Het Land van Heusden en Aitena, de Langstraat en de Bonnnelerwaard. Door Schade en Schande. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3310. Zaterdag O December. FEUILLETON. 1913. Kapitaalverschaffing aan de Nijverheid. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77j ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. VOOR Elke zaak of onderneming, klein of groot, heeft, om te blijven voortbestaan, geld noodig. Niet altijd is dit echter het geval. We mogen wel zeggen, ge- looven we, dat het maar slechts enkel het geval is. Heel vaak zelfs wordt een zaak met veel te weinig kapitaal be gonnen. Dat dan, in zulke gevallen, al spoedig kapitaalgebrek aanwezig is, is begrijpelijk. Het geld toch, dat in de onderneming gestoken is, keert niet morgen of overmorgen als geld in de kas weer terug. Weliswaar zorgt een fabrikant of een koopman er wel voor dat zijn voorraad niet te groot wordt, naar hij althans met eenige zekerheid meent te kunnen berekenen, doch er doen zich soms crises voor, die zijn berekening totaal onderstboven halen, m.a.w.: het gebeurt wel eens dat hij, fabrikant of koopman, tengevolge van malaise veel meer van zijn goederen blijft behouden, dan hij aanvankelijk gedacht had. Dan zit het bedrijfskapi taal dus vast, geheel of gedeeltelyk. Met het kapitaal, dat die goederen vertegen woordigen, kan dan op dat oogenblik zoo goed als niets begonnen worden. Toch is er nog evengoed kapitaal noodig om de zaak verder te drijvon. Is eigen fonds daartoe niet toereikend, dan zal bij anderen financiëele hulp gezocht worden. Die hulp kan bestaan öf in het aanbieden van de noodige geld middelen, öf in, wat feitelijk op het zelfde neerkomt, het aanbieden van krediet. Dit laatste is de meest gebrui kelijke hulp. Dat krediet voor handel en indrustrie onmisbaar is, zal wel duidelijk zijn na het hiervoren gegevene. Prof. J. G. C. Volmer heeft onlangs een voordracht gehouden over verschaf fing van kapitaal aan onze nyverheid. Prof. Yolmer noemde de kredietban ken, die kapitaal ontvangen op korten termijn van deposito's en rekeningcou- rant saldo's, de kredietgever bij uitne mendheid. Over het algemeen geven ze echter geen langer krediet dan ze zelf ontvangen. En dat krediet is menigmaal niet langdurig genoeg. Prof. Yolmer zou nu willen dat de bestaande groote banken, behalve van hun deposito's en rekeningcourant-saldi, overgaan tot de uitgifte van obligaties met een looptijd van 5 h 10 jaar. Dit zou het voordeel hebben dat de industriëel bij één bank kon blijven voor zijn lang krediet. ALICE EN CLAUDE ASKEW. 21) Met onvaste hand bracht Launcelot zijn glas aan de lippen. „Ik zal dit even leegdrinken, en dan kom ik ook," riep hij den kastelein na. Met één teug dronk hij zijn glas leeg. „Ik zal zeg gen, wat ik denk, precies wat ik denk." Het klonk, alsof hij zichzelf wilde over tuigen, dat hij goed handelde. Dokter Hornby legde de hand op zijn schouder. „Holt," zeide hij op vasten toon, „je moet met mij meegaan. Ik zal je thuis brengen." Met onvaste hand zette Launcelot het glas neer. „Mij thuis brengen? Wie sprak daar over thuis? Ik ga James opzoeken James is slecht behandeld dat spijt mij voor James. Dat zal ik ook zeggen. Wie zal mij dat beletten Zijn stem klonk schor, en hij keek zijn vriend uitdagend aan. „Och, als je vast besloten bent, je als een dwaas aan te stellen, kan natuurlijk niemand het je beletten. Maar je wordt uitgelachen." „Uitgelachen? Ik zou wel eens willen weten waarom?" „Omdat je dronken bent, man," ant woordde dokter Horby op den man af. „Dat is duidelijk genoeg te verstaan dronken." Hij meende dat het publiek, dat voor miliioenen aan deposito's bij de banken plaatst, ook wel obligaties zou nemen. Voor die obligaties zou dan altijd markt zijn. Had de groote bank maar eenmaal het geld der obligaties, dan zou het haar taak zijn voor dat geld emplooy te vinden. En indien de bank dan ze kerheid had dat zij door het verleenen van krediet niet zelf in moeilijkheid zou komen, dan zou de gezonde indus trie niet tevergeefs bij haar om krediet aankloppen. Yoor de klein-industrie be val prof. Volmer de oprichting aan van kleine krediet-instellingen en van coöpo- ratieve kredietvereenigingen, waarvan het kapitaal door de leden bijeenge bracht kon worden in kleine aandeelen. In Duitschland hebben deze banken, volgens spreker, veel goeds tot stand gebracht. De winst door deze bank jes in goede jaren gemaakt, zou dan in een reservefonds moeten worden belegd. Het zou bij deze bankjes echter noodig zijn de bevoegdheid der beheer ders te begrenzen. Een college van toezicht zou controle moeten oefenen. De coöperators zouden aan elkander bekend moeten zijn, waarvoor het dus noodig zou zijn dat de bankjes plaat setijk werken. Men zal daarbij streng moeten vasthouden aan den eisch dat de kredietvrager zelf eenig kapitaal be zit, terwijl eveneens de hand gehouden moet worden aan het eischen van borg tocht, althans voor het eerste jaar. En ook zou als eisch gesteld moeten worden dat het krediet de eenige bankverbin- ding van den kredietnemer zou zijn en dat deze het kapitaal, dat hij eens dis ponibel mocht hebben, bij de bank zou breDgen. En naast al deze kleine bank jes zou dan behooren te staan een groote centrale bank, met recht van controle. De centrale bank zou dan al zoo met vele kleine instellingen werken, waardoor een eventueel verlies minder zwaar g ;voeld zou worden. De kleine banken zouden op de centrale bank wissels kunnen afgeven, terwijl de Ne- derlandsche Bank zou behooren mede te werken door het disconteeren der wissels. Als het algemeen belang er door gediend werd, en de aanvrager steun verdiende, zou ook krediet gege ven kunnen worden aan iemend, die beslist niets bezit, van wien een door den Staat aangestelde controleur en de Kamer van Arbeid goede verklaringen afleggen. Wij achten dit een en ander van zooveel belang, dat wij het onzen lezers Verontwaardigd richtte Launcelot zich op. Van dat feit was hij zich volkomen on bewust. Dronken? Hij was nooit in zijn leven dronken geweest. Die onderstelling was al te gek! Hij was een beetje beverig en had niet zoo goed gespeeld als anders, maar dat kwam van opgewondenheid heel natuurlijk met het oog op hetgeen hij op zich had genomen. Hij had alleen whisky gedronken om zijn zenuwen te sterken misschien een beetje meer dan noodig was hij had er werkelijk niet op gelet maar dronken! Nooit in zijn leven had iemand hem zóó beleedigd! Het kostte hem moeite, zich met zooveel waardigheid uit te drukken, als hij gaarne gewild had. De woorden schenen in eikan ker te vloeien. Maar hij zou Hornby en iedereen wel eens laten zien dat hij niet dronken was. Met de grootste zorg en nauwkeurigheid tastte hij in zijn zak, haalde er een handvol zilvergeld uit, en legde een halven kroon op de tafel. „Wij geven het spel op," zeide hij met gedwongen vastberadenheid. „Dit ben ik schuldig. Barm betaalt natuurlijk zijn eigen aandeel." Hij wist niet of zijn tegenpartij het geld opnam. Dit was hem onverschillig hij achtte het bovendien noodzakelijk, zijn volle aandacht te bepalen b;j hetgeen hij op het oogenblik deed. Hij zette zijn queu weg, en moest er over denken, waar die geplaatst moest worden hij meende dat zij moest staan tusschen de queuen die precies dezelfde lengte hadden, en begon daarom het geheele rek te verzetten, langzaam en nauwkeurig de verschillende maten vergelijkend, nu en dan de oogen sluitend, het hoofd naar één kant houdend, om beter te kunnen zien. Dit alles moest niet meenden te mogen onthoudeD. Buitenland. Een orkaanachtige Zuidwesterstorm heeft van Vrijdag tot Woensdag over heel Noorwegen gewoedde westkust heeft 't het meest moeten ontgelden. Uit Drontheim wordt gemeld, dat de storm daar gepaard ging met een spring vloed gelijk die er bij menschengeheu- genis niet is geweest. De telefoonlijnen werden voor het grootste gedeelte ver nield en de spoorwegverbindingen met Zweden zijn verbroken. Op verschillende plaatsen werd de spoorweg met stukken van 100 meter weggeslagen, waarbij de spoorwegstaven in de lucht bleven hangen. Er hebben ook tal van grond verschuivingen plaats gehad. Als een voorbeeld met welk een geweld de zee optrad kan gelden dat een zes meter breede steenen dam weggespoeld werd. Het zal nog verscheiden dagen duren voor het spoorwegverkeer hersteld is. In het Drontheimsche district werden verscheidene huizen vernield en groote schade werd in de visschers-logieshuizen langs de kust aangebracht. Yoor sommigen kwam er een gelukje bij het ongeluk: in Nordbuen in het Drontheimsche, spoelde de zee een massa levende visch aan land: kabeljauw, schelvisch en ander zeebanket, zoodat de bevolking dadelijk aan het oogsten ging en zich haastte de visch in te zouten, zoodat nu zoowel de visch als de menschen voor den winter geborgen zijn. In Noordelijk Noorwegen, in Fin marken en Tromsö heeft men van den storm gelustmaar gelukkig heeft men tot heden nog niet van ongelukken ter zee gehoord. Ook uit Kristiansund, Bergen en Haugesund komen berichten over den geweldigen orkaan. In Kristiansund werden huizen omvergeworpen, 't water sloeg over de kaden en de pakhuizen liepen onder. In Bergen had men liet verlies van vijf menschenlevens te be treuren die zich aan boord van de Ame- rikaansche boot wilden begeven, terwijl de storm op zijn hevigst in de haven woedde. Ook Zuidelijk Noorwegen heeft zijn cijns aan den storm moeten betalen, terwijl Kristiania slechts met het staartje van den orkaan kennis maakte, die alleen maar wat dakpannen en schoor- steenen naar beneden deed tuimelen. De correspondent van de Times te Mexico (stad) hekelt op scherpe wijze het beleid, door de Amerikaansche regeering nopens Mexico gevolgd. Dat beleid heeft, naar hij betoogt, reeds rampzalige gevolgen gehad en zal een nog noodlottiger nasleep krijgen, indien zeggen, dat hij volkomen meester over zichzelf was. Dokter Hornby en de klerk lachten. Even vroeg Launcelot zich af waarom. Misschien had Small, die een grappenmaker was, een aardigheid verteld. Launcelot herinnerde zich een verhaal, dat hij in het begin van den avond had opgedischt, en bij de herin nering daaraan moest hij lachen doch hij bezon zich, dat hij zijn waardigheid moest ophouden. Na de queuen geschikt te hebben, stapte hij opmerkelijk vast de zaal door; met kracht verzette hij zich tegen de pogingen van dokter Hornby, om hem binnen te hou den, en ging de deur uit. „Zoo'n verduivelde gek!" mompelde Hornby. „Ik heb alles gedaan, wat ik kon. Daar zal wat over ta doen zijn!" In zijn streven om te bewijzen dat hij niet dronken was, had Launcelot geheel en al vergeten, dat hij het volk zou toespre ken. En nu hij in de open lucht kwam, voelde hij zich erg duizelig. Hij bleef stil staan en staarde voor zich uit, niet wetend, wat al dat rumoer beteekende. Daar stond een man op een kar, met een meisje naast zich. De man praatte met een schorre stem, maar Launcelot kon op het. oogenblik niet verstaan, waarover hij het had. Opeens voelde hij, dat iemand hem met een ruk bij den arm greep. Hij keerde zich om en herkende Barm, den kastelein. „O, is u daar, mijnheer Holt? Als u nu de paar woorden wilt spreken, die u ons beloofd heeft, dan is het juist tijd. Peter James is weggegaan, hij voelde zich onge steld. Geen wonder, na zijn bad in het wed. Maar William en Ida zijn hier gebleven, en ik heb hun gezegd, dat u hen zoudt steunen. Ik wilde u juist komen halen, want het is tijd." de Amerikaansche regeering er in mocht slagen, het bewind van Huerta weg te krijgen. Dë Amerikaansche regeering schijnt te gelooven, dat de Mexicaansche op standelingen een gerechtvaardigde revo lutie voeren. Maar daartegen voert de Times-correspondent aan, dat de Mexi caansche rebellen integendeel juist ban dieten zijn, die de allerergste gruwelen bedrijven, en wier toomelooze onge rechtigheden nog honderdmaal zoo erg zullen worden, wanneer Huerta ge dwongen mocht worden te vertrekken. Millioen onschuldigen zouden dan daaronder lijden. Het Mexico-beleid van de Ameri kaansche regeering moedigt de bandie tenhorden in Mexico aan en staat die bij. Alle buitenlanders in Mexico deelen de opinie van dezen correspondent. De Times onderschrijft in een hoofd artikel deze opvatting. Echter spreekt het blad de hoop uit, dat de Ameri kaansche regeering er in zal slagen Huerta weg te krijgen. Want pas daarna zou de Amerikaansche regeering haar Mexico-beleid kunnen herzien. De New-Yorksche bladen hebben be richten over nieuwe gruwelen op Cuba. Het is een bekende bewering, dat daar onder negerstammen in de binnenlanden een soort godsdienst, het Voedoeïsme zou bestaan, waarbij een bloed-ritueel wordt toegepast. Daartoe zouden blanke kinderen worden gestolen en geofferd. Mag men deze berichten uit New-York gelooven, dan zou onlang3 weer een dergelijk geval zich hebben voorgedaan, terwijl een onderzoek dat reeds zes jaar aan den gang is, het bestaan heeft aan getoond van een verbond van neger priesters op Cuba, die zich met deze soofrt zaken afgeven. De inhechtenis neming van 40 zulke priesters heet voor de deur te staan. Men zal dienen af te wachten, wat er van deze beweringen waar blijkt. Woensdagochtend ontdekte men te Verviers, bij aankomst van den trein uit Brussel, dat er een zak met 850,000 mark, die de Nationale Belgische Bank naar de Keulsche Bank verzonden had, verdwenen was. De dieven hebben den achterwand van de kast, waarin de geldswaardige papieren waren opgeborgen, uitgezaagd. Uit den Belgischen trein, die volgde op den posttreiu en twee uren later te Ver viers aankwam, mist men een groot aantal paketten met geldswaardige pa pieren. Twee dagen geleden heeft men te Montzent twee Belgische brievenbestel lers aangevallen en beroofd. Een an- Launcelot kreeg een flauwe herinnering aan wat hij beloofd had. Ja, Peter James was verongelijkt, en de Squire had hem schandelijk behandeld. Het was eigenaardig, dat Launcelot zich op dit oogenblik zoo geheel vervreemd van zijn vader voelde. Dat gevoel had hij wel meer gehad, maar nooit zoo sterk als nu. Eer hij wist, wat er met hem gebeurde, was hij op de kar getild, en drukte hij William en Ida de hand. „Dat is edel, dat je gekomen bent dat is prachtig!" fluisterde het meisje. Dit deed Launcelot bedenken, dat hij zichzelf beloofd had, dezen avond een hald te zijn. Was hij geen man, die terwille van zijn overtuiging zijn wereldsche belangen verzaakte? Juist, zoo was het, en hij moest zich in die rol verplaatsen. Wat hij deed, was prachtig had Ida James dat zooeven niet gezegd? En Veronica? hij was over tuigd, dat Veronica er ook zoo over zou denken. Hij had getracht een toespraak gereed te maken, doch hij was alles weer vergeten. Dat was gek, maar als hij begon te spreken, zouden de woorden natuurlijk wel komen. Zich vasthoudend aan de kar, stond hij daar in een houding, die niet bijzonder waardig of heldhaftig was, doch hij kon de gewaarwording maar niet van zich afzetten, dat de kar niet vaststond, dat zij zich heen en weer bewoog. Als zij dat ding maar stil konden houden, zou alles wel goed gaan. „Ga naar huis, mijnheer Launcelot," riep een stóm uit de menigte. Het was iemand, die hem herkend had. Anderen herhaalden het, toen William James van de geïmpro viseerde tribune op den echten toon van den beroepsagitator verkondigde, dat de zaak van het socialisme in het algemeen, en van hen, de familie James in het bijzonder, steun dere beambte zette de roovers na, maar toen dezen op hem schoten, zag hij van de vervolging af. Later hebben ambte naren van de douane nog tevergeefs jacht op hen gemaakt. Den volgenden dag vond men echter op een weide bij Montzent de gestolen postpaketten, die een waarde van 4700 gld. hadden. Te Messina en Reggio zijn een aantal hevige aardschokken waargenomen. De bevolking, gedachtig aan de ramp in December 1908, is in groote beroering. Mevr. Pankhurst, de Engelsche kies rechtdame, die Donderdag van haar propagandareis in de Ver. Staten met de Majestic te Plymouth aankwam, is aan boord van dat stoomschip door de politie, die bet in een sleepboot was tegemoet gevaren, buiten de haven weer in hechtenis genomen. Geen andere boot mocht de Majestic naderen zoolang de politieboot langszij lag. De gevangene werd buiten de ge wone ladingsplaats ontscheept en in een auto naar de Exeter gevangenis overgebracht. De kiesrechtvrouwen, die haar leidster een grootsche ovatie dachten te be reiden, moesten hun geestdrift voor later bewaren. Zij hadden, zei men, ook een boot gehuurd om de politie boot na te jagen en de gevangene te ontzetten. Naar aan het Berliner Tageblatt uit Posen geseind wordt, heeft de justitie te Bochem een vervolging ingesteld tegen de Polen, die het congres te Winsterswijk georganiseerd hebben. De staking van machinisten op de lijnen der Great Western Railway in Wales dreigt zich uit te breiden. De staking is veroorzaakt door het ontslag van een machinist, die weigerde een goe derentrein te rijden, omdat daarin goe deren uit Dublin waren. Het treinver keer in het Zuiden van Wales is ge stoord, met name het goederenvervoer Men verwacht dat de handel te Swansea en vooral aan de haven aldaar stop zal worden gezet. De kolenhandel te Cardiff staat stil. De vakvereeniging van spoorwegper soneel doet alle moeite om een staking te voorkomen. Het bestuur der Great Western spoor heeft Donderdag den eisch der stakers in Zuidelijk Wales, om de ontslagen treinmachinisten weer in dienst te nemen, onvoorwaardelijk afgewezen. Op grond van die weigering heeft de staking zich aanmerkelijk uitgebreid. Duizenden mijnwerkers moeten onvrijwillig mee- staken en de treinendienst naar Lon den begint onder de staking te lijden. had gevonden bij een krachtig aavokaat, den oudsten zoon van Squire Holt. Die advocaat stond nu op het spreekgestoelte, gereed om te verklaren, dat hetgeen zijn vader gedaan had, een vergrijp was tegen de menschheid, een aanslag op de grond vesten van de beginselen van gelijkheiden rechtvaardigheid, die de wereld nu begon te erkennen. Enkele stemmen juichten hem toe, toen hij zweeg, doch velen gaven hun afkeuring te kennen. Launcelot kon niet geheel vatten wat er gebeurde, ofschoon hij een vaag ver moeden had, dat zijn eigen naam genoemd was. De man, die het eerst gesproken had, drong nu naar voren. Launcelot herkende bem aan zijn zwarten baard. Meer dan twintig jaar had hij als jachtopziener op Chalton Coombe gewoond, en was alleen vertrokken omdat hij een kleine erfenis had gekregen en nu zelf een boerderij had ge kocht. „Ga toch naar huis, mijnheer Launcelot. Goed of verkeerd, het past niet, dat een zoon tegen zijn vader optreedt. Wij willen er niets van hooren." Deze verklaring vond bijval, vooral bij de vrouwen. Launcelot's heldendaad werd niet op den rechten prijs gesteld. In plaats van toegejuicht, werd hij er om berispt hij begreep er niets van. Het was alsof hij neerzag op een groote volksmenigte, die voortdurend in beweging was en aangroeide. Honderden gezichten staarden hem aan, fastastische, verwrongen gezichten, als in een nachtmerrie. Eenigen grijnsden, anderen vloektensommigen kwa men hem bekend voor en het gezicht van den pachter met zijn zwarten baard was overalwaarheen hij zich ook wendde, hij kon er niet van loskomen. Wordt vervolgd.) UüD VAN ALTEN^ DOOR

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1913 | | pagina 1