Hel Laad van Hensden en iilena, de Langstraat en de iSommeierwaard.
EENVOUD.
J. C. JANSSEN
Comb. PEEK CLOPPEHBURG.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden,
No. 3244, Zaterdag 29 Maart.
FEUILLETON.
De Geheimen eener
kleine stad.
's-HERTOGEN BOSCH.
1913.
a
LA MD VAN ALTEN/--
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Kleine kinderen grijpen gaarne naar
iets, dat schittert en blinkt, en die eigen
schap blijft hun levenslang bij. Wij
allen worden, zij het dan ook niet in
dezelfde mate, aangetrokken door groot
heid en macht, rijkdom en weelde. Rijk
dom en grootheid, hoe menigeen haakt
er niet naar, omdat hij meent, dat ze
geluk aanbrengen. Rijkdom geeft weelde
en allerlei gemak, dat valt niet te ont
kennen, en voor hem, die zoo veel moet
ontberen, voor wien het leven vaak zoo
zwaar en donker is, heeft dat veel be
koorlijks. Hij meent, dat die twee
weelde en gemak, ook geluk geven
en naar geluk streeft ieder, elk op zijn
wijze.
Lezen we sprookjes, feuilletons en
romans, dan wordt het ons echter anders
voor oogen gesteld, dan is de arme, de
geringe niet zelden veel gelukkiger
dan de rijke en hooggeplaatste. En
werkelijk, als we in de wereld niet ge
heel vreemd zgn, dan weten we, dat
die voorstellingen niet altijd geheel be
zijden de waarheid zijn. We weten, dat
in menige arbeiderswoning meer geluk
heerscht dan in vele paleizen der rijken.
Geluk schuilt niet in grootheid en veel
heid van bezit, maar het is de toestand
van het gemoed, die niet voor geld of
macht te koop is.
Dat alles weten we, we zagen het
meermalen en toch, wat zijn er weinigen,
dio niet verlangen meer geld en macht
deelachtig te worden wat zijn er tal
loos velen, wier streven daar geheel
op gericht is, daar bijna alléén op.
En ook, wat zijn er weinigen, die
afstand van het meerdere doen, die
niet verlangen nog meer te verkrijgen,
dan zij al reeds hebben, zelfs onder
hen, die prediken, dat alle aardsche
grootheid niets is dan schade en drek.
Bijna geen vorst, die vrijwillig een
deel zyner macht afstaat, geen mensch,
die anders dan noodgedwongen, niet
van zijn overwicht op anderen gebruik
maakt. Zelfs de grootste staat wenscht
zijn gebied nog uit te breiden, de rijkste
mensch spant zich in om nog meer
schatten te verzamelen. En toch, de
monarch zoowel als de burgerij, zij
weten, dat tweemaal zooveel macht of
rijkdom niet tweemaal zooveel geluk
aanbrengt.
Maar er zijn uitzonderingen, nu en
Nu klopte hij weer flink weg.
„Wie is d'r nu weer klonk de stem van
den reiziger, nog barscher dan zooeven. Hij
scheen weer ingedommeld te zijn geweest.
„De barbier, met uw verlof 1" antwoordde
Lawendel, nog onderdaniger dan de eerste
maal.
„Kerel, ben je dan stapeldol?" schreeuwde
nu de reiziger, waarbij Lawendel duidelijk
het kraken van het oude ledikant kon
hooren. „Ik heb je zooeven al gezegd, dat
je moet terugkomen. Ben je dan doof?"
„Mijn gehoor is uitmuntend, mijnheer,"
merkte Lawendel bescheiden op, „maar ik
heb 't zoo vreeselijk druk, dat
„Waarom begint u dan juist met mij
vroeg de vreemde heer iets beleefder, terwijl
hij het ledikant weer liet kraken.
„Elk hotel heeft z'n beurt, meneer, waar
mee ik begin. En vandaag is de beurt juist
aan „De Zachte Duif."
Nu werd de reiziger weer grof.
„Scheer je naar den duivelIk scheer
mezelf... Marsch!"
De barbier achtte het geraden om zich
een weinig van de deur te verwijderen.
,,'n Gevaarlijk heerschap 1" mompelde hij.
„Ik moet krachtiger middelen aanwenden."
Hij klopte opnieuw, maar weer heel be
scheiden.
„Wil je mil tot het uiterste brengen,
braadschraper9" riep de reiziger.
„Volstrekt niet, geachte heer," fluisterde
W-
door alle tijden heen. Er zijn menschen
geweest, die vrij willig afstand van alle
glorie en rijkdom, van alle weelde en
gemak deden, heel de geschiedenis door.
Zijn ze er niet geweest, rijke en jonge,
levenslustige menschen, lieden van in
vloed en aanzien, die in een klooster
gingen, verre van het wereldscbe ge
woel en daar een stil, vergeten leven
leidden Heeft Karei Y, de machtigste
vorst van zijn tijd, geen afstand van al
zijn macht gedaan om zijn laatste
levensjaren in een klooster te slijten
En daar, iu het stille gebouw, had hij
meer geluk dan op den troon.
Was en bleef Jezus niet de eeu-
voudige, die geen steen had om er zijn
hoofd op neer te leggen? Had hij slechts
enkele woorden gesproken, een schare
van krijgshaftige lieden zou Hem ter
zijde hebben gestaan om met en voor
Hem te .strijden, opdat Hij koning van
Palestina zou worden. Maar die glorie
wenschte Hij niet; Hij wilde harten
veroveren, geen steden, 't kwade be
strijden, geen legerscharen.
Enkele weken geleden werden te
Berlijn de bezittingen verkocht, die
eens behoorden aan een zeekapitein,
Johann Orth, die voor ongeveer 22
jaren gestorven is, verdronken, ver
moord, men weet niet waar en hoe.
Eens heette hij, Johann Niponck Sil-
vator, Z. K. H. Aartshertog van Oos
tenrijk, Koninklijke Prins van Hon
garije en Bohemen, Prins van Toscane,
enz. enz. Rijkdom en weelde omringden
hem, bedienden vloden op zijn wenken,
heel de wereld stond voor hem open.
Maar hij deed er afstand van, geheel
vrijwillig, en bevoer als gewoon zee
kapitein de wateren des Oceaans, trot
seerde gevaren, en vond een graf ver
van de zijnen.
Er zijn niet velen van Koninklijken
huize, die hem hierin voorgingen of
navolgden; het Oostenrijksche Vorsten
huis met een enkel ander, schijnt in
dit opzicht wat anders aangelegd te
zijn. Daar zijn er meer van die zon
derlingen, afvalligen, of hoe ze ook
genoemd worden; daar zijn meer men
schen, zou ik willen zeggen, die ge
noeg hebben van al dat goud en schijn
geluk, van dat gehuich^l en gevlei
rondom hen, die niet tevreden zijn met
een weelderig leven vol van verveling
en nietsdoen. Daar zijn er, die al die
doode, knellende vormen afschudden
en als gewoon mensch in de samen
leving terugtreden, levende en wer
kende en strijdende, als waren ze niet
van hooge geboorte.
Of dat vrijwillig afstand doen van
die bevoorrechte plaats, veel nut af
werpt voor de maatschappij, ik geloof
het niet, maar wij moeten eerbied heb
ben voor die menschen, wij moeten hen j
bewonderen, wij, die zelf zoo dikwijls
naar meer verlangen.
De Belgische Koningsdochters twis
ten met elkander, kibbelen en proce
deeren om de goederen hunner ouders,
dagen elkander voor deu rechter, en
deze Johann stond dat alles af, en
verdiende, onder gevaren en ontberin
gen zijn eigen brood, en was tevreden.
3t»lteiHand.
de barbier op geheimzinnigen toon door het
sleutelgat. „Ik kom tot u om u een grooten
dienst te bewijzen."
„Ik ben op je diensten niet gesteld!" bul
derde de vreemde heer, die steeds opge
wondener werd.
„StSchreeuw toch niet zoo. mijnheer!"
waarschuwde Lawendel met omfloerste stem.
„Weet u wel waar u eigenlijk logeert?"
„Watblief
„Weet u wel in welk huis u eigenlijk
beland bent?" ging de barbier met dezelfde
geheimzinnigheid voort.
„In welk huis ik beland ben?... Wel,
in 'n logement!"
„Ja, alles goed en wel. Maar 't is een heel
vreemdsoortig logement... Wees op uw
hoede, edele heer. Wees op uw hoede."
„Hoor eens, u maakt me bang," zeide de
reiziger thans, eveneens fluisterend. „Kom
maar binnen en vertel me
Nauwelijks had de onbekende de laatste
woorden uitgesproken, of met de snelheid
der gedachte was de barbier „de groene
kamer" binnengeslopen.
V.
Behoedzaam sloot Lawendel de deur van
de hotelkamer achter zich dicht, liet daarna
zijn blikken onderzoekend door het donkere,
koude vertrek zweven en toen hij niet in
staat bleek om in deze duisternis het ledi
kant te vinden, haalde hij een lucifer voor
den dag en stak de kaars aan die op het
nachtkastje stond.
„Wat doet u toch?" vroeg de onbekende,
die zich verschrikt in het bei oprichtte.
„Licht maken!" antwoordde de barbier
kalm. „In alle duistere omstandigheden
moet licht ontstoken worden, ook in die
waarin u verkeert."
Daarna vestigde hij een langen, onder
zoekenden blik op den reiziger, alsof hij de
diepste roerselen van diens vreemde ziel
Uit Springfield, in den staat Ohio,
werd Woensdag gemeldDe burgemees
ter van Dayton heeft de overheid alhier
verzocht om hulp te zenden, aangezien
Dayton door een hevige overstrooming
geteisterd wordt.
Naar luidt van een telefonisch bericht
uit Dayton, staat die stad onder water
en heeft de rivier, door buiten haar
oevers te treden, een breedte verkregen
van 5 K.M.
De schatting nopens het aantal om
gekomenen loopt uiteen tusschen 200 en
5000. Het bleek dat een schoolgebouw,
waarin zich 400 leerlingen bevonden,
door den vloed is meegevoerd; en men
vreest dat alle kleinen verdronken zijn.
Gemiddeld staat het water 2 M. hoog,
op de diepe plaatsen tot 6 d 7 M.
De toestand wordt nog verergerd door
het uitbreken van branden, waarvan
men er in den omtrek dozijnen kan zien
woeden op de hooger gelegen plaatsen,
zonder dat het mogelijk is hulp te
bieden.
De mannen in de zakenwijk kunnen
hun bureau's niet verlaten. De vrouwen
en kinderen in de buurt waar de betere
huizen staan, zagen zich genoodzaakt de
wijk te nemen naar de bovenverdiepin
gen en op de daken.
Honderden huizen zijn door het water
weggerukt, waarbij de bewoners werden
meegesleept. Ook een hospitaal met 600
zieken zou door het water zijn wegge
slagen.
De stad is in absolute duisternis ge
huld er bestaat kans op het uitbreken
van een hongersnood, want de aan
wezige brood voorraad is nog maar toe
reikend voor één dag.
De overlevenden van d« ramp zijn
op kleine rantsoenen gezet.
De laatste berichten uit deoverstroom-
wilde doorgronden, en van zijn kant staarde
de onbekende half angstig, half nieuwsgierig,
den geheimzinnigen indringer aan.
„Wie bent u?... Wat hebt u mij mede
te deelen?"
„Wie ik ben heb ik u reeds gezegd. Mijn
naam is Lawendel, barbier, en ik ben in de
eerste plaats tot u gekomen om u te scheren.
En ten tweede om u te waarschuwen voor
dit huis, want ik meen het goed met mijn
medemenschen. Heb vertrouwen in mij
U behoeft trouwens maar om het meisje te
schellen om u van de waarheid mijner
woorden te overtuigen.
„Ik wil u graag gelooven, te meer daar
ik het scheerétui uit uw zak zie gluren.
Maar wat is er met het huis, waar ik
„StStzei de barbier, terwijl hij
angstig rondkeek.
De onbekende maakte een beweging, alsof
hem iemand bij den nek wilde grijpen
daarna trok hij het laken zoo hoog op, dat
zijn bloote voeten zichtbaar werden en keek
nu den barbier weer vragend aan.
„Niet zoo luid !"ging Lawendel fluisterend
voort, terwijl hij dichter op het ledekant
toetrad. „Men zou ons kunnen hooren
Voorzichtig, drink daar niet te veel van;
't liefst heelemaal niets.
„God, wil men mij dan vergiftigen?" riep
de onbekende verschrikt uit.
Hij stak een been uit het bed en maakte
een beweging om op te springen.
Maar Lawendel stopte het bloote been
dadelijk weer onder het laken.
„Blijf liggen, als 't leven u lief is! Eèn
ongelukkig toeval en u bent er geweest."
Den onbekende rezen de haren ten berge
en dikke zweetdruppels parelden op zijn
voorhoofd.
Met zachte, vertrouwenwekkende stem
hernam de barbier:
„U ziet dat ik 't goed met u meen. Ik
weet er alles van. In deze stad is zooiets
AFDEELING
Het Blauwe Colhert Costume vindt al langer hoe meer
ingang bij 't publiek; Blauw is tevens een kleur, die
iedereen staat en zeer soliede in het dragen is.
Blauwe Coliberl-Costume**, 1 en 2 rij knoopen,
van Cheviot, Diaconaal, Serge enz.
f 12 - 14 - 16 - 18 - 20 - 22 - 24 - 26 - 28 - 30
Onberispelijke Coupe. Prima Fournituren.
de streken honden in dat de stad Peru
in Indiana een der zwaarst beproefde
plaatsen is. De wateren van de Wabash
rivier gudsen door de straten en voeren
veel lijken van vrouwen en kinderen
mee.
Voedsel en kleeren voor vijfduizend
menschen zijn uit de naburige steden
gezonden, maar men kan de overstroom
de streken niet bereiken door den hevi-
gen stroom die 't varen belet.
De toestand te Dayton blijft wanhopig.
Ook te Indianapolis richt de watersnood
groote schade aan.
Te New-York is bevestiging ontvan
gen van de berichten omtrent de groote
verwoestingen, die in Indiana zijn aan
gericht door de overstroomingen. Men
gelooft, dat deze ramp de grootste is,
welke sinds geruimen tijd in de Ver-
eenigde Staten is voorgevallen. Het
totale verlies aan menschenlevens be
draagt ten minste 1300, w. o. 200
personen die in Indianapolis zijn ver
dronken, en 150 menschen, die in Co
lumbus in het water omkwamen. De
stoffelijke verliezen worden geraamd
op 50,000,000 dollars. Een millioen ar
beiders is werkeloos, terwijl de verlie
zen, die de nijverheid lijdt, eenvoudig
niet te ramen zijn. De spoorwegen zijn
zeer zwaar getroffen er zijn een hon
derd bruggen bezweken. Spoorwegrei
zigers, die te Chicago zijn aangekomen,
geven ontroerende verhalen van wat
zij op hun reis door de geteisterde stre
ken hebben moeten aanschouwen. Men
doodgewoon, en vooral in dit huis is 't niet
pluis."
„Maar daar heb ik nooit van gehoord!"
antwoordde de reiziger bevende. „De in
lichtingen, die ik betreffende Posemuckel
inwon, luidden hoogst bevredigend. Anders
zou ik nooit op de gedachte zijn gekomen
mij hier te vestigen."
Nu drukte het gelaat van den barbier de
grootste nieuwsgierigheid uit.
„Hier vestigen?... Mag ik vragen als
waten met wien ik de eer heb
„Mijn naam is Gosse, doctor in de medi
cijnen."
O
f)U
Bij dit „o" kromp de barbier ineen alsof
hem een knodsslag was toegebracht.
Inmiddels ging de reiziger voort:
„Ik meen in mijn beroep vrij bekwaam
te zijn en heb de beste getuigschriften. Daar
ik hoorde, dat de eenige dokter in deze stad
geheel ongeschikt is voor de praktijk en
stokdoof,- dacht ik hier een goede carrière
te zullen maken."
„O!" zuchtte de barbier weer.
„Ik vleide mij met de hoop," vervolgde
de nieuwe dokter, „hier vriendelijk te zullen
worden ontvangen, daar de zieken behande
ling, naar ik vernomen heb, te Posemuckel
alles te wenschen laat. En die toestanden
zal ik met alle kracht uitroeien."
„O 1" kermde de barbier.
't Werd hem groen en geel voor de oogen
en hij moest zich aan het ledikant vast
klemmen om niet neer te vallen.
Welk een ontzettende gedachte!
Juist nu hij de sporten van roem en
voorspoed begon te bestijgen, nu hij de
domme burgerij met zijn uitgeslepen beid
begon te beheersohen en niet alleen als
barbier, maar ook als geneesheer een winst
gevende „praktijk" ging verwerven, daar
kwam me de nieuwe dokter en verstoorde
zijn koene toekomstdroomen
zag mannen, vrouwen en kinderen uit
hun woningen vluchten, daar het wa
ter huis na huis wegsleurde, en in
booten ontkomen met slechts enkele
dingen, die zij inderhaast konden mee
nemen. De reizigers hoorden de men
schen schreeuwen in nood.
Afschuwelijke tooneelen zijn er te
Dayton afgespeeld. De lucht was licht
van den gloed van brandende gebou
wen, de vlammen verlichtten de ko
kende watermassa's, waarin ontelbare
lijken meegesleurd werden. Een tele
foon-beambte daar deelde mede, dat
het water tot aan de derde verdieping
van het gebouw stond. Hij was met
40 andere menschen in de vierde ver
dieping opgesloten. Geen enkel levens-
teeken was in de tegenovergelegen ge
bouwen waar te nemen. Sedert 48 uur
waren zij zonder levensmiddelen.
Het aantal dooden in de stad wordt
op 3000 geraamd.
Volgens de laatste berichten worden
thans het westen van Pennsylvanië,
het noorden van West-Virginië en Ken
tucky met ernstige overstroomingen
bedreigd. Pittsburg staat al gedeeltelijk
onder water.
Telegrammen uit verschillende deelen
van Arkansas houden in, dat de Missis
sippi 371/s voet gerezen is en nog steeds
wast het water. De Hudson, Mohawd
en Genesee rivieren in den staat New
York zijn nog erg gezwollen en hebben
al aanmerkelijke schade aangericht.
Het meteorologisch bureau meldt,
Een vernietigende slag, waarop de arme
barbier niet was voorbereid.
Nog steeds stond de beklagenswaardige
baardschraper tegen het ledikant geleund
en blikte star voor zich neer op den ruw-
geschilderden vloer. Heftig bonsde hem het
hart in de magere borst en koortsig stroomde
zijn bloed door de aderen.
Geen woord kon hij spreken; zijn dunne,
kleurlooze lippen waren op elkaar geperst
en maar steeds scheen hij op den vloer te
zoeken naar den sleutel, die hem uit dit
labyrinth kon verlossen.
Zwijgend en verwonderd staarde de dokter
hem aan.
Wat was de reden van den schrik, die
zich had meester gemaakt van dengeen, die
hem zooeven zoo grooten schrik had inge
boezemd
Eindelijk verhelderden zich de gedachten
in het hoofd van den barbier.
„In dit bed ligt mijn vijand," voegde hij
zich toe, „de vijand die mij reddeloos zal
vernietigen en terugstootea in mijn vroegere
ellende, als ik hem niet overwin met mijn
geestkracht en list, om zijn plannen te ver
ijdelen Moed, Lawendel, moedDe
dokter schijnt 'n wel ontwikkeld man te
zijn, maar vreesachtig en zwak van zenuwen.
Hm, hij wil zich hier vestigen, en door zijn
kennis spoedig 'n groote praktijk verkrijgen.
Dat moet verhinderd worden
„Wat scheelt u toch, mijnheer Lawendel?"
klonk nu de stem van den dokter. „U bent
eensklaps zoo stil geworden!"
De barbier richtte zich op, tooverde op
zijn gelaat een glimlachende, vriendelijke
uitdrukking, maar waar niettemin 'n zekere
bezorgdheid doorschemerde.
Bin Hert-Mms.
(Wordt vervolgd.) -