De Russische Generale Staf deelt het navolgende mede over het geheel der krijgsverrichtingen van het Russische leger in Galicië, die geleid hebben tot de inneming van Lemberg. Het eerste Oostenrijksche leger had ten doel een aanval op het Russische front van Lublin tot Cholm. Om deze verrichting tegen uit het oosten komen de Russischen opmarsch te dekken, had een tweede leger, saamgesteld uit de Ille, He, Ie en Xlle legercorpsen en 15 divisies cavalerie stelling genomen ten oosten van Lemberg, tusschen Ga- licz en Kamionka. Het werd nog ver sterkt op het oogenblik dat het Rus sisch offensief van 12 divisies infanterie tegen hetzelve ondernomen werd.DeRus- sische aanval begon 20 Augustus en had ten doel dit Oostenrijksche dek kingsleger, dat Lemberg beschermde, terug te werpen en den rechtervleugel en de achterwaartsche verbindingen van de hoofdmacht van het le Oosten rijksche leger te bedreigen. De Russische aanval, aangeduid door een onafgebroken reeks van zegevierende gevechten, door het innemen van Galicz en van andere versterkte stellingen, werd den 3en September bekroond door den reeds gemelden intocht der Rus sische troepen binnen Lemberg. Na de inneming van Lemberg ontaardde de terugtocht der Oostenrijksche strijd machten in een vlucht en de verslagen troepen hebben voor eenigen tijd elke geschiktheid tot het gevecht verloren. Alleen reeds in de streek van den be nedenloop der rivier Gnila Lipa lieten de Oostenrijkers op het slagveld 20.000 dooden en gewonden. Het aantal door onze troepen gemaakte gevangenen is nog niet vastgesteld, maar het laat zich bij tienduizendtallen becijferen. Wij hebben ons meester gemaakt van een belangrijke buit, 200 k mnonnen en zeer talrijke deelen van den legertros. Kort geleden heeft de Amerikaansche Oliekoning John. D. Rockefeller aan het wetenschappelijk instituut te New- York, door hem opgericht, opnieuw 4 millioen geschonken, zoodat deze in richting nu totaal 25 millioen van hem ontvangen heeft en Rockefeller in 't geneel 434 millioen voor wetenschap pelijke en paedagogische doeleinden beschikbaar heeft gesteld. Totnogtoe behandelde Rockefeller-in- stituut slechts menschelijke ziektende laatste schenking heeft een goed doel, ook het onderzoeken van dierziekten te bevorderen. Hiermee wordt niet al leen een wetenschappelijk, doch ook een economisch doel bereikt. Het groote kapitaal dat nu door dierziekten en de gevolgen daarvan verloren gaat, het verlies, door de ziekten der varkens der Yereenigde Staten alleen veroor zaakt bedraagt bijna een kwart milliard. De verwoesting van Leuven. Berlijn, 7 September. De Norddeut- sche Ailgemeine Zeitung schrijft: Wij zijn in de gelegenheid geweest Hilferich, den directeur der Duitsche Bank, die juist uit Belgie is tarugge keerd, te spreken. Hij is o.a. ook te Leuven geweest en vertelt dat van een algeheele verwoesting der stad geen sprake kan zijn. Kapotgeschoten en verbrand zijn slechts de oostelijke wij ken, waarin de Duitsche troepen door de bewoners arglistig beschoten zijn, met name de straten die van het sta tion en uit de richting Thienen naar de stad leiden. De ironie van het nood lot wil dat de straat van Thienen naar het centrum der stad Leuven den naam „Rue des joyeuses Entrées" „Weet je zeker dat het vier ruiters waren, wij hebben reden te vermoeden dat er vijf waren." „Wat mij betreft, ik heb er maar vier gezien." „Dat is verbazend, want je was toch kort bij." „Op twintig of dertig pas." „Dan heb je hen toch heel goed kunnen zien." „Zeker, te meer daar zij in de herberg van Montgeron hebben gegeten, waar ik ook zat aan een ander tafeltje." „Dan herken je zeker de beschuldigden wel." Zoodra Charbault Lesurgues zag riep hij uit: „Dezen herken ik terstond." „Je vergist je, burger," zeide Lesurgues bedaard. „Zwijg!" riep Menessier woedend, „ik verbied je te spreken. Je moogt de getuigen niet influenceeren." en toen wendde hij zich tot Charbault, zeggende„Dus je herkent dezen beschuldigde als een van de vier ruiters?" Charbaut aarzelde. Had de toon van overtuiging en goede trouw, die Lesurgues eigen was, hem aan het wankelen gebracht? Was het de stem van Lesurgus die hem anders in de ooren klonk als die van den ruiter? Hoe hetzij, hij antwoordde ontwijkend. „Het komt mij wel zoo voor, maar „Geen maar-en, je herkent hem niet, daar ligt niets tusschen," schreeuwde Menessier ruw. „Je hebt tijd en gelegenheid gehad den man goed aan te kijken, dus, ja of neen „Ja, ja," stamelde Charbault, „hij is de ruiter van Montgeron." „En weet je nog bizonderheden van klee ding of iets dergelijks." „Ik herinner mij niet precies welke kleur (straat der blijde inkomsten) draagt. Alle muren der huizen in deze straat dragen de sporen van kogels, een be wijs dat elk blok huizen bestormd is moeten worden. Daarentegen is de ge- heele zuidelijke helft der stad en een gedeelte van de westelijke wijk zoo goed als onbeschadigd gebleven. Tal van huizen dragen daar opschriften als „Hier wonen goede menschen. Ver zocht wordt hen te sparen". Het stadhuis, de parel van Leuven, is ongerept gebleven. De Duitsche troepen hebben het „gered". Officieren die aan de straatgevechten hebben deelgenomen, vertellen dat Duitsche troepen de stoombrandspuiten hebben bediend, die de ontzettende brand in de gebouwen nabij het raad huis hebben gebluscht, ofschoon zij tijdens dat blusschingswerk voortdu rend door de bevolking werden be schoten. Jammer genoeg is het niet gelukt de universiteitsbibliotheek te redden. Van de Kathedraal is de toren in gestort het schip van de kerk is be houden gebleven. De bekende abbé Wetterlé geeft in L'Opinion antwoord op de vraagWaar om wilde Duitschland den oorlog? Zijn meening is deze: „Dat de oorlog niet vroeger is uitge broken, komt alleen, doordat de Duitsche diplomatie, die steeds scherp uitziet naar de voordeeligste combinatiën, meende, den oppersten bevelhebber van het leger nog geen troeven genoeg in handen te hebben gegeven. En bovendien, keizer Wilhelm II, dien de pangermanisten openlijk een lafaard hebben genoemd, weigerde, de toekomst van zijn Vorsten huis de inzet te doen zijn eener bloedige botsing. „Toen in strijd met wat de Duitschers hadden gehoopt, de wederinvoering van den driejarigen diensttijd door het Fran- sche parlement was aangenomen, gingen er in de staatkundige kringen van Ber lijn talrijke stemmen op, die gebiedend eischten, dat men den vijand zou ver pletteren, voordat hij den tijd had met de hervorming zijner militaire organi satie te beginnen. „En steeds ging die druk van beneden naar boven. Deze stemmen, die den oorlog eischten, kwamen uit het korps onderwijzers en leeraren, waar het chau vinisme zijn hardnekkigste aanhangers vindt, uit de kringen van handel en nijverheid, die droomen den wereldhan del geheel tot zich te trekken, uit het volk, dat men als in voortdurenden roes heeft gebracht, door het dagelijks patriottischen wijn te schenken. „Het officieele Duitschand kon niet langer den noodlottigen datum verschui ven. In de regeeringskringen wist men, dat de krachtsinspanning, die mogelijk was, tot de hoogste limiet was opgevoerd. Alle reserves en manschappen waren benut. „Wat de financieele hulpmiddelen be treft, die waren volkomen uitgeput. De leeningen van 1907 waren niet voltee- kend. De finantieele hervorming, waardoor artikelen van eerste levensbehoeften met 500 millioen belast waren, had bijna eene omwenteling doen ontstaan. Toen dan onlangs het leger-effectief in vredes tijd op zulk eene verschrikkelijke wijze werd verhoogd, was men gedwongen zijn toevlucht te nemen tot eene buiten gewone belasting op het vermogen, die zeer zeker, zonder een ernstig gevaar op te leveren, niet voor een tweeden keer kon geheven worden. „Men moest dus snel, krachtig toe- van jas hij droeg, maar ik weet dat hij slappe laarzen aan had met zilveren sporen." „Ja de waarheid moet zich baan breke», wat er tegen aan gevoerd wordt," sprak Menessier met veel zelfvoldoening. „Herken je de anderen niet?" „Neen, burger-rechter, ik zie geen ander die er bij was." „Maar van dezen" (op Lesurgues wijzend) „ben je zeker." „Daar geef ik mijn hoofd voor" zei Char bault, en bij die woorden rilden de be schuldigden. Eindelijk kwam Antoine Perrault voor, een landeigenaar van Saint Germain Taxis. „Ik ging den achtsten Floreal naar Mont geron" verhaalde deze „en dineerde bij Ed ward omdat het al zoo laat was geworden." „Dus hebt ge" merkte Menessier op „de boosdoeners kunnen zien die omstreeks dien zelfden tijd daar ook dineerden." „Zeker, ik heb gezien en één hunner heb ik meer in het bizonder opgemerkt omdat hij meer uitgelaten dan zijn kameraden grappige verhaaltjes deed in den zuidelijken tongval. Voor de beschuldigden gebracht wees hij zonder dralen Gourriot aan. Toen wees de rechter op Guénot maar de getuige aarzelde„Ik heb hem misschien al vroeger ontmoet maar ik geloof niet in Montgeron." De rechter bracht hem bij Lesurgues. „En deze dan?" „Ik weet het waarlijk niet, ik herinner mij zijn blonde haren." „Dan heb je hem al ergens ontmoet." „Met eenig voorbehoud geloof ik wel hem te herkennen." „Je moet dan toch weten hoe hij ge kleed was." „De ruiter, dien ik bedoel, had een licht grijze, bijna witte jas aan." „Met sporen slaan. De generale'staf koos daarvoor juist dat oogenblik, waarop de nieuwe Duitsche militaire wet zijn volle uit werking had bereikt." Frankfort aan de Main, 7 September. Naar de Frankforter Zeitung uit Stock holm verneemt heeft het vergaan bij North Shields van het op een mijn ge- loopen Zweedsche stoomschip Sankt Paul grooten indruk gemaakt op de reederijen te Stockholm. De ramp zal ongetwijfeld tot een grootere inkrimping van den handel tusschen Zweden en de Engelsche oostkust leiden. Aan het Oostenrijksch-Russische front. St. Petersburg 7 September. De groote generale staf bevestigt het bericht van een nederlaag van de 15de Oostenrijksche divisie bij Laszczof (ten Z. O. van Komarof) op den 28sten Au gustus. De commandant van een brigade en de chef van den staf van deze devisie zijn gesneuveld, 100 officieren, 4000 sol daten en 600 gewonden zijn krijgsge vangen gemaakt. Twintig kanonnen zijn vermeesterd en het vaandel van het 65ste regiment. Het geheele slagveld was met lijken bedekt. De Chineesche regeering heeft volgens een bericht van den correspondent der Times te Peking, de verklaring afgelegd dat zij op die punten binnen Lungkau, Laitsjau en de omgeving van de Kiaots jou-baai, welke de oorlogvoerende troe pen noodzakelijkerwijze moeten pas- seeren, niet de verantwoordelijkheid voor een strikte handhaving van haar onzijdigheid op zich kan nemen. De regeering wijst er op dat de oorlogvoe rende mogendheden de territoriale en administratieve rechten van China en all e particulieren eigendom in die streken hebben te eerbiedigen. Deze verklaring zegt de correspon dent van de Times veroorlooft Japan van de voornaamste wegen gebruik te maken om een leger achter Tsingtau om te brengen. De oorlogscorrespondent van de Vos- sische Ztg. in het groote hoofdkwartier geeft eerst een schildering van de zege vierende gevechten, welke het leger van den Duitschen kroonprins bij Long- wy heeft geleverd en van de daarop ondernomen vervolging van de Fran- schen. Dan volgen bijzonderheden van de overgave van Longwy. De vesting heeft zich den 26sten Augustus na een buitengewoon dap peren tegenstand overgegeven. Na een beschieting van 5 dagen was nog maar 1 Fransch kanon bruikbaar. De voor dien door de burgerij ontruimde stad Longwy Haut was in letterlijken zin tot puin geschoten. Daarbij waren nog niet eens onze grootste kanonnen be trokken geweest. De beschieting van de vesting was een volkomen verrassing voor de be zetting. Het eerste schot heeft 1 offi cier en 10 man gedood. Sommige gra naten sloegen door kazematten van drie verdiepingen heen. Toen de Duitschers in stormpas aan kwamen en de Fransche commandant, overste Darche, nog slechts het eene bruikbare stuk geschut over had, gaf hij zich met zijn 3700 man, waarvan echter 100 gevallen en 400 gewond waren, over. Kroonprins Wilhelm eerde den heldenmoed van den overste door hem zijn degen te laten. Ons geschut bevond zich bij de be schieting ongeveer 8 K.M. ten N.W. van Longwy achter een bosch. „Zeker, ze hadden allen sporen, alleen waren de zijnen van zilver of verzilverd." „Kijk nu de anderen aan." „O, daar is geen vergissing mogelijk, die heb ik geen van allen ooit gezien." „Herken je de twee anderen niet „Twee, er blijft maar één over, want ze waren met hun drieën." „Dan moet je je toch vergissen, er dineerden vier ruiters." „Ik heb er maar drie gezien." „Goed je wordt bedankt." Menessier was niet veel verder. Als hij een oogenblik een ander standpunt had willen innemen en gelooven aan de onschuld van de meesten der beschuldigden, dan had hij daarvoor voedsel kunnen vinden in de afgelegde getuigenissen, maar integen deel, hij nam het bezwarende uit de ver klaringen voor Lesurgues en Courriot aan en hechtte geen waarde aan de eenstem migheid der getuigen die de anderen niet herkenden. Hij was en bleef de man van vooringe nomenheid. XXH. Chanty bleef niet stil zitten. Hij begreep dat hij alle zeilen moest bijzetten om den strijd vol te houden tegen de maatregelen die Lesurgue's vrienden en bondgenooten zouden nemen. Hij begaf zich weder naar mevrouw de Folleville en deelde haar mede dat de be wijzen tegen Lesurgues met den dag be- zwarender werden en dat er weinig kans overbleef dat hij den dans zoude ont springen. Terwijl hij nog pratende was, werd Wil liam Coutt, de zaakwaarnemer van mevrouw de Folleville, aangemeld en toen Chanty, uit bescheidenheid, wilde opstaan, ver zocht de gastvrouw hem te blijven zitten, omdat zij het wenschelijk achtte dat de Toen wij de citadel bezichtigden, zag ik talrijke dum-dum patronen en wij vonden ook een machine, waarmede de dum-dum kogels werden gemaakt. Toen een 20-tal gevangenen werden weggevoerd en ik aldus besluit de correspondent slechts oude mannen en halfwassen knapen zag, vroeg ik Daar de reden van deze zonderlinge samenstelling. Ik vernam, dat deze lieden gewonden op ongehoorde wijze verminkt hadden, en door tot de groote nations beboorende individuen zijn in dezen oorlog dan ook grootere afgrij selijkheden gepleegd dan bij de op standen van de Herrero's en de Hot tentot ten in Zuid west-Afrika. De commandant van het militair spoorwegvervoer te velde ia Duitsch land heeft aan alle stations- en lijn commandanten een strenge instructie uitgevaardigd, om ongepaste nieuws gierigheid bij het vervoer van krijgs gevangenen tegen te gaan. Alleen die personen mogen zich bij het doorrijden of stilstaan van treinen met krijgsgevangenen op de stations en perrons bevinden, die in verband met de uitoefening van den dienst daar strikt noodig zijn. Het geven van versnaperingen aan niet gewonde krijgsgevangenen is be slist verboden. Dezen moeten, evenals dit is voor geschreven voor de Duitsche militaire transporten, op de aangewezen verple gingsplaatsen, waar een bepaalde tijd voor oponthoud is toegestaan, op een voudige wijze voldoende worden gevoed. Het gebruik maken van het Roode Kruis of gelijksoortige weldadigheids inrichtingen ten behoeve van niet ge wonde krijgsgevangenen moet zooveel mogelijk voorkomen worden. De vertrokken vorst van Albanië heeft een oproep aan het Albaneesche volk gericht, waarin hij verklaart, dat hij zich in 't belang van zijn land eenigen tijd naar het Westen begeeft. Zijn eenige gedachte blijft, ook in de toekomst te arbeiden aan de welvaart van het edele en ridderlijke Alba neesche vaderland. Kardinaal Giacomo della Chiesa, aarts bisschop van Bologna, is gekozen tot opvolger van Pius X. Blijkens de be richten heeft het conclave herhaaldelijk moeten stemmen, voor een der kardi nalen de uitverkorene werd. De keuze is ten slotte gevallen op een kardinaal, die eerst in het laatste consistorie in Mei van dit jaar tot kardinaal is be vorderd. Het is weer een Italiaan. Onze land genoot kardinaal van Rossum, als ver moedelijke opvolger genoemd, is het dus zoomin geworden als anderen aan wie de Italiaansche bladen de meeste kans gaven Ferrata, Gasparri, Mafïï, Sera fine. De nieuwe paus heeft den naam aan genomen van Benedictus XV. Het is al lang geleden, dat de laatste Bene dictus op den Stoel van Sint Pieter zat. Benedictus XIV was paus van 1740 tot 1758. Hij was van geboorte een Bolognees en, evenals della Chiesa, kardinaal van Bologna, toen hij paus werd. Van hem wordt getuigd, dat hij een wijze en gematigde politiek volgde, die ook bij Protestanten waardeering vond. Hij was voorts een bevorderaar van de wetenschap en van de kunst. Dat de nieuwe paus den naam Bene dictus heeft gekozen, voorspelt dus veel goeds. beide personen elkander leerden kennen. Na de voorstelling en de eerste beleefd heids-formules liep het gesprek spoedig over de beruchte zaak en Coutt was van oordeel, dat men rustig moest wachten, want dat vonnis of vrijspraak weldra zouden volgen, of Lesurgues zal gaarne de voor- loopige overeenkomst bevestigen of zijn goederen, dus ook het domein, komen weder onder den hamer ten gunste van den staat. Chantv opperde nu het denkbeeld dat Lesurgues maar in naam al de eigen dommen had aangekocht en wel dat hij in naam der oorspronkelijke eigenaars had gehandeld en dat dus het domein feitelijk aan mevrouw de Folleville toebehoorde, maar dat het nog niet op haar naam was overgedragen. Hierin zoude ook een der aanleidingen tot de misdaad schuilen, daar hij verplicht was de opbrengst uit te keeren en zijn weelderige levenswijze hem daarin ver hinderde. Die veronderstelling is niet te gewaagd en de jury zal daar hoogstwaar schijnlijk wel op ingaan. William Coutt, de zaakwaarnemer, luis terde met gespannen aandacht en hij begon de plannen van Chanty te doorzien. Hij deinsde niet terug voor bedenkelijke zaken mits hij er voordeel bij had en de belangen van mevrouw de Folleville werden er zeker niet door geschaad, veeleer gebaat en dus zoude zij er wel voor te winnen zijn. „Het is bijna zeker," ging Chanty voort, „dat Lesurgues tot de doodstraf zal worden veroordeeld en dan legt de staat de hand op alle goederen die hij bezat of voorgaf te bezitten. Dan is het oogenblik gekomen voor mevrouw de Folleville om haar rechten te doen gelden en voor den dag te komen met haar aanspraken. Aangezien Lesurgues, ingevolge haar opdracht het domein kocht en beheerde en zij natuurlijk nu zelve in Een part. telegram aan de N. R. Ct. van 7 dezer luidt Een geloofwaardig bericht uit Lon den maakt gewag van het zinken van den Engelschen kruiser Pathfinder, die voor de Tyna (de rivier, waaraan Newcastle gelegen is) op een mijn ge- stooten is. Het verlies aan menschen- levens is groot. Een passagiersschip, waarvan de naam nog niet bekend is, is hetzelfde lot overkomen. IMaataeltfk Nieuws. Voor Dames- en Kinderkleeding is de Firma Taverne De Meere, Hinthamer straat 69, 's Hertogenbosch, het beste adres voor deze omstreken. Deze zaak is ook des Zondags van 10 tot 1 uur geopend. ■lensden, 9 September. Tot onzen spijt deelen wij mede dat de Heusdensche Conservenfabriek (eene Bel gische onderneming) tijdelijk is stopgezet. We kunnen onze ingezetenen niet genoeg aar bevelen, om toch steeds op elk gebied werk te geven, 't Is nog een beste tijd om timmer-, metsel-, verfwerk en wat al meer te doen uitvoereD. Op elk gebied komt ge brek aan bestellingen. Er zijn' al eenige gezinnen werkloozen. Laat ieder toch medewerken om het getal niet grooter te maken. Met f 25 werkverschaffing doet men mo gelijk evenveel als met eene gift van f 5 aan het steuncomité. A ml cl. Alhier is in het gebouw der openbare school een tehuis voor militairen opgericht. De timmerman A. S., werkzaam aan de remmingswerken der schutsluis, geraakte met zijn vinger zoodanig tusschen 2 palen bekneld, dat genoemd lichaamsdeel totaal werd afgeklemd. Dat de militairen die hier aanwezig zijn aardig wat drukte aanbrengen, merkt men hier ten telegraaf kantore ook best. Niet minder dan 248 telegrammen en 321 gesprekken werden in de afgeloopen maand behandeld. *Almkerk. Tengevolge van het spelen met lucifers door het 4-jarige zoontje vhn den heer C. Koekkoek, geraakte Zondag middag om 5 uur, een strooschelf staande bij de groote boerderij van Koekkoek en aan dezen toebehoorende, in brand. Ge lukkig dat K. inkwartiering had van 13 soldaten aan wien hij dan ook te danken heeft dat zijn woning niet door de vlammen werd vernield, zoodat de brand beperkt bleef bij deze schelf. Capelle. De heeren C. R. en P. d. V., vingen Zaterdag met den hengel een snoek, welke het kolossale gewicht had van 10 pond en 1 ons. Wel een buitenkansje. Op de Zaterdag 11. gehouden verga dering van de zangvereeniging ,,'t Roze- knopje" alhier, werd bedoten de repetities, die sinds 1 Augustus hadden opgehouden, weer voort te zetten, terwijl nieuwe leden tot de vereeniging kunnen toetreden. IJ lessen. Als wethouder dezer ge meente is herkozen de heer J. C. v. Eeten. De collecte ten behoeve van het Roode Kruis heeft in deze gemeente 1 40.11 op gebracht. Ciloriiiehem. In de op 3 Sept. ge houden vergadering van Aandeelhouders der Gorinchemsche Bank werd benoemd tot lid van de Commissie van Toezicht, de heer H. J. F. Muller te Gorinchem. Vacature wijlen den heer A. den Dekker te Nieuwendijk. Wieuwentiyk. Bij de Geref kerk alhier is als herder en leeraar beroepen ds. H. de Bruijn van Enschedé. Ilaamsdonk. Spaarbank postkan toor Raamsdonksveer over Augustus 1914. Ingelegd f 2944.95, terugbetaald f 13046.54. Laatste boeknummer 5434. Aan de stoomzuivelfabriek alhier is in de maanden Juli en Augustus respec- het bezit van die landgoederen moet komen. De familie Lesurgues wordt er niet door benadeeld, want al zijn goederen worden toch verbeurd verklaard en mevrouw de Folleville komt weer in het bezit van den eigendom die haar wederrechtelijk door den staat is ontnomen." Mevrouw de Folleville die de zaak nog maar half begreep en er althans de geheime bedoeling niet van doorgrondde, merkte op dat het moeielijk zoude zijn die aanspraken door te drijven." „Oppervlakkig gezien, ja mevrouw," her nam Chanty, „maar de heer Coutt is een deskundige en die zal wel weten welke maat regelen hij moet nemen." „In alle geval zal ik er mijn gedachten over laten gaan," zeide Coutt, „altijd voor het geval van een doodvonnis, want zoolang hij leeft, hebben wij ons alleen te houden aan de akte, waarvan het project in onze handen is." „Wij moeten in ieder opzicht hopen dat de justitie zich niet op een dwaalspoor zal laten leiden door een valsch alibi." „Dat is niet waarschijnlijk," sprak Willi am Coutt, die nu Chanty in de kaart keek. Chanty was voldaan over den loop der zaken. Hij wist dat hij niet voor doove ooren had gepreekt en de twee mannen hadden elkaar begrepen en zouden nu wel in goede verstandhouding samen werken. Nadat Chanty van mevrouw de Follevilie en van zijn nieuwen bondgenoot afscheid had genomen, overlegde hij bij zich zelf dat het beter was ter plaatse zelf aanwezig te zijn, aangezien hij in Parijs toch niets meer te doen had en hij trok dus weldra naar Nelun. (Wordt vervolgd.) 4

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1914 | | pagina 2