et Land van flensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
TE LAAT.
Broedertwist.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3273. Woensdag 9 Juli.
1913.
FEUILLETON.
unö van alt£n£
liechtenstein.
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Zou werkelijk Europa thans aan den
vooravond staan van den dag, waarop
zich een der meest betreurenswaardige
uitingen voltrekken zal, van mensche-
lijken nap ver en machtsmisbruik Zou
inderdaad op dezen dag getuigenis wor
den afgelegd van het onveranderlijke
in 's menschen aard, en opnieuw broe
dertwist en broedermoord, als in het
treffend Bijbelsch verhaal, alle andere
gevoelens overheerschen Waarlijk, in
dien de veelal verwarde maar overigens
duidelijk genoeg sprekende berichten
uit Europa's Zuid-Oosten hoek, aan de
werkelijke toedracht der zaken geen ge
weld doen, dan is het er niet ver meer
van af, of wat kortgeleden nog bond-
genooten heetten en thans nog broeders
van één stam zijn, zullen als vijanden
elkander gaan bekampen.
In vele opzichten is de Balkan-Oor
log, die een einde heeft gemaakt aan
de heerschappij in Europa van de Halve
Maan, er een geweest, die in het groot
ste gedeelte van dit werelddeel, niet
met overwegenden tegenzin is be
schouwd. Al werd, gelijk io den tijd
van onzen dichter Vondel, thans niet
meer gansch christelijk Europa door den
Turk bedreigd, wiens macht toen zoo
onheilspellend wassende is geweest,
op grond van religieiise beginselen en
etnografische stelregels, komt hem aan
deze zijde van den Bosporus eigenlijk
geen woonplaats toe. Maar de traditie
van tal van eeuwen heeft ook hier een
billijkheidsgrond geschapen, en velen
zullen er zich bij neder leggeD, dat wat
thans nog op Europeeschen grond van
het Turksche rijk rest, daar blijve. Kor
tom de sympathie van Europa was aan
den kant der kleinere Balkanstaten in
hun strijd tegen het Ottomaansche rijk.
Zij wreekten zich op eenmaal, voor
den smaad van eeuwen, en in den strijd
lust, waarmede zij den erfvijand be-
kampten, gloeide de koortsachtige haat
tegen den overweldiger.
De Turk verloor den slag en te zijnen
koste zal de kaart van het Balkan-schier
eiland een gansch andere worden. Met
welke opofferingen van de zijde der
bondgenooten dit resultaat bereikt is,
ligt nog te versch in het geheugen om
er over uit te weiden. Afgescheiden van
de ontzagelijke verliezen aan menschen-
G.
2)
Met welk een blik vol zaligheid kon zij
den kleine beschouwen, als hij verzadigd
in zijn wiegje lag, en met de ronde, mollige
armpjes en voetjes spartelde. Met welk een
innigheid drukte zij den kleine aan haar
borst, als hij de zachte armpjes om haar
hals sloeg, en toen hij voor de eerste maal
den zoeten moedernaam uitsprak! lederen
dag bracht hij nieuwe vreugde, en deed zij
nieuwe ontdekkingen, die zij harenechtge
noot meedeelde. Zij gaven den knaap eene
zorgvuldige opvoeding, hij groeide krachtig,
zoowel lichamelijk als geestelijk op.
Toen hij tien jaar oud was gebeurde er, wat
zij zoo lang reeds gevreesd hadde geheime
vrees, die als een boos vermoeden op den
bodem van haar ziel had gelegen, was be
waarheid geworden. De dood had den heiligen
band verbroken.
Slechts weinige dagen had de ziekte van
haar echtgenoot geduurd; rustig, zonder
doodstrijd was hij ingeslapen. Slechts in de
laatste oogenblikken, die hij op zijne gade
richtte, lag de groote droefheid uitgedrukt,
haar alleen te moeten laten in deze wereld
van leugen en van huichelarij. Want aan
zijn trouwe borst was zij gevlucht, als het
bewustzijn, dat rechtschapenheid en deugd
zoo weinig, huichelarij en onwaarheid alles
in onze samenleving te zeggen hebben, haar
ter neer drukte. Uit zijne waardigheid, uit
zijn karakter, welks reine spiegel door niets
verduisterd werd, putte zij de kracht en
den moed om den strijd met het leven
weer voort te zetten. De grootheid zijner
ziel had ook haar met een pantser omgeven,
waarlangs de vele vergiftige pjjlen machte
levens is ook reusachtig veel van de
finantieële draagkracht der Balkanstaten
geëischt. Met niet minder dan 1350
millioen gulden, wat neerkomt op ruim
6 millioen gulden per dagis deze oor
log bekostigd geworden doch daar
mede zijn dan ook 177000 vierkante
mijl Turksch grondgebied aan den
veroveraar van eertijds ontweldigd en
tegelijk ruim 5VS millioen inwoners
van het Turksche juk verlost. Inder
daad, de resultaten van dien oorlog zijn
veelomvattend.
Doch nu eenmaal, ten koste van zoo
veel, deze uitkomst is verkregen, schij
nen de bondgenooten het er op toe te
leggen de sympathie der groote mogend
heden, die voor hen in den strijd van
zooveel waarde is geweest, alsmede de
bewondering van Europa voor hun on
vermoeide, sluimerende krachten te wil
len verbeuren. Het spreekt dat niet zon
der moeilijkheden van allerlei aard een
groot gebied met een bevolking van
millioenen verdeeld en ingelijfd kan wor
den. Doch om de zwarigheden te over
winnen en naar evenredigheid van draag
kracht en macht zulk een verdeeling
onder de overwinnaars tot stand te bren
gen, is vóór alles een zedelijke een
dracht noodzakelijk, die nadat de
wapenen eensgezind tegen den vijand
de overwinning bevochten helaas
gansch en al gemist wordt.
Het oude spreekwoord, dat het sterke
beenen zijn, die op eenmaal verkregen
weelde dragen kunnen, wordt door de
jongste historische feiten opnieuw naar
waarheid bevestigd. Want het is hoofd
zakelijk het thans op den Balkan op
permachtige Bulgarge, dat de weelde
van zijn grooten aanwas van macht en
invloed niet naar behooren schijnt te
kunnen dragen. Noch Servië, noch
Griekenland of Montenegro kan zich
duurzaam met de uitnemend geschoolde
en aangevoerde Bulgaarsche legermacht
meten, hoezeer vooral ook de Serviers
zich duchtig in den oorlog tegen Turkije
geweerd en terecht bewondering heb
ben gewekt. Maar waar het nu om
gaat, dat is om de opperheerschappij,
de hegemonie op den Balkan, nadat de
Turk voor goed het veld heeft ont
ruimd. Reeds aanstonds, nadat de oor
logskans ten nadeele van de Halve
Maan keerde, is de houding van Bulga
rije er eene, ook tegen de bondgenooten,
loos neervielen. En hem had zij aan de
koude aarde moeten toevertrouwen om hem
nimmer meer terug te ontvangen, zich nim
mer meer aan hem te kunnen klemmen,
zooals zich de slanke klimop vastklemt aan
den krachtigen boomstam. Hoe had zij deze
smart kunnen dragen! Hoe was het haar
mogelijk geweest een leven voort te zetten,
dat zonder hem, die haar alles was, zijne
waarde had verloren?
Zij sidderde bij de herinnering aan de
vele jaren, die haar een eeuwigheid toescheen
en die zij had moeten doorleven, ter wille
van den knaap, die haar als een pand van
zijne liefde was overgebleven.
Den knaap te vormen in den zin van
zijn vader, in de rijke, onuitputtelijke kinder
ziel het zaad te strooien van al wat goed
en edel is, da&rin lag hare troost. Wantin
de hand der moeder is de schoone maar
verantwoordelijke taak gelegd, karakter en
gemoed van het kind te vormen.
En wanneer de droefheid over haar
ongeluk haar dreigde te overweldigen, als
de toekomst haar voorkwam als een hooge,
duistere muur die onmogelijk te beklimmen
scheen, dan wijdde zij zich met verdubbel
den ijver aan hare taak. En ze had het
geluk te zien, dat de teedere knop zich tot
een heerlijke bloem ontplooide. Hoe geleek
hij toch in alles zijn vader! Hoe schitterden
zijn oogen, welk een vastberaden moed sprak
uit zijne blikken, als zij met den knaap
over hem sprak. Als hij ouder werd, zoo
beloofde hij haar, zou hij zoo oprecht, zoo
waar zijn als zijn vader. Bij alles wat hij
van plan was te doen vroeg hij zich af:
„Hoe zou vader er over gedacht hebben,
hoe zou hij gedaan hebben?" Daarnaar
richtte hij zijne plannen en handelingen.
Zoo groeide hij op en werd sterk en flink
naar lichaam en ziel.
Nadat hij de school had doorloopen, stu
deerde hij aan de universiteit en zonder
zich te onttrekken aan de bij studenten
geliefkoosde feesten, maakte hfj er toch geen
van groote aanmatiging en druk ge
worden. Met Roemenië, met Grieken
land, zoo goed als met Servië heeft
het onmin gezocht en onrust verwekt,
en eischte het voor zich het grootste
deel van den oorlogsbuit. Deze, we
zagen het zoo even, is groot en de ver
deeling moeilijk. Wat Bulgarije eischte
was, dat volgens de nationaliteiten, de
volken, met hun landstreken zouden
verdeeld worden en het betoogde daarbij
dat de meesten der „bevrijden" op grond
hunner afstamming z.g. Bulgariden, dus
tot Bulgarije behoorenden, zijn. Dit uit-
temaken is ondoenlijk; immers sedert
eeuwen hebben in een betrekkelijk af
geperkt gebied tal van nationaliteiten
zich vereend; en hoewel de oorspron
kelijke karakter-typen nog aanwijsbaar
schen stam, die elkander nu naar het
leven staan, nadat zij kortgeleden zich
nog eendrachtig tegen de Ottomanen,
tegen den Turk keerden.
Aan welke zijde ook het gelijk, beter
gezegd het minste ongelijk mag zijn,
blijve als bij zoovele broedertwisten,
moeilijk uit te maken. Maar in elk
geval zou het én voor hen éa voor het
aanzien van Europa tegenover de daar
buiten wonende volken beter geweest
zijn, zoo dit der wereld weerzin-
wekkend schouwspel ware bespaard ge
bleven.
zijn,
valt het niet meer met afdoende
juistheid te zeggen, welke oorspronke
lijke nationaliteiten thans het sterkst
vertegenwoordigd zijn in de zeer ge
mengde bevolking der veroverde land
streken. Men vindt er zoo goad de karak
tertrekken, lichamelijk en geestelijk van
Serviërs als Wallachen, Bulgaren als
Grieken, Roemenen als Macedoniers,
Montenegrijnen als Albaneezen en Os
manen. Bulgarije wist dus wat het deed,
om zulk een onbruikbaren maatstaf aan
te leggen ter bepaling van het deel
van den buit, hetwelk van rechtswege
den sterkste der Balkanstaten zou toe-
behooren. En tegenover het verzet zijner
bondgenooten, heeft het thans het ge
wicht van zijn zwaard in de weeg
schaal gelegd.
Met welk gevolg? Dit moet de naaste
toekomst uitmaken en voor een niet
gering deel zal daarbij ook een woord
door de groote mogendheden gesproken
worden, daarvan kan men zeker zijn.
Maar in elk geval, de oorspronkelijke
sympathie, waarmede hun voorspoed van
wapenen bejegend werd, hebben de
Balkanstaten grootendeels, zoo niet ge
heel, ingeboet. Want zooals Bulgarije's
optreden jegens de andere staten uit
dagend geweest mag zijn, deze laatsten,
vooral Servië onder hen, hebben even
eens geenszins alles vermeden al
wordt het door de regeering van koning
Peter ook nog zoo verzekerd om een
uitbarsting van broedertwist te voor
komen, gelijk thans ginds aanschouwd
wordt. Want hoe onderling afwijkend
ook, het zijn broeders van één Slavi-
druk gebruik van, deed op den bepaalden
tijd examen, en had het vorige jaar, toen
zijne studiën afgeloopen wareu, zijn ge
heimen wensch bevredigd gezien: hij kon
gaan reizen om vreemde landen en volken
te bestudeeren.
Gedurende een geheel jaar had zij hem
niet gezien. Hoe zeer haar eenzaam moeder
hart ook naar hem verlangde, hoe vurig
zij wensch te hem bij zich te hebben, hem
in de diepe doordringende oogen te zien,
met hem, voor zoover zijne herinnering
reikte, te spreken over de deugden en eigen
schappen van zijn vader, in de vertellingen
van haar zoon, zijne gedachten en onder
vindingen die hij voor haar onthulde, steeds
weer dat smartelijk zoete genot te vinden,
en in hem de getrouwe beeltenis des vaders
te zien, had zij toch in de brieven aan haren
zoon nimmer haar verlangen verraden, nooit
laten blijken hoe zeer zij wenschte, hem
in het vaderland weer te zien, te meer nu
zij zich sedert eenige maanden zoo wonder
lijk moe en zwak gevoelde. Deze zwakte
was sinds een maand zóó zeer toegenomen,
dat zij zich genoodzaakt zag den ouden
vriend haars vaders om raad te vragen.
De geneesheer had haar zorgvuldig onder
zocht en in den loop van het onderhoud op
voorzichtige wijze het gesprek gebracht op
den zoon. Het zou voor haar, die met zoo
veel liefde aan den zoon gehecht was, heil
zaam zijn, als zij die eeuwige onrust en
zorg over hem van zich af kon zetten. Zij
moest hem trachten te bewegen terug te
keeren in het ouderlijk huis.
Daarvan wilde zij echter niets weten, zij
kon het niet over haar hart verkrijgen zijn
vreugde, die hij in zijn blieven uitdrukte,
ook maar een dag te verkorten.
Maar welk een oneindige blijdschap ver
vulde haar hart, toen zij onverwacht voor
ongeveer veertien dagen van haar zoon be
richt kreeg, dat hij op de terugreis naar het
vaderland was, waar hij zou weervinden
wat hem het liefst op aarde was, zijn
Duitenland.
Zondagavond is er met een vervaar
lijken knal een bom ontploft in een
onderaardsche gang van de beurs te
Liverpool. Er is eenige schade aange
richt.
Maandagochtend is een poging ge
daan om het wandelhoofd te Southport
in brand te steken. Visschers ontdekten
de vlammen in een loods op het hoofd
en doofden ze snel. In de nabijheid
waren met krijt de woorden geschreven
Dit goede werk geeft aanspraak op kies
recht.
Alfred Kühne, een eenjaars-vrijwil-
liger van het 3de regiment artillerie te
Maagdenburg, had zich bij een bezoek
aan zijn ouders te Köthen verslapen en
dientengevolge de trein gemist, die hem
naar zijn garnizoen terug moest brengen.
De jongeman was daar zoo wanhopig
over, dat hij in een paal van de elec-
trische leiding klom en zich door den
stroom van 6000 volts liet dooden.
Met 339 tegen 223 stemmen heeft
de Fransche Kamer art. 18 van het
militaire wetsontwerp, waarin de duur
van d«n diensttijd op drie jaar wordt
gesteld, aangenomen.
Het aanhouden van sneltreinen door
gemaskerde bandieten begint in de V.
S. in de mode te komen. Vrijdagmorgen
werd een sneltrein van de Illinois Cen
tral bij Batesville in Mississippi tot
staan gebracht door onveilige signalen.
Terwijl twee gemaskerden den machi
nist en den stoker in bedwang hielden,
beroofden de vier anderen de passagiers
en stalen uit de brandkast in den ba
gagewagen ruim f 12.000 aan geld.
Had de machinist niet tijdig gestopt,
de trein ware ontspoord, want de ban
dieten hadden zware balken op de rails
gelegd.
moedertje, die hij niet meer zou verlaten.
Hare vreugde ging over in groote onrust,
die haar niet meer verliet, en die haar iederen
dag, ja, ieder uur vervolgde.
De doctor, die met vaderlijke zorg over
haar waakte, smeekte haar kalm te blij ven
en zich niet te laten overweldigen door de
vreugde van het weerzien. Wat echter ver
mochten woorden tegen die innerlijke, ner-
veuse opwinding, tegen het voortdurende
hartkloppen, dat haar somtijds den adem
scheen te benemen.
En heden had hij zijn aankomst in de
stad door een telegram aangekondigd.
Zij beefde over haar geheele lichaam toen
zij opstond en kon zich nauwelijks op de
been houden. Weldra zou zij baren Edmond,
den zoo lang gemisten, in hare armen sluiten,
aan haar hart drukken en kussen, zoo als
in den tijd toen hij nog een kind was, en
bij haar troost zocht voor zijn kleine zorgen.
Wat hield ze veel van hemHare gedachten
en gewaarwordingen bepaalden zich tot de
eerstvolgende oogenblikken, het oogenblik,
dat hij de deur zou openen, met uitgebreide
armen op haar zou toesnellen en haar aan
zijn trouwe borst zou drukken.
Er werd gescheld, zij kromp ineen, haar
hart klopte geweldig, de ademhaling was
kort en moeilijk, zou hij neen, het was
de dokter.
„Waarom nog in het duister mevrouw
Ei, ei, hoe slecht volgt men mijnen raad
op, men mag zich niet zoo door zijne ge
dachten laten medeslepen. Laat mij uwe
pols eens voelen. Gij moet u onvoorwaar
delijk rustig houden, straks komt uw zoon,
denk daaraan."
„Straksik wilde dat de tijd van wachten
al voorbij was!"
„Onzin, lieve mevrouw, ik herhaal slechts
mijn vroeger bevel, absolute rust, geen op
winding, dat moet uw richtsnoer zijn."
De geneesheer trad naar het venster, haalde
zijn horloge uit den zak, en hield het dicht
onder de oogen.
Zaterdag werd gemeld:
De staking aan de Randmijnen neemt
een zeer ernstig karakter aan.
Vrijdag trokken ruim duizend ge
wapende stakers op Johannesburg aan.
Er werden in de stad versperringen op
gericht om de groote winkels te be
schermen. Nadat de stakers op de Markt
uiteengedreven waren, vielen zij de
eigenlijke stad binnen. In optocht met
roode vlaggen voorop trokken zij door
de hoofdstraten.
Een groote menigte keerde zich naar
de spoorwegen, vermeesterde het reizi
gersstation Park en het goederenstation
Braamfontein en belette aan alle treinen
het vertrek. De stationschef deed een
beroep op de aanvoerders om de treinen
te laten vertrekken, waarin vrouwen en
kinderen zaten die uit de gevaarlijke
buurten vluchtten. De aanvoerders be
loofden het, maar de belofte bleef on
vervuld. Toen de politie eindelijk een
poging deed, om de post van het sta
tion te verzenden, wierp zich de menigte
woest op de agenten en overmande ze.
Inmiddels had zich een enorme volks
hoop buiten het station vergaderd. Drie
maal stormde de bereden politie er op
in. De toestand werd 's morgens om 9
uur ernstig. Om halftien stond het sta
tion Park van het eene eind naar het
andere in brand. De bereden politie, die
versterking had gekregen, verstrooide
de menigte ten deele.
Een andere bende trok nu naar het
redactiebureau en de drukkerij van de
Star op de Markt, en stak het gebouw
voor en achter in brand. Weldra stond
het in lichte laaie.
's Middags had het volk getracht Cor
ner House binnen te dringen. Daar is
het kantoor van Reuter's Agentschap
en van mijnbestuurders. De overheid,
gewaarschuwd dat de aanval 's avonds
herhaald kon worden, zond dertig man
politie. Toen deze een naderenden volks
hoop gelastte staan te blijven, werd ze
met steenen bestookt. Ten slotte schoot
de politie in de menigte. Verscheiden
personen vielen. Dit en verder schieten
hield de menigte op afstand.
Vervolgens vormde zich weer een
bende in Commissioner-straat, waar de
Standard Bank en de National Bank
liggen. Drie uur lang is er in die en
naburige straten hevig oproer geweest.
Tegen middernacht plunderde het
volk een geweerwinkel. Het schieten
nam toe. Het paardevolk reed telkens
op de menigte in, die dan uit elkaar
stoof maar zich weer vormde en allerlei
winkels leeghaalde en een poging deed
om de electriciteitsfabriek te vernielen,
„Voordat uwe zoon komt heeft u nog twee
uren, gebruik ze om wat te rusten."
„Ik zal het niet kunnen.""
„Beproef het mevrouw en steek voor alles
het licht aan.Vaarwel, tot morgen." Hij ging.
Mevrouw Rohland keek in gedachten de
kamer rond. Zij stak de lamp aan en ging
weer in den stoel zitten, vermoeid leunde
zij met het hoofd achterover en viel weldra
in een lichte sluimering, die echter door
onrustige droomen werd gestoord. Plotseling
ontwaakte zij met een lichten kreet en ging
verschrikt rechtop in den leuningstoel zitten.
In den droom had zij in de verte een kleine
zwarte kogel gezien, die steeds grooter werd
en langzaam naderde, tot hij dicht bij haar
was en haar dreigde te verpletteren. Toen
was zij angstig ontwaakt, ze zuchtte diep
en sloot vermoeid de oogen weer.
Alles was rustig in de kamerslechts het
zacht, gelijkmatig tikken van de klok, ver
brak de stilte. Daar werd luid aan de bel
getrokken. Spoedig daarop werd de deur
haastig geopend en een slanke jongeling,
op wiens door de zon verbrand gelaat de
zaligheid van het weerzien lag uitgedrukt,
betrad de kamer.
„Moeder! moeder! hier ben ik!"... Zij
slaapt."
Het flauwe schijnsel van de lamp, door
oen groene lampekap getemperd, viel op het
gelaat, het was bleek als dat van eene doode.
Een oneindige liefde lag in de oogen van
den zoon, toen hij, weinige schreden van
haar verwijderd, in voorovergebogen hou
ding de slapende aanschouwde. Plotseling
veranderden zijne trekken. Wijd openden
zich de oogen, en een verschrikkelijk ver
moeden scheen zich van hem meester te
maken. Hij snelde toe op de moeder, die
daar zoo rustig lag, greep haar handen en
riep in vertwijfeling: „Moederl" moeder!"
Toen stortte hij bewusteloos neder. Zijn
moeder was niet meer
EINDE.
DOOR