De Oorlog. Prins Joachim van Pruisen gewond. Prins Ernest van Saksen-Meiningen gesneuveld. Kiau Tsjao misschien ook trachten Samoa, de Carolinen en de verdere ten Oosten en Noord-Oosten van onzen Archipel gelegen Polynesische eilanden te veroveren? Zal het hiermee zijn politiek ideaalde alleenheerschappij in* de Stillen Oceaan een schrede na derbij komen Zal Amerika dit zonder protest toelaten of staat ons ook daar een strijd op leven en dood te wach ten? Zullen wij daar buiten kunnen blijven? En als wij in Azie eens mee gesleept mochten worden in een krijg tegen Engeland's bondgenoot, Japan, wat zullen daarvan dan de consequen ties zijn voor onze houding in Europa Het Japansche ultimatum brengt ons een nieuw gevaar voor verwikke lingen. Ook hierom moet het leger wachten gereed tot daden. Ten vierde ligt in de toepassing van artikel 7 van het Rijnvaarttractaat, dat aan Duitschland vrijen doorvoer waarborgt, een oorzaak van mogelijke conflicten. En eindelijk, het gaat om een nieu we regeling van de machtsverhoudin gen in centraal Europa, om een wijzi ging van het geheele politieke orga nisme der oude wereld. Dat kan voe ren tot de noodzakelijkheid om onze neutraliteit te laten varen. Wanneer er een geheel nieuwe kaart van Europa geteekend moet worden, wanneer dat eens de uitkomst zou zijn van de nu aangevangen worsteling, dan kan er een oogenblik komen, dat ook wij onze stem moeten doen hooren. Niet uit dwaze, belachelijke zucht, om aan groote politiek te doen, maar om bij de eindrekening onze eigen belangen te waarborgen. En dan verlieze men niet uit het oog, dat een paar hon derdduizend man volkomen versche troepen aan het einde van een grooten oorlog driemaal zooveel waard zijn als in het begin. Ook daarom moet het leg6r wachten gereed tot daden. Ga zoo is ons aller bede de oorlogsgeesel aan ons land en aan onze koloniën voorbij 1 Wij begeeren niet anders dan een bescheiden plaats onder de zon, dan een onafhankelijk volks bestaan en de getrouwe bewaring van wat ons door Gods voorzienig bestel in den loop der historie is toever trouwd. Evenwel, komt het anders, dan zal het gewapende Nederlansche volk zijn plicht doen, d;xn zal blijken, dat „Das Volk in Wafien!" niet alleen voor Duitschers geschreven werd. Tot zoolang wachten 1 Bidt God, maar houdt het kruit droog Buitenland. Abston, de corespondent van de Daily News te Parijs, seint, naar de N. R, Crt. meldt het volgendeliet beleg van Parijs is stellig te verwachten. Wij zijn er van overtuigd, dat er geen hongersn >od zal zijn als in 1870. De belegering zal een spoedig en een wonderlijk verloop heb ben, hoewel zij ongetwijfeld onaange name dingen kan opleveren. Patriot tische burgers, die zullen blijven om het beleg mede te maken, verklaren met alle kracht, dat indien de Duitschers hun intocht houden onder dekking van de door 30 tot 50 paarden getrokken kannonnen, Parijs zich kan overgeven, doch zij slechts straatsgewijs zullen doen, iederen duimbreed gronds verdedigende om daarbij roemrijk te vallen. mij als deze knaap. Lesurgues trok zich mijn lot aan en nam mij met zich mede, maar kleine Louis bleef bij de nieuwe be woners. Hij zelf zal ons nu moeten ver klaren, hoe hij hier in het bosch van Lé- nart komt. Eugenie begon de knaap te ondervragen. „Hoe is het gegaan, kleine Louis, sedert ik Rochebaye verliet?'' „O, juflrouw Genie, ik ben zoo onge lukkig geweest." „Men heeft je toch geen kwaad gedaan?" „Ja, ik werd bespot." „En dacht je nog wel eens aan mij?" „Dat was het juist; ik verlangde altijd naar u en vroeg aan iedereen waar u was. Eens zeide men mij, dat u naar Parijs was gegaan; toen vroeg ik weer waar ligt Parijs en iedereen lachte mij uit. Ik kon het niet langer uithouden en toen ben ik wegge- loopen om u te zoeken." „Dat is dan wel een Gods bestiering dat je mij hebt gevonden," zeide Eugenie. „Ik heb er God ook alle dagen om ge vraagd," antwoordde de knaap. „Nu mag ik toch wel altijd bij u blijven?" „Dat zal niet gaan, beste jongen." „Waarom niet," kwam nu Elisa tusschen beiden. „Het is te hard om dien knaap weg te sturen, laat hij maar mee komen." „O, wat is u goed," riep de knaap uit met tranen in de oogen. „Je kunt je wel nuttig maken, niet waar?" „O, ik kan den heelen dag werken." „Hij is voor heel wat huiselijke bezig heden geschikt," zeide Eugenie. „Ik mag dus bij u blijven?" „Ja, mijn jongen, daar ginds in ons huis, daar blijf je voorloopig met ons wonen." De knaap was overgelukkig. Op de pachthueve van vader Berthier werd kleine Louis goed ontvangen, een klein kamertje werd voor hem ingeruimd «n daar kon hij naar zijn lust leven, zonder De Engelsche bladen meldden dat er weer twee stoomtreilers op een mijn verongelukt waren, de Imperialist van Huil de kapitein en een matroos ver dronken en de Revigo van Grimsbv, de bemanning wist zich te redden. Ook is er een reddingboei van den stoomtreiler Ceylon, van Grimsby, ge vonden. De stoomtreiler Jacana van Liverpool, vier weken geleden op een tocht van negen dagen uitgevaren, is nog niet terug. Berlijn, 10 September. Generaal Hin denburg heeft met zijn Oostelijk leger den linkervleugel van het nog in Oost- Pruisen aanwezige Russische leger ver slagen en zich daardoor den toegang naar den rug van den vijand geopend. De vijand heeft den strijd opgegeven en bevindt zich in vollen aftocht. Het Oos telijke leger vervolgt hem naar het Noordoosten, in de richting van de Njemen. De Leuvensche Bibliotheek had ge- ruimen tijd geleden eenige oude hand schriften, Nederlandsche Stichtelijke tractaten, van Johs. van Ruysbroeck en anderen, van de Leidsche Universiteits bibliotheek geleend. Het is dus mogelijk, dat ook deze mede een prooi der ver woesting zijn geworden. Deze handschriften zijn, zooals de bibliothecaris, prof. dr. S. G. de Vries aan het Leidsch Dbld.. verklaarde, niet van de allerbelangrijkste, al zou natuur lijk het verlies er van worden betreurd. Bovendien is het de gewoonte om ge leende handschriften met bijzondere zorg te bewaren door bijv. ze te bergen in een brandkast. Het gevoelen van den hoogleeraar was, dat bij zorgvuldige behandeling nog veel van de door de vlammen aan getaste boekwerken zal terecht komen. Het is toch een feit, dat gebonden wer ken zeer moeilijk verbranden en na ge- ruimen tijd in de vlammen te zijn ge weest, dikwijls slecht uitwendig bescha digd zijn. Zoo zal het met verschillende ver brande geschriften van de Leuvensche bibliotheek misschien ook wel het ge val wezen. Naar de Nederlandsche handschriften zal een onderzoek worden ingesteld. Omtrent de houding van Italië schrijft men uit Boedapest van 10 September: De Romeinsche correspondent van het blad Az Est, Andreas Andorjan, doet op gezag van leidende persoonlijk heden in de Italiaansche politiek me- dedeelingen over de neutraliteit van Italië en de gronden waarop deze be rust. Volgens dit bericht is Italië's neu traliteit versterkt door zijn overtuiging dat ook zonder een werkdadig ingrijpen, waaraan overigens geen directe behoefte van de zijde van Oostenrijk en Duitsch land bestaat, zijn belangen in geval van een voor Duitschland en Oosten- rij k-Hongarije gunstigen afloop van den oorlog deugdelijk behartigd zullen wor den. Zou Italië zijn neutraliteit prijs geven, dan zou dit en hieromtrent bestaat, volgens den berichtgever, bij geen enkele partij twijfel alleen ten gunste zijn van het Drievoudig Ver bond. Het Turksch-Grieksche geschil wekt de grootste ongerustheid. Italië zou het niet gaarne zien, dat de Grie ken of de Epiroten Walona bezetten. Ook bestaat er bij Italië bedenking tegen een annexatie van Egypte door Enge land. Een Reutertelegram uit Londen aan de N. R. Ct. meldt: De algemeene toestand blijft bevre digend. De bondgenooten winnen op den linkervleugel terrein langs de linie van de Ourcq en van de Petit Morin. dat. hem een bepaalde bezigheid werd aan gewezen. Doorgaans hield hij zich op in de nabijheid van Eugenie en volgde haar als een hondje. Waren Elisa en Eugenie ongestoord bij el kaar, dan liep hun gesprek als van zelf over het rechtsgeding en over de kansen van vrijspraak of veroordeeling van Lesurgues. Onopgemerkt luisterde dan kleine Louis aandachtig en geen woord ontging hem van de zaak die hij wel bespeurde dat zijn vroe gere meesteres zoo innig ter harte ging. „Als wij hem maar konden spreken," zeide Eugenie „of ten minste eenig teeken van belangstelling doen toekomen. Als wij maar iemand wisten die toegang tot hem had en die zich met een briefje, desnoods met een paar woorden voor hem wilde be lasten." „Ik herinner me wel een zekere Germaine Bucaelle" zei Elisa, „die aan de Seine-oever woont en die voor de gevangenen waschte. Wij kunnen haar wel eens opzoeken." De kleine Louis, die in de kamer was en papieren bloemen zat te knutselen, stond nu op en zeide half bedeesd: „Wil ik naar de gevangenis gaan en dien heer trachten te spreken." „Weet gij dan wien wij bedoelen, mijn jongen?" vroeg Eugenie. „O ja, u bedoelt dien heer die Rochebaye gekocht heeft en die zoo goed voor uwas. Ik zal hem wel herkennen." „Maar hoe wil je dan in de gevangenis binnen komen? „Dat weet ik nog niet, maar ik zal er wel een middel toe vinden." Eugenie ging op dat voorstel in en schreef een briefje aan Lesurgues waarmede kleine Louis zich zoude belasten. Den volgenden dag reeds lieten zij een wagentje inspannen en de twee jonge vrou wen reden met kleine Louis en met een knecht van de hoeve naar Melun. De Engelsche troepen hebben den vij and hier 10 mijlen teruggedreven. De strijd wordt verder Oostelijk langs de linie bij Montmirail en Le petit Sompuis voortgezet, met voordeelen voor geen van beide partijen. Nog verder Oostelijk, van een punt in de nabijheid van Vitry le Francois tot Sermaize les Bains, is de vijand in de richting van Reims terug gedrongen. In de nabijheid van Luuêville is een poging van de Duitschers om voorwaarts te rukken, afgeslagen. De op den vijand uitgeoefende druk wordt over het geheele front der bond genooten voortgezet. Le Engelsche troepen zijn den ge- heelen dag in bet vuur geweest. De tegenover hen staande vijandelijke macht is na een hardnekkigen tegen stand teruggetrokken en steekt nu naar den Noordelijken oever van de Marne over. Het vijfde Fransche leger rukt met gelijk succes op en heeft veel krijgsge vangenen gemaakt. Het zesde Fransche leger aan de Ourcq is in een hevig gevecht gewik keld geweest, doch ook hier is de vij and teruggedreven. Het Duitsche leger heeft over de ge heele linie ernstige verliezen geleien. De voorwaartsche beweging is overal met vastberadenheid doorgezet. De Engelsche troepen hebben weer eenige verliezen geleden, doch het aan tal is in verhouding tot den aard van den strijd gering. Het resultaat van de krijgsverrich tingen gedurende 2 dagen is tot op dit oogenblik zeer bevredigend. De stand van zaken op het oorlogs terrein in Polen en Galicië werd uiterst verschillend beoordeeld. Van Oosten- rij ksche zijde zegt men, dat de beslis sing er nog niet is gevallen. Bij Kawa Ruska in Noord-Oostelijk Galicië vinden nog gevechten plaats, die de Russische generale staf ernstig noemt en die Oostenrij ksche troepen daar bedreigen de Russische verbindingslijn. Ziehier echter hoe de correspondent van de Times te Petrograd (St. Petersburg) den toestand beschouwt. „Onze legers hebben den 4den Sep tember op het front tusschen Weichsel en Bug het offensief genomen." De datum, hier in het officieele rap port genoemd zal in den huidigen groo ten Europeeschen oorlog een gedenk waardige datum blijken. Met welk een ongeduld men er op heeft gewacht, hoe veel er afhangt van den slag, die nu (het bericht van den correspondent is van den 6den September) in Zuid- Polen woedt, kan slecnts begrijpen, wie met de krijgskunde bekend is. Ik volsta met te zeggen, dat als de Russen hier de Oostenrij ksche legers evenzoo overwinnen als zij Lemberg en Halicz hebben gedaan, de weg naar Berlijn open ligt. Reeds heeft alleen het vooruitzicht dat deze mogelijkheid, zoo noodlottig voor de Duitscne plannen, zou ontstaan, zijn invloed ver in het Westen doen gevoelen. In antwoord op het wanhopig in roepen van hulp door de Oostenrijksche legeraanvoerders, spoeden zich steeds meer versterkingen door Duitschland. Militaire deskundigen hier zijn van meening, dat de Duitsche plannen op het Fransche oorlogsterrein door de snelheid van het Russische succes aan de grens van Galicië sterk gewijzigd moeten zijn. Vertrouwbare inlichtingen over het verloop van den beslissenden slag doen zien dat de vooruitzichten voor de Daar stapten zij af in een herberg en be stelden er hun ontbijt. Aan een tafeltje naast hen zat een waschvrouw met haar man, die aan den herbergier vertelden dat zij naar de gevangenis moesten, om er het waschgoed te halen van die beruchte moordenaars. ,,'t Is opmerkelijk," zeide de vrouw, „wat fijn linnengoed zij hebben en hoe keurig zij er uitzien. Het zijn volstrekt geen gewone bandieten. D ar is er één, een zekere Courriot een waar saletjonker." De kleine Louis had opmerkzaam geluisterd. „Laat mij nu maar begaan," fluisterde hij Elisa toe „en wacht maar hier totdat ik terugkom." Een kwartier later reden de waschvrouw en haar man met de wagen naar de gevan genis en reeds werd de groote deur geopend om hem binnen te laten toen het paard struikelde over een groote steen die dwars op den weg lag. De man en vrouw sprongen beiden van de kar om het paard op de been te helpen en van dat oogenblik, maakte kleine Louis gebruik om zich achter de kar te verbergen en zoodoende, onbemerkt in de gevangenis te sluipen. Toen hij eenmaal daar was doolde hij rond door de lange gan gen en langs de vele deuren die meestal een luikje hadden, waar door men van buiten af in de vertrekken kon zien. Het gelukte hem te ontdekken waar Le surgues zich ophield en toen hij dat spiegaatje behoedzaam had geopend, riep hij met ge dempte stem den gevangene aan en stak het briefje van Eugenie door de opening. Lesurgues ten hoogste verbaasd maar ook ten zeerste verblijd, herkende dra den bood schapper en droeg hem op aan Eugenie te zeggen, dat zijn advocaat den volgenden dag bij hem kwam en daarna ook de hoeve van vader Berthier zou bezoeken. Den volgenden dag bracht advocaat Gui- nier het volgende briefje van Lesurgues Russen gunstig zijn. Nochtans zal het verscheiden dagen duren voor de Oos tenrijkers beslissend zijn verslagen. De vijand beschikt hier, afgezien van eenige Duitsche corpsen, op zijn minst over 30 divisies. N. R. Ct. De „Tel."-correspondent te Ant werpen ontvangt berichten over de verwoesting van Dendermonde. Het is er bijna zoo erg als te Leuven. De hoofdkerk, het museum en het stad huis zijn gespaard gebleven. Ook het gerechtshof bleef ongeschonden. Ver nield door bommen en door vuur zijn het groote hospitaal, het klooster der arme Klarissen, de kerk der paters Benedictijnen, d,e fabriek La Dendre, het klooster der Theresianen en het gebouw van de Banque de Dendre. Dit laatste heeft de vijandin de lucht doen vliegen. Toen het hospitaal aan de vier hoe n in brand stond, hebben de Duitschers de zieken, die niet meer gaan konden, opgenomen en in een aanpalende weide gelegd. Meer dan honderd in de middenstad zijn totaal vernield. Het standbeeld van den Vlaam- schen dichter Prudens van Duyse is ongeschonden gebleven. Het vuur heeft de Koninklijke Akademie en den Katho lieken Werümanskring vernield even als het bisschoppelijke college en de veemarkt. De Duitschers hebben overal de wijnkelders geplunderd en zich dan smoordronken aan de ergste baldadig heden overgegeven. Zij vervolgden de vluchtende vrouwen en namen haar met geweld haar geld en juweelen af. Vele vrouwen, kinderen en oude men- schen werden op de straat als razende honden afgemaakt. Honderden bewo ners zijn naar het Noorden gevlucht. Herhaaldelijk doet het gerucht de ronde dat Russische troepen via Engel sche havens naar Frankrijk zijn ge zonden. De Politiken te Stockholm verneemt, dat te Archangel 250.000 Russen voor Engeland zijn ingescheept. Sudswenska Dagbladet bericht: Onze correspondent te IJstadt (Zweden) be richt ons De kapitein van een Zweedsch stoom schip, uit Engeland hier aangekomen, deelde o. a. mede, dat hij tijdens zijn verblijf te Hartlepool van betrouwbare zijde had vernomen, dat in de laatste dagen groote Russische troepen-trans port en te Birkenhead, Liverpool en Aberdeen ontscheept waren, die per spoor naar Devonport en van daar naar Brest en Cherbourg in Noord- Frankrijk zouden worden gebracht. Meer en meer begint Antwerpen het naderen van den strijd te gevoelen, meldt een correspondent van de Tijd. Denkelijk is het de taktiek der Duit schers om de bezetting bezig te houden en zooveel mogelijk Antwerpen te iso- leeren, ten einde de handen in het zuiden vrij te hebben. Onze bezetting weert zich steeds geducht. Duitschers, die loopgraven groeven op den Schel- deoever zijn verdreven door het vuur van een onzer forten. Gesteund door het vuur der forten deden de Belgische troepen een uitval en wierpen den vij and terug, die zware verliezen leed. Er moeten ook Duitsche ongewapende zee lieden zijn gezien in België. Hier ge loofden sommigen aanstonds, dat met het oog op het troepenvervoer van Duitschers naar het Oosten de Duit schers zelfs genoodzaakt waren, Dij ge brek aan strijdkrachten, reeds hun zee militie te gebruiken. mede: Gevangenis van Melun, 15 Messidor'jaar IV. „Teerbeminde Eugenie, Ik heb lang in de nijpendste angst ver keerd omtrent je wedervaren sedert ik je de laatste maal ontmoette. Gelukkig weet ik nu dat je in de beste handen zijt en dat mijn peter je beschermer en raadsman is. Wees nu sterk om de verschrikkelijke be proevingen die je wachten te kunnen door staan. Ik weet dat je mij niet schuldig acht en dat alle weldenkende menschen van mijn onschuld overtuigd zijn. Toch heeft de jury de aanklacht volgehouden en mij met mijn mede-gevangenen naar de crimieele jury verwezen. Op raad van mijnadvokaat maken wij gebruik van ons recht om de zaak voor een jury te Parijs te brengen en daar zal over ons lot beslist worden. Ik verwacht dus weldra weder naar Parijs te worden getransporteerd. Schuldig ben ik tegen over jou, tegenover mijn vrouw en kinderen, maar daarvoor te moeten boeten als een misdadiger, ale de bedrijver van een dubbelen moord, dat is toch al te hard. Ik blijf aan je denken, vergeet mij niet. Joseph Lesurgues." De indruk dien dit schrijven op Eugenie maakte was verschrikkelijk. Zij kreeg een hevige zenuwaandoening die in haar toestand hoogst bedenkelijk was. Moeder Berthier en Elisa maakten zich ernstig ongerust en lieten een vroedvrouw ontbieden, vrouw Fouassin die de verant woordelijkheid niet op zien durfde nemen en sterk aaniaadde om een dokter te raadplegen. Vader Berthier spande nu weer in en kwam weldra terug met dokter Feroumont die na onderzoek het hoofd schudde en de grootste rust voorschreef. Woensdag zijn te Parijs een aantal gewonde Fransche soldaten aangekomen die deel hadden gehad aan de laatste gevechten in de buurt van Meaux en Coulommiers. Een sergeant vertelde belangwekken de bijzonderheden van het gevecht van Zondag, waarbij hij gewond was. „Wij vervolgden zeide hij over een afstand van bijna 19 mijlen 2 Duitscho regimenten, die bijgestaan werden door ruiterij en artillerie. Gedurende den overhaasten terugtocht hebben de Duit schers geen schot gelost. Terwijl de Franschen een hevig vuur onderhiel den, dat den vijand decimeerde, slaag den wij er in een gedeelte van een Duitsche kolonne af te snijden. Daarbij vermeesterden wij 7 kanonnen, 3 mi trailleuses en vele gevangenen. Een van hen, een sergeant bij de infanterie, die een weinig Fransch sprak, gaf toe, dat zijn manschappen bijna geen munitie meer hadden en bevel hadden gekregen die te sparen." Een bij Meaux gewonde infanterie- officier vertelde, dat de Duitsche troe pen, die in deze streek na 2 dagen van hevigen strijd waren teruggedreven, uit 2 legerkorpsen bestonden, die zeergroote verliezen hebben geleden. Dezelfde of ficier had 600 lijken in een loopgraaf geteld, en bevestigde de verklaring van den sergeant met betrekking tot het gebrek aan schietvoorraad bij de Duit sche troepen. Deze schenen ook zeer vermoeid te zijn. Naar de Berlijnsche correspondent van de „Maasbode" bij geruchte ver neemt, is aldaar de volgende verschrik kelijke bestraffing toegepast op Rus sische krijgsgevangenen. Zeventigduizend Russische Polen, welke door Duitsche troepen gevangen waren genomen, waren sinds eenigen tijd te Berlijn geïnterneerd. De geest, welke onder hen heerschte, was over het algemeen vrij goed, tot op zeker noodlottig oogenbiik één der Polen het misdrijf beging om een Duitschen korporaal het hoofd af te slaan. Om nu een afschrikwekkend voor beeld te stellen deed de Duitsche com mandant de 70,000 krijgsgevangenen aantreden en vervolgens op elke tien manschappen één man doodschieten. Zoodoende boetten 7000 man de mis daad van één hunner krijgsmakkers met hun leven. Berlijn, 10 September. Officieel wordt medegedeeld Prins Joachim van Pruisen is gis teren door een granaatkartetsschot ge wond. De kogel ging door de rechterdij zonder beenderen te kwetsen. De Prins was als ordonnans-officier op het ge vechtsterrein werkzaam geweest. Hij is naar het dichtst bij gelegen garnizoens lazaret overgebracht. Meiningen, 10 September. De keizer heeft den hertog van Saksen-Meiningen telegrafisch meegedeeld, dat prins Ernest van Saksen-Meiningen, de zoon vaa den voor Namen gevallen Frederik van Saksen-Meiningen, den broer van de groothertogin van Saksen, is gesneuveld en den 20sten Augustus te Maubeuge met militaire eer begraven. N. R. Ct. Londen, 10 September. De nieuwe verliezenlijst van de Engelsche troepen in Frankrijk, loopende tot 7 September, Aan de vroedvrouw deelde de genees heer mede, dat hij voor een ontijdige be valling vreesde. Nadat hij een kalmeerende drank had voorgeschreven ging hij heen en beloofde den volgenden dag terug te komen. Vrouw Fouassin bleef bij de zieke, die een nog al kalmen nacht doorbracht. Toen Dr. Feroumont den volgenden och tend terug kwam zag hij dat de crisis nabij was en hij verliet het bed der lijdende niet. Eenige uren later, na hevige weeën, bracht Eugenie een kind van het manne lijk geslacht ter wereld, dat wèl geschapen, maar heel klein en tenger was. Moeder Berthier, die den jongen wereldburger al spoedig op haar schoot nam, woog hem en zie, hij haalde nauwelijks twee en een half kilogram. Eugenie was zeer zwak en uitgeput en de dokter zag wel in, dat hier de grootste zorg en de allerbeste verpleging noodig was, om de jonge moeder in het leven te behouden. Er kon geen sprake van zijn, dat zij het kind zelf zoogde en Eliza was gelukkig genoeg een vrouw te vinden, die een maand geleden één van haar tweeling had ver loren, en die nu den kleinen ontijdig ge borene tot zich kon nemen. Intusschen werd de toestand van de jonge kraamvrouw steeds bedenkelijker, en na drie dagen was de koorts zóó hevig, dat de dokter voor het ergste vreesde. Toen had Elisa reeds een briefje aan Eymery gezonden, die ijlings naar Melun kwam en zijn pleegdochter in zulk een gevaarlijken toestand vond dat ook hij aan beterschap wanhoopte. Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1914 | | pagina 2