Eerst was men in Belgrado van mee
ning, dat de Servische regeering de
Oostenrijk-Hongaarsche nota wilde aan
nemen. Om 2 uur kreeg het Servische
ministerie van buitenlandsche zaken een
lang cijfer-telegram vanuit St. Peters
burg. Nauwelijks was dat ontcijferd of
het bericht, dat Rusland zich op de
zijde van Servië stelde, ging als een
loopend vuur door de stad. Het gevolg
van dit telegram was het onbevredigende
antwoord van Servië. Kroonprins Alexan
der gaf onmiddelijk bevel tot mobili-
seeren.
Volgens sommige geruchten zou Enge
land bij Rusland stappen doen om er
op aan te dringen dat de Russische
regeering Servië aanspoort tot toegeven.
De oorlog, die thans waarschijnlijk
gaat uitbreken, wordt met des te meer
vrees tegemoet gezien, wijl men in de
pijnlijke onzekerheid verkeert of de
bloedige strijd wel beperkt zal blijven
tot Oostenrijk en Servië en niet een
wereld-worsteling zal volgen. Die on
zekerheid is des te grooter, wijl Rusland
te verstaan heeft gegeven, dat het zich
niet onzijdig zal houden in het conflict
eu geruchten loopen dat Rusland reeds
aau het mobiliseeren is.
Dan als deze berichten bevestigd
worden en het optreden van Servië
zou zulks doen vermoeden komen
wij voor een Europeeschen oorlog te
staan, want indien Rusland ingrijpt
zal ook Duitschland zijn bondgenoot
niet in den steek laten.
In geheel Duitschland was de op
winding buitengewoon groot toen het
antwoord van Servië bekend werd, en
in groote spanning wordt uitgezien
naar wat de naaste toekomst brengen
zal.
De Engelsche onderminister Acland
heeft Zaterdagavond in een rede te
Steyning gezegd dat de politieke toe
stand in Europa veel ernstiger is dan
die in Ulster.
Men kan zich de ellende die een oorlog
tusschen de groote mogendheden na
zich zou sleepen, niet voorstellen.
Acland uitte de hoop dat men in de
huidige crisis een dergelijke oplossing
zal kunnen vinden, als in de crisis van
een jaar geleden.
Eugeland zal al het mogelijke doen
in het belang van den vrede.
Opmerkelijk schijnt de houding van
Italië in het conflict te zullen zijn. De
correspondent van de Matin meldt dat
men te Rome zeer ontsticht is over den
uiterst krassen vorm en inhoud van de
nota van Oostenrijk-Hongarije, hetwelk
noch op diplomatieken, noch op mili
tairen steun van Italië zou mogen re
kenen.
Deze houding zou zijn ingegeven door
twee overwegingen. Italië wenscht voor
alles zijn invloed in de Adriatische Zee
te versterken en verwacht daarvan steun
bij de Slavische staten, met name bij
Servië. Daarom kan tot den ondergang
of de vernedering van Servië Italië geen
hulp verleenen. In de tweede plaats
vreest de Italiaansche regeering onlus
ten in het binnenland, als zij zich zou
gaan mengen in een buitenlandsch con
flict. Zij zal daarom volkomen onzijdig
blijven en alle pogingen in het werk
stellen om een Europeesche crisis te
voorkomen.
Het Oostenrijksche leger bestaat, sinds
de legerwet van Juli 1912 uit het „ge
meenschappelijke leger", de Oosten
rijksche „landwehr" en de Hongaarsche
„Honved" en de „Landsturm". Het
actieve leger en de Landwehr hebben
elk een zoogenaamde Erzatz-reserve.
genis met de m-de verdachten, maar zijn
houding was geheel veranderd. Hij liet het
hoofd hangen en verzonk in gepeins.
IX.
Het is voor het goed begrip van ons
verhaal noodzakelijk, dat wij Joseph Lesur-
gues nader leeren kennen en de omstan
digheden, waarin hij verkeerde, vóór zijn
gevangenneming, die wij nu hebben bijge
woond.
Joseph Lesurgues was te Douai geboren,
waar zijn vader een kleine am ffenaarsbe-
trekking vervulde, en een matig inkomen
had.
Een vriend van zijn vader en buurman
Eymery genaamd, was de peter van Joseph,
die levendig belang bleef stellen in den
knaap, zijn petekind. Eymery was ingenieur,
en ongeveer terzelfden tijd gehuwd als
Lesurgues ouders, hadden zij( aanvankelijk
in het meest vriendschappelijk verkeer met
elkander geleefd, doch de dood, die Eymery 's
vrouw ten grave sleepte, bij de geboorte
van hun eerste kind, stoorde dien omgang
op wreede wijze. Eymery werd naar andere
oorden geroepen, voor belangrijke werken,
die hem waren opgedragen, en hij besteedde
zijn jonggeboren zoon uit, bij gehuwde
lieden.
De jongen, sterk gebouwd en krachtig
van gestel, groeide tamelijk in het wild
op, want de man en vrouw bij wie hij
inwoonde, verwaarloosden het kind en gaven
hem een slecht voorbeeld, in zoo verre dat
zij zich zeiven aan den drank overgaven.
Een opmerkelijk feit, dat iedereen trof,
die de beide knapen kende, was hun bizon-
dere gelijkenis, behalve dat de kleine Ey
mery forscher en grooter was en donkerder
van haar.
De ingenieur Eymery kwam slechts zeld
zaam in Douai en verloor zijn zoon eenigs-
zins uit het oog, maar vreeselijk werd hy
Het gebied van de monarchie is voor
militaire doeleinden in 109 districten
verdeeld. Het eöectief op oorlogsvoet
bedraagt voor de Landwehr en Honved
samen 320.000 man en verder een half
millioen recruten.
De landstorm bestaat uit twee mil
lioen man.
Het Oostenrijk-Hongaarsche leger is
verdeeld in 16 legercorpsen. Ieder corps
bestaat uit twee divisies aktief dienen
den en één divisie van de „Landwehr"
of 49 divisies infanterie. (33 van het
gezamenlijke leger, 8 van de landwehr
en 8 van de Honved) omvattend 94
brigades (62 van het gezamenlijke leger,
16 van de Landwehr en 16 van de Hom-
ved) en 14 bergbrigades.
De cavalerie bestaat uit 10 divisies
van 2 brigades en 21 onafhankelijke
brigades.
De artillerie bestaat uit 14 batterijen
veldgeschut, 3 batterijen berggeschut
en 5 afdeeiingen vesting-artillerie.
Het actieve Oostenrijk-Hongaarsche
leger, dat het eerst naar de linies moet,
bestaat dus uit 467 bataljons, 252 es-
cadrons en 366 batterijen.
Daarbij komen 119 bataljons, 41
escadrons en 16 batterijen van de Oosten
rijksche landweer en 96 bataljons en
60 escadrons van de Honved.
Het geheele keizerlijke en koninklijke
leger van de Donau-monarchie, dat in
tijd van nood op het slagveld kan
opereeren, bestaat uit 682 bataljons, 353
batterijen, waaronder 62 batterijen berg
geschut.
Het Servische legor bestaat uit vijf
divisies voor oud Servië en vijf divisies
voor de verworven streken.
Bovendien bestaat er één divisie
ca valere van 16 escadrons.
Bij de mobilisatie van 1912 bracht
Servië in ronde getallen 300000 man
op de been.
De 5 gemobiliseerde divisies hadden
elk een effectief van 26235 man in het
geheel 131.175.
Voorts is er nog een bereden divisie,
die 4573 man sterk is, en 'n koninklijke
lijfgarde die 3162 man telt.
Resumeerend komt men tot het re
sultaat dat het huidige oorlogseffectief
bedraagt 324630 man n.l. de vijf divisies
(131175 man) onafhankelijke afdeeiingen
20764, reserve 16562, eerste ban 94,451
en landstorm 56678 manschappen.
Bij dit getal is niet gerekend het
contigent dat het nieuwe gebied leve
ren zal.
Een part. telegram aan de N. R. Ct"
meldt:
Uit Weenen wordt aan de Lokal An-
zeiger geseind Hier ter stede is bericht
ontvangen, dat Servië zich tegen morgen
zou willen onderwerpen en reeds onder-
hundelt door bemiddeling van de ge
zanten van een buitenlandsche mogend
heid, die geneigd zou zijn de kosten
van de Oostenrijksche mobilisatie te
betalen.
Uit Weenen wordt geseind, dat er
bevel gegeven is tot gedeeltelijke mo
bilisatie.
Onder Voorzitterschap van den Ko
ning heeft de Kroonraad van Monte
negro totalgemeene mobilisatie besloten.
Aartshertog Frederik, die den mili
tairen post van den vermoorden troon
opvolger Frans Ferdinand gekregen
heeft, heeft in opdracht van den Keizer
het opperbevel over het Oostenrijksche
leger tegen Servië op zich genomen.
De Paus heeft volgens het Journal
besloten, in het belang der handhaving
van den vrede een eigenhandig geschre
ven brief aan keizer Frans Jozef te
richten.
getroffen door het bericht, dat zijn kind
met de pleegmoeder uitgegaan was en niet
terug gekomen.
Alle nasporingen waren vruchteloos, men
vond het lijk van de vrouw in de sneeuw,
zij was blijkbaar doodgevroren en door een
sneeuwstorm overvallen, maar van den
jongen werd geen spoor gevonden.
Zoodra de ingenieur in Douai was aan
gekomen stelde hij zelf alles in het werk
om zijn zoon terug te vinden, maar het
bleef een onopgelost raadsel waar het kind
gebleven was.
Toen Joseph Lesurgues vijftien jaar oud
was geworden trof hem het ongeluk, kort
na elkander, zijn beide ouders door den
dood te verliezen.
De nalatenschap was heel onbeteekenend,
want de oude Lesurgues had moeite genoeg
om in de behoeften van zijn klein gezin
te voorzien.
Eymyre, de ingenieur, nam Joseph als
zijn kind aan en bleef hem met raad en
daad bijstaan.
Toen de knaap tot een man was opge
groeid wist zijn peter hem door zijn invloed
in den Staatsdienst te plaatsen.
Hij raadde hem buitendien een paar on
dernemingen aan, die geldelijk zoo wèl
slaagden, dat Joseph Lesurgues aldra in het
bezit kwam van een niet onaanzienlijk
kapitaal.
Op die wijze daartoe in staat gesteld,
huwde hij reeds op jeugdigen leeftijd en
zag na verloop van weinig jaren zijn echt
met drie kinderen gezegend. Zoo stonden
de zaken toen in 1793 de revolutie uitbrak,
die zoo groote veranderingen in Frankrijk
te weeg bracht; Joseph Lesurgues beleed
zeer vrijzinnige denkbeelden en hij stemde
in hoofdzaak met de begrippen der republiek
in, waardoor hij in den staatsdienst spoedig
opklom, .en in Douai aan het hoofd van
het geheele district kwam te staau. In die
Een telegram uit Belgrado meldt:
Een nieuw mobilisatiebevel roept alle
weerbare mannen van 18 tot 60 jaar
op. De mobilisatie heeft naar men zegt
een snel verloop, doch bij de boeren
heerscht ontevredenheid, dat zij den
oogst in den steek moeten laten.
Panas, de Grieksche gezant te Kon-
stantinopel, moet hebben verklaard dat
ingeval een oorlog tusschen Oostenrijk
en Servië uitbreekt, Griekenlan 1 zijn
bondgenoot met 100.000 man zal moeten
steunen.
Uit Boedapest wordt gemeld, dat daar
een gerucht gaat, dat de Oostenrijkers
hedenmorgen in de vroegte Belgrado
bezet hebben.
Plaatselijk Wb-uws.
Voor Dames- en Kinderkleeding is de
Firma Taverne De Meere, Hinthamer
straat 69, '8 Hertogenbosch, het oeste adres
voor deze omstreken.
Deze zaak is ook des Zondags van 10 tot
1 uur geopend.
Heusden, 29 Juli.
De heer Borren, die weldra zijn functie
als schoolopziener in het arrondissement
Heusden zal aanvaarden, nam Vrijdag 1.1.
afscheid als directeur der Nutschool te
Breda.
In eene vergadering van het Departements-
bestuur van het Nut van het Algemeen werd
door den voorzitter, professor Grotendorst,
inzeer hartelijke bewoordingen de bijzondere
verdiensten en de zeldzame toewijding, van
den directeur Borren van de jongensschool
die hij met 1 September gaat verlaten
gehuldigd. Als stoffelijk bewijs van waar
deering werd hem bij die gelegenheid een
boekenkast van wege „het Nut" aangeboden.
De heer Borren toonde zich zeer gevoelig
voor dit bewijs van waardeering en sprak
hartelijken dank uit.
Zaterdagmorgen heeft in de school zelve
het afscheid plaats gehad. In tegenwoordig
heid van de echtgenoote en dochter van
den directeur en de leeraren van de school
was de voorzitter der commissie voor de
nutscholen dr. ten Hove de tolk van het
bestuur om met enkele woorden den direc
teur een album met photo's van de school
en interieurs van de woning aan te bieden
en hem nogmaals dank te zeggen voor alles
wat door hem voor de chool was gedaan.
Uit zijne rede nemen we de slotwoorden
over:
Mijnheer Borren: God geve u nog vele
jaren met uw gezin de vreugde nuttig te
zijn voor velen en u geëerd te weten door
allen die gedurende uwe 23-jarige werk
zaamheid aan deze nutsinstelling met u in
aanraking zijn gekomen.
Zichtbaar getroffen bedankte degehuldigde
voor deze woorden.
Met het oog op de troebelen in
Oostenrijk-Hongarije en Servië, kwam Maan
dagavond ten elf ure alhier aan een detache
ment infanterie uit 's- Bosch, om de brug
over de Beersche Maas te bezetten.
Het detachement bestaat uit 1 officier, 1
onderofficier, 8 korporaals en 15 man
schappen.
Schildwachten zijn aan beide zijden der
brug opgesteld.
Gelijk met het detachement naar Heusden,
zijn er van gelijke sterkte vertrokken naar
Hedel en Ravesteyn, eveneens om de brug
gen te bewaken.
Wij vernemen gelijkertijd, dat alles slechts
eene oefening is, om te zien in welk kort
tijdsbestek het geheele land in staat van
tegenweer kan gesteld worden.
Met dit al, geeft het eene algemeene drukte.
Zoo ontving het telegraafkantoor alhier be
richt, dat het voorloopig dag en nacht moet
geopend blijven.
Werkendam. Hedenavond te
uur vergadert de Raad dezer gemeente.
De onderwerpen ter behandeling zijn:
1. Notulen. 2. Ingekomen stukken. 3.
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
inzake een verzoek van den heer J. C. Pieck,
om eervol ontslag als secretaris-ontvanger
en ambtenaar van den B. S. 4. Alsvoren
betrekking gingen alle gerechtelijke ver
beurd-verklaringen van goederen en bezit
tingen van den adel door zijn handen en
hij was op die wijze in de gelegenheid, om
in het bezit te komen van menig eigendom
van groote waarde, dat tot spotprijs van de
hand werd gezet.
Zijn laatste aanwinst was het kasteel van
Rochebaye, in de buurt van Arras, dat sedert
onheuglij ke tij den toebehoorde aan de familie
d'Argence, waarvan de laatste naamvoerder
Lionel, zich niet had willen onderwerpen
aan de nieuwe orde van zaken en feitelijk
tegen de toenmalige republikeinsche regee
ring in verzet was gekomen.
Toen Lesurgues eigenaar was geworden
van het kasteel Rochebaye, dat hij niet
kende en nooit had gezien, wilde hij zijn
nieuwe aanwinst met eigen oogen gaan be
wonderen en te dien einde reisde hij naar
Arras.
Zijn voornemen was dat kasteel bij de
eerste gunstige gelegenheid, weer van de
hand te zetten, waarbij hij zich een aan
zienlijke winst voorspiegelde om dan later
met het bijeengegaarde vermogen in Parijs
te gaan wonen, waar hij nog een bloedver
want had.
Bij het kasteel aangekomen, was de aan
blik waarlijk ontzettend. De deuren van
het groote hek waren uit de scharnieren
gerukt, overal waren alle luiken gebroken
en de vensters stuk geslagen.
Lesurgues hoopte iemand in het kasteel
aan te treffen, een portier, een huisbewaar
der, maar het gebouw was geheel verlaten,
naar het scheen. Hij ging nu naar het dorp
en vernam wat er was voorgevallen.
Toen het bevel uit Parijs kwam, om den
heer Lionel d'Argence gevangen te nemen,
en naar Parijs te vervoeren, had een officier
zicb aan het hoofd van eenige soldaten naar
het kasteel begeven, om dien last te vol
voeren maar op eenigen afstand, bij een
van A. van Rijswyk, om eene raadscom
missie te benoemen tot onderzoek zijner
grieven. 5. Alsvoren van G. Vlot om ver
hooging van jaarwedde als brugwachter. 6.
Aanbieden Gemeenterekening over 1913.7.
Aanbieden Waterleidingrekening over 1913.
De uitslag der besteding van het
schoonmaken der haven enz. is als volgt:
H. C. den Haan, f 300; C. A. Paans Lz.
1 190; D. den Haan Cz. f 187; H. den
Dekker f 173; Arie Ippel f 170J. W. den
f 170; T. A. Ippel f 98.75L. Paans Lz. f 95.
Aalburg;. Tot iets zeldzaams behoort
zeker wel hetgeen W. van Kuijk ondervond.
Toen hij de eieren uit het kippenhok ging
halen, vond hij o.a. ook twee windeieren,
die aan eikaar verbonden waren.
Besoüen. M. H. had gisteren 't on
geluk met zijn fiets tegen een kar te rijden.
Hij werd tegen den grond geslingerd en
kwam er met eenige kleine verwondingen
af. Zijn fiets werd letterlijk in elkaar ge
reden.
Beneden Langstraat.Dehooi-
bouw is onder zeer gunstige omstandigheden
verloopen. De opbrengst was wel gering,
maar alles kon mooi worden binnengehaald.
De handel is nog onbeduidend. Men be
steedt tot f 14.per 500 k.g., maar er
worden bepaald hoogere prijzen verwacht.
De naweide staat nog niet zoo gunstig en
aangezien aan de weitoemaat vooral be
hoefte bestaat, wordt deze duur verpacht.
De Werken. Vrijdagmiddag sloeg
een jong paard van den vrachtrijder G.
Paans, alhier op hol en den Sleeuw ij kschen
dijk uit. Eerst bij den onderweg geraakte
het van den dijk en werd het gegrepen.
Paans bekwam kneuzingen aan hoofd, borst
en beenen.
Duisen. In de gemeenteraadsver
gadering van 24 Juli 1.1. is benoemd tot
onderwijzer aan de o. 1. schooi in wijk B
de heer C. W. J. Appels te Velp.
Herpt- De veehouders begonnen
steen en been te klagen over grasgebrek,
vooral op de hooggelegen landerijen. Deze
begonnen er dor en vaal uit te zien. Door
de thans gevallen regen, zijn de weilanden
geheel verkwikt en hebben een heel ander
aanzien gekregen. En al is de beste tijd
om gras te groeien voorbij, de regen heeft
veel goed gedaan.
llerw(jnen. Voor de met 1 Oct.
vacante betrekking van hoofd eener schooi
heeft zich bij de gedane oproeping slechts
één sollicitant aangemeld.
Kaatsheuvel. De heer A. Rijken
te Loonschendijk is tot voorzitter van het
waterschap „het Eendennest" gekozen en
de heer A. Boeser te Nieuwe Vaart tot be
stuurslid.
J.l. Vrijdag is te Loon op Zand de
29-jarige schoenmaker H. v. L. uit Dongen,
die kermis was komen houden, na een
woordenwisseling door K. v. H. zoo ernstig
met een mes gestoken, dat de ingewanden
als 't ware uit zijn lichaam puilden. Er is
geen hoop meer op v. L.'s leven.
Nieuwendiik. Als een bijzonder
heid voor de paardenfokkers deelt men ons
mede dat bij den landbouwer Arie van der
Stelt, van de vier, er drie paarden een
vos-veulen ter wereld hebben gebracht. Ais
bewijs als dat de paarden goede fokkers zijn,
kan dienen, dat jarige paarden ervan voor
den prijs van f 400 worden verkocht.
I*oeclero|Jeii- Tot onderwijzeres
alhier is benoemd mej. M. G. Hoitsma.
Raamsdonksveer. Vande werf
der firma D. P. van Suijlikom, liep Zater
dag met goed gevolg te water de stalen
sleepkaan „Johanna" groot 424 ton, voor
rekening van de heer A. Rozenbrand te
's-Gravenmoer.
Voor de verbetering van den afvoer
van het straat water, is men thans op San-
doel bezig aldaar een flinke rioleering aan
te leggen.
SleeuwJJk. Zondag j.l. zijn alhier
uit een rijtuig van den heer K. van Alm-
kerk ontvreemd twee jassen en een tasch.
Naar we vernemen is het den gemeente
veldwachter gelukt den dader, zekere R.
uit D. op te sporen.
pachthoeve, hadden zij den heer van het
kasteel ontmoet, die zijn personeel met ge
weren had gewapend, en zoo de regeerings-
roepen wilde weerstaan. Het gevecht was
hevig geweest, maar kort, en het handjevol
mannen, die de heer d'Argence tot zijn hulp
had, werd of doodgeschoten, of verjaagd.
De heer d'Argence, hoewel zwaar gewond,
had weten te ontkomen.
In de veronderstelling dat de heer zich
in zijn kasteel schuil hield, togen de soldaten
daarheen, voorafgegaan door een opgewonden
menigte van dorpelingen, die ook al in de
roes der vrijheid verkeerden, die't Parijsche
volk tot zulke buitensporigheden dreef.
Een voormalig palfrenier, wegens wan
gedrag ontslagen, drong met een bijl in de
hand het eerst 't kasteel binnen en ontmoette
mevrouw d'Argence, een groote, bejaarde,
trotsche vrouw, in de vestibule.
De palfrenier eischte op onbeschaamden
toon, het verblijf van den heer van het
kasteel te kennen, en de verontwaardigde
echtgenoote liet zich zoodanig vervoeren
door haar toorn, dat zij den palfrenier de
bijl uit de handen rukte, en hem er mede
een doodelijken slag op het hoofd toebracht.
Nu stormden de dorpelingen het kasteel
binnen, en voor dat de officier met zijn
soldaten ter plaatse waren, om het te ver
hinderen, lag mevrouw d'Argence, gruwelijk
verminkt, te sterven, en waren reeds eenige
vertrekken geheel geplunderd. De officier
kon alleen beletten, dat het kasteel in
brand werd gestoken. Het lijk van den heer
d'Argence werd later in het kreupelhout
gevonden.
„Sedert dien, zoo werd er in het dorp
beweerd, is er niemand in het kasteel ge
weest, te meer, nu het er spookt. Soms
wordt er licht waargenomen, en dan hoort
men een zachte stem psalmen zingen.
Lesurgues liet zich natuurlijk door die
spook-historie niet afschrikken, maar ging
De tweede zitting van den Militieraad
**1 voor deze gemeente gehouden worden
°p Maandag 3 Augustus a.s. te 's-Hertogen-
bosch.
SpranS- Bij den landbouwer O.
alhier i8 j.i, Zaterdag de derde koe aan het
miltvuur gestorven. Maandagmorgen werd
onder toezicht van de politie het cadaver
verbrand.
Naar men ons van welingelichte zijde
meedeelde zullen door het bestuur der
centrale A.-R. kiesvereeniging in het district
Heusden pogingen in het werk gesteld wor
den, om in deze gemeente te komen, tot
de oprichting eener A.-R. kiesvereeniging.
*¥p|J hoeven-Cappel.Toen Maan
dagmorgen de knecht van den veehouder
H. alhier in de weide kwam om te melken,
bemerkte hij dat een der koeien in de sloot
geraakt was. Het beest was reeds dood, maar
toch kon het nog worden geslacht.
We melden de vorige week dat de
zangvereeniging „Hallelujah" alhier, haar
directeur een verguld zilveren medaille had
aangeboden. Het bericht was niet geheel
juist. De medaille was, naar we thans
hoorden, van goüd.
Verslag der vergadering van den Gemeen
teraad van 's-Gravemoer, op 23 Juli 1914.
Afwezig zijn de heeren Bosman en Ver
hagen, zonder kennisgeving.
De Voorzitter opent de vergadering en
leest daarna de notulen van 17 April j.l.,
die ongewijzigd worden vastgesteld.
De Voorzitter doet mededeeling der na
volgende ingekomen stukken:
Provinciaal bijblad no. 49 van 1914, G
no. 138, inzake station voor Maalderij en
B&kkêrij
Besluit Ged. Staten van 29 April 1914,
G no. 227 tot goedkeuring van het primitief
kohier van den hoofdelijken omslag over
1914.
Proces-verbaal van kasopneming bij den
gemeente-ontvanger op 22 Mei 1914.
Alsvoor bij het Burgerlijk Armbestuur op
14 Mei j.l.
Rapport inzake het bezoek door B. en
W. aan de scholen op 15 Mei j.l.
Acten der hooigrasverpachting voor Ge
meente en Armen, respectievelijk eene op
brengst aan wij zende van f1013,en f1677,
Circulaire Juni 1914 van den Algemeenen
Nederlandschen Politiebond, om jaarlijks
op de gemeentebegrooting een post uit te
trekken tot bestrijding der kosten van dien
bond.
Adres van het voorloopig bestuur tot op
richting eener vereeniging voor kleine ge
meenten, dd. 22 Juni 1914.
Circulaire der vereeniging „het Neder-
landsche Registratuurbureau".
Adres van den bond ter behartiging van
de belangen van het kind, dd. Juli 1914.
Alle deze stukken worden voor kennis
geving aangenomen.
Aan de orde zijn voorts:
Verzoekschriften van Wed. Kooij, H.
Tucker, A. M. van Drimmelen, H. G. van
Alfen, A. M. Verschuure, wed. M. Kramer
en wed. G. Bijl, tot afschrijving hunner
aanslagen in den hoofdelijken omslag, we
gens vertrek uit de gemeente, waarop goed
gunstig wordt beschikt.
Een adres van het bestuur der tuin- en
landbouwvereenigiug van 5 Juni j.l. tot
beschikbaarstelling van een lokaal der open
bare school, tot het houden van een cursus
in veekennis. Het gevraagde lokaal wordt
met algemeene stemmen toegestaan.
Een adres van het zelfde bestuur om op
den havenloswal eene opslag- en bergplaats
voor fruit als anderzins te mogen oprichten
zijnde de oprichting in het groote belang
der gemeente. Zoo wordt eenparig besloten
tot wederopzeggens daarvoor gratis grond
in bruikleen af te staan.
Een voorstel van B. en W. om de be
zoldiging voor eene onderwijzeres in de
nuttige handwerken aan de openbare school
te verhoogen, aangezien aan mej. A. Kramer
als zoodanig tegen 1 Augustus eervol ont
slag is verleend en eene oproeping zonder
gevolg bleef, terwijl een ingezetene had te
kennen gegeven voor eene hoogere bezoldi
ging in aanmerking te willen komen. Dit
weer naar het kasteel, waar hij alles onder
zocht. Zijn aandacht werd getrokken door
een klagend gezang, dat, naar het hem
voorkwam, in een klein afgelegen gebouwtje,
achter het kasteel werd aangeheven.
Lesurgues begaf zich daarheen en stootte
de deur open. Hij zag een klein, armoedig
vertrek, met kale muren van roode bak
steen. In een hoek stonden een ledikant
en een paar stoelen, klaarblijkelijk uit het
kasteel afkomstig, en in een andere hoek
brandden een paar takkebosschen in den
haard, waarvoor een beeldschoon jong meisje
zat.
Voor haar knielde een jongen van onge
veer vijftien jaar, die een eentonig lied zong.
Zoodra Lesurgues binnentrad, sprong de
jongen op en plaatste zich in dreigende
houding, tusschen het jonge meisje en hem.
„Wees niet bang, mijn jongon, ik zal je
geen kwaad doen," zei Lesurgues, en toen
hij daarna den jongen oplettend aanzag,
bleek hem terstond, dat hij een idioot
tegenover zich had.
Het jonge meisje was inmiddels opgestaan,
en nam den jongen bij de hand zeggende
„Wees maar gerust, kleine Louis, mijnheer
zal ons geen kwaad doen."
De idioot ging nu, brommende en knor
rende als een hond op een stoofje zitten.
Lesurgues maakte een diepe buiging voor
het jonge meisje en zeide:
„Ik ben in de hoogste mate verbaasd,
juffrouw, u hier in dit verlaten huis te
ontmoeten."
Als bij instinkt had het districtshoofd
het jonge meisje aangesproken, met het
voorheen gebruikelijke juffrouw," even
als zij, „mijnheer" had gezegd.
Het voorkomen van het jonge meisje
was zoo op-en-de-op aristocratisch, dat zelfs
den volbloed republikein de titel „burgeres,"
niet van de lippen wilde.
Wordt vervolgd.)