el Land van Neusden en Alleoa, de Langstraat en de Sonelerwaard. Door Schade en Schande. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No3311. Woensdag 19 November. 1913. Recht op Rast. FEUILLETON. land van alten^ voob Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77* ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Een droef verschijnsel doet zich in den laatsten tijd in ons land in grooter mate voor, dan in de voorafgaande jaren, althans oogenschijnlijk, hit ge val was. Wij bedoelen wanneer men alle gevallen te zamen voegt, de ver bazend groote reeks van misdaden, waar door het leven van anderen opzettelijk wordt afgesneden; aanslagen op het leven door vergiftiging, door geweld of door middel van wapenen. Er kan nau welijks meer een week voorbijgaan, of voor een der rechtbanken in ons land heeft het een of andere proces plaats, waarbij de beklaagde, meermalen ook de beklaagden, terecht staan wegens doodslag. Winstbelag rechtstreeks door roof, indirect als b.v. bij erfenis of verzeke- ring8-uitkeering, is veelal de drijfveer; doch daarnevens treedt in den laatsten tijd ook in niet geringe mate een andere, even doemwaardige drijfveer op den voorgrondde hartstocht. Hetzij de moord begaan werd uit versmade liefde, hetzij uit een tot waanzin opgevoerde ontembare jaloezie, hetzij ook dat hij oorsprong nam uit liefdes-berekeningen, die uit den weg ruimt, wie haar hindert het is al om het even, dezelfde menschonwaardige hartstocht die het dierlijke niet schroomt te evenaren. Dan zijn wij bij de behandeling dezer moordzaken getuigen van de meest in tieme bijzonderheden, uit het leven dezer misdadigers, wij hooren haarfijn en nauwkeurig in de aanklacht de om standigheden, de drijfveeren,de motieven, stuk voor stuk opnoemen en uitpluizen, die den dader of de daders er toe ge bracht hebben te doen, wat zij deden, en waarmede zij de maatschappelijke orde met voeten traden, en zich ver grepen aan het kostbaarste, dat te ont zien valt: het recht op leven van den naaste. Wanneer dan de openbare aanklager alles gezegd heeft, wat hij meende in het belang der verstoorde maatschappe lijke orde meende te móéten zeggen, en niets bleef den beklaagde daarbij gespaard, dan komt de verdediger nog eens de gansche, dikwerf zoo tragisch- sombere daad van voren af aan uitvoerig in het licht stellen, speurt naar alle omstandigheden die de misdaad begrij pelijk, zoo het kdn vergefelijk maken, en wederom zijn wij getuigen van het ALICE EN CLAUDE ASKEW. 16) „Zoo, is vader er niet?" vroegLauncelot geprikkeld, en duwde den arm van zijn zuster weg. „Zeker toch nog naar de paar denmarkt gegaan En ik kan aan het hoofd van de tafel zitten, en een plompe oude dame het hof maken. En jij hebt Veronica gevraagd, die ik in geen geval wil zien. Nu, Jessica, ik zal je eens wat vertellen ik weet niet, wat ik liever doe, dan vanavond thuis eten. Mark mag de honneurs waar nemen dat zal zijn moeder veel prettiger vinden, dan wanneer ik aan het hoofd van de tafel zit." Alleen in onvermijdelijke gevallen noemde Launcelot zijn stiefmoeder „moeder". Hij was uiterst gevoelig voor haar voorliefde voor haar eigen zoon. Jessica scheen geheel ontsteld. „O, Lance, dat moet je niet doen dat moet je heusch niet doen. Vader zou woe dend zijn. Maar dat meen je ook niet." „Ik meen het stellig I" antwoordde hij. Opeens was hem door het hoofd geschoten, dat dit vertoon van onafhankelijkheid een begin zou zijn voor zijn toekomstige houding. Zij moesten nu maar eens begrijpen de Squire in de eerste plaats dat hij zich niet langer verkoos te onderwerpen aan den dwang, die tot dusverre op hem was uit geoefend. Hij was meerderjarig, en het was bespottelijk, hem als een schoolknaap te behandelen. „Ik heb beloofd, op goed geluk eens op blootleggen van zoovele innerlijke roer selen van het menschelijk gemoed; alles evenwel dan bezien van het stand punt der verdediging. En over en weer klinken dan in de rechtzaal de argu menten, die bewijskracht moet brengen, worden er betooggronden aangevoerd, die de voorop gezette stellingschuld en boete, vergeving of' vrijspraak, moe ten schragenworden geheele bewijs- j voeringen als het ware opgetrokken en gestut, door aan de logica, aan het menschelijk inzicht en niet minder aan het menschelijk mededoogen ontleende redenen. Geen voorval in het leven der beklaagden zoo klein, geen gebeurtenis zoo nietig, mits het kan bijdragen het zij tot verzwaren of ontlasten, wordt zoowel door aanklager als verdediger over het hoofd gezien. Nu gebeurt het niet zelden, dat in dit tournooi, waarin rechtwetenschap, menschkundig inzicht en waardigheid in betoogtrant elkander ontmoeten, de grenzen binnen welke de strijders zich te houden hebbeD, overschreden worden; dan vallen de argumenten als wondende zwaarden neder op hen, die daar niet gezeten zijn op de beklaagden-bank. Zijn het levenden, naar wie deze uit vallen gedaan worden, zij zullen zich verweren maar het gebeurt ook, en de aard dezer moordprocessen geeft er aan leiding toe, dat ook de doode niet on besproken blijft. Dan wordt vaak met een enkel woord een toespeling, een aanduiding, door een beklaagde of door de verdediging, een argument van ver weer ontleend aan daden door den ver- slagene bedreven. Ongetwpfeld, het gaat niet aan immer deze voornaamste, maar voorgoed verstomde getuige buiten het geding te houden, bovendien ontkend mag geenszins worden, dat meestentijds met schroom en voorgeschreven gevoe lens van kieschheid het leven van het slachtoffir ter sprake komt, maar toch niet altijd. Een zeer recent geval vin den wij in de bekende Haagsche moord zaak, waarbij een ontwikkeld jongman, studeerende aan een onzer Nederland- sche Hoogescholen, zijn verloofde, zon der eenige duidelijkeu beweeggrond met esn revolver van het leven beroofde. Ook bij de handeling van déze moord zaak zien wij de grenzen van het ver weer overschreden en het recht op rust, dat de dooden toekomt geschondendaar werd een motief tot verdediging ont leend aan, geenszins bewezen, tekort komingen in de allereerste plaats een avoud bij Hornby te zullen komen," zeide hij, „en dat kan ik best vanavond doen." Fred Hornby was de dorpsdokter, de op volger van dokter Miles. Hij deed hard zijn best, en waa meer gezien in het dorp dan bij de voornamere lieden. De Squire mocht hem niet lijden om zijn socialistische op vattingen, ofschoon hij die gewoonlijk vóór zich hield. Jessica wrong de handen. „Dat zal de zaak nog erger maken," riep zij; toen deed zij nog één poging: „Lance, lieve Lance, wees toch verstandig. Zóó erg is het toch niet, een paar gasten te moeten ontvangen het is al te dwaas." Dit was stellig waar, maar Launcelot was op dat oogenblik niet voor rede vatbaar. Hij had zich voorgenomen te toonen dat hij onafhankelijk wilde zijn, en het kon hem niet schelen of hij dwaas of verstandig handelde. „Laat vader zijn eigen gasten ontvangen," zeide Launcelot kortaf. „Je kunt hun gerust vertellen, dat zij niet op mij behoeven te wachten." En zonder verder op Jessica's smeekende woorden te letten, stormde hij de kamer uit. Op de trap keek hij op zijn horloge; het was bij zevenen. Om half acht werd er op Chalton Coombe gegeten, het was dus hoog tijd. In de hal ontmoette hij Mark, die naar boven ging om zich te kleeden. Launcelot wilde zijn broeder zonder spreken voorbij- loopen, doch Mark hield hem tegen. „Je gaat toch niet uit, Launcelot? Dan kom je te laat aan tafel." „Ik eet niet thuis," antwoordde Laun celot kortaf. Wat?" Mark staarde hem verbaasd aan. „Ik eet buitenshuis. Ik ben toch vrij om te doen wat ik wil, nietwaar?" aan eerbied tegenover zich zelve bij de verslagene. Een smet aanwrijven aan die zich nimmer meer verdedigen kunnen, is niet toelaatbaar in een pro cedure. Zeker, de justitie heeft er recht op de volle waarheid te leeren kennen, maar niet ziju Alle middelen geene uitgezonderddaartoe geoorloofd. Daar kunnen er zijn, die de heilige rust der dooden verstoren, wier recht op einde lijken yrede zeker niet minder ontzien mag worden, dan het recht van den misdadiger om gehoord te worden en zijn beweegredenen aan te geven. Tus- schen het recht van den een en dat van den ander het juiste evenwicht te vin den, is de taak van hem, die geroepen is récht te doen. Het, helaas niet zeldzame, verschijn sel, dat de doode het voor den levende ontgelden moet in een moordzaak-pro cedure heeft hier terecht bijzonder af keuring gevondenhet gold toch niet een volkomen vrijspraak van het ten laste gelegde, slechts een weinig meer dere schuld, dan de reeds zoo zware: een weerlooze, nog wel een geliefde, van het leven te berooven. Door de doode van heimelijke ontrouw te betichten, wordt de moord niet ongedaan gemaakt bovendien het bewijs zou niet dan na een voor de nabestaanden hoogst pijn lijk onderzoek geleverd kunnen worden. Dit is niet geschied, maar geschiedt wellicht nóg. Door het parket is op bevel van hoogerhand appèl van het ♦onnis der rechtbank aangeteekend. De zaak komt dus nogmaals in haar ge heele droevige verloop in behandeling; en weder zal het recht op rust dat ook deze jonge doode toekomt, niet worden geacht. En als reden dezer heropening der procedure wordt opgegeven, dat daarbij haar nagedachtenis gezuiverd zal worden van de smet, daarop door den beklaagde bij zijn verweer geworpen. Ware het wellicht niet beter geweest, zich vooraf de vraag te stellen of het slachtoffer zelve, zoo haar oordeel te vragen mogelijk ware, er niet de voor keur aan zou gegeven hebben, den man, dien zij eenmaal boven alles moet hebben lief gehad, wyl zij zijn verloofde werd, niet nógmaals en zeker niet tot mindere straf veroordeeld te zien, en ook aan haar de rust te gunnen, die het heilig recht der dooden is Ituiteiiland. De Berlijnsche correspondent van de „Maar kerel, wij hebben van avond gasten. Wist je dat niet?" Mark's toon was gemoedelijk. Hij was over zijn ergernis heen en daar hij, in tegen stelling met Launcelot, nooit lang over iets nadacht, sprak hij op zijn gewone manier. „Ja, dat weet ik. Maar ik ga toch uit. Laat mij er alsjeblieft door, Mark." Mark floot zachtjes tusschen de tanden. „Wat drommel!" riep hij. „Nu, je moet het zelf weten. Maar de Squire zal woedend zijn nou!" Launcelot beet zich op de lippen en liep door. Natuurlijk zou zijn vader woedend zijn; dat was juist de bedoeling. De Squire was een tiran, en het was tijd, hem eens te laten zien, dat anderen ook een eigen wil hadden. „De kerel is gek," mompelde Mark, toen zijn stiefbroeder de zware deur achter zich dichtsloeg. „Ik heb nooit zoo'n onverstan- digen knaap gezien!" Hij ging naar zijn moeder en vertelde haar wat er gebeurd was. En ofschoon uiter lijk ontsteld, was zij er inwendig niet boos om, want zij wilde gaarne, dat Mark op Chalton Coombe aan het hoofd van de tafel zou zitten. Intusschen was Launcelot naar het huis van dokter Hornby gegaan aan het eind van het dorp. Hij vernam, dat de dokter niet thuis was, maar misschien wel in de herberg „de Korenschoof" zou zijn, waar hij geroepen was bij het dochtertje van Jesse Barm, den herbergier, dat gevallen was en haar hoofd had bezeerd. „De dokter zeide, dat hij waarschijnlijk een stukje zou eten in „de Korenschoof", en daarna een partij billard spelen," zeide de bediende. „Ik moest om hem sturen, als hij ergens geroepen werd." Launcelot stapte dus naar „de Koren schoof" zonder zich erom te bekommeren, Kölnische Zeitung seint: De Figaro heeft een artikel van haar Brusselschen medewerker opgenomen, waarin wordt gezegd dat Duitschland iets voor heeft met Belgisch Kongo en de vrees wordt geuit dat het op deze kolonie de hand zal leggen. De officieuse correspondent doet op merken, dat de bedoelingen, welke Duitschland in dit artikel worden toe geschreven, slechts bestaan in de ver beelding van lieden, die gaarne de goede betrekkingen tusschen Duitschland en België zouden verstoren. Voor 't hof van gezworenen te Londen is Maandag het proces tegen Lockett, Grizzard, Silverman en Gutwirth, be klaagd het parelsnoer, geschat op een waarde van 117,000 pond sterling, tijdens het vervoer van Parijs naar Londen te hebben ontvreemd, begonnen. De staking onder de Indische werk lieden te Durban begonnen als protest tegen de behandeling volgens de bepalingen der immigratiewet van Indiërs in Zuid Afrika, breidt zich sterk uit en dreigt algemeen te worden. Voer lieden, kruiers, koks, kelners e. a. sluiten er zich bij aan. De toestand te Durban en in de dis tricten waar suikerriet verbouwd wordt, krijgt een ernstiger aanzien. Een aan tal Indiërs, die landgenooten trachtten over te halen mee te staken, zijn in botsing gekomen met de politie. Dertig Indiërs en een agent zijn gewond. Uit verschillende streken komen be richten over daden van geweld tegen het eigendom van blanken. Zoo zijn suikerriet-velden in brand gestoken in een geval zijn 150 acres platgebrand. Te Genève is Zaterdagavond kapitein Tarjuier, een genie officier van het Fran- sche departement van oorlog, onder ver denking van spionnage in hechtenis genomen. Larjuier moet in betrekking hebben gestaan tot een aantal spionnen, o. a. tot een onlangs te Rome opgepakten Italiaan Menozzi. De politie heeft een uitgebreide briefwisseling, die Larjuier met den Franschen inlichtingendienst had gevoerd, in beslag genomen. Op de lijn New OrleansEl Paso van de Southern Pacific Railraod hebben 3000 employé's het werk gestaakt. Het treinverkeer staat stil. Er bestaat gevaar, dat de staking zich uitbreidt en dat men hier te doen zal krijgen met een der grootste spoorwegstakingen, die de Ver. Staten nog ooit gekend hebben. Tijdens den overtocht van de post boot Medjerda is tusschen Port Vendres dat het voor den zoon van den Squire niet paste, den avond door te brengen in de dorpsherberg vooral daar „de Koren schoof" geen lokaal van den eersten rang was, en Jesse Barm bekend stond als socia list, en sterk partij trok voor Peter James. Bovendien had Squire Holt niets over Barm te zeggen, want deze woonde in zijn eigen huis, en kon dus vrijuit zijn meening zeggen, zonder vrees, uit huis en hof gezet te zullen worden. Na zijn patiëntje geholpen te hebben, dronk dokter Hornby een glas bier in de gelagkamer. Barm hield hem gezelschap, evenals een zekere heer Small, een bedien de van de verkooping, met wien Hornby had afgesproken, een partij billard te speleD. Zij spraken over hetgeen er des namid dags gebeurd was, toen Launcelot verscheen. „Zij gooiden hem in het wed," hoorde hij Barm zeggen, „een troep huichelende lafaards, die een prijsje wilden verdienen. Ik wou dat ik erbij geweest was, dan zou den zij niet zoo heelemaal vrij spel gehad hebben." Hij zette zijn breede schouders uit, keerde zich om en herkende Launcelot „Neem mij niet kwalijk, mijnheer," zeide hij op geheel anderen toon, en met een vertoon van aangeboren onderdanigheid. Hij wist niet recht of zijn woorden verstaan waren of niet. „Waarmee kan ik u dienen?" Launcelot drukte zijn vriend, den dokter, én daarna ook den heer Small, de hand. „Ik denk met deze heeren te eten," zeide hij. "Alles wat u klaar heeft is goed, mijn heer Barm. Maar geef mij eerst een glas whisky met soda. En dan wil ik meteen verklaren, dat ik niets te maken wil hebben met wat er vanmiddag gebeurd is niets", herhaalde hij, terwijl het bloed hem naar het hoofd steeg, „evenmin als met de manier waarop de heer James over het algemeen en Algiers onder militaire gevangenen, die van het eiland Madame naar Al geria werden overgebracht, muiterij uit gebroken. Zes gevangenen verbraken hun ketenen en bedreigden de passa giers en de bemanning Na een hevig gevecht zijn de muiters overmeester en verder dag en nacht bewaakt. Bij aankomst te Algiers zijn ze aan de militaire overheid uitgeleverd. Bij het Russisch station Sjachtnaja is tengevolge van verkeerden wissel- stand een goederentrein opeen per trein geloopen. Er zijn twee doodeu. 12 min of meer zwaar gekwetsten. In Frankrijk richt het hoogewater verwoestingen aan. Te M&eon stond de Saóne Zondagochtend 572 M. boven den laagsten waterstand. De aanwonend-n langs de rivier moesten hun keld i leeghalen en vloedplanken npz -»♦ De vlakte van de Bresse stond to»- over een afstand van meer dan 4 K. d blank. l)e dorpen Replonges, Mauzint, St. Romain, Feillens, Ozan, St. Laurent en Grièges zijn door het water inge- sloten. Op vele plaatsen is de oogst weggespoeld en staat het winterkoren onder water. Hier en daar moet leef tocht met booten aangevoerd worden De raad van bestuur van het oud* Fransche mijnwerkersverbond in het departement Pas de Calais heeft be sloten een manifest op te stellen en dat aan het bestuur van het Nationale mijn werkers verbond in overweging te geven waarin de mijnwerkers in Frankrijk worden opgewekt een algemeene staking te beginnen ais protest tegen de de den Senaat goedgekeurde wet op I achturigen arbeidsdag. De mijnwer1 eischen de wet in den vorm zooals die door de Kamer is vastgesteld. Op de hellingen van de bergen Cu pino Erdo en Retke Boekwa in Nieuw- Servië zijn zoutbeddingen ontdekt, die de staat zal exploiteeren. Baron Bonde, voorzitter van de Tweede Kamer van den Zweedschen Rijksdag, en zijn vrouwzijn Zaterdagnacht beiden op het kasteel Eriksberg in Södermann- land overleden. De barones was al jaren ziek ten gevolge van bloeduitstorting in de hersens en stierf aan een nieuwen aanval. Zij had 's avonds nog met haar man een wandeling gedaan. Enkele uren later stierf baron Bonde aan een beroerte, die aan de ontroering over den dood van zijn vrouw wordt toegeschreven. In de Beiersche Kamer van afge vaardigden heeft de minister van finan ciën zich Zaterdag verklaard voor een behandeld wordt. En dat zal ik, wanneer de tijd daar is, openlijk verklaren." „Bravo, mijnheer Launcelot; dat is ge sproken zooals het een edelman betaamt," riep de herbergier, die achter zijn toonbank de whisky met soda inschonk. „En ik zal u nog wat zeggen," ging hij voort; „als u wilt doen, zooals u zegt, dan kan dit van avond gebeuren, want ik verwacht James tegen negen uur hier. Dan zal hij vóór de herberg een protestmeting houden voor zijn vrienden. Waarachtig! Dat zal de zaak vooruit helpen, als u een paar woorden wilt spreken u, de aanstaande Squire In één teug dronk Launcelot zijn glas leeg. „Ik zal het doen," zeide hij. IX. Het was nu niet bepaald een vroolijk ge zelschap, dat 's avonds op Chalton Coombe aan tafel zat. De predikant was een ge wichtige persoonlijkheid, vervuld van het besef van zijn waardigheid, en stelde zeer weinig belang in paarden en honden, hét onderwerp dat Mark, aan het hoofd va^l'de tafel gezeten, met voorliefde behandelde. Mevrouw Hawkins glimlachte vriendelijk, als altijd; haar belangstelling bepaalde zich geheel en al binnen de grenzen van de ge meente van haar echtgenoot; en zij be schouwde haar man als een zon, waar eigen lijk de geheele beschaafde wereld, zich nmheen moesten bewegen. Het kostte mevrouw Holt weinig moeite de afwezigheid van haar man te verkiafe naar ongelukkig hadden de predikan; ujn vrouw op weg naar Chalton Coon»" bauncelot gezien, die de tegenovergesteld- ■ichting volgde. En hoe beleefd hij zich ook uitdrukte, liet de heer Hawkins toch dui delijk doorschemeren, dat de jonge man hem min of meer beleedigd had. ■J f DOOR (Wordt vtrtolffd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1913 | | pagina 1