el Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommeierwaard. SPRUW. Door Schade en Schande. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 33Q7Woensdag 3 November. FEUILLETON. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verbooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1913. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Het zuiver en rein houden van den mond is zeer gewichtig voor het voor komen van besmetting en ziekten. Wan neer men dientengevolge der mensch- beid aanbeveelt, de geringe moeite te nemen, om den mond te verzorgen, dan zou men allicht denken, dat deze raad algemeen opgevolgd zou worden, omdat het werkelijk zoo doodeenvoudig is. Het tegendeel blijkt echter. Men kan zichzelf vergelijken bij een roepende in de woestyn, met dit verschil echter, dat daar geen menschen zijn om tehooren, terwyl in ons geval er vele menschen zijn die niet willen hooren. Dit komt vooral uit bij de verpleging van jonggeborenen. Immers overal heerscht nog de meening, dat de zuigeling de spruw moet hebben. En zooals straks zal blijken is de spruw niets anders dan een bewijs, dat het kleine wurm slecht verzorgd wordt. Hoe jonger de kinderen zijn, des te vaker lijden zij aan deze bekende aan doening der mond- en keelholte, doch ook onder volwassenen komen zoo nu en dan gevallen voor. Op het slijmvlies der lippen, van de tong en de wangen, in 't bijzonder in de plooien tusschen lippen en tand- vleesch en wangen ziet men hier en daar witte puntjes en vlekken, welke gemakkelijk met een lepel afgeveegd kunnen worden. Gebeurt dit onvoor zichtig, dan komt een bloeddroppeltje voor den dag. Er kan echter vergissing plaats hebben, en aangezien worden voor spruw, wat iets heel anders is. n.l. resten van melk, die hier en daar zijn blijven zitten. Het onderscheid is echter eenvoudig, omdat de melkplekjes in 't geheel niet vast zitten en dus zonder de minste moeite zijn te verwijderen. Een erger graad bestaat, wanneer de geheele mond tot in de keel donkerrood en droog is en er talrijke witte punten en vlekken van onregelmatigen vorm op het slijmvlies zitten, die tot groote „lappen" kunnen aangroeien. De mond holte is dan tevens pijnlyk, want de meeste kinderen schreeuwen bij 't zuigen, of willen dit niet doen. De zwaarste vorm van spruw ziet men bij geheel uitgeputte kinderen of die heel ernstig ziek zijn. Dan krijgt het beslag op tong enz. een meer vuil grijze of gele tint, terwijl dit veel vaster zit. De spruw beperkt zich by verwaarloozing niet door ALICE en CLAUDE ASKEW. 12) Zij liet zich op het gras naast den vijver neervallen en sloeg de handen voor het gelaat. „O Lance," Bnikte zij, ik heb je verloren, •en om zulk een kleinigheid! Ik had een man van je kunnen maken, want nu ben je nog slechts een groot kind. En wie zal rzeggen, wat de toekomst je zal brengen, Xance? Den een of anderen dag val je in handen van een slechte vrouw, en die zal _je omlaag trekken steeds lager omdat _je niet de kracht hebt, je zelf hoog te houden. En o, ik heb je zoo lief ik heb ^je zoo lief 1" Na eenige oogenblikken stond zij op en Zkeek naar den zwaan, die zich majestueus -over den vijver bewoog. „Je zult moeten leeren door schade en «chande, Lance," mompelde zij, „en je zult -ei onder gebukt gaan en erdoor verpletterd ^worden. En eerst dan zal je je tot mij wen den, lieveling wanneer wij oud worden -^n de tijd voor liefde voorbij is." Het was, alsof de geest der profetie over Zhaar was gekomen. Zij voelde, dat het zóó :sou gaan, al wist zij ook niet langs welke ~wegen. VII. Launcelot begaf zich naar huis, zichzelf -voorhoudend, dat hij een dwaas was ge- weest, toen hij er een oogenblik over ge slacht had, Veronica tot vrouw te nemen. tot de mondholte, maar dringt ook in de slokdarm en zelfs in de maag. Ja, in de ingewanden en in de longen heeft men spruw aangetroffen. Alleen het neusslijmvlies schijnt onvatbaar te zijn voor deze aandoening. Men yindt deze spruw bij volwas senen, die zwaar ziek zijn, b.v. bij menschen, die in 't laatste stadium van tering zijn of lijden aan typhus. Derge lijke lijders zijn meestal niet in staat hun mond rein te houden, terwijl het voedsel niet geheel naar binnen wordt geslikt en dus in den mond gelegenheid heeft tot ontbinding en rotting over te gaan. De lucht, die bij zulke slecht verpleegde patiënten uit den mond komt, is dan ook walgelijk. Wat nu is de oorzaak der spruw? Legt men een stukje van het beslag onder het microscoop, dan krijgt men een massa schimmeldraden te zien. Men ziet lange vertakte draden, waarin kor reltjes voorkomen. Dit zijn de zoogen. sporen, die evenals eitjes dienen om de schimmel te vermenigvuldigen. De spruw is dus niets anders dan een beslag op het slijmvlies der mondholte, dat ver oorzaakt wordt door schimmels. Alle andere verschijnselen, als diarrhee, bra ken, die vaak gelijkertijd voorkomen, zijn niet 't gevolg der spruw, maar meestal afhankelijk van de eigenlijke ziekte van het kind. Waar schimmels voorkomen, weet wel iedereendaar waar het vochtig is en gisting of rotting plaats heeft. In een vuilen mond bestaan dus de beide mo menten, die noodig zijn voor de ont wikkelingder schimmel; immers vochtig is de mond door het speeksel en de achterblijvende spijsresten gaan spoedig tot gisting en rotting over. Hierdoor komt het slijmvlies in een min of meer ziekelijken toestand, wat een vrucht baren bodem verschaft voor de ontwik keling van de schimmels. Hiermee stemt volkomen overeen het feit, dat spruw nog nooit is waargenomen op een ge zond slijmvlies, dat steeds zuiver ge houden wordt. De schimmelsporen komen met de ingeademde lucht en met het voedsel in den mond, doch ook in een onvol doend gereinigde zuigflesch kan de oor zaak schuilen. In het bovenstaande is al van zelf aangewezen wat te doen valt ter voor koming van de spruw. Men moet den mond van onze kleinen steeds zoo rein mogelijk houden, enkele malen per dag Ten eerste gaf zij blijkbaar niets om hem dat beweerde hij ten minste anders zou zij wel gedaan hebben wat hij haar vroeg. Het zou haar niet moeilijk gevallen zijn, den Squire aan te spreken; hij was altijd bereid om naar haar te luisteren. En al was zij niet geslaagd, dan zou hij, Laun celot, haar toch dankbaar geweest zijn voor de poging. Launcelot begreep niet dat hij Veronica iets onmogelijks gevraagd had, hij zag alleen, dat zij hem niet had willen helpen. En waarschijnlijk, zoo hield hij zichzelf voor, was het zoo maar het beste ook. Hij verlangde volstrekt nog niet naar het huwe lijk. Hij was nauwelijks twee en twintig, het was ook eigenlijk al te dwaas aan zoo iets te denken. Hij hield heel veel van Veronica, zeker, maar hij kon niet zeggen dat hij bepaald verliefd op haar was. En misschien had hij zich ook wel vergist, toen hij meende, dat zijn vader hem, indien hij trouwde, een afzonderlijke huishouding zou geven; Chalton Coombe was een heel groot gebouw, en Launcelot herinnerde zich, hoe zijn vader daar met zijn eerste vrouw, Launcelot's moeder gewoond had, terwij l de oude Squire Mark nog leefde. En anders was er op Fenwick End een meester noodig. Een afschuwelijke gedachte misschien had Launcelot niet eens zijn vrijheid ge kregen. En dat was het eenige, wat hij verlangde vrij zijn! Hij walgde van de bekrompenheid van zijn huiselijk leven. Nooit had hij het genot mogen gaan zoeken, waarnaar zijn ziel smachtte. Voor den Squire bestond er niets buiten zijn geliefd graafschap Lincolnshire, en hij verwachtte niet dat zijn vrouw of zijn kinderen een ruimer gezichtskring kon den verlangen. Mevrouw Holt en Mark en Jessica waren tevredenwaarom zou Laun celot het ook niet zijn? De knaap had Eton zuiveren, vooral na een maaltyd. Be staat de aandoening reeds, dan dient men het beslag te verwijderen. Dit moet met de 'noodige omzichtigheid gebeuren opdat het slijmvlies niet gewond wordt. Men moet met den met een zacht lapje omwikkelden vinger, die met een slappe bora-oplossing (of andere zwak desin- fecteerende middelen) is bevochtigd, de spruw vlekken af wry ven en de geheele mondholte uitvegen. Terwijl de volwassene verstandig han delt, om ter wille van voorkoming van ziekten steeds zijn mond rein te houden, is het voor den onbeholpen zuigeling van niet minder belang, dat er bij zijn verpleging nauwkeurig aandacht wordt gewijd aan dat deel van zijn lichaam. Tevens geeft het aanwezig zijn van spruw een weinig gunstig denkbeeld aan omtrent de reinheid of omtrent de kennis van de verzorging van kinderen bij moeders en bakers. Het overal en algemeen verspreide bakerpraatje, dat iedere zuigeling spruw moet hebben gehad, behoort zoo diep mogelijk in den doofpot gestopt te worden. Iedere baker, onder wier verzorging de zuigeling spruw krijgt, is geen knip voor den neus waard, en toont zich totaal onge schikt voor de betrekking, welke zij wil bekleeden. Iedere moeder, wier kin deren spruw krijgen, moet bedenken, dat zij de oorzaak is, als haar kinderen ziek worden. ISuitenland. De hertog en de hertogin van Bruns- wijk hebben, onder het gejuich der be volking, hun intocht in de residentie gehouden. Op het Friedrich-Wilhelm- plein hield de opperburgemeester aan het hoofd der stedelijke vereenigingen, een toespraak, waarin hij uiting gaf aan de blijdschap van geheel Brunswijk, een afstammeling van het oude vorstenhuis weer binnen zijn muren te kunnen be groeten. Te half twee kwamen de hertog en de hertogin in het paleis, waar de troon rede werd voorgelezen. De hertog zegt daarin „Mijn streven zal steeds zijn zoo te regeeren dat ieder, zonder onderscheid de overtuiging krijgt, dat de krachtige zorg voor het gedijen van het land en voor het geluk der Brunswijkers de leidende gedachte van mijn handelen en werken is. Daarvoor, heeren afge vaardigden, heb ik in de eerste plaats uw vol vertrouwen en uw trouwe mede werking noodig. Slechts dan kan ik er en Oxford mogen bezoeken, wat reeds een groote gunst was, doch zijn vacantie moest hij op Chalton Coombe doorbrengen, en wanneer hij meerderjarig werd, moest hij daar wonen, en ernstig zijn plichten als toekomstig landheer bestudeeren. Launcelot wist, dat dit zijn vooruitzicht was, en hij was er bang voor. In zijn vacan- ties had hij er reeds een voorproefje van gehad. Hij moest tegenwoordig zijn bij gesprekken met rentmeesters, opzichters, pachters en tuinlieden; mijlen ver moest hij draven over zwaren kleigrondhij moest de eigenschappen van den veestapel kennen hij moest op de hoogte zijn van alle kleinig heden van het bestnur eener hoeve. „Waarom moet ik mij met al die dingen bemoeien?" had hij eens gevraagd. „Je kunt toch wel een landgoed bezitten, zonder tegelijk een boer te wezen?" „Omdat er nog nooit een Holt geweest is, die niet zijn eigen land bebouwde. En jij zult doen, zooals je voorouders gedaan hebben, vriendje, en anders spreken wij elkander nader," was het antwoord geweest. En van die uitspraak was geen beroep. Launcelot had een geweldigen hekel aan al wat hem als toekomstig landheer werd opgelegd. In den winter was het voor hem het ergste. Hij moest op de jacht, ofschoon hij er hoegenaamd geen pleizier in had; hij moest aan schietwedstrijden deelnemen, ofschoon hij een slecht schutter was; hij moe3t in alle weer en wind er op uit, ter wijl hij veel liever met een boek was thuis gebleven. Het hielp niet of hij erover klaagde, dat hij zich spoedig vermoeid ge d vn lachten zijn vader en zijn broed -, h uit. En toch was het waar. Launcelot Vf niet zoo sterk en gezond als an lei a. Meer dan eens kwam hij doodop thuis van de jacht, en eens moest hij zelfs idene weken te bed blijven door een d van in slagen mijn ernstigen wil, om de welvaart van mijn land op elk gebied te bevorderen, te verwezenlijken. De groothertogin, mijne gemalin, zal het een groote voldoening en een bevredi gende taak achten, alle op het gebied der vrouw en vorstin liggende onder nemingen te steunen. „Nu ik den troon mijner voorvaderen bestegen heb, breng ik, mijzelf in ieder opzicht afs Brunswijker gevoelend, allen Brunswijkers mijn vorstelijken groet en spreek het vertrouwen en d6 hoop uit, dat de band tusschen vorst en volk steeds hechter en inniger moge worden". Zondagnacht is het station Streatham Hill, in een voorstad van Londen, in brand gestoken. De brandweer bluschte het vuur. Er zijn vrouwenkiesrechtge- schriften gevonden. In de kolenmijnen van de Borinage is Maandag de aangekondigde loonsver laging met 10 pet. ingevoerdongeveer 2000 werklieden in de kolenmijn van Flenu hebben geweigerd af te dalen en zijn een staking begonnen. Men vreest voor uitbreiding van de beweging. Te Lubeck is de beruchte brand stichter weer aan het werk geweest. Zondagmiddag om vier uur brak brand nit in de opslagplaats van hout van de firma Brügmann und Sohn. De vlammen verspreiden zich zoo snel, dat een schade van l1/, millioen mk. werd aangericht. Voor de aanwijzing van den dader is reeds in het geheel een belooning van 13,500 mk. uitgeloofd. De houttuinen van de firma werden scherp bewaakt. Toch is Je brandstich ter erin geslaagd, ongezien te komen en weer te verdwijnen. Uit Boekarest wordt aan de Köln. Ztg. gemeld In Moreni, een van de streken die het rijkst aan petroleum zijn, is een vreeselijke brand uitgebroken. Vijftien petroleumbronnon staan in vlam. Aan een beperking van den brand is voor- loopig niet te denken, daar het geheele dal en de omliggende heuvels branden. Uit alle bronnen blijft voortdurend petroleum opspuiten. In den verkiezingsstrijd om het bur gemeesterschap van New-York bewer ken beide partijen, aanhangers en tegen standers van Tammany, elkander met stokken, vuisten en projectielen. Zaterdag hebben aanhangers van Sul- zer een vergadering waar Me Call sprak, uiteengeranseld en den spreker zelf duchtig toegetakeld, De Tammany mannen 'namen aan- bronchitis. De Squire, die niet wist, wat ziekte beteekende, vatte dit bijna op als een beleediging. Dat kwam door dat bloed van de Farfexes, evenals het bloed van de Far- fexes aansprakelijk werd gesteld voor alle abnormaliteiten in Launcelot's karakter. Zoo redeneerde de Squire, die na vele jaren zich had weten te dwingen tot het geloof dat zijn ergste vermoedens ongegrond waren. Nu en dan ontwaakte de twijfel echter weer; er waren tijden, dat Squire John, ondanks zijn eerlijke pogingen om zijn plicht te doen, zijn zoon aankeek met een uitdrukking van afkeer. Launcelot had reeds zeer vroeg het ontbreken van de vaderlijke liefde gevoeld hij kon begrijpen, wat de reden hiervan was, zijn afwijken van het Holtsche type zijn vader minachtte hem bovendien, omdat hij nibt van sport hield doch bij heel enkele gelegenheden was het meer dan minachting, of zelfs dan afkeer, wat tiit den blik van den Squire sprak. Het was iets, wat voor Launcelot geheel onver klaarbaar was. „Kijk mij niet zoo aan met die echeeve oogen van joujij gedrocht!" had Squire John eens in een van zijn driftige buien zijn zoon toegeroepen, en die woorden waren op onverklaarbare wijze altijd den jongen man in het hoofd blijven hangen. „Hoe kom je aan die vervloekte oogen?" „Van mijn moeder, denk ik," had Laun celot wrevelig geantwoord. Hij wist dat hij eenigszins op de ongelukkige L idy Betty ge leek, en dat dit hem kwalijk genomen werd. Later had hij de gelegenheid waargeno men, om het portret van zijn moeder te bekgken, dat in het kleine ongebruikte boudoir hing, en toen zag hij dadelijk, dat haar oogen volstrekt niet schuin stonden. Zij geleken volstrekt niet op de zijnen. In dien tyd was Launcelot nog te jung, stonds wraak, bestoot ten in een ver gadering waar Sulzer sprak, den spreker en zijn gehoor met rotte eieren en kool stronken. Later werd op straat de verkiezings strijd voortgezet. Stokken en steenen waren daar de gewichtigste argumenten. Het gerechtshof te Allahabad had Zaterdag een geval van weduwenver- branding te berechten. Vijf verwanten van een gestorven Hindoeprins in Main- poeri (Britsch-Indië) stonden terecht, beschuldigd de weduwe te hebben aan gezet het lijk van haar man op den brandstapel te volgen. Zij verdedigden zich door te zeggen dat er een vlam uit den hemel was ge komen om de vrouw te verteren. Het hof heeft alle vijf beklaagden tot vier jaar gevangenisstraf veroordeeld. Id 't Engelsche graafschap Herefods- hire hebben de onderwijzers lang ver geefs om behoorlijke bezoldiging ge vraagd. Nu niets anders schijnt te baten heeft hun vereeniging besloten te staken aan de openbare zoowel als de (half-) bizondere scholen. Aangezien de tijd van aanstelling verschilt, zullen de on derwijzers niet gelijkelijk kunnen staken. Om te beginnen hebben ongeveer 100 mannelijke en vrouwelijke hoofden van scholen tegen 1 Januari ontslag gevraagd. Turkije heeft een der flinkste jongere generaals van den Duitschen generalen staf aan zich verbonden om het leger te hervormen. Hem zal een aantal Duitsche officieren worden toegevoegd. Gezaghebbende kringen in Turkije hechten groote beteekenis aan de komst eener Duitsche militaire missie, die het leger zal hervormen, de krijgstucht her vormen, de krijgstucht herstellen en alle officieren, die zich met politiek bezig houden, zal ontslaan. Het hoofd der missie zal niet alleen over het leger groote macht krijgen, doch ook over de militaire scholen. De Duitsche militaire attaché is naar Berlijn vertrokken. Hij zal de Turksche regeering inlichten over de voorstellen der Duitsche regeering nopens de keuze der officieren. De correspondent van de Kölnische Zeitung te Sofia meldt, dat de Bulgaar- sche gevangenen die uit Griekenland terugkomen, er ellendig uitzien. De officieren vertellen afschuwelijke bijzon derheden over 't verblijf in de kasematten van Nauplia en op het eiland Trikeri. Volgens hun zeggen, heeft de slechte voeding en het slapen onder den blooten hemel vele ziekten tengevolge gehad. Talrijke soldaten moeten zijn omgeko om eenige beteekenis te hechten aan de woorden van zijn vader, en toen hij zich later die woorden opnieuw herinnerde, ble ken zij hem nog even onverklaarbaar als vroeger. Want nooit in de drie jaren van haar huwelijk had de laster den naam van zijn moeder bezoedeldop dat punt bestond niet de minste twijfel. Launcelot wist dus geen andere verkla ring voor het gebrek aan liefde van den kant zijn vaders, dan dat hij meer op de Farfexes dan op de Holts geleek. En dit kwam hem zoo verregaand oneerlijk voor, dat de geest van verzet in hem ontwaakte, en met zijn hartebloed gevoed, een buiten gewonen omvang kreeg. „Ik geloof, dat ik er net goed afgekomen hen," mompelde Launcelot op weg naar huis. Weinig vermoedde hij, dat Veronica, die zelden blijken gaf van ontroering, zoo bitter snikte toen hij weg was. „Ik heb al zorgen genoeg, zonder er nog een vrouw bij te nemen." Maar hoe moest hij nu zijn vrijheid krij gen? Hoe zou hij zijn boeien afschudden die hem belemmerden? „Ik ben haast twee en twintig," bromde hij, „en, op mijn woord, ik weet nauwe lijks wat het leven is. Ik zou niet weten, hoe ik in Londen den weg moest vinden, en Parijs die droom zal wel nooit ver wezenlijkt worden, zoolang de oude heer leeft of ik moet op de een of audere wijze mijn vrijheid weten te veroveren. En als ik dan denk aan de geschiedenis die Gilbert kan vertellen" hij bedoelde Gilbert Hawthorne, een academie-vriend, die een levendige verbeelding had en wel in de journalistiek wilde gaan „-#vel, de knaap bezit geen penny en toch heeft hij reeds de halve wereld afgereisd en hij is nog geen jaar ouder dan ik. Het is ellendig!" (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1913 | | pagina 1