Land van flensden en Aiteaa, de Langstraat en de Weerbaar Neerland. J. C. JANSSEN, comb. PEEK CLOPPENBURG, Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3258. Zaterdag 17 Hei. FEUILLETON. De Geheimen eener kleine stad. 's-Hertogenbosch. en hooger. 1913 „ja. x UuD VAN ALTEHi VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Daar was eenmaal een tijd, dat de kapiteinen op de oorlogsbodems der Ver- eenigde Provinciën naast de landsviag in top, een bezem voeren mochten, als symbool hoe Neerlands naam ter zee geducht werd en ontzien moest worden. Een tijd, dat de De Ruijters, en Van Galens, Heemskercken en Evertsens, Trompen en De Witten den hechten grondslag leggen mochten voor de glorie van het gemeenebest voor de volgende eeuweneen tijd, dat wan neer het er op aankwam schepen te leveren om den genadeslag toe te bren gen aan de vijandelijke vloot voor Duins, „gansch Holland één scheepstimmer werf" werd en alleen reeds de Staten van Zeeland niet minder dan 16 groote oorlogsschepen leverden, waarvoor zij den hoogsten lof der Staten-Generaal inoogstten, een tijd waarm elke „jon gen van stavast" het zich tot roeping rekende op de vloot te varen, de zeeën van vijanden schoon te vegen en de vlag te doen wapperen, het geschut te doen donderen op alle vier de winden den bezem in de mast. Schepen van hout, maar mannen van staal. Een geheele tijd lang was de zee kant Neêrlands bolwerk zoo het zich daar sterk en veilig wist, kon, meende men, het land niet verloren gaan de schier uitsluitende aandacht hunner Hoogmogenden was dan ook op de vloot, en de vloot-versterking gericht. Het noodjaar, dat het „Kind van Staat" als de eerste in zijn geslacht tot de hoogste waardigheid van erfelijk stadhouder zag verheven worden, leerde ons hoe alle exclusivisme, het zich blind staren op één zaak, gevaarlijk is voor 's lands welzijn. De verdediging aan de land zijde werd dan ook sedert de harde les, welke 1672 ons bracht, een zaak van meer overwegend belang, dan zij ooit geweest was. Doch bij de algemeene verslapping die in de 18de eeuw in 's lands defensie-wezen intrad, werd aan de land- als aan de zeezijde de boog niet langer gespannen gehouden; vervallen vestingen en bolwerken, inge krompen garnizoenen in het oosten en zuiden des lands, verwaarloosde arse nalen, in onbruik geraakte scheepstim merwerven in de zee provinciën en geen admiralen van beteekenis meer, ziedaar hetgeen waarmede die eeuw ver (21 Eindelijk antwoordde de ontvanger: „Zooeven waart u zoo vrij de veronder stelling te opperen, dat onze Westewind een schadelyken invloed kan oefenen op onze verstandszenuwen. Maar nu vertelt u ons een geschiedenis, waarvan geen Posemuckler ooit iets gehoord heeft. Zijn wij niet eerder gerechtigd tot de veronderstelling, dat bij u een andere wind Weer klonk Keetje's smeekende stem „Vader 1" Doch de dokter haalde de schouders op en sprak: „Uw papa wilde zeggen, dat een andere wind mijn verstand had beneveld. Dat ge loof ik niet; tot mijn komst in het logement „De Zachte Duif" was ik zoo normaal mo gelijk. Of ik van dat oogenblik verstandelijk minderwaardig ben geworden, stel ik niet buiten de grenzen der waarheid, want in Posemuckel is alles mogelijk." ,,'n Oogenblikje!" antwoordde de ont vanger. „Waarschijnlijk staan wij hier voor een raadsel. Dat moet opgelost worden, en de omstandigheden zullen ons wel den sleutel verschaffen. Wees dus zoo goed mij eenige vragen te beantwoorden. „Gaarne." „Bent u er wel zeker van, dat de burge meester u toeschreeuwde?" „Volkomen zeker." „Ook dat u den burgemeester hebt toe geschreeuwd achteruitging in volkskracht, alsmede den weg bereidde voor het tijdperk der Napoleontische overheersching. Doch sedert hebben ook wij, met vallen en opstaan geleerd, dat om als staat in de rij der volken een onaf hankelyk bestaan te blijven voortzetten, met vasten wil de hand gehouden dient te worden aan de instandhouding en volmaking van 's lands middelen tot verweer niet uitsluitend aan de zee-, zoomin als alleen aan de landzijde der grenzen. De geheele vorige eeuw heeft dan ook onze weermacht langzaam, doen gestadig te land en ter zee in be teekenis zien toenemen. Daarbij deed minder als voorbeeld dan als waarschuwing de geweldige expansie in de weermiddelen der ons omringende rijken zich gelden. Daar mede echter gelijken tred te willen hou den, ware belachelijk geweesteen klein land voegt geringer middelen dan groote rijken. Doch om nu, gelijk weder zoo velen doen, die in 't tegenovergestelde uiterste vervallen, onze geheele weer macht al bij voorbaat geheel onmach tig te verklaren, moet niet alleen roe keloos heeten, doch werkt verlammend tevens. Is de allerjongste wereldgeschie denis niet déér, om te bewijzen, welk een geduchte factor in het wereld ver loop elk klem land kan zijn, dat zich weet te doen ontzien, en blijk geeft ten opzichte zijner weermiddelen niet als iets waaraan men verder geen aan dacht schenken hoeft, beschouwd te willen worden De moderne tijden zijn vol onrust; er gaat door de geheele beschaafde wereld een, daaraan oogenschijnlijk zoowel lijnrecht tegenovergestelde drang naar volmaking van de brute kracht der volkeren; 't oorlogsgerucht is niet van de lucht; allerwege wordt den volken reusachtige lasten op de schou ders gelegd, ten einde zich, zoo noodig dadelijk, teweer te kunnen stellen, hetzij aanvallend of defensief. Wanneer de verdelgingsfaculteiten der moderne le gers steeds grooter worden, wanneer de technische dienst de vervolmakiug steeds meer en meer nabijkomt, wan neer het aantal weerbare mannen in alle landen steeds aangroeit, moet wel de vraag rijzen, of deze 20ste eeuw naast „de eeuw van het kind" ook eenmaal niet, „de eeuw van het brute oorlogsgeweld" zal genoemd moeten worden. Alle voorteekenen wijzen in „Heeft mevrouw Zipfel u om 'n snuifje verzocht?" „Neen maar „En heeft mejuffrouw Suze u gebeten?" „Dèt niet. Maar ze maakte den mond al open en begon vreeselijk met de oogen te rollen." „Maar wie heeft u in Gods naam gezegd, dat de burgemeester doof is, zijn vrouw aan snuifmanie en zijn dochter aan vallende ziekte lijdt?" „Wel... Lawendel, de barbier." De ontvanger keek zijn dochter aan en riep uit: „Déér hebben wij desleutel van 't raadsel „Hoezoo?" vroeg Gosse. „Waarom zoude barbier mij die sprookjes op den mouw hebben gespeld?" „Dat is heel eenvoudigZooals u weet is de oude dokter Sturr stokdoof en zoo goed als onbruikbaar. Nu heeft Lawendel met zijn gladheid zich bij de burgers een groot vertrouwen en 'n zekere „praktijk" ver worven, die met den dag aangroeit. Uw komst haalde een streep door zijn rekening en daarom wilde hij beginnen om u bij den burgemeester onmogelijk te maken. Nu stoof de dokter op. „Maar... dat is 'n aartsspitsboef In één adem vertelde hij nu de avonturen, die hij had doorleefd van den dag af, dat hij den voet op Posemuckelschen bodem had gezet. Dit gaf, ondanks den ernst van den toe stand, veel stof tot lachen, totdat Gosse weer ernstig werd. „De komische scène bij den burgemeester", zeide hij, „had ik in elk geval een thans begrijpelijke oorzaak, maar dat een heel gezelschap van mannen van geposeerden leeftijd mij in de soos beleedigt en in 't gezicht uitlacht, d&t is een behandeling, die ik nooit zal vergeten." „Maar dokter," merkte de ontvanger op, derdaad daarop; ze te willen ontkennen ware zelfbedrog. Aldus hebben zich, zonder uitzon dering, alle volken genoodzaakt gezien, op versterking hunner krijgsmiddelen aan te sturen, de groote zoo goed als de kleine. Dat de wijze waarop en de middelen waarmede de defensie-zaak in de verschillende landen behartigd wordt ook zeer verscheiden moet zijn,spreekt *an zelf. De eischen ginds te stellen, zijn uiteraard gansch andere dan waar aan hier gehoor gegeven moet worden, en elk land dient te dier zake geheel op zich zelf beschouwd te worden vooral de kleinere ouder hen. Ook ons land is by dien algemeenen drang der volken naar sterker weer kracht niet achter kunnen blijven, en het jongst aangenomen wetsontwerp is daarmede in verband te brengen. Wij willen niet treden in de beoordeeling van het de vorige week in D.m Raag goedgekeurd kustverdedigings-ontwerp de zaak is in en vooral buiten ons parlement ruimschoots vau alle kanten bekeken. Ook buitenlands heeft het on derdeel van het wetsontwerp, n.l. dat betreffende den bouw van het Ylissing- sche fort, om bekende redenen de aan dacht getrokken en meer stof doen op waaien dan noodzakelijk en zelfs wen- schelijk was. Wij zullen er dan ook niet over napraten, doch, zij het ook in eenig8zias verwyderd verband met dit wetsontwerp, op één zaak korte lings de aandacht vestigen. Ons volk is er een waarbij schit terende krijgsmans kwaliteiten en uiter lijke bravoure niet in de eerste plaats op den voorgrond treden; doch moed te betoonen en zich opofferingen te ge troosten voor de zaak, welke het een maal voorstaat, zijn eigenschappen aan ons volkskarakter waarlijk niet vreemd. Onze geschiedenis bewijst het, vooral daar waar het de verdediging van '8 lands rechten en zijn vrijheid gold. Eu nu treft het, dat bij al die einde loos uitgesponnen quaesties van tech- nischen en internationaal-politieken aard, welke de behandeling van het defen sie-vraagstuk noodzakelijk scheen mede te moeten brengen, d&éiover zoo goed als niets vernomen is. Toch komt het waarlyk daar niet in de allerlaatste plaats op aande mannen van stavast te vormen, die ten slotte het land zyn innerlyke kracht naar buiten moeten doen behouden. En wie al de geleerd AFDEELING Het Colbert-Costume neemt thans in de Heerenkleeding een allereerste plaats inderhalve is de sorteering ook enorm groot en vindt een ieder iets naar zijne keuze. Heeren Colbert-Costumes 1 en 2 rij knoopen, in prachtige fantasie dessins, waaronder ook zeer mooie bruinachtige kleuren, die thans geheel nieuw en zeer chic zijn. i 12 - 14 16 - 18 - 20 - 22 24 - 26 - 28 - 30 ZIE ONZE ETALAGES. „u zei zooeven, dat wij beiden mannen van 'n oprecht karakter zijn. Laten wij dus recht-door-zee gaan. Kunt u het dezen klein- steedschen burgerlui, zoo afgesloten van de maatschappij en vol vooroordeelen, kwalijk nemen, dat zij het zich tot plicht rekenen een jood te ignoreeren? En dan nog wel 'n jood, die varkens vleesch bestelt; 'n spek jood!.. Voor de tweede maal sprong de dokter van zijn stoel op en, half verbaasd, half woedend, schreeuwde hij den ontvanger toe: „Meneer Meneer als u niet in uw eigen huis Maar met de grootste kalmte ging de ontvanger voort „Waarde dokter, geen haar op mijn hoofd denkt er aan om u te beleedigen, Houdt u mij voor zóó achterlijk en verblind, dat ik een medemensch wegens zijn geloof mijn achting zal onthouden? Herinner u Lessing's „Nathan de Wijze" en zijn parabel van „De Drie Ringen" Ook ik ben van oordeel, dat men niet naar het geloof, maar naar de vruchten van het geloof moet zien Waar een brave jood en een brave christen elkaar ontmoeten, daar moeten zij elkaar de hand reiken „Heel mooi gezegd, maar u had de heele tirade kunnen sparen. Want ik ben geen jood!" zei de dokter lachend. De warme toespraak van den ontvanger had een on weerstaan baren humoristischen indruk op hem gemaakt. Weer een uitroep, tegelijkertijd geslaakt, van vader en dochter: „Bent u dan géén Israëliet? „Weineen! Ik ben de reinste christelijk- Germaaneche spruit, dien u ooit gezien hebt! „Neen, maar dütt is sterk!" riep de ont vanger nu opgewonden uit. De barbier heeft dus niet alleen de burgemeestersfamilie bij u belasterd, maar hij trachtte ook u inde heid en omhaal, waarmede voor- en tegenstanders van het urgente defensie- vraagstuk elkander bekampen, gevolgd heeft, voelt niet by wijlen bij zich den lust opkomen, dien oud-vaderlandscnen bezem in de mast der oorlogsfregatten en corvetten van weleer, welke nu op zee geen dienst meer doet, aan het werk te zien in 's lands vergaderzaal, om er de vele politieke haarkloveryen en militair-technische stofnesten uit te dry ven? Niet toch op de „doode" weer middelen, maar op de levende komt het in de eerste plaats aan, waar het een Weerbaar Neerland gelden moet, op forten en schepen, maar ook op ménnen van staal! Buitenland. Volgens een telegram van Lloyds heeft het Engelsche stoomschip Astraea gemeld, op 10 Mei een grijs stoomschip met twee roode schoorsteenen, dat ge strand was bij Kaap Gata Blanco, te hebben gezien. Het schip scheen ver laten. De beschrijving komt overeen met een schip van de Union Castle lijn, die vaart tusschen Engeland en Zuid- Afrika. De kapiteins der schepen van de Union Castle lijn, die de Westkust van Afrika op hun duimpje kennen, zijn overtuigd, dat de Astrae bet wrak van den Franschen kruiser Condé, die tien oogen van de geheèle gemeente zwart te maken. Dat is afschuwelijk en verdient een voorbeeldige tuchtiging. „Ik heb al mijn plan!" zeide de dokter. „En ik het mijneI" verklaarde de ont vanger. „Laat hooren, waarde heer." „Morgen begeeft ge u naar den burge meester om hem den waan te ontnemen, dat u 'n hardhoorige jood bent, zonder te zinspelen op den laster op hem en zijn familie, dien de barbier u heeft wijsgemaakt. De burgemeester vindt 't verschrikkelijk, als hij belachelijk wordt gemaakt en is een vijand van krakeel en tweespalt in de stad. Al bracht u ook Lawendel's leugens aan het daglicht, zou het u niets baten. Integen deel hij zou u eerder laten vallen dan den barbier Uit de geschiedenis met de snuif doos en de vallende ziekte zult ge u wel handig kunnen uitpraten, en nn-ttertijd komt alles wel op z'n pootjes terecht." „Ik ben het volkomen met u eens," ver zekerde Gosse. „De ontmaskering van den barbier moet voorloopig alleen onder vier oogen blijven, dan krijg ik hem later des te gemakkelijker in mijn macht. Vooreerst speel ik den goedmoedige, die alles voor 'n onschuldige grap houdtten slotte raakt hij in zijn eigen strikken verward. Maar ik zal nu alle bedeesdheid en blóoheid van mij afwerpen en, nu ik den vijand ken, zijn intriges ondermijnen tot hijzelf in de lucht vliegtEn nu, beste vrienden, hebben wij eerst volkomen kennis gemaakt. Laten wij nogmaals plaatsnemen en openhartig 'n gezelligen boom opzetten." „Keetje, vul den theeketel weer en breng rum en suiker!" zei de ontvanger. Even daarna had ieder 'n flink glas punch voor zich en het gesprek vlotte dat 't een lust was. Gosse en Keetje waren spoedig zeer ver trouwd met elkaar. Was 't in het begin de jaar geleden juist op de bewuste plek is gestrand, heeft gezien. De Condé had twee zwarte schoorsteenen met gele uiteinden, die nu rood lijken omdat zij verroest zijn. Een klein zwaar pakje werd Woens dagochtend per post in het gebouw van den politierechtbank in de Bowstraat te Londen bezorgd. Het was geadres seerd aan den rechter Curtis Bennet en bevatte een blikken tabaksdoos, ge vuld met kruit en een patroon. De schade, aangericht door den brand van een huis te Folkestone, beloopt 6000 gulden. In de nabijheid zijn pa pieren gevonden, die bewijzen dat kies rechtvrouwen den brand hebben gesticht. We hebben reeds medegedeeld, dat het Parijsche blad, de Matin, een be weging begonnen is om het misbruik, dat er in sommige oorlogshavens van opium gemaakt wordt, uit te roeien. Dat misbruik, wij hebben het uitvoerig gemeld, heeft volgens de Matin ook in le marine slachtoffers gemaakt, zoowel rnder officieren als minderen. Enkele dagen geleden heeft nu de marine-offi cier Farrère een brief aan de Matin geschreven, waarin hij betoogt, dat er geen kwestie van is, dat de Fransche marine door opium-misbruik bedreigd wordt. De Matin beantwoordt den brief van Farrère uitvoerig en deelt o. m. mede, dat te Toulon alleen honderd drie-en-zestig inrichtingen zijn, waar men opium kan rocken. dokter geweest, die zijn oogen voor haar stralende blikken had neergelaten, nu was 't Keetje, die verlegen voor zich uittuurde als de dokter zijn groote, donkere oogen op haar vestigde. Was Amor al aan 't Werk, met zijn draad en woordlooze telegrafie De stadhuistoren had al voor geruime poos elf uur geslagen, toen de dokter er eindelijk aan dacht om huiswaarts te keeren. Hij drukte den ontvanger hartelijk de hand en toen Keetje hem de hare reikte, drukte hij een zachten, heel zacht =n kus op haar slanke vingertjes. En een gloeiende blos o vertoog haar lief gezichtje. Toen verliet Gosse de gastvrije woning en hij voelde zich, op weg naar huis, zoo gelukkig als hij totnutoe te Posemuckel nooit geweest was. Na ongeveer honderd schreden te hebben afgelegd, voelde hij een sterken luchtstroom, alsof een donkere schaduw hem haastig voorbijsloop. Hij bleef staan en wendde het hoofd om en nu kwam het hem voor, dat de schaduw eveneens stil was blijven staan. „Goejenavond, dokter!" klonk'n pieperig stemmetje. Dadelijk herkende Gosse de stem van den barbier. „Goejenavond, waarde collega 1"antwoord de Gosse vriendelijk. „Nog zoo laat op stap, meester Lawendel?" „O, 't is schande!" jammerde de barbier. „Dag en nacht geen rust.Vreeselijkdrukke praktijk... Goejennacht, dokter!" „Goejenoacht, waarde collega!" Hij zette zijn weg voort en mompelde Wacht maar, schoelje, ik zal je wel van die praktijk verlossen!... Mijn tijd komt ook 1 (Wordt vervolgd.) Ta

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1913 | | pagina 1