Hel Land van flensden en Altena, de Langstraat en de iommelerwaard. Door Schade en Schande. Comb. Peek Gloppenburg, Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3302. Zaterdag IS October. 1013. W ondeplekken. FEUILLETON. 's Bosch. GROOTE KEUZE in In prijzen van 10 - 12 - 14 16 18 - 20 - 22 - 24 - 26 tot 45 gld. Mag seopeod m 9 tol 12 aar. VOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verbooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7Vi ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. In huisgezin en samenleving nemen we, en soms niet weinige, verschijnse len waar, die ons aan een ziekelijken toestand doen denken. Die verschijnse len kan men met alle recht noemen de wondeplekken onzer maatschappij, onzer huisgezinnen. Nederland is groot, machtig en rijk geworden door den wakkeren onderne mingsgeest, die zijne bewoners bezielde. Als er belangrijke ondernemingen in betrekking tot koophandel, scheepvaart en landbouw werden op touw gezet, dan stroomden de kapitalen toe en meer dan 't benoogdigde werd bijeen gebracht. Die ondernemingsgeest is later vrij wat gedoofd, tot schade van de alge- meene welvaart. Tal van geldhebbers vinden 't vrij wat gemakkelijker en eenvoudiger hun geld in allerlei effecten te beleggen. Waarom zouden ze zich vermoeien 't Ware al te veel gevergd van lieden, die 't liefst op hun gemak leven. Wel zeker, het geld belegd in allerlei pa pieren; dan kan men, in den leuning stoel gezeten, het werk met de schaar af. Op die wijze zijn er schatten aan handel, aan scheepvaart, aan landbouw en aan wat al niet ontnomen en tot doode kapitalen gemaakt. De gevolgen zijn echter niet uitge bleven. De zucht om op gemakkelijke wijze hooge renten te trekken heeft men duur, zeer duur moeten betalen. Menigeen heeft er zijn inkomen mee verspeeld. Zal men, door schade en schande geleerd, voortaan wijzer zijn Het is te hoopen, want dan is de ontvangen les, hoewel duur, niet te duur. Nog veel, belangrijk veel, te veel zelfs om te noemen, is er in ons kleine land te doen om de algemeene welvaart te ver meerderen. Daar liggen nog uitgebreide woeste gronden in overvloed, die maar wachten op bearbeiding; die tot vrucht baren bouwgrond ontgonnen, de rijkste voordeelen zullen opleveren. Welke schatten bezit ons land bijv. nog in zijne niet ontgonnen venen. Neen, we hebben nog lang geen voldoend getal kanalen, kunst- en spoorwegen. En wat valt er nog voor de kapitalisten op 't gebied van scheepvaart te verrichten Hoe meer en beter middelen van ver keer, 't zij voor de zooveelste maal ALICE EN CLAUDE ASKEW. 7) Jarenlang trachtte Joh gezond verstand, zooals hij het noemde, te brengen in het hoofd van zijn zoon, en hij was woedend, omdat hem dit niet wilde gelukken. Onder „gezond verstand" begreep hij een aanleg om precies in zijn eigen voetstappen te tredende zoon moest wezen als zij n vader, hij moest den grond liefhebben, die van geslacht op geslacht was overgegaan, hij moest zich zijn uitgestrekte bezittingen waar dig toonen, hij moest voor en op zijn land leven, zonder vrees moest hij achter de honden aan rennen en goed met een geweer kunnen omgaan; hij moest leeren, de on beperkte beheerscher van zijn eigen kleine wereld te zijn. Squire Holt vond het niet alleen goed, maar onvermijdelijk, dat zijn oudste zoon met die leer zou instemmen, daar eeuwenlang dit dogma ongeschonden was gebleven. Hij kon Launcelot er echter niet toe krijgen, om de dingen van dien kant te beschouwen hoogst waarschijn lijk, omdat hij niet wilde. Hij voelde zich altijd achteruit gezet en geminacht, zonder te kunnen begrijpen waaromdaarom nam hij een houding van verzet aan tegen al, wat zijn vader heilig was. Zoo voelde hij zich reeds heel vroeg aan getrokken tot socialistische beschouwingen, die hij opdeed in het dorp, waar hij met allerlei minder gewenschte personen vriend schap sloot. En daar h$ wist, dat de be gezegd, hoe meer welvaart, hoe meer beschaving. 't Hangt van ons zeiven af wat Ne derland en zyne bewoners in de toe komst zullen zijn. Geen ellendig beurs spel, geen beleggen van kapitalen in allerlei insolide effecten, geen deelnemen in 't ontginnen van denkbeeldige mynen, in 't aanleggen van spoorwegen, die alleen op 't papier zullen bestaan en ontworpen worden oin goedgeloovigen in den strik te lokken, passen den geld- hebber. Hij zy met minder winst tevreden en steke zijn geld in de solide binnen- landsche ondernemingen van handel, scheepvaart, nijverheid en landbouw. Dat jagen en streven om spoedig rijk te worden, dat pogen om van een klein kapitaal als rentenier te willen leven heeft velen verlokt en doodarm gemaakt. Er is nog eene andere wondeplek, waarop we thans willen wijzen. Niet te loochenen is 't, dat zich in samen leving en huisgezin een streven open baart om boven zijn stand te leven. Dit streven neemt men niot als bij uit zondering waar, volstrekt niet, het is bijna algemeen. Het gevolg er van is, dat men meer uitgeeft dan men verdient en alzoo in schulden geraakt. Op die wijze is er in ons land, vooral onder den minderen stand, een stelsel van borgen in 't leven getreden, dat schier geene grenzen kent. Yan hoe- velen geldt 't niet als een treurige waarheid, dat ze jaar in en jaar uit onder een schuldenlast gebukt gaan Die meer doet dan hij kan doen, is niet slechts dwaas, maar bepaald on eerlijk te noemen. Hij kan op die wijze onmogelijk aan zijne verplichtingen vol doen. Anderen lijden daardoor schade, soms zeer groote verliezen, en worden niet zelden in 't verderf gestort. Niet borgendat moet elks stelregel zijnniet koopen als men geen geld heeft. Vooral mag dat de werkman niet doen, die van een matig weekloon moet leven, omdat hij in de eerste plaats daarmee zich zelf benadeelt, terwijl hij dan gewoonlijk meer moet betalen en slechter waar ontvangt. Daarenboven verliest hij zijne onafhankelijkheid en moet zijn leverancier naar de oogen zien. En de aanzienlijke? 't Zou de eerste maal niet, wezen, dat de leverancier, die de stoute schoe nen aantrok, om zijn debiteur, wijl de gin8elen van zijn vader lijnrecht daarmede in strijd waren, joeg hij hem een schrik aan, door openlijk te verklaren, dat voor hem het bezitten van uitgestrekte landerijen weinig minder was dan een roof ten koste van hen, die rechtmatige aanspraken hadden op den grond, waarop zij geboren waren. Ondanks zijn voorliefde voor boeken blonk Launcelot niet uit te Eton of te Oxford, waar hij voornamelijk op zijn eigen ver langen gestudeerd had. Het was tegen de tradities, dat een oudste zoon van de Holts zijn opvoeding buitenshuis ontving, doch in dit geval was John Holt zeer tevre den met de nieuwe manier. Mark bleef op Chalton Coombe en kreeg in plaats van zijn broeder privaat onderricht, dat ook het be stuur van een landgoed omvatte. In die dagen was er vrede in huis, wat zeker niet het geval was geweest tijdens de vrije dagen of vacanties van Launcelot. Doch eindelijk moesten er moeilijkheden komen, en die kwamen ook, toen Launcelot in zijn twee-en-twintigste jaar was, van welk tijdstip af zijn levensgeschiedenis wordt voortgezet. V. Toen hij met zijn een-en-twintigste jaar uit Oxford terugkwam, had Launcelot reeds eenige denkbeelden opgevat omtrent een huwelijk. Alleen door een vrouw te nemen, zoo redeneerde hij, zou hij in staat zijn om te ontsnappen aan dat onmogelijk huiselijk leven, dat zich na zijn academietijd aan hem vertoondo als een eindeloos verschiet van ongezelligheid. Op geen andere manier zou de Squire hem ooit zijn vrijheid geven, en hij vond het een vermakelijk idee, die door een huwelijk te verkrijgen. Jarenlang was hij op den besten voet ge weest met Veronica Kenley, en haar tegen woordigheid had er meer dan iets anders nood hem daartoe drong, om betaling te vragen, voor goed de klandizie kwijt raakte. 't Is een dwaasheid, eene onbillijk heid, eene schreeuwende onrechtvaar- digheid, den ambachtsman, winkelier en leverancier een jaar en soms jaren op betaling te laten wachten. Waarom niet terstond betaald? Vooral de aanzienlijke moet voorgaan in contante betaling. Waarom slaan de leveranciers in deze zaak de handen niet ineen? Het koopen op crediet, het niet betalen op tijd zijn van die gevaarlijke wondeplekken, die de welvaart des volks ondermijnen, de zedelijke kracht verlammen, het karak ter vernietigen. Met kracht dienen we ons er op toe te leggen, die ziektever schijnselen te genezen. BuiteiilaiitS. De oudste vrouw van Duitschland, Hedwig Stawa in het dorp Dormowo, in de kreits Posen, heeft haar 120sten verjaardag gevierd. Zij is den 15den October 1793 in het dorp waar zij nu nog woont, geboren. Ondanks haren verbazingwekkenden leeftijd is het oude moedertje nog zoo kras, dat zij zonder bril kan verstellen en stoppen. De datum van haar geboorte is twee maal ambtelijk vastgesteld, zoodat er geen sprake kan zijn van een vergissing. De vrouw is tweemaal getrouwd geweest en heeft ook kinderen gehad; maar die zijn allen al lang gestorven. De Pruisische kabinetsraad heeft Don derdag een besluit genomen over een bij den Bondsraad in to dienen voorstel, de troonsopvolging in Brunswijk be treffende. Over deze aangelegenheid hebben de kroonprins en de rijkskanselier schrif telijk van gedachten gewisseld. De kroon prins heeft daarbij bezwaren geopperd tegen de troonsbestijging in Brunswijk van Ernst August, vóór deze uitdrukke lijk afstand van Hannover heeft gedaan. De rijkskanselier heeft in zijn ant woord de kwestie uitvoerig en in bij zonderheden uiteengezet en de beweeg redenen aangegeven, welke voor de Pruisische regeering ten deze beslissend zijn. De brief van den Kroonprins aan den Rijkskanselier, waarin hij ten op zichte der Brunswijksche troonopvolging partij kiest tegenover de regeering en zijn vader, wekt zeer groot opzien. De bladen geven korte opmerkingen, waar uit blijkt dat de inmenging van den Kroonprins, ook al is zijn oordeel in overeenstemming met de openbare toe bijgebracht, om het leven op Chalton Coombe draaglijk voor hem te maken. Zij was de beste vriendin van zijn stiefzusje Jessica, en hij had haar sinds hun vroegste jeugd gekend. Reeds toen had hij haar zijn lief meisje genoemd, en op school en aan de universiteit had hij geregeld briefwisse ling met haar gehouden. Doch eerst toen het vooruitzicht van zich voorgoed op Chal ton Coombe te moeten vestigen hem begon te benauwen, dacht hij in ernst aan haar als zijn aanstaande vrouwen had hij ge weten, hoeveel genoegen het huwelijk den Squire zou doen hij had zich zeker nog wel eens bedacht alleen uit weerspannig heid, als gewoonlijk. Want Squire Holt hield bijzonder veel van Veronica en zou niets liever gewenscht hebben, dan haar met Launcelot gehuwd te zien. „Zij is een verstandig meisje, en best in staat, den knaap tot rede te brengen I" zoo duidde hij den toestand aan. Mevrouw Holt was het er niet geheel mee eens. Ze hield evenveel van Veronica als haar man, doch haar toekomstdroomen be perkten zich tot haar eigen zoon Mark, en zij stelde zich voor, dat hij, niet Launcelot, later o, natuurlijk veel later, want hij was nog maar een knaap, slechts enkele maanden ouder dan Veronica het hart van het meisje zou veroveren. Geen vrouw, zoo redeneerde mevrouw Holt, zou immers kunnen aarzelen in de keus tusschen de beide jonge mannen, tusschen Mark, een toonbeeld van jeugdige kracht, en Launcelot, zoo teer, dat een windstoot hem zou kunnen omverwerpen? Mevrouw Holt was één der zeer weinige vrouwen, die geen oog hadden voor het knappe uiterlijk van Launcelot, maar zij was natuurlijk bevooroordeeld. „Nu, voorloopig komt nog geen van bei den aan de beurt," zeide John Holt, toen model 1 Rij en 2 Rij Knoopen, van donkergrijze, blauwe en zwarte stoffen. meening, zeer ongunstig zal worden opgenomen. Het bekend maken van het schrijven in de Leipziger Neuesten Nachrichten heeft vooral daarom bijzondere beteeke- nis, omdat dit blad betrekkingen on derhoudt met den Kroonprins en de openbaarmaking niet tegen zijn wil zal zijn geschied. Dit schrijven luidt: „Naar wij van welingelichte zijde ver nemen, heeft de kroonprins een brief aan den rijkskanselier gericht, waarin hij betoogt, dat prins Ernst August dan zijn intocht in Brunswijk mag hou den, wanneer hij te voren duidelijk en onomwonden voor zich en zijn nako melingen afstand heeft gedaan van Hannover. De eed op het vaandel is geen staatsrechtelijke daad." Uit Rijsel wordt aan de Journal ge meld, dat er sedert eenige dagen een vlieger op groote schaal smokkelarij per vliegtuig bedreven heeft. Deze vlieger schijnt in de buurt van de Belgisch- Fransche grens, te Armentières op Bel gisch gebied, op te stijgen en dan op een bepaalde plek op Fransch grond gebied pakken met kant en tabak uit zijn toestel naar beneden te gooien, waar een handlanger die opraapt. In het Duitsche dorp Hillegossen bij Bielefeld hadden een troep berenleiders Maandagavond aan den grooten weg hun kamp opgeslagen en hun drie beeren in een boscbje aan den ketting gelegd. Een van die dieren rukte zich los, viel op zekeren dag, kort voor Launcelot's terug komst, het onderwerp tusschen hem en zijn vrouw ter sprake kwam, „en ik denk, dat Veronica haar eigen zin wel zal volgen. Ik houd veel van het meisje, en mij dunkt, dat zij best in staat zou zijn, het landgoed zoowel als haar man in orde te houden en dat zij Launcelot wel aan het werk zou krijgen. Ja, ik zou haar graag op Chalton Coombe zien." „Ik ook," erkende mevrouw Holt, „maar als de vrouw van Mark, niet van Launcelot." „Wel, dat is onmogelijk," besloot de Squire, want Launcelot wordt heer van de bezitting." Mevrouw Holt betwistte dit niet; dat zou niet verstandig geweest zijn. Maar haar oogen zeiden meer dan zij onder woorden wilde brengen. Veronica Kenley woonde met haar moeder in een zeer mooi huis, dat Fenwick End heette. Het stond op het grondgebied van de Holts, dichtbij Chalton Coombe. Mevrouw Kenley was een lieve oude dame met zilver grijze haren, magere, aristocratische trekken en grijze, opmerkelijk scherpe en verstan dige oogen. Onwillekeurig voelde men, dat zij een vriendelijk hart had, en dat zij een vrouw was, aan wie men zijn bezwaren kon toevertrouwen, zonder vrees, teruggestooten of te streng berispt te worden dat wisten alle jongelui en jonge meisjes uit den om trek. Laagheid was het eenige wat zij niet kon verdragen. Zij was de weduwe van een officier, die na zijn ontslag uit den dienst jarenlang directeur was geweest van een staatsgevan genis misschien was dit wel de reden, dat zij zooveel sympathie gevoelde voor den zondaar. Veronica, de jongste van een groot geziD, was geboren in de schaduw der ge vangenismuren, en was evengoed als haar moeder op de hoogte van het ie ven der ver een werkman Heitland die voorbij kwam, aan en knauwde hem zoo, dat de man bezweek. Een brievenbesteller vond Dinsdagochtend in de vroegte zijn lijk op den grooten weg liggen, de beer zat nog op hem gehurkt. De besteller riep om hulp en nu kwamen de berenleiders aanloopen. Het bleek, dat de beer den man gewurgd en hem ook bijna geheel gescalpeerd had. Men meldt uit Brindisi aan de Tri- buna, dat prins Foead Pasja agenten naar Albaneesche notabelen heeft ge zonden om te werken voor zijn candi- datuur voor den troon van Albanië. Het gevaar van een burgeroorlog neemt toe. Volgens een telegram uit Weenen aan Messagero, heeft de prins von Wied nog wel niet officieel voor den troon van Albanië bedankt, maar vreest men toch, dat hij bedanken zal. Dinsdag is in verband met het ver blijf van grootvorst Cyrillus te Dresden een student, waarschijnlijk een Russisch anarchist, gevangen genomen, die ver dacht wordt een aanslag op den groot vorst in den zin te hebben gehad. Hij had een kamer in een hotel besproken aan de straat waar de grootvorst zou doorrijden en had moeite gedaan een kaart voor de hofopera te bemachtigen. Toen hem dat niet gelukte was hij naar een andere schouwburg gegaan, waar de politie in de zak van zijn overjas een revolver en een dolkmes vond. De gear resteerde weigert inlichtingen te geven. oordeelden. Haar vader vond echter de omgeving minder gewenscht voor zulk een jong meisje, en gaf haar altijd verlof om bij de Holts, zijn oudste vrienden, te gaan logeeren, zoo vaak en zoo lang zij haar wil den hebben. Toen hij stierf, was Veronica vijftien jaar. Mevrouw Kenley ging met haar eenig overgebleven kind op Fenwick End wonen; de anderen waren getrouwd of dood. Veronica geleek veel op haar moeder, doch op achttien jarigen leeftijd zoo oud was zij toen Launcelot thuiskwam gaf haar gelaat den indruk van een krachtiger ka rakter. Zij had dezelfde grijze oogen en denzelfden vriendelijken mond. Slank en bevallig, groot voor haar leeftijd, bewoog zij zich met het kalme zelfvertrouwen van een pleegzuster. In de gevangenis had zij zich ook werkelijk bij de ziekenverpleging verdienstelijk gemaakt, en dacht er ernstig over, zich aan dat beroep te wijden. Na den dood van haar vader meende zij echter zich nuttiger te kunnen maken, door haar moeder, die anders geheel alleen zou zijn, gezelschap te houden. Zij bezat een scherp verstand, en een gevestigd oordeel over de meeste dingen. Mevrouw Holt schrikte wel eens om Jessica van haar ruime opvattingen, doch Veronica was altijd zoo zacht, en toch zoo logisch in haar beschouwingen, dat mevrouw Holt niet meer tegensprak en hoe langer hoe meer van haar begon te houden. En de Squire als men hemzelf maar niet in den weg kwam, bemoeide hij zich niet met de denkbeelden van een ander tenzij zij van socialistischen aard warendat had Launcelot maar al te dikwijls ervaren. (Wordt vervolgd.) Cf i-ANa VAN ALTEN* DOOR

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1913 | | pagina 1