et Land van Hensden en Altena. de Langstraat en de floMelerwaard. Haar Offer. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3204. Zaterdag 20 September. Deugdelijke Voedingsmiddelen. FEUILLETON. 'T VAN ALTEKi? VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1913 Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77i ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 nur ingewacht. Dezer dagen kwam in „De Slagers courant", officiëel orgaan van den Ne- derlandschen slagershond, onder het op schrift „bevroren vleesch" een artikel voor, waarin gezegd werd dat dr. Schnel- lenberg te Zurich (Zwitserland), zeer nauwkeurige, hoogst wetenschappelijke onderzoekingen gedaan had omtrent de hoedanigheid van bevroren Argentijnsch vleesch, welke onderzoekingen hem be wezen dat het bevroren Argentijnsch vleesch, door de werkingen welke het, ondergaat, niet als voor de gezondheid schadelijk, maar als minderwaardig vleesch moet worden beschouwd, daar het door de ondergane werkingen be langrijk in voedingswaarde is achteruit gegaan. Volgens dr. Schnelleaberg iB bevroren Argentijnsch vleesch, men lette hier goed op, dus niet schadelijk voor de gezondheiddoch minderwaardig voed selvoedsel dat door het bevriezen enz., in voedingswaarde achteruit gegaan is Om dus ten opzichte van dit vleesch een bekend spreekwoord te gebruiken: „baat het niet (veel), het schaadt ook niet". Kon dit nog maar van alle vleesch gezegd worden! Ho© menigmaal hebben we er niet van gelezen in de dagbladen dat hier of daar in een gezin zich ziektever- schynselen hadden geopenbaard, een ge volg van het gebruik van voor de ge zondheid schadelijk vleesch! En hoe reept men dan altijd ach en wee dat het nog mogelijk is dat zulk vieesch verkocht mag, althans kan worden Die klacht is dan terecht. Wij moeteD zekerheid, althans de grootst mogelijke zekerheid hebben dat, het ons verkocht wordende voedsel zon der nadeel voor de gezondheid gebruikt kan worden. Een ieder, die kan, moet medehelpen die zekerheid te verschaffen Evenwel, hoe geheel anders wordt hierover soms gedacht! Zoo lazen we in de „Telegraaf' van 4 September j.l. dat in den Raad van Haarlemmerliede c.a. een verzoekschrift in behandeling was genomen van een veearts te Utrecht, die zich in de ge- i) „Maar, Erna, wat bouw je daar voor een vreemdsoortig huis? Eene villa met twee kerktorens 't Is gravin Ottilie Wettstein, die deze vraag doet, en daarbij haar naaiwerk in den schoot laat zinken, om naar het spel van haar dochtertje te kijken. Ze zit in een gemak- kelijken stoel, en naast haar staat een tafeltje, waarop, behalve werkmand en bloemenvaas, een opengeslagen boek ligt. De kamer is smaakvol, doch niet weelderig ingericht. In overeenstemming met dien eenvoud is ook de jonge vrouw zelve. Haar kleeding, hoewel zonder eenigen opschik, is toch elegant en met zorg gekozen, en in de fijn- besneden gelaatstrekken, de rijzige gestalte en de blanke, schoon gevormde handen kan men duidelijk de aristocratie herkennen. De kleine, een mooi, aanvallig kind van ongeveer zeven jaar, met lange goudblonde krullen, zit op den grond, met allerlei doo- zen speelgoed om zich heen, en is bezig een huis te bouwen van houten blokken. „Dat is het huis van de schoone slaap ster," antwoordt zij op de vraag harer moe der. „Die sliep immers in een slot, midden in het bosch O ja, maar nu is ze al weer wakker en woont bij den prinsen die is een bisschop en moet dus ook torens op zijn huis hebben, en" Op dat oogenblik deed het dienstmeisje de deur open en diende dokter Rahden aan, welke heer haar op den voet volgde. „Hartelijk welkom dokter! Zie ik uein delijk weer eens opdagen?" voegde de gravin den binnentredende toe, terwijl zij hem de hand reikte. De dokter, iemand van vijf- en-dertig jaar, knap en innemend van uiter- meente Haarlemmerliede dacht te ves tigen, mits hij benoemd werd als ge meentekeurmeester. De Raad was daar echter unaniem tegen. Een der leden zei, zoo stond In het berichtje, dat, wanneer men zoo'n keurmeester had, er veel te veel dood vee zou wordeu afgekeurd, en 't ging nu juist zoo goed. Hoe 't nu dan gaat? De keuring ge schiedt thans door een slager van de plaats, die geen enkel diploma heeft. Commentaar overbodig, zegt het blad. Juist, zoo is het: commentaar over bodig Er blijkt duidelijk uit, dat het ge meenteraadslid niet van keuring van dood vee door een keurmeester-deskun dige gediend was, die wel eens zou kunnen beginnen af te keuren veel meer dan dat raadslid lief was en veel meer dan de tegenwoordige functio naris, de dorpsslager, afkeurt, waaruit mag worden afgeleid, dat er nu nog wel eens een enkel dood beestje, wiens plaats eigenlijk op de aschbelt zou zijn, wordt goedgekeurd voor de comsump- tie. Is het niet treurig, niet mèër dan treurig Zóó worden de belangen der ge- meentenaren daar in de gemeente Haar lemmerliede behartigd Ze mogen zich ziek, misschien dood eten aan voor de gezondheid schadelijk vleesch En niet alleen de ingezetenen van de gemeente Haarlemmerliede staan bloot voor het mogelijke geval van nadeelige gevolgen voor de gezondheid door het gebruik van dat gevaarlijke goedje, ook anderen, in omliggende of verderaf gelegen gemeentenn, waar geen keuring bestaat voor ingevoerd geslacht vee, ook zij staan bloot voor die ge volgen. Eu nu is het alleen de gemeente Haarlemmerliede nog maar die we hier noemeu, omdat we dat geval in die gemeente juist vermeld vonden, doch misschien zijn er nog meer van die kleiue gemeenten in ons land waar men zoo ruim van opvatting van plicht is. Hoe méér zulke gemeenten, hoe gróóter het gevolg van nadeelige ge volgen door het gebruik van zulk vleesch Het zou daarom wel goed zijn, dat in iedere gemeente toezicht en ver plichte keuring bestond op den invoer van geslacht vee En nog beter zou het zijn, dat in iedere gemeente al het daar geslacht wordende vee gekeurd moest worden door een ter zake deskundige Zoo als in die gemeente Haarlemmer liede kan het niet Aan hen, die het in hun macht hebben hierin verandering en verbete ring te brengen, om dit te doen Buitenland. De kunstschilder Maass, heeft op de trap van het casino voor de officieren j van de landweer te Berlijn, den Lippe- schen kamerheer v. Westerhagen neer geschoten, hij is op vrije voeten gelaten, daar het voorloopig onderzoek de op vatting heeft bevestigd, dat hij uit nood weer gehandeld heeft. Het geschil tusschen beiden had zijn oorzaak in artikelen in de pers. Eenigen tijd geleden waren in een Berlijnsch weekblad artikelen tegen von Western hagen verschenen. Daarin werd verteld, hoe von Westernhagen, begeerig om de waardigheid van kamerheer in het vors tendom Lippe-Detmond te verkrijgen, zich in verbinding had gesteld met een onvermogend standgenoot. Deze zou hem aan den titel helpen en kreeg voor zijn moeite 2000 mk., waarvoor hij echter een accept moest teekenen. Ten slotte kreeg Westernhagen den titel langs een anderen weg en nu verlangde hij het geld, dat hij aan den bemiddelaar be taald had, op grond van het accept, te rug. Hij ging daarbij zoo kras te werk, dat de man gevaar liep om op zijn ouden dag met zijn vrouw op straat gezet te worden. Von Westernhagen verdacht den Lip- peschen hofschilder Maass ervan, dat hij die artikelen geschreven had. Maass ontkende dit en stelde, om eerherstel te krijgen, voor, om de zaak voor een raad van eer te brengen. Dinsdag werd het eerste verhoor in deze zaak gehouden en de Iwee tegen standers kwamen elkaar toen op de trap van het casino tegen. De eenige getuige van het gebeurde was de korporaal Kayser, die als ordonnans aan den eere- raad was toegevoegd. Zijn verklaring bevestigde de voorstelling, die Maass van de toedracht had gegeven. Toen Westernhagen Maass tegenkwam ver- lijk, bracht de hem toegestoken hand aan de lippen en antwoordde: „Ik heb uw huis enkel en alleen daarom zoolang gemeden, gravin, omdat ik besmet telijke ziekte onder behandeling had en vreesde de ziekte hier te zullen overbrengen. Gelukkig hebt gij daarenboven mijne dien sten niet noodig." „Gij weet zeer goed, waarde Rahden, dat ik u niet alleen als dokter, maar ook gaarne als vriend bij mij zie. Ga zittenErna, maak een beetje plaatsGa liever daar in den anderen hoek spelen, lieveling." Een oogenblik later is Erna aan het an dere einde der kamer met haar speelgoed bezig. Zij heeft ook nog een paar kleine marionetten te voorschijn gehaald en bevolkt daarmede haar tuin, en het met torens ge flankeerde huis, waartoe nu ook nog een Grieksche zuilengang toegang verleent. Al deze figuren spelen beurtelings en terzelf- dertijd alle sprookjes en verhaaltjes, die ze heeft hooren vertellen. De kleine voert voor allen het woord en is volmaakt gelukkig. Rahden, die op een wenk der gravin een stoel bij het tafeltje heeft geschoven, neemt het openliggende boek ter hand en bladert er in. „Mag ik eens zien, vrat gij leest, gravin Over kinderopvoeding, altijd en altijd slechts die ééne gedachte!" „Hoe kan het ook anders, dokter? 't Is nog het eenige wat ik bezit van de wereld. Gij weet hetik leef slechts voor het kind." „Ik weet het en keur het af. De af zondering, het vreugdelooze van uw bestaan werkt schadelijk op uwe gezondheid. Als men jong en schoon is zooals gij „O dokter, houdt opl" valt Ottilie hem levendig in de rede. „Ga me toch, wat ik u bidden mag, in uw qualiteit van genees heer niet aanraden schouwburg en bals te bezoeken of misschien wel een tweede huwe lijk te sluiten. Gij begrijpt, dat ik, die mijnen man, mijne ouders en mijn eenige zuster in den loop der laatste vier jaren verloren heb, nergens meer lust in heb, en mij alleen aan mijn kind kan wijden." „Gij pleegt daarmede een groot onrecht aan u zelve, gravin. Het leven, het tegen woordige doet zijn rechten gelden; noch de smart over geliefde dooden, noch de hoop op de toekomst van een kind is voldoende om dat ledig in uw bestaan aan te vullen. Onderstel eens, dat Erna ik als dokter ondervind het maar al te dikwijls hoe teer zulk een kinderleven is, eens „O, spreek zulk eene wreede mogelijkheid niet uit," riep Ottilie huiverend „Erna, schat, tocht het ook daar onder het raam „Neen, mama!" „En, om op uwen raad terug te komen, denkt gij dan, dat ik iets geef om wereld- sche vermaken? Ik ben stil en terugge trokken van aard, en in volle salons verveel ik mij niet alleen, maar gevoel ik me be paald ongelukkig. Bloedverwanten en vrien den heb ik hier niet, en onder vreemden, al zijn ze nog zoo vriendelijk, kom ik mij zoo verlaten voor. Trouwens, men is vol strekt niet zoo bijzonder lief voor mij, en van de moeite, die men zich geeft, om mij aan mijne afzondering te onttrekken, merk ik ook niet veel; want ik ben niet rijk. Wanneer men zulk een ouden naam draagt als ik, moet men ook een aanzienlijk ver mogen bezitten." „Gij zijt, zooals ik reeds sinds lang heb opgemerkt, zeer trotsch op dien oud-adel lijken titel „Dat ontken ik niet." „En dus vindt gij er waarlijk een levens genot in „gravin" genoemd te worden?" „Levensgenot, neen. De eenige vreugde van mijn leven is Erna." „Altijd Erna, en Erna alleen „Gij zult het zelf ook nog eens onder vinden dokter, hoe men geheel in een ons dierbaar wezen kan opgaan. Als gij ooit iemand lief krijgt en aan trouwen denkt „Het eerste is reeds het geval, gravin. Ik heb al sedert lang lief, maar trouwen Zij wil mij niet hebben." „Dkarin heeft zij ongelijk. Zoo jong en weet hij hem opnieuw, dat deze de schrijver was van de artikelen. Maass antwoordde kort, dat hij er niets mee uitstaande had en draaide den kamer heer den rug toe. Daarop gaf deze hem zulk een hevigen slag in het gezicht, dat hij tegen den muur tuimelde. Buiten zichzelf eu in een gevoel van noodweer, heeft Maass daarop het doodelijk schot gelost. Maass lijdt aan een hartaandoening en was pas eenige dagen uit Nauheim teruggekeerd. Dit verklaart misschien ten deele overprikkelden toestand. De justitie heeft verlof gegeven, om het lijk van v. Westernhagen te begraven. Donderdag werd uit Heidelberg ge meld: Vannacht is op 24-jarigen leef tijd prinses Sophie van Saksen Weimar Eisenach overleden. Zij was de eenige dochter van prins Willem. Naar de National Zeitung uit Heidel- berg verneemt is prinses Sofie van Saksen Weimar geen natuurlijken dood gestorven, doch heeft zelfmoordgepleegd. De prinses had zich, evenals eiken avond, in haar kamer teruggetrokken. In het kasteel waren de meeste bewo ners reeds te bed, toen plotseling een schot weerklonk. Men snelde naar de kamer der prinses en ontdekte dat zij reeds overleden was. Zij had zich een kogel in het voorhoofd geschoten. De plotselinge dood van de prinses is te onverklaarbaarder, daar zij steeds opgewekt en levenslustig was. Zij had nog onlangs een langen autotocht door Tirol gedaan. Enkele maanden geleden werd de naam van d© prinses genoemd met dien van den Berlijnschen financier Hans von Bleichröder. Het heette dat zij zich dachten te verloven. Door een toeval was het gerucht over die verloving openbaar geworden, vóór de prinses haar ouders van haar genegenheid voor von Bleichröder in kennis had gesteld. Tengevolge daarvan spraken haar ouders de verloving tegen. De tegenstand tegen het huwelijk is, naar de National Zeitung meent, echter minder uitgegaan van haar ouders dan van het hof van den groothertog van Weimar. De groothertog verlangde na melijk dat de prinses afstand zou doen van eiken titel, hetgeen zij weigerde. De officieele mededeeling van de zitting, die de vredesconferentie Woens dag heeft gehouden, maakt bekend, dat de kwestie van de grens tusschen Tur kije en Bulgarije voorgoed geregeld is. reeds zulk een beroemd geneesheer, daarbij zoo degelijk, zoo onderhoudend ik ken u nu reeds vier jaar ik geloof werkelijk, dat gij juist de man zoudt zijn om een meisje gelukkig te maken." „Dat is een welwillend oordeel, waarvoor ik u hartelijk dank zeg." Hij stond op„Ik moet helaas weer weg mijne zieken wachten mij." Ottilie gaf hem de hand tot afscheid. „Adieu, hervat uw bezoek eens spoedig!" „Spoedig? De voorwaarde, waarop ik als uw huisdokter aangenomen ben, luidde Alle veertien dagen eens komen zien hoe de kleine het maakt." „Vergeef mij, als mijn vraag onbeschei den scheen." „Gij begrijpt mij verkeerd, gravin. Mijne opmerking bevatte integendeel de onuitge sproken klacht, dat ik mij maar zoo zelden tot een bezoek gerechtigd voel. Ik heb er mij zelfs al op betrapt, u eene lichte onge steldheid toe te wenschen, opdat ik dage lijks zou kunnen komen" „De wensch, mij te zien," antwoordde Ottilie lachend, „kan toch wel gemakkelijker en goedkooper vervuld worden dan ten koste mijner gezondheid. Kom mij eenvou dig als vriend bezoeken, als gij den tijd daartoe hebt. Ik ben niet zoo menschen- schuw, dat ik een onderhoud met iemand, voor wien ik sympathie gevoel, niet zeer aangenaam zou vinden." ,-,Dus mag ik terugkomen? Wanneer?" „Spoedig," antwoordde Ottilie vriendelijk. „Van avond?" Haar gelaat betrok. „Neen," zeide zij koel ,,'s avonds ontvang ik geen bezoek." Dienzelfden avond om elf uur staat de gravin voor het bedje van haar dochtertje, zich angstig over de kleine heenbuigend. Zij legt de hand op Erma's voorhoofd,,'t Is brandend heet... „hebt ge daar pijn?... En in de keel ook? Wilt ge wat drinken? Aoh, ik weet niet wat ik haar te drinken De grens begint bij de uitmonding van de Maritsa en eindigt ten Noorden van Iniada. Demotika, Adrianopel en Kirk Kilisse blijven aan Turkije; Tir- uowo, Moestafa Pasja en Ortakeui aan Bulgarije. Over de kwestie van nationaliteiten is in beginsel overeenstemming bereikt. Volgens een bericht uit Nizza is Woensdagmiddag op de departementale tramlijn van Gagnés naar Grasse een tramtrein ontspoord. Drie wagens zijn van een hoogte van 12 meter in een ravijn gestort. Er zouden twaalf dooden en dertig gekwetsten zijn, onder wie drie onderofficieren en een korporaal. De trein vervoerde enkele burgers en vele militairen, inzonderheid van het 24e en 27e regiment jagers, uit Nizza gekomen om het kampement voor te bereiden. Een Spaansch koopman uit Tanger, die op zijn landgoed bij Tetoean ver toefde, is er vermoord gevonden. Men ziet in het misdrijf een wraakoefening van Marokkanen. Engelsche stemrechtvrouwen hebben een poging gedaan om Penshurst Place, in Tonbridge, het kasteel van Lord De L'Isle, in brand te steken De huishoud ster werd 's nachts wakker door het geluid van knetterend hout en ontdekte, toen zij naar beneden was geloopen, dat het houtwerk van vier ramen aan den westelijken vleugel in brand stond. Zij wekte de andere bedienden, die de vlammen met bluschmiddelen doofden. Men heeft buiten twee vrouwen zien wegloopen en het heele grasperk was bestrooid met geschriften over vrouwen kiesrecht; het brandje was aangelegd met lompen, die in benzine gedrenkt waren. Na oneenigheid met zijn patroon, een metselaarsbaas, is te Marseille de meester knecht Bertelli in diens woning ge drongen, waar deze aan tafel zat met zijn gezin en vrienden. Bertelli loste verscheidene revolverschoten en kwetste den patroon, diens moeder, dochter en een vriend. De moordenaar trachtte hier na zich voor het hoofd te schieten. Volgens een bericht uit Bergen is de dijk van het kanaal van Pommeroeul naar Antoing over een lengte van 12 meter doorgebroken. Enorme watermas sa's hebben het aangrenzende land over stroomd en zijn in de kolenmijnen en de dorpen doorgedrongen. Het kanaal mag geven Kwam de dokter nu maar Goddank, daar hoor ik zijn stap." Zij snelt op den binnentredende toe. Och beste Rahden, ge hadt vanavond hier willen komen, nu moest ik u laten halen. Mijne Erna, o God, het zal toch niet ernstig zijn? Toch niet gevaarlijk?" Rahden onderzoekt de kleine. Daarna doet hij het patiëntje en haar moeder de noodige vragen en schrijft een recept voor. De gravin schelt en geeft het aan het dienstmeisje met bevel, het oogenblikkelijk klaar te laten maken. „Het zal toch niets gevaarlijks zijn, dok ter?" zoo herhaalt ze haar vraag van daar straks. „Dat kan ik nu nog niet zeggen." „Ge komt immers morgen heel vroeg weer eens kijken?" „Het beste zal zijn, dat ikzelf bij het kind waak." „Wilt ge hier blijven? Mijn God, dokter, wat vreest ge dan?" Rahden draalt. „Ik bid u, zeg mij de volle waarheid!" „Ik houd het voor diphteritis." Ottilie ontstelt hevig. „Ge behoeft niet zoo hevig te schrikken, gravin, bij tijdig aangebrachte hulp is deze ziekte zoo gevaarlijk niet." „O Rahden beste, goede Rahden, nu laat ik u in 't geheel niet gaan Maar toch hoe lief van u! Als iedere moeder van een ziek kind van den genees heer begeerde, dat hij zijne nachtrust zou opofferen." „Ik zou het ook niet voor iedereen doen." „Mama, mamawordt er uit het bedje geroepen„drinken Op een wenk van den dokter geeft Ottilie het kind een glas suikerwater, maar hoe begeerig ook aan de lippen gezet, wordt het aanstonds teruggestooten. „Drink eens, lieveling, probeer 't nog eens." „Ik kankan niet, „steunt het kind. 4- (Slot volgt).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1913 | | pagina 1