzonderheden mededeelt over den
aanslag in de Ordener-straat. Zoo ver
telt hij in zijn brief, dat hij toen met
Garnier uit de auto is gestapt en ter
wijl hij Peemans, den man, die den
banklooper Caby vergezelde, met zijn
revolver in bedwang hield, schoot Gar
nier Caby neer. Peemans bedekte zijn
gezicht met de handen en ging op de
vlucht. Hij heeft dus, zegt Callemin,
zijn aanvallers niet kunnen zien. Calle
min wilde zich van den zak van Caby
meester maken, en toen deze tegen
stand bood, heeft Garnier nog twee
revolverschoten op hem gelost. Ver
volgens smeet Garnier den zak met geld
op de voorplaats van de auto, waar
Bonuot zat, die eveneens schoot. Toen
de auto wegreed, heeft Callemin uit
beide raampjes geschoten op de men
schen, die in de buurt van den wagen
durfden komen.
Callemin rept in zijn brief ook van
den aanslag op de bank te Chantilly
en volgens zijn bewering heeft hij
daarbij Legendre, een der bedienden ge
dood, terwijl Vallet op Trinquier schoot.
Is dit waar dan moet dus niet Monier
voor deze misdaad verantwoordelijk ge
steld worden. Ten slotte deelt Callemin
mee, dat De Boe hem en Bonnot slechts
als tolk naar Nederland vergezeld heeft
en niet wist, wat ze er gingen doen.
Of de mededeelingen van Callemin
Dieudonné veel zullen helpen? Zij schij
nen, naar het oordeel der rechtskun
digen geen aanleiding tot cassatie te
geven en ook meent men, dat zij geen
grond opleveren voor een verzoek om
revisie. Artikel 443 van het wetboek
van strafvordering laat slechts herzie
ning toe, wanneer het feit, waaruit de
onschuld van den veroordeelde moet
blijken, zich voorgedaan heeft na de ver
oordeeling. Toen Callemin verklaarde,
dat Dieudonné aan den aanslag in de
Ordenerstraat niet heeft meegedaan,
was er nog geen veroordeeling uitge
sproken, want Callemin deed zijn ver
klaring tusschen het verdict van de
jury en de uitspraak van het Hof.
Het Hof kan voorts, zoo het over
tuigd is, dat de gezworenen gedwaald
onderweg. Dood of stervend laat men je in
de sneeuw liggenen de raven zingen je
zielemis de wolven begraven je de
kettingen, Siberië, de galeien
Zijn geest verwarde zich. Dan weer zag
hij het tooneel voor zich van een afzichtelijk
einde onder de bloedige slagen met den
knoet, dan weer een ontzettende toekomst
in het land van de sneeuw, van waar men
niet terugkeert. Het was afschuwelijk!...
Sémène, de ellendeling, hij is het die mij
tot wraak heeft aangezetHad ik geen
recht mij te wreken Zij is omgekomen
Waarom heeft zij mij verworpen? Ik wilde
haar bezitten
„De knoetSiberië Niemand is er
nog van teruggekeerd. Ik ben het niet, maar
Sémène is het, die er heen moest, en toch
zegt men, dat er recht bestaat."
Zijn wanhopige blik, die de hut rond
zwierf, dien hij opsloeg naar het smalle
dakvenster, het onbereikbare dak, bleef ein
delijk gevestigd op het koord, dat hij op
den grond had laten vallen. Hij raapte het
op 8n maakte met bevende vingers den
knoop los.
„Het is sterk laat eens zien de
knoet is te afschuwelijk, Siberië is te ver,
de galeien zijn te hard."
Hij mat de lengte van het koord.
„Het is goeden mijn geld en mijn
ossen en mijn paarden, wie zal ze nemen?
En mijn hut en mijn land, aan wien zal
het toebehooren AhSiberië, de galeien
En het vuur zal zich uitbreiden. Men zal
mij dus laten sterven in de vlammen?"
Hij richtte zich op, met heftige beweging
wierp hij het koord om den balkhij sloeg
de lus om zijn hals.
„Komaan", sprak hij bij zichzelven, „laat
ons van drie dingen het beste nemen. De
knoet is één, de galeien is twee, zelfmoord
is drie. Van de drie manieren om te sterven
één! Men wordt slechts één keer geboren,
men sterft slechts één keer. Ha! ha! Domna,
dat de honden je opeten! Sémène, dat het
vuur je verteert! Oliana ik haat je!
Komaan, men sterft slechts één keer
De lus gleed toe, een gereutel werd ver
nomen
De gloed van den brand werd minder,
het inwendige van de schuur hulde zich in
duister.
Tusschen den balk en de aarde zweefde
een menschelijk wezen.
XX.
Men was het vuur meester, het doofde
uit, een nevelachtige morgen volgde op den
sterrennacht. De rook zweefde als een rouw
floers over de puinhoopen. De klokken van
de kerk luidden. Te midden der rookende
bouwvallen op den weg, die naar het kerkhof
leidde, volgde de menigte een doodkist.
Het huis der dooden was openvoor den
laatsten keer konden de overlevenden Petro
en Oliana aanschouwen, die heengingen.
Men sloot de kist niet, dan aan den rand
van het graf. Ossen trokken de lijkkoets,
de banieren der kerk wapperden in de koude
van den winterochtend, de kaarsen wierpen
een flikkerend licht op den weg dien men
doorliep.
Domna, op haar staf geleund, Yerina haar
wiegelied zingend, en de oude Topola, ge
bogen en wankelend volgden den wagen.
De rouwstoet kwam op het kerkhof, de
mannen, die de banieren droegen omringden
den kuil. Men zette het huis der dooden
op den grond.
Het verwilderd oog der moeder viel op
de beide lijken. Met eene heftige beweging
stiet zij de menigte die weende op zij en
knielde bij de kist neer. „Weet gij dan niet
dat zij mij toebehooren, dat zij zijn gekomen
om niet meer weg te gaan Stil, stil maakt
ze niet wakker."
Yerina,sprak Domna, met bevende stem,
hebben, ingevolge artikel 352 van het
wetboek van strafvordering verklaren,
dat de uitspraak wordt uitgesteld en
de zaak naar een geheel nieuwe jury
verwijzen. Van dit recht heeft het Hof
geen gebruik gemaakt. Meent het, dat
de mededeelingen van Callemin in de
schuld van Dieudonné geen wijziging
brengen
Reinert, het lid van de bende der
auto-bandieten, is reeds in vrijheid ge
steld. Hij heeft zijn straftijd in de voor-
loopige hechtenis uitgezeten.
De Engelsche stemrechtvrouwen heb
ben Zaterdag een vermakelijke grap
uitgehaald, die gelijkt op de parade te
Straatsburg door een valsch telegram.
Zij zonden aan de politie te Ponty-
pool in Monmouthshire een telegram,
met bevel onmiddellijk de territoriale
troepen te mobiliseeren. Dit bevel was
reeds gedeeltelijk opgevolgd toen het
bedrog ontdekt werd.
Een telegram, uit Eagle Pas in Texas
te New York ontvangen, maakt melding
van een heftigen strijd tusschen re-
geeringstroepen en aanhangers van den
vroegeren president Madero, die onder
leiding staan van Carranga, den gou
verneur van Coahuila. Over den uitslag
van het gevecht is nog niets bekend.
In een onzer vorige nummers hebben
wij een bericht opgenomen over den
moord, gepleegd door hun zwager Alt
man op de drie gebroeders Berger te
Weenen, waarbij er twee werden gedood
thans moet ook de derde broeder over
leden zijn.
Mexicaansche regeeringstroepen heb
ben op Mexicaansch gebied dicht bij
Douglas geschoten op vier Amerikaan-
sche officieren. Een Amerikaansche af-
deeling neger-soldaten beantwoordde
het vuur en versterkt door twee
andere regimenten joeg zij de Mexi
canen op de vlucht. Hierbij moeten 6
Amerikanen gedood en vele gekwetst
zijn.
Men meldt uit gezaghebbende bron,
dat de Attornev-General verzocht heeft
om bijzondere lastgevingen uit Was
hington met betrekking tot een on
verwijld optreden voor het geval de
plunderingen in Mexico zich mochten
herhalen.
De aanhangers van Zapata hebben
dicht bij Ajusco van uit een hinderlaag
een aanval gedaan op een militairen
trein. Het gevecht duurde een uur; 50
soldaten van het regeeringsleger werden
gedood.
„je dochter is getroswd, laat haar de woning
van haar echtgenoot binnengaan."
Uitgenomen Domna en de beide slacht
offers, herkende de krankzinnige niemand
uitgenomen Domna begreep zij niemand.
Deze stem hoorende zag zij de oude vrouw
aan, en zich tot de omstanders richtende
zeide zij „Mijne kinderen zijn teruggekeerd,
zij hebben nu hun huis Er is geen com
missaris meer, geen soldaat, geen knoet!
Hoort gij? Geen knoet meer.... Wij zijn
vrij, vrijWij zullen leven Met
bevende hand greep zij het lichaam van
Petro en maakte een beweging om hem van
zijn kleeren te ontdoen.
„Ziet," riep zij, „zijn vleesch is doorploegd,
zijn lendenen zijn verscheurdDrie hon
derd slagen op de lendenen, op de schouders,
drie honderd slagenMaar zijne wonden
zijn genezen, zijn bloed vloeit niet meer
Hij is vrij, hij is voor niemand bang!....
Hij heeft zijn dak, hij heeft zijn vrouw
Onder zijn dak zal hij met zijne vrouw
ieven, met zijn kinderen zal hij leven
En met een stem, die de melodie van een
klaaglied scheen te volgen, voegde zij er
aan toe
„Slaapt, slaapt, de knoet is dood
„Breng haar weg!" beval de priester.
„Zij is de moeder", prevelde Domna.
„Zij is niet wijs, zij weet niet wat zij zegt."
„Maar zij weet, dat deze haar kinderen
zijn."
„In haar krankzinnigheid beleedigt zij
de wet!"
„Haar hart is verscheurd
„Laat de kist neer
Óp de gespannen koorden gleed het huis
der dooden zachtjes neer en verdween. Domna
hief de armen ten hemel.
„God van erbarmen 1" riep zij. „Wanneer
zult gij medelijden hebben met uw volk?"
EINDE.