Hel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Vreemdelingenverkeer. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3349. Zaterdag 4 April. 1914. van alt^" VOOE Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Onlangs kon men in „De Hotel houder", orgaan van den Nederlandschen hotelhoudersbond, het volgende lezen „Gelijk bekend is, maakt een zekere categorie van personen er in 't drukke seizoen een beroep van om reizigers, vooral degenen die weinig bereisd zijn en dus dikwijls bij aankomst in een gr«ote stad staan als een kat in een vreemd pakhuis, den weg te wijzen naar „een goed hotel". Voor eiken gast, dien dergelijke personen in het hotel brengen, krijgen zij een zeker bedrag van den hotelier. Het .goede hotel" blijkt dan dikwijls een slechte en dure gelegenheid te zijn, want de provisie voor den tusschenpersoon moet natuur lijk op den gast verhaald. Een en ander vormt een misstand, die zoowel in het belang van de vreemdelingen als in dat van de serieuze hotel-industrie zeer ongewenscht is. Klachten dienaangaande kwamen, ons, evenals vorige jaren, ook nu weer ter oore. Een paar staaltjes. Een koetsier krijgt aan het station een paar vreemdelingen, die met een der avondtreinen zyn aangekomen, als vrachtje. Zij verzoeken hem hen naar een bepaald hotel te brengen. De koet sier geeft hun de verzekering dat dit hotel, en vele andere, geheel vol zijn, maar dat hij nog een uitstekend eta blissement weet waar nog plaats is. 't Is reeds laat en de reizigers zijn dus al erg blij dat zij tenminste nog logies kunnen krijgen en vertrouwen zich aan hun gids toe, en nu gaan zij naar de inrichting waar de koetsier voor zijn vrachtje per persoon f 0.50 of soms wel f 1.00 krijgt, doch waar het nacht verblijf veelal slecht en naar verhouding duur is. Een ander geval werd ons nog gisteren gerapporteerd. Een koetsier bracht een paar reizigers op hun uit drukkelijk verlangen naar een bepaald hotel. Dit was echter vol. De eigenaar, die in het drukke seizoen in verbinding staat met een degelijk pension, telefo neerde of daar nog plaats was, en op bevestigend antwoord gaf hij den koet sier order daarheen te rijden. Maar al wie er aankwamen, niet de verwachte gasten. De aapjeskoetsier had ze naar een van zijn dépendances gebracht. w»«r JbJu* - land komt hij veel voor. In Duitsch- land noemt men dezen toestand met een algemeen woord „das Schmiergel- der- und Yerschleppungs-Unwesen." In „Das Hotel", het orgaan van den Int. Hotelbesitzer-Verein, doet een inzender het volgende middel aan de hand om het euvel te bestrijden, een middel dat wij moge onze dagbladpers er hare medewerking toe verleenen inder daad aanbevelingswaard achten. Ik geloof, aldus de inzender, dat voor vele reizigers het reizen ongewoonte is. Hoe zou het anders mogelijk zijn dat bijv. advocaat A zich tot een kruier, dr. B zich tot een koetsier, de fabrikant C zich tot een spoorwegbeambte en dominé D zich tot een ander gaheel onbevoegd persoon wendt om te infor- meeren naar een goed hotel of restaurant en naar den rang daarvan, algof een dezer daar ooit had gelogeerd of gegeten Het zou inderdaad een dankbare taak voor onze dagbladpers zyn, als zij er van tijd tot tijd en vooral in den vacantietijd eens de aandacht op vestigde dat elke reiziger, die een hem vreemde plaats wil bezoeken, best doet vooruit inlichtingen in te winnen naar behoorlijk onderdak, ot dat hij ook, ter plaatse aangekomen, bij de inlichtingen- bureaux der vereenigingen tot bevorde ring van het vreemdelingenverkeer de noodige gegevens kan verkrijgen. Op deze manier zou een belangrijk deel der reizigers „reis-wijs" worden, en daar het goede voorbeeld nooit geheel zonder uitwerking blijft, zou er gegronde kans bestaan dat het „sjouwen" van gasten naar meer of minder aanzienlijke her bergen of „Ook Hotels" langzamerhand zeldzamer werd." Dat die misstand, als waarover in „De Hotelhouder" geschreven wordt, dat „Schiergelder- und Verschleppungs-Un we8en", zooals de Duitscher het noemt, bestaat, is een feit. En het door den inzender in „Das Hotel" aangegeven middel lijkt ons zeer wel geschikt om den kop in te drukken aan die misstand. 't Zijn weer de vereenigingen tot be vordering van het vreemdelingenverkeer in de grootere steden, die zich tot taak moeten stellen de hun stad bezoekende vreemdelingen de behulpzame hand te bieden. Vooraf informeeren bij deinlichtingen- oureaux dier vereenigingen gaat in vele gevallen moeilijk, is soms zelfs onmo gelijk, en om de vreemdelingen bij aan- somst in de voor hun vreemde stad, tonder dat ze vooraf inlichtingen hebben louding en eenigszins als een indringer ontvangen. De Hollandsche dames zagen vreemd op van zijn zijden hemd en zijn dchotsche uitspraaktegen de Duitsche tafelstewards liet hij slechts eenig gebrom ïoorenhetgeen hij in de eerste dagen sprak, bepaalde zich tot zijn: „good morning, lady" of „good night, lady, good night." Den eersten morgen, dadelijk, zocht ik mijn rustig plekje vlak bij de verschansing jp; het blanke schuim scheerde over het water, het schip ploegde voort. Blauw was ie zee en blauw de lucht met een breede ktreep zon. Niets dan water en lucht, en ie zonnestralen, van den hemel in zee schietend; slechts een enkel vogeltje, dat ons schip eigenlijk een drijvende café- chantantzaal vergezelde. Vier „klassen" val menschen, een wereld n een notedop op de onmetelijke wateren. De opkommeling, die niet in de eerste dasse steeds, en de tot armoe vervallen groote dame in de derde klasse of de vierde vaakde „niet", die zich laat bedienen als een wereldbeheerscher, de beschaafde, die '.ichzelf helpt Terwijl ik rustig op het bovendek zatte ezen, ving ik plotseling de blikken van nige sterk geregen nufjes naar mijn re- rm op Een blik vol afkeuring vandaag, mor en wacht de wraak, die zoet heet orgen „Maar mankeert u dan héélemaal niets ij hebben zich naar de bank naast mijn toel gesleept, en uit de doffe oogen valt ien flauwe lijdensbbk op me; welke de theid der wraak vooraf al bederft. Ik schud slechts het hoofd, zie haar deel nemend aan. 1A 7 *1 T iMp'iin Hlfl'ip1 Iffl ingewonnen, nu niet te laten staan als „een kat in een vreemd pakhuis", waar door ze de opmerkzaamheid trekken van de leden van het minderwaardige gilde en door dezen verleid worden zich door hun te laten „helden", of wel gedwongen worden hun diensten te vragen, zou het aanbeveling verdienen dat de vereeni gingen tot bevordering van het vreem delingenverkeer bij de stations voor spoorweg- of stoomvaartverkeer hun vertegenwoordigers hadden staan, die reizigers zouden kunnen inlichten en duidelijk kenbaar zouden moeten zijn aan een liefst voor het geheele land gelijk zijnd herkenningsteeken. Buitenland. Men meldt uit Duisburg: De kapitein V. van de Hollandsche sleepboot Johan de Wit is, na verhoor, gevangen genomen, nadat bij het on derzoek gebleken was, dat hij geen patent als schipper bezat. Door zijn lichtvaardig optreden heeft V. schuld aan den ondergang van de sleepboot, waarbij, gelijk bekend, twee personen zijn verdronken. Omtrent de werkstakingen te Peters burg wordt van 1 dezer geseind De werklieden in vele kleine fabrieken zijn vanochtend in staking gegaan en de werklieden der Poetiloöabrieken heb ben zich bij hen aangesloten. Tegen den middag staakten ongeveer 70.000 werk lieden. Nadat de stakers de fabrieken hadden verlaten hebben zij betoogd, oproerige liederen gezongen en roode vlaggen ontplooid. De politie joeg de betoogers uiteen en heeft er ongeveer 100 gevan gen genomen. Een politieagent die in 't gedrang raakte heeft met revolver schoten twee stakers verwond. De gummifabriek Treugolnik heeft hare 12,000 arbeiders voorloopig vrijaf gegeven met behoud van loon, teneinde de onrust over de vergiftiging van tal van werklieden door benzinedampen te te doen bedaren. Te Buenos Ayres zijn uit Iquitos in Peru telegrammen ontvangen, waarin de vrees wordt geuit dat ex-president Roosevelt en zijn jachtgezelschap op hun tocht verongelukt en omgekomen zijn. De hoogleeraar Tsankoff van de uni versiteit te Sofia, heeft getracht de on kosten en verliezen, in de beide laatste Balkanoorlogen door Bulgarije geleden, te becijferen. Volgens zijn berekening beliepen de oorlogscredieten 310 millioen lei (francs), „Ik rijg me niet." O „U moet zich óók niet meer rijgen." „Dan zijn onze kleeren te nauw o o ik sterf." Wat baat hier raad Dank of schuld den zandlooper, waarin ze bekneld zitten, moeten ze in plaats van te genieten lijden, 't zij beneden in bed ot boven op dek De tafels worden kaler, sofajs en draai stoelen blijven onbezet. Hoewel de zee kalm is, knijpt ze toch geducht haar slachtoffers meest slavinnen der mode. Mij hindert niets anders, dan dat de zee zoo kalm blijft, heb ik me niet een schip gedroomd hoog door de golven opgenomen en dan in de diepe wateren neergesmeten, terwijl geen ster aan den zwarten hemel flonkerde en alleen het bulderen van de golven gehoord werd, aldoor, tot eindelijk toch ons hart zou bonzen van een vreemden angst; en dan den morgen, het tot rust komen der elementen, en ons schip, hup pelend over de zee, welke nog niet be komen is over de schuimgolfjes reeds de zon maar één blik op de in man tels en doeken gevelde helden, doet me be rusten en tevreden zijn zonder storm Aan den derden morgen is destewardes in 't linnen gekleed, de winterkleeren gaan uit, de zomerkleeren aanzoele lente avond nu, met den grooten beer die op ons neerziet en het klotsende water onder ons, alles weelde dan denk ik plotseling aan de honigraathuizen in Amsterdam, aan de ongelukkige bewoners er van, met recht op eenige M. huis en lucht. Wij gaan voort, helaas, Lissabon voorbij. Het leven aan bnnrrl i« «ia a** kosten van toerustingen 150 millioen lei, deficit der begrooting 50 millioen lei, oorlogsmaterieel en velddienst 150 millioen lei, schulden, terugkoop van spoorwegen, aanleg van spoorwegen, voor den oorlog begonnen etc. 180 mil lioen lei. Kapitaal voor de toelagen en soldij die zal worden uitgekeerd aan de in- valieden en gewonde soldaten 400 mil lioen lei. Professor Tsankoff meent, dat daar echter nog anderhalf milliard bijkomt wegens het verlies der Dobroedsja. Hij motiveert dat als volgt. De producten van deze provincie vormden 18 pet. van den Bulgaarschen uitvoer. De helft der groote landbouwbedrijven lag ook in de Dobroedsja, evenals de helft der fa brieken van landbouwwerktuigen en machines. Bovendien gaat de hoogleeraar voort, heeft Bulgarije in de beide laatste oor logen 55.000 58.000 man verloren, die gesneuveld zijn of vermist worden. Deze 50.000 mannen vormen 6 of 7 percent van de mannelijke bevolking van het land, tot arbeiden geschikt, 80 percent van hen waren gezinshoofden en hun krachten zijn voor altijd voor de Bulgaarsche natie verloren. Heel veel tijd zal verloopen voor een nieuw geslacht hun rijen zal hebben ingenomen. En ongerekend de gesneu velden zijn er nog 10,000 soldaten in- valiede en ongeschikt tot werken terug gekeerd. De verzorging van hen zal komen te rusten op hun familiën en op den staat. De conclusie van den professor is, dat de winst, door Bulgarije behaald, wel duur gekocht is Volgens de Rhein- und Wiedzeitung heeft de Albaneesche regeering besloten een aantal gebouwen voor de regeering en de vertegenwoordigers van het buiten land te laten zetten. Een gedelegeerde van de regeering bevindt zich te Nieu- wied. De steenen voor de gebouwen zullen van Nieuwied over Rotterdam naar Durazzo worden gebracht. In Amerika is een vereeniging opge richt, welks doel is, een directe spoor wegverbinding tusschen Amerika en Europa tot stand te brengen, en dit door middel van een tunnel onder de Behringstraat. Volgens de bestaande plannen moeten in Siberië en Aljaska spoorwegen aangelegd worden, terwijl de Behringstraat slechts over een afstand van 65 K.M. ondertunneld behoeft te worden. Evenals bij de plannen voor een tunnel onder het Kanaal, wordt de bodem onder een paar tusschenliggende eilanden doorboord, zoodat de tunnel hier uitwasemen kan. Zaterdags bal; 's middags doen we spel letjes op het dek en 's avonds whisten de heeren. Drie dagen vóór wij land zullen zien, komen alle pennen in beweging; bij den kapper en den steward worden prentbrief kaarten, papier en postzegels gekocht.. Alle kinderen en ook sommige der dames, zijn getooid met een zwart zijden lint, met de Duitsche vlag en den naam van het schip er op, door den Obersteward aangeboden. Het moest ieder wel vreemd aandoen te hooren en te zien, dat de vier jonge noois „van Afrika's beste bloed" haar eigen taal in de verste verte niet zoo goed en zoo gaarne spreken of schrijven als het Engelsch. En toch droegen zij zuiver Hollandsche namen, en toch is er een krachtige be weging om de Hollandsche taal (eenigs- zins vereenvoudigd) tot de meest algemeene taal te maken, toch zijn er innig gevoelde versjes „in die lieve moedertaal" ge schreven, als: TWEE VOETJES. Ik berg ze in mijn eene hand, Twee voetjes, zoo klein en zoo teêr; Ze woelen al heen en al weer. Ze staan op den rand, Van 'n onbekend land: Het land van de toekomst zoo zwart, Waar het lot van den eenen zoo hard, Zoo vol soms van strijd is en smart 1 Zoo vaak is in strikken verward, Waar de ander weer zegen geniet, En het lot hem den bloemenkrans biedt. Ze rusten op mijn handen; Twee voetjes; zoo klein en zoo teêr 1 In het 3de bataljon van het 50ste regiment infanterie te Rawitsch, pro vincie Posen, heerscht op het oogenblik een geheimzinnige epidemie. Bijna alle manschappen lijden aan hevige darm krampen waartegen geen enkele maat regel schijnt te helpen. De ziekte breidt zich meer en meer uit. De soldaten mogen de kazerne niet verlaten. Volgens berichten uit het Noorden van Klein-Azië hebben de Turken een dorp verbrand en twee andere verwoest. De dórpen moesten door de bewoners verlaten worden. Te Chamonix viel de vorige week ernorm veel sneeuw, waardoor het ver keer in den omtrek werd stopgezet. Verschillende lawines kwamen neer. Te Argentières heeft Zaterdag een lawine van de Aigbiles Rouges een deel van het dorp bedolven; een villa, een stoomzagerij en tal van loodsen en schuren zijn vernield. De sneeuw ligt tot de eerste verdieping der huizen. De weg tusschen Chamonix en Les Praz is versperd. ,De palen van de electrische geleiding, die Chamonix van stroom voorziet, zijn gebroken. Een nieuwe lawine heeft 't hotel op den Cos des Montetst en verschillende wo ningen in 't dorp Trefechamp verwoest. Van de Aiguille Verte, die 4000 meters hoog is, kwam een lawine aanrollen met donderend geweld. Gelukkig deed deze weinig schade. De luchtverplaatsing was echter zoo sterk dat men te Argentières op 1 K.M. afstand zich op straat niet op de been kon houden. Een lawine van la Frasse vernielde een menigte boomen, maar kwam voor het begin van het dorp tot stand. Deze lawine heeft 25.000 gulden schade aan gericht. Op de berghellingen ligt nog 2% meter versche sneeuw, zoodat nog nieuwe sneeuwstortingen gevreesd wor den. Het onderzoek in zake den moord aanslag van mevrouw Caillaux duurt nog altijd voort en houdt nog steeds in geheel Frankrijk de gemoederen in beweging. Veel nieuws komt er echter niet los; wel blijkt de geheele zaak een ingewikkelde historie, waarvan nog veel op verklaring wacht. Toen Dinsdagmorgen de vliegenier Schetz, die van München naar Kilshofen gevlogen was en daarna terugkeerende, in Frontenhausen wilde landen, ver zocht hij eenige mannen die om het toestel stonden, het even vast te houden. De schroef was reeds aangezet, toen een jongen zoo onvoorzichtig was, nog onder de machine door te loopen. Zijn hoofd werd daardoor geheel van de romp gescheiden. Naar dat zonnige oord, Dat zoo schoon en zoo betoov'rend lacht, Waar de jeugd zoo véél hoop van verwacht Waar de Lelie nog bloeit in haar pracht, Maar ook op den dag volgt de nacht, De nacht, ach zoo donker en zoo zwart I Die de vreugde verkeert soms in smart. Ik dek ze met mijn' handen, Twee voetjes zóó zwak en zóó teêrl Zij dragen den drager niet meer; Voor de strijd nog begon, Verdween reeds de zon, De Lelie, zoo zwak en zoo teêr Boog haar kelkje en was er niet meer, Ook de hoop, die ons moed gaf, zonk neer, Zij vervloog en zij keerde niet weerl Maar die voetjes, die rusten nu uit. In het graf dat de kleine omsluit. Als de ontwikkelde jonge vrouw der Kaapkolonie niet beter begrijpt, dat zij de mannen krachtig terzij moet staan bij hun worsteling om eigen taal en zeden te be houden arm Afrika! De „baby"-loozen zijn overeengekomen, dat het niet aangaat: kinderen, moeders en kinderloozen allen dooreen te haspelen, dat de moeders en haar lievelingen 's nachts in één hoek behooren, waar zij elkaar kun nen voorzingen of schreien naar believen, maar dat wij zonder kinderen ons over dat gemis moeten kunnen troosten door een rustigen slaap. Een briefje aan den kapitein (het eenig afdoende middel) ver richt wonderen en bezorgt ons een prach tige hut met twee NIEUWSBLAD T\ t

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1914 | | pagina 1