Hel Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. EEIISTE BLAD. Een haastig afscheid. PEEK A ROMBERG COLBERT-COSTUMES. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3242Zaterdag 22 Haart. FEUILLETON. De Geheimen eener kleine stad. en hooger. 1913. UWO VAN ALTEH^"- VOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/* ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Hetzij Jacob's meest geliefde zoon Jozef, door zijn broeders was verkocht, 't zij hij, naar luid eener oude oor konde, door Midianietische kooplieden gestolen werd, zeker is het, dat hij zich spoedig een schitterende positie aan het hof van den toenmaligen Pharao wist te verzekeren en dit de oorzaak was voor de vestiging der eerste zeventig Israëlieten in Egypte. De nederzetting in het land Gosen breidde zich buiten gewoon in zielental uit, en de vorsten, vreezende dat het door de trotsche Egyptenaren gehate herdersvolk, om zich te wreken eenmaal gemeene zaak zou maken met de vijanden van het rijk, begonnen ze op allerlei wijzen te vervolgen en te kwellen, zonder dat echter het doel, zich weer van de vreemdelingen te bevrijden, er door bereikt werd. Eerst vele eeuwen later voerde Mozes de groote volksleider, na een allermerk waardigsten levensloop, de zes honderd duizend Israëlieten, met hunne tallooze kinderen en veel have en vee, uit Egypte, het land der onderdrukking, naar de woestijn op het schiereiland van den Sinaï, waar zij het leven van een zwer vend herdersvolk weer opvatten, waar van de Egyptische Pharao's hen ge dwongen hadden afstand te doen. En het was een haastig afscheid, want uit het rauwe deeg dat zij uit Egypte meenamen, bakten de Israëlie ten hun ongerezen broodkoeken voor den noodigen leeftocht onderweg. Men kan den uittocht der Israëlieten uit het land der slavernij even goed beschouwen als een half gedwongen wegtrekken, dan aio een verdrijving. Yoor dit laatste pleit meer het blijk baar vaststaande historische feit, dat de Pharao Meinephto, die destijds re geerde, bij zijn vervolging van de vreemdelingen een zware nederlaag leed. Hoe dit zij, het was voor het zwer vende herdersvolk een ondragelijk lot, aan vaste woonplaatsen te worden ge bonden en daar door Ramses II ge bezigd te worden, evenals de Egypte naren der laagste klasse, tot het uit voeren zyner reusachtige bouwwerken, (5 De nachtwacht rekte zijn oud, zwak lichaam in de hoogte, hief den rechterarm onder zijn manteljas op en strekte dien lang en spookachtig in de duisternis uit. „Kijk!..." Met gespannen opmerkzaamheid volgde de barbier de aangeduide richting en einde lijk bleven zijn blikken gevestigd op een zwak verlicht venster op de tweede ver dieping van het huis, waarvoor hij stond. Toen keek hij den nachtwacht vragend aan. „Ik begrijp u niet. „U begrijpt me niet? U bent toch hier in de stad geboren en getogen, zoo goed als ik Ziet u niet, voor welk huis u staat De barbier keek even rond. En nadat hij zich georiënteerd had antwoordde hij „Dat is het logement „De Zachte Duif." Maar ik begrijp nog altijd niet, waarom Nu ging de nachtwacht verbaasd voort: „Meester Lawendel, u bent anders zoo'n verstandig mensch, maar vandaag moet er iets niet pluis bij u wezen. Denk eens goed na. Als op de tweede verdieping van „De Zachte Duif" licht brandt, wat heeft dat te beteekenen?" „Dat er iemand logeert." De nachtwacht legde zijn rechter-wijs vinger tegen z'n vochtig-kouden neus en vroeg „En als iemand daar logeert, wat be- teekent d&t „Datdat weet ik niet „Maar meester Lawendel, hoe heb ik 't waarvan thans nog de overblijfselen den tand des tijds trotseeren. Vrijheid was de leus en bleef de leus; oneindig schier waren de be zwaren en moeiten, waarmede men den leeftijd van een menschengeslacht te kampen had; het zwakke vleesch ver langde meer dan eens terug naar het betrekkelijk weelderige leven in het land der slavernij en toch kwam eens het oogenblik waarop het'land Kanaan, op een en dertig koningen veroverd, door Josua onder de negen stammen benevens den halven stam van Ma nasse verdeeld werd. Het is een der merkwaardigste, mis schien wel het merkwaardigste feit uit; de geschiedenis der wereld, dat op dezen nieuwen staat, die ongeveer eene oppervlakte van vier honderd vierkante mijlen moet hebben beslagen, dezen statenbond, sedert de oogen der gan- sche wereld gevestigd bleven. Dat was niet het uitsluitend gevolg van de hoogst belangrijke geschiedenis of van de schier eenige lotgevallen van dit volk. Het was veel meer een gevolg daarvan, dat in .den boezem van dit volk, hoogst waarschijnlijk als een uitvloeisel vaB de persoonlijke opvattingen en het per soonlijk streven van den grooten leids man Mozes, in den boezem van dit volk zich zóo krachtig de strijd heeft ontwikkeld voor een meer redelijk en verhoven godsbegrip, dat meer voldeed aan de behoeften van het zieleleven dat de ontwikkeling der natie daarmee zoolang samenhing, tot de godsdienst zelve begon te kwijnen en de natie tot dat diep zedelijk verval geraakte, waar van zij het treurigst beeld vertoonde in de dagen van Jezus' omwandeling op aarde. Toch staat vast dat, ondanks dit diep zedelijk verval, in geen enkel volk der oudheid de kern van het geloof in een hoogere en betere zedelijke toekomst meer is bewaard gebleven dan in Israël. Voor een langzaam verval en een ein delijk geheel ondergaan van het men schelijk geslacht was in de zedeleer van dit volk geen plaats. Een zinnebeeld daarvan was ook het onverzwakte Mes- sias-geloof, een geloof met vreemde elementen vermengd, maar dat toch de kern der waarheid in zich bevatte. Eens zou de redder komen en zoo vast stond die overtuiging, dat zij nog leefde nadat de ware redder der menschheid sinds lang gekomen, doch aanvankelijk door het volk waaronder hij was opgestaan, verworpen was. nu met u?... Weet u dan niet, dat het logement „De Zachte Duif' haast nooit bezocht wordt, sinds de eigenaar zich drie jaar geleden in het hoekkamertje heeft op gehangen en zijn weduwe, die tot over de ooren in de schuld stak, de zaak al meer en meer liet verwaarloozen Hoogstens komen er aen paar handwerklieden beneden in de gelagkamer een kummeltje drinken, of een gezelschap goochelaars, die de oude bovenzaal voor een prikje kunnen huren. Maar wanneer er licht brandt in een van de logeerkamers, dan heeft dat te beteekenen, dat er een vreemdeling overnacht, en wel iemand die onbekend is met de toestanden hier ter stede. Want anders Nu legde ook Lawendel den wijsvinger op zijn neus en met van nieuwsgierigheid opgewonden stem viel hij den nachtwacht in de rede: „U hebt gelijk, vader Muller... Door de drukte ben ik heelemaal in de war Maar wie zou die vreemdeling zijn? Hebt u er eenig vermoeden van?" „Geen zweem Wie let er op, of iemand in „De Zachte Duifzijn intrek neemt? Dat gebeurt zoo zelden, dat men een heel jaar tevergeefs kan uitkijken. Maar morgen breng ik dadelijk mijn rapport uit bij den politie agent Duselmann en hij moet er onzen burgemeester van in kennis stellen, eer deze zich naar het raadhuis begeeftMen kan nooit weten; voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast." „Heel gelijk, heel gelijk, vader Muller," antwoordde de barbier. Maar, alleen voor zichzelf hoorbaar, mom pelde hij: „Ga je gang maar, oude slaapmuts! Ik ben eerder in „De Duif" dan jij. En onder 't scheren vertel ik Zij nedelachtbare het groote nieuwsDat steekt me weer in de Is het opstandiagsgeloof altijd een element geweest van het godsdienstig geloof van het volk van Israël, in beter en schooner, in de hoogst mogelijke vormen heeft het zich geopenbaard in het gezegend christendom, dat de be stemming heeft om de gansche wereld tot het hoogst mogelijke peil van zede lijk bewustzijn en zedelijk leven op te voeren. Al lag aan het oorspronkelijke Paasch- feest der oud© Israëlieten nog een andere gedachte ten grondslag dan aan het heerlijke opstandingsfeest der christenen, beiden vertoonen zoovele punten van overeenstemming, beiden bevatten zoo vele op elkander gelijkende beelden, dat men noch de natuur, noch de verbeel ding, noch de overtuiging geweld be hoeft aan te doen, om ze als het ware tot ééo geheel te vereenigen. Wij zien die geschiedenis van duizende jaren als in een panorama zich aan ons geestes oog vertoonen en zich samentrekken tot één kern van verheven wereld- en levensbeschouwing, 't Is de eeredienst van het goede, die een onverzoenlijken strijd voert met het kwade een eere dienst die zich niet thuis gevoelt en zich niet schikken kan in de holen der onwaarheid en der ongerechtigheid, in de ketenen der zedelijke slavernij, waarin men eeuwig vreemdeling blijft, terwijl de ziel met onweerstaanbaar verlangen naar bevrijding uitziet, en die daarom strijdt en worstelt en bij de eerste ge legenheid de ketens afschudt en een haastig afscheid neemt, zóó haastig, dat or zelfs geen tijd is om zich tot de reis voor te bereiden. 't Is de eeredienst van het streven, van de wetenschap dat met dit haastig afscheid lang niet alles gewonnen of overwonnen is dat er nog een woestijn ligt tusschen de grenzen van het land der vreemdelingschap en die van het beloofde land en dat daarom nimmer mag worden versaagd, altijd moet wor den gestreden, de hoop nimmer mag verzwakken, het geloof nimmer mag worden verloren, tot eens de kroon der overwinning bereikt is. Heerlijk Paaschfeest; wat zegt ge ons heerlijke dingen Gij verhaalt ons van dat haastig afscheid uit lang vervlogen dagen, gij spreekt ons van een haastig afscheid ook nog in onze levensdagen gij spreekt tot ons van hernieuwing van verrijzenis, ook in de schoone na tuur, die juist in deze dagen het won der der wedergeboorte vertoont aan het verrukte menscbeli)k oog en het hart hoogte, hahaha!,.. Wat zal de oude Dusel mann groote oogen opzetten, als hij den burgemeester het geval komt rapporteeren en de burgemeester hem dan uit de hoogte antwoordt,,'t Is al in orde, beste Dusel mann, meester Lawendel heeft mij de ge schiedenis reeds meegedeeld." Na dezen langen gedachtengang klopte de barbier zijn vriend den nachtwacht op den schouder en zeide op vertrouwenwek- kenden toon: „Ga nu maar naar het diepe portiek van den slager, en slaap u een beetje uit om morgen met uw rapport niet te laat te komen. Ik zal eens zien of er :n „De Blauwe Beer" niets te doen valt. Ed dan ga ik eveneens een uurtje dutten... Moeilijke tijden, vader Muller, moeilijke tijden... Goejennacht!" Na dit gezegd te hebben hulde hij zich weer dicht in zijn dun jasje, liep met een draije de straat uit, sloeg den hoek om, doch niet in de richting van „De Blauwe Beer", maar regelrecht naar zijn woning, terwijl hij zacht voor zich heen mompelde „Dat is weer 'n gewichtige historieDeze ontdekking zal mijn aanzien nog meer ver- hoogen bij den burgemeester en de heeren van den Raad Zoodra morgen de deur van „De Zachte Duif" geopend wordt, ben ik present. En de anderen hebben 't na kijken Haha Alwéér een geheim „Die gladde Lawendel," zullen de burgers zeggen, „alles weet hij. Wie met zijn tijd wil meegaan moet zich door Lawendel laten scheren Gedurende deze alleenspraak was hij voor zijn huis aangekomen. Hij opende de deur, strompelde door de donkere gang en de smalle achtertrap op, sloop daarna door de voorkamer tusschen de snurkende Sabine en de snurkende The- 1 Comb. AFDEELING Het Colbert-Costume neemt thans in de Heerenkleeding een allereerste plaats inderhalve is de sorteering ook enorm groot en vindt een ieder iets naar zijne keuze. Heeren Colbert-Costumes 1 en 2 rij knoopen, in prachtige fantasie dessinB, waaronder ook zeer mooie bruinachtige kleuren, die thans geheel nieuw en zeer chic zijn. f 12 - 14 - 16 - 18 20 - 22 - 24 26 28 - 30 ZIE ONZE ETALAGES. met nieuwe vreugde en met nieuwe hoop vervult, het lichaam nieuwe krach ten schenkt. Heerlijk Paaschfeest, g© verhaalt ons van nog schooner dingen, van nog beter dagen, uit die volheid der tijden, die wij kennen als het keerpunt van het zedelijk bestaan van ons geslacht toen de verhevenste woorden, die ooit het menschelijk oor vernam, ia de een voudigste vormen voor de wereld wer den gesproken, om nimmer meer hun invloed te verliezen maar, voortgaande van kracht tot kracht en van licht tot licht, dat menschelijk geslacht lang zaam maar zeker te voeren op den weg ter eeuwige volmaking. Is het dan wonder, dat wg ons nu verheugen in deze schoone dagen? Zij zijn het die aan het menschelijk hart de ware voldoening en tevens de ware rust schenken zij zijn het die, te mid den van '8 werelds woelen waar zoo veel van het onde Zuurdeeg is over ge bleven, de krachten des vijands nog zoo groot, den weg nog zoo moeilijk, en eigen wil nog zoo onvolkomen en ons een onvergankelijke kroon des levens als de rijpe vrucht er van voorhouden, die ons niet kan ontgaan, waar we haastig verreizen, om trouw en ijverig de voetstappen te drukken, die uit het oord der slavernij voeren naar het be loofde land. kla, sprong met een triomfantelijken glim lach in zijn koud bed en droomde spoedig van een gouden regen, die van de zoldering zijner slaapkamer op hem neerklaterde. Meester Lawendel was bijzonder leephij speculeerde op de zwakheden zijner meie burgers. Als verloopen slagersknecht en onhandig barbier zou zijn lot steeds treuriger zijn geworden. Wetende dat zijn concurrenten hem in het vak verre de baas waren, besloot hij, zich een cliënteele te verschaffen niet door de scherpte van zijn scheermes, maar door de vindingrijkheid van zijn fantas- tischen geest. Derhalve liet hij zich vroeg en laat op de straten zien, draafde, ofschoon hij haast niets te doen had, als een postpaard door de stad, zoodat de lui meenden, dat hij een veel grootere klandizie had gekregen dan vroeger. Den eersten klant, op wien hij de hand legde, vertelde hij natuurlijk, dat hij't zóó enorm druk had, dat hij zich genoodzaakt zag den prijs te verhoogen ten einde zich daardoor de élite der burgerij te verzekeren en de gewone cliënteele aan zijn vakgenooten over te laten. Het tweede middel, dat nog beter insloeg, was 'n soort mystiek halfduister, waarin hij zich met groote handigheid wist te hullen. Hij liet eenige vonken van zijn geest flon keren, wierp schertsend eenige kwinkslagen in zijn gesprekken en deed alsof hij volge propt zat met geheimen, waardoor hij de nieuwsgierigheid van zijn eersten klant steeds hooger prikkelde. Ging die goede man des avonds zijn biertje drinken, dan vertelde hij natuurlijk meer dan hij had gehoord, of hulde zich eveneens ttultenlcmd. Een Russin van voornamen huize maakte Maandagavond in een koffie huis te Berlijn met een meisje kennis, bij wie zich spoedig een heer voegde, die zich als Arthur v. Wettersheim voor stelde. Men zocht daarna een ander koffiehuis op. Daar sloot zich nog een heer, de gepensioneerde luitenant Von Stierstett, bij het gezelschap aan. Te zamen bezocht men ten slotte een bios coop Onder de Linden. Daar haalde v. Stierstett de Russische dame over, haar handtasch met haar kostbaren inhoud in de kleerenbewaarplaats af te geven en hield het nummer bij zich. Na enkele minuten verdween hij met het meisje en daarna ook v. Wettersheim. Toen de Russin na eenigen tijd argwaan be gon te koesteren, vroeg zij aan de klee renbewaarplaats haar tasch, maar ver nam, dat die al afgehaald was. Zij be greep nu, dat zij het slachtoffer van bedriegers geworden was. De tasch be vatte juweelen ter waarde van 125,000 mark. Voor het vinden van de gauwdieven is een belooning van 500 mk. uitgeloofd. De voornaamste dader is Herbert Kol berg uit Fürstenwalde, een gedeserteerd luitenant van een regiment veldartil lerie in den Elzas. De tweede oplichter, die zich von Wettersheim noemde, is de koopman Arthur Krause, en de vrouw, die het paar vergezelde, is eene mevrouw Margarete Pfeffer. In een eethuis in de Potsdamer Strasse hebben zij een juwelier opgebeld en hem de gestolen kleinoodiën te koop in 'n mystiek halfdonker, knipte met de >ogen en zei, eer hij het glas aan den mond oracht: „Ja, die verduivelde Lawendel hij •reeft 't achter de elleboogen Als die alles wou vertellen hahaha! De rest spoelde hij met de schuimende Posenelle weg. Dan trokken de anderen nieuwsgierige gezichten en spitsten de ooren, doch kregen niets meer te hooren. En nu werden ze stil en dachten na, en prevelden onder 't naar huis gaan: „Hm hm, ik zal morgen Lawendel ook eens laten roepen." Binnen betrekkelijk korten tijd had hij een vrij aardige cliënteele verworven en daar hij deed alsof hij heel wat van de geneeskunde afwist, kreeg hij, begunstigd door de complete doofheid van den ouden dokter Sturr, ook een arts-praktijk, die hij niet beter en slechter behandelde dan de oude dokter. Dat wil zeggen, hij gaf on schuldige middeltjes en liet de rest aan Onzen Lieven Heer over. Daarbij zette hij met de schitterendste gevolgen zijn geheimdoenerij voort, zin speelde op onuitgesproken geschiedenissen, bracht vermoedens, schandaaltjes en leugens onder de menschen, natuurlijk alles onder het zegel der geheimhouding, en deed alsof hij oneindig meer wist dan hij wilde zeggen. En zijn fortuin ontkiemde; hij had zich interessant gemaakt. De gtheele stad zat vol nieuwsgierigheid en verborgenheden. Ver borgenheden die niet bestonden want'n kleine stad heeft ze nooit maar welke gefabriceerd waren door onzen barbier, die steeds meer en meerde onontbeerlijke Figaro werd van Posemuckel. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1913 | | pagina 1