der Willem III, toen koning van En geland, ingenomen en wel na een be leg van een maand, hoewel zij door 16.000 man verdedigd werd. In 1715 werd Namen opgenomen onder de zoogenaamde barrière-steden die Noord Nederland moesten verde digen tegen Frankrijk, een maatregel die later nutteloos bleek. Thans wordt Namen echter opnieuw als een der sterkste en belangrijkste steden beschouwd. De geschiedenis herhaalt zich. Waar zijn de Engelsche troepen geland. De uitzending van het Engelsche ex- peditieleger naar het oorlogsterrein ge schiedt op verrassend geheimzinnige wijze. Zonder dat men er in Engeland zelf iets van gewaar werd of wordt, worden de Engelsche troepen hier en daar ingescheept en over het Kanaal gezonden. En wat men daarvan door ijverige nasporingen te weten kan ko men, dat laat de censor, op last van lord Kitchener, niet wereldkundig ma ken, schrijft de Londensche correspon dent van „de Tel." aan zijn blad. Reeds voor het einde der vorige week vernam ik van iemand, die van een bezoek aan de Engelsche Kanaal eilan den was teruggekomen, dat hij een groote boot met duizenden Engelsche soldaten het Kanaal had zien overste ken. De plaats van bestemming is niet uitgelekt. Ik weet ook, dat hier brieven van Engelsche soldaten uit België zijn ontvangen, en toch blijken zij aldaar evenwel tot dusver niet te zijn opge merkt. Maar dat wordt eensdeels uit de censuur verklaard en anderdeels uit het feit, dat alle dagbladcorresponden ten op eerbiedigen afstand van het oorlogsveld worden gehouden. Geen en kele Engelsche oorlogscorrespondent mag het van hier verzonden expeditie- leger vergezellen. Deze ontzaglijke vol- kerenkrijg maakt aan de carrière der oorlogscorrespondenten een einde. Van het vechten zien zij niets meer. En zij kunnen daaromtrent slechts berichten, wat men van officieele zijde rapporteert of verteld wil hebben. Van den bloe- digen strijd om en in Luik kregen on ze lezers zeker wel het beste en meest onpartijdige nieuws uit Luik zelf en Maastricht. De sterkte van het Engelsche expe- ditieleger zal tusschen de 100.000 en 200.000 man zijn, maar dichter bij het laatste dan bij het eerste cijfer. Met geen mogelijkneid kon ik echter daar omtrent de juiste gegevens erlangen. Wel meen ik te kunnen zeggen dat de uitgezonden troepen de keur van het Engelsch staande leger zullen vormen. De z.g. territorials, of landweer blijven de binnenlandsche veiligheid bescher men. Naar mij werd gezegd, zullen minstens twee gardereginaenten tot het expeditie-leger behooren. Het opperbe vel daarvan is, naar het heet, toever trouwd aan generaal Sir John French die het laatst inden Zuidafrikaanschen oorlog roemrijk vocht, en aan generaal sir J. M. Gierson, de commander in chief der oostelijke divisie van het En gelsche leger en ook een zeer bekwaam krijgskundige. Hij maakte vroeger een bijzondere studie der legers van Rus land en Duitschland. De toestand in Oostenrijk. Nu de mannen in den oorlog zijn, bezoeken de vrouwen bij duizenden de cursussen in verbandleer of trachten de mannen te vervangen in hun beroep of bij den veldarbeid. Talrijke vrouwen verenigingen doen haar best om te „Dan heb je je beter vermomd." „Misschien beweert u nog wel dat ik een bochel op mijn rug heb gehangen." „Je spotternijen zullen de justitie niet op een dwaalspoor brengen." „Ik wil de justitie juist afhelpen van het dwaalspoor waarop ze geraakt is." „Wees maar gerust, de jury zal onpar tijdig oordeelen en je zult een advokaat hebben om je te verdedigen." Menessier had geen reden om verheugd te zijn over den afloop van dit verhoor. Hij kwam geen stap verder en moest meDig verwijt hooren dat hem griefde. Hij mocht, hij wilde, hij kon niet twij felen aan de schuld van de gevangenen, maar nieuwe bewijzen vond hij niet. Nu vielen hem weder eenige duistere punten in, die de instructie omtrent Lesur- gues vermeldde en daar hield hij zich krampachtig aan vast. „Bij je arrestatie," zeide hij tot Lesurgues, „werden er twee legitimatiebewijzen bij je gevonden en daaromtrent heb je nooit vol doende verklaring gegeven." „Ik heb er al van gezegd, wat er van te zeggen viel." „Een van die bewijzen staat op naam van je neef André Lesurgues, hoe kwam dat in jou zak verdwaald?" „Ik zal het waarschijnlijk in vergissing tusschen mijn papieren hebben gestoken." „Alweer het toeval! Ik denk, je zult het wel meegenomen hebben om, mocht het noodig zijn, terstond Pakijs te kunnen ver laten." „Ik wist niet dat ik het bewijs had." „Maar het tweede dan, in blanco?" „Dat had ik al sedert ik uit Douai ver trok." „Ook bij toeval." „Neen met opzet." „Aha!" „Het is een jaar geleden; ik stond toen komen tot verlaging van prijzen der levensmiddelen, en tot verzorging van de kinderen der onder de wapenen geroepenen. Die vrouwen verrichten werkzaamheden, zamelen geld in. enz. De menschen kunnen het thuis niet uithouden, maar gaan de straat op of naar de koffiehuizen om het nieuws te hooren. Iedereen is zenuwachtingbrug gen, wegen, kanalen en automobielen worden scherp bewaakt. Wanneer auto's op een eerste som matie niet stilhouden, wordt er dade lijk op geschoten. Duizenden vrouwen ruilen haar gouden ringen voor ijzeren. Weenen is éen groot militair kamp. De militaire treinen zijn met bloemen en groen versierd en zitten vol goed ge humeurde soldaten. De berichten over hardhandige uit zetting van Oostenrijkers en Hongaren uit Frankrijk winden de gemoederen op. Men verheugt er zich over, dat de pogingen der Russen om er over de Oostenrijksche grens te komen, zijn mislukt. De Oostenrijkers hebben een rots vast vertrouwen in eigen macht en in die van Duitschland. De val van Luik en da strijd bij Mühlhausen worden gevierd als waren het overwinningen van de Oostenrijkers zelf. Het heet, dat zich 800.000 vrijwil ligers meer hebben aangemeld dan noodig waren. De legerorganisatie werkt als een goed gesmeerde machine. De soldaten zijn nieuw uitgerust en zien er uitste kend uit. Met ongeduld wacht men op berich ten van het Servische oorlogsterrein. Zooals te verwachten was, speelt het vliegtuig een groote rol in den tegen- woordigen strijd. Bijzonderheden kun nen wij daarover eerst later vernemen, maar het volgende bericht aan een der bladen is reeds van belang. Dezer dagen vlogen drie Duitsche eendekkers boven de Belgische stellingen nabij Diest. Geweer- en mitrailleurvuur hadden geen uitwerking, maar een veldstuk deed goede diensten. Na enkele schoten zag men de Taube draaiende neerkomen en op het veld vallen. Van de vliegers zou er slechts één enkele ontkomen zijn. Olieslagers en Tyck verrichten meer malen per dag gewichtige verkenningen. Tienen, 17 Augustus. Blijkens de laatste inlichtingen is de algemeene op- marsch der Duitschers in de richting van Brussel en Antwerpen hervat. Hun infanterie, bestaande uit verscheidene legercorpsen, marcheert op Tongeren en St. Truien aan, men voorziet een treffen bij Diest en Aerschot. Hun ka- vallerie is benoorden Hasselt. Boedapest, 14 Augustus. 7800 Rus sische soldaten van Poolsche nationali teit hebben zich vrijwillig overgegeven 4000 zijn te Szatmar en 3800 te Nagy- karoly in Hongarije ondergebracht. De Kölnische Volkszeitung bevat een particulieren brief uit Zwitserland, ge dateerd van 4 dezer, volgens welken in Bazel een Fransch spionnencomplot zou zijn ontdekt. Tien spionnen met meer dan 50 postduiven zijn aangehouden. Ook is de hand gelegd op automobi listen, die uit Belfort kwamen. Men heeft hun het heele spionnage-plan af genomen en ook een aantal bommen. Al deze spionnen zijn in de gevange nis te Bazel opgesloten. Doordat men sedert eenige dagen het oplaten van nog aan het hoofd van het district." „En mocht je daarom legitimatie-bewijzen weg nemen „Ik mocht er over beschikken." „En wat wilde je er mee doen?" „Er van gebruik maken als ik naar Parijs ging- „Maar je hebt beter geoordeeld het te bewaren, het kon je nog eens beter dienst doen." „Ik had het niet noodig want ik was genoeg bekend om vrij te reizen." „Je hebt je tijdig voorzien van een blanco bewijs dat je bij voorkomende gelegenheden met een anderen naam kon invullen en er mee naar het buitenland gaan wanneer de politie je op de hielen mocht zitten." „Nooit heeft er een haar van mijn hoofd aan gedacht." „Al je ontkennen en al je uitvluchten helpen niet. De zaak staat mij helder voor den geest. Guénot is degene bij wien het plan opkwam." „Dat is volkomen onwaar." „Door je betrekking kon je op de hoogte zijn van de verschillende zendingen van den staat." „Ik wist zelfs niet wanneer de postdienst naar Lyon vertrok." „Daar is makkelijk achter te komen. Je wist dat er groote sommen gelds werden verzonden en toen reisde je naar Parijs." „Ik ben naar Parijs gegaan omdat ik bij een transport zilver bestolen was en nu den dief trachtte op te sporen." „Die zaak zullen wij een oogenblik late a rusten. Die dief zal wel gevonden worden en dat zal jij zelf wel zijn." „Ik begrijp niet wat u bedoelt." „Best, we gaan voort. In de eerste dagen van Floreal, den tweeden, derden, wordt je in de voorsteden van Parijs gezien, in la Vilette, Belleville, Grenelle." „Ik moest daar overal nasporingen doen." postduiven had waargenomenen, is men het spionnen-bureau op het spoor ge komen. Lijnden, 14 Aug. Engelsche schepen hebben in de laatste twee weken twin tig buitgemaakte schepen naar Bermuda opgebracht. Waarom Nederland buiten den Oorlog blijft. Aan een artikel voorkomend in het „N. v. h. N." ontleenen wij het volgen de: De „Soir", een der invloedrijkste Brusselsehe bladen, bevatte Maandag een artikel, waarin tusschen de regels door aan Nederland wordt verweten, dat het zich niet voldoende klaar maakt om de Duitschers, die, volgens het blad, plan zouden hebben ook onze grenzen te schenden, tegenstand te bieden. Per tinent meent het blad te mogen ver klaren, dat Limburg voor den doortocht zal worden gebruikt en dat het slechts een kwestie van tijd zal zijn of Duitsch land zendt hetzelfde ultimatum naar Den Haag, dat het ook naar Brussel zond. We laten deze veronderstelling voor rekening van dat blad, er bij voegende, dat voorzoover wij meenen te mogen oordeelen, Duitschland zich uit eigen belang wel zal wachten onze grenzen te schenden. Immers: schending van onze oostergrens door Duitschland brengt ons met dat land in oorlog en bezorgt ons direct Frankrijk, België en Engeland tot bondgenoot, om van Rusland, Servië en Montenegro niet eens te spreken. Gebeurt dit dan heeft Duitschland veel breeder front te verdedigen en dat nog wel aan zijn westergrens, die lang niet zoo versterkt is als meer naar het zuiden. Het zal de havens van Nederland niet kunnen sluiten, de Engelsch® vloot komt als vriend in Vlissingen, Rotter dam, Den Helder, het Engelsche leger stelt zich veilig op achter de waterlinie en kan vandaar uit het Duitsche leger den opmarsch naar Frankrijk door een Aankaan val zeer bemoeilijken, zooniet geheel tegengaan. Dat is o. i. de reden, waarom Duitsch land zich wel wachten zal onze grens te schenden. Geen liefde tot de Neder landers maar puur eigenbelang, dat gelukkig ons ten goede komt, omdat het ons voor oorlogswee behoedt. In Frankrijk wil men dat niet inzien en ook de „Temps" prikkelt ons reeds, spreekt van nalatigheid en laksheid onzer regeering en spoort ons aan tot krachtige taal. Men zou daar liever zien, dat Neder land ook maar direct naar de wapenen greep, en, zoo het dit niet wil, dan toch in elk geval in de pers behoorlijk scheld op wat Duitschers in België doen en overigens ook maar krachtig ging waarschuwen tegen een overheersching van Europa door het militaire Duitsch land. Wij doen dat niet. Geen enkel Neder- landsch blad doet dit. Alle bladen zijn zonder eenige uitzondering voorzichtig genoeg in hun artikelen en begrijpen ten volle, dat zij geen enkele reden hebben om Duitschland meer te eer biedigen of het meer te tarten dan Engeland of Frankrijk. Voorloopig ver- keeren wij met al deze staten nog op voet van vriendschap en een sommatie als van de Fransche „Temps" of een bedekte verdachtmaking als van de Brusselsehe „Soir" moet ons koud laten en ons in geen geval aansporen tot verandering van houding jegens wie ook der oorlogvoerende mogendheden. Ook hierom: De regeering heeft een beroep gedaan op het gansche volk om Integendeel je zocht er helpers, bondge- nooten voor je schandelijk plan maar je hebt van die onderhandelingen met die profes sioneels straatroovers afgezien omdat die je onmiddellijk zouden verklikken als hoofd schuldige, wanneer ze in handen van de Eolitie mochten vallen. Daarop zocht je het ooger op en hebt Lesurgues aangezocht." „Mij," riep Lesurgues verontwaardigd uit. „Dat voorstel kwam te goeder ure, want Lesurgues zat in geldnood en hij kon niet meer voldoen aan de eischen van zijn twee huishoudens. Het was echter niet mogelijk dat plan met jelui tweeën uit te voeren'en dus moesten er nog anderen gezocht worden. Het eerst viel het oog op Richard, die ee* prachtige bondgenoot kon zijn en die jelui dan ook van grooten dienst is geweest. Hij raadde je aan Courriot er in te halen, die een ruim geweten had en voor alles te vangen was, waar geld mee kon verdiend worden. Eindelijk vond jelui nog Bernard, de Isra ëliet, die honderd red-middeltjes in zijn zak heeft en die zich overal weet uit te draaien." Wat moesten de beschuldigden antwoor den? Het was een vooroordeel bij de rechter. Hij wond zich zelf op tot de overtuiging, dat hij het licht had ontstoken, en niets kon hem doen weifelen in zijn meening of terug komen op een der punten zijner beschuldi ging. Menessier had even gezwegen en zijn slachtoffers scherp aangekeken, toen hij voortging „Nu moesten de rollen nog verdeeld wor den. Een ran de vier samenzweerders neemt een paspoort, op naam van Laborde en rijdt als passagier met de postkarmede. Hij krijgt in last, op een gegeven oogenblik den koerier overhoop te steken, terwijl de vier anderen den postiljon dooden en de post overrompe len. Is het niet zoo in zijn werk gegaan?" „Het ia onwaar van het begin tot eind," haar te steunen. Die steun wordt nog dagelijks gevraagd, ook aan de pers. Nog pas eergisteravond kregen we weer 'n nieuw verzoek van den minister van oorlog om niet alleen, zooals ons vroeger reeds was verzocht, niets mede te deelen over onze eigen troepenverplaatsingen of mobilisatie, maar ook om niets op te nemen omtrent aanwezigheid of be wegingen van vreemde vloten of eska ders, welke van Nederlan.lsch grond gebied of van uit de Nederlandsche wateren worden waargenomen,aangezien zulke berichten voor een der oorlog voerenden van waarde en voor de tegen partij nadeelig of voordeelig zouden kunnen zijn. Zóo sterk staat dus de regeering op het handhaven onzer neutraliteit, dat zij aanmaant tot de uiterste voorzichtig heid. Welnu, wij allen moeten de re geering daarin helpen. Wij moeten niet hardop uitbazuinen aan welken kant onze symphatie is, alle moeilijk heden trachten te vermijden en ook onze regeering doet dan ook o. i. het best zich noch door Fransche, noch door Belgische kranten van de wijs te laten brengen en te blijven voortgaan op den ingeslagen weg met het eenig doel: Handhaving onzer onzijdigheid. Keizerin Eugenie, de weduwe van Napoleon III, heeft aan de Koningin van Engeland f 2500 doen toekomen voor het Engelsche Roode Kruis. Wat al herinneringen wekt deze naam op en met hoeveel aandacht zal de oude dame den loop der krijgsgebeurtenissen vol gen, zij, die in de laatste dagen van Juli tot 4 Sept. 1870 Regentes van Frankrijk was, terwijl de keizer in het leger toefde tijdens welk regent schap het ministerie-Palikao den moed erin trachtte te houden door het pu- bliceeren van groote zegeberichten en intusschen de Duitschers op Parijs aan rukten, totdat eindelijk 4 Sept. de bom barstte en de Keizerin, door den Ita- liaanschen gezant graaf Nigra geholpen, met groote moeite erin slaagde Parijs te verlaten en naar Engeland te ont komen. En vooral in deze dagen, de herdenkingsdagen van de slagen bij Colombey-Nauilly (14 Aug.) Mars la Tour (16 Aug.) en Gravelotte (18 Aug.) welke de opsluiting van Bazaine, aan wien Napoleon het opperbevel had op gedragen, binnen Metz tengevolge had den, zal Eugenie wel in hare herinne ringen leven. Het Nederlandsche stoomschip Epsi lon, van Archangel te IJmuiden aan gekomen, rapporteert dat het in de haven van Drontheim heeft zien liggen een ontredderde Duitsche dreadnought waarvan de schoorsteenen waren weg geschoten en een zijde geheel openge scheurd was. Voorts dat het in de fjord van Skudesnaes heeft zien binnenvluch ten vier Duitsche torpedobooten, achter volgd door vier Engelsche dreadnoughts. Het onderhoud van de negen en een kwart miljoen soldaten die op't oogen blik gemobiliseerd zijn in Engeland, Frankrijk, Rusland, Duitschland, Oos tenrijk, Turkije, België en Servië kost 54 miljoen gulden per dag. En de kos ten van het mobiliseeren kan die som verdubbelen of verdriedubbelen. Zoo luidt de meening van een op flnancieel gebied gezaghebbend blad. Een ontzettende dwaasheid, te ont zettender omdat deze miljoenen men schen worden uitgezonden om elkander op de zekerste en vlugste wijze te ver nietigen. Terecht noemt „Het Handelsblad" verklaarde Guénot. „De zaak is zoo klaar dat jelui oneindig beter zoudt doen te bekennen." „Moet ik bekennen terwijl ik ten ©enen male onschuldig ben?" vroeg Lesurgues. „Moet ik bekennen, dien dag gelijktijdig te Montgeron en te Dauai te zijn geweest?" vroeg Guénot. „Ik weet van de zaak niets af," verklaarde Courriot. „Het verhoor is afgeloopen. De Jury zal vonnissen. Bregadier, breng de beschuldig den naar de gevangenis. XV. Wij hebben, in een vorig hoofdstuk, mej een enkel woord vermeld, hoe de kundige en gezochte ingenieur, die op zulk een ge heimzinnige wijze zijn eenigen zoon had verloren, als het ware de pleegvader was geworden van Joseph Lesurgues, met wien hij anders op vriendschappelijken voet had omgegaan. Hoewel Eymery door zijn werkkring zeld- zaa n in Dauai kwam en ook in Parijs, sedert Lesurgues daar woonde, hem nog niet had bezocht, bleef hij trouw op de hoogte van zijn wedervaren en stond hem nog altijd, zoo mogelijk, met raad en daad bij. Eymery was juist in Toulouse, waar een groot werk hem bezighield, toen hij het be richt van Lesurgues gevangenneming las. Eerst meende hij dat er sprake was van een naamgenoot, maar allengs werden de bizonderheden zoo nauwkeurig dat er aan de indentiteit niet te twijfelen viel. Eymery spoedde zich naar Parijs en tracht te daar alles te weten te komen wat de in structie aan het licht had gebracht. Hij ver nam daar eveneens dat O vide Saint Leger, de speurhond was, die de justitie het eerst op het spoor der moordenaars had gebracht en die Courriot had gearresteerd. Eymery meende zich tot dien welbekenden en be- dit een tragedie, de ontzettendste der wereldgeschiedenis, te meer omdat tot deze volken, die malkaar zoeken te dooden de drie behooren, aan wie in de eerste plaats de beschaving, de wetenschap en de cultuur van Europa zijn toevertrouwdDuitschland, Enge land en Frankrijk. In New-York is het ontrooven van kinderen een georganiseerd bedrijf ge worden. Troepen mannea 6n vrouwen, meestal Italianen, hebben daartoe, al dus de „Daily Telegraph", een soort „trust" gevormd. Gedurende de laatste tien jaren hebben deze ongeveer 150 kinderen gestolen en ze tegen een los prijs van tusschen de 120 tot 500 p. st. overeenkomstig den rijkdom der ouders weder losgelaten. Een tiental menschen die zich met dit handwerk bezig hiel den, werden gearresteerd. Verschillende getuigen deden een boekje open over de door hen toegepaste werkwijze. Het begon gewoonlijk daarmee, dat een lid der bende den ouders van het kind, dat was meegenomen, kleedingstukken en later haarlokken zond, die van dat kind afkomstig waren. In sommige ge vallen werd dit ook gedwongen, in hart verscheurende brieven de martelingen te beschrijven, die in uitzicht gesteld of geleden waren totdat het losgeld was uitbetaald. Bij elk geval, dat een kind werd op gelicht, waren zes menschen betrokken, onder wie overeenkomstig de mate, waarin zij daartoe hadden bijgedragen, de gestorte som werd verdeeld. De vader van het kind ziet den roover zelden, tenzij hij is gearresteerd. Uit een on derzoek bleek, dat rijke ouders niet het mee9t slachtoffers dier praktijken wer den. De gemakkelijkste prooi zijn kleine winkeliers van vreemde nationaliteit, die met bomaanslagen worden bedreigd. Ook zijn tal van kinderen geroofd van doortrekkende vreemdelingen geduren de de afwezigheid van wie met het toe zicht op hen belast waren, maar in de meeste gevallen eerden de kleine slacht offers toch opgelicht, terwijl ze op weg waren naar school. De N ederlandsche Spoor weg maatschap pij en hebben besloten, de geldigheid»- duur van abonnementskaarten welke bij haar zijn of worden gedeponeerd, te ver lengen met even zoovele halve maanden als de kaart tijdens haar geldigheidsduur onder berusting van een der maatschap pijen zal zijn gebleven. Voort® zullen kilometer boekjes, welker geldigheidsduur op 31 Juli of later ein digt, tot nader bericht geldig blijven, zoodat voor deze de volle waarborgsom zal worden vergoed, terwijl ook onge bruikte kilometers in nieuwe kilometer- boekjes|kunnen worden overgeschreven. Ook kilometerkaarten blijven voor loopig geldig. De afdeeling Wateringen van „West- land" verzond deze week in een tweetal zendingen ruim 50.000 pond tomaten aan een koopman te Rotterdam. Er zou getracht worden deze per speciale boot naar Engeland te verzenden; zoo dit niet gelukte, zouden de tomaten te Rot terdam worden ingemaakt. Indien er meer vraag komt, is men voornemens de tomaten weer te veilen. De handel in groenten en fruit voor het binnenland herstelt zich langzamerhand. De prijzen van druiven en perziken beginnen meer normaaal te worden, ook bij grooteren aanvoer. faamden ambtenaar van politie te moeten wenden, en door hem de beste inlichtingen te kunnen ontvangen. Saint eger, ot de kroeskop zooals hij kortweg genoemd werd, was, wij weten het reeds, in zijn hart over tuigd van Lesurgues onschuld en hij had zich verbonden met Eugenie d'Argenceom middelen te beramen en te baat te nemen die Lesurgues ten goede moesten komen. Eymery was niet alleen een man met een vasten wil en gerijpt verstand, maar ook met een week hart, en in plaats van Eugenie te veroordeelen en te minachten beklaagde hij haar en besefte hij het droe vige van haar lot, nu zij alleen en zonder steun in zoo moeilijke omstandigheden was geplaatst. Hij besloot de vriendin van zijn pleegzoon te bezoeken, niet alleen uit mede lijden, maar ook in de hoop en het ver moeden door haar bizonderheden te weten te komen, die ten gunste van Lesurgues konden aangewend worden. Eugenie ontving Eymery zonder verba zing te toonen over zijn bezoekzij was ter neer geslagen, droefgeestig, maar de koorts brandde in haar oogen. „Ik ben de belangstelling die gij mij be toont, burger, niet waard. Ik ben schuldig maar ik kende de omstandigheden niet, waarin Lesurgues verkeerde. Had ik ge weten dat hij getrouwd was, dan had ik mijn hart het zwijgen opgelegd, maar ik wiet het niet en heb onwetend diefstal begaan aan zijn vrouw en nadeel berokkend aan zijn kinderen." „Gij oordeelt te streng, Lesurgues heeft u lief, maar hij heeft ntfet opgehouden een zorgzaam echtgenoot en een teeder vader te zijn." „Juist daarom moeten wij alles in het werk stellen om hem te redden. Hij moet teruggegeven worden aan zijn vrouw en kinderen, en als dat bereikt is zal ik ge troost sterven." Wordt vtrvolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1914 | | pagina 2