Bei Land van Heosden en Allena, de Langstraat en de ttommelerwaard
ONBtSLIST.
Een Rechterlijke Dwaling.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
1914.
FEUILLETON.
1 Unb X/AM .UlW-
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
aummers 5 cent.
No. 3399. W oensdag 30 September.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Na schier twee volle maanden van
strijd, nadat reeds de gevallen krygers
van vriend en vijand bij duizenden
en duizenden te tellen zijn, nadat het
geheele economische leven over de
gansche wereld een schok heeft ont
vangen, die tot in alle lagen der
maatschappij is doorgedrongen en over
al armoede, ellende en ontbering brengt
waar eertijds welvaart en geluk
hee;scht), na schier twee volle
maanden van wereld-oorlog, staan de
kansen nog even onzeker als bij het
begin van dezen rampzaligsten aller
moderne oorlogen.
Zeker, daar hebben al dien tijd,
schier dagelijks, zich hoogst belang-
ryke wapenfeiten voorgedaan, die elk
op zich zelf beschouwd, de oorlogs
kans telkens gunstiger maakten voor
den overwinnaar, doch waartegenover
dan stond, dat de overwonnenen van
gisteren, weder heden zulk een voor
deel wisten te behalen, dat van een
definitief resultaat ten gunste van de
eene partij, ten koste van de andere,
geen sprake meer was. Zeker, het fiere
Belgie is niet opgewassen gebleken,
hoe zou het anders kunnen,
tegen een overmachtigen vijand, maar
geheel overwonnen is het nog geens
zins en wat er onbezet door vijanden,
nog van het Belgisch grondgebied
overbleef, houdt moedig stand en weet
van geen wijken.
Ja, de groote strijd op het weste
lijke front is thans op Fransch grond
gebied overgebracht, en het land op
welks bodem deze reusachtige worste
ling plaats heeft, is er, hoe ook de
uitslag moge zijn, erg aan toever
woeste velden en landouwen, platge
brande dorpen en steden, vernieling
van welvaart alom, want wee de bo
dem die dreunen moet onder den hoef
slag der paarden, het geratel der ka
nonnen, den voetstap der eindelooze
legerscharen. Zeker, een bloeiende
streek van geheel Noord-Frankrijk
torscht thans den last van dezen bloe-
digen krijg, maar daarom ligt
Frankrijk nog geenszins onder. Inte
gendeel, op den aanvankelijk zoo drei
genden opmarsch der Duitsche leger
corpsen naar de Fransche hoofdstad,
is een teruggaande beweging dezer
27)
B „Ik jblijf er op aandringen" hernam de
advokaat „dat de getuige zich bepale tot
het feit. Zij heeft met den reiziger gede
jeuneerd en verklaart dat hij niet onder
de beschuldigden is, daar ligt de kwestie.
Zij wil dat de moord van haar neef ge
wroken worde en dat willen wij ook. Maar
niet dat een onschuldige geofferd wordt
omdat de ware schuldige niet te vinden is."
„OnschuldigLesurgues onschuldig !"riep
flenriette uit, „hij heeft de heele zaak op
het touw gezet. Lesurgues, de minnaar van
Eugenie d'Argence heeft den koerier van
Lyon doen vermoorden, om zich meester
te maken van al het geld dat de post ver
voerde."
Advokaat Guinier, gesteund door de ver
dedigers der andere beschuldigden, verzocht
aanteekening van de onregelmatigheid in
het nu gehouden getuigen verhoor en con
cludeerde tot het beschouwen harer ver
klaring als van nul en geener waarde.
„De verklaring van getuige d'Olgoff be
vestigt het feit van den geldnood waarin
Lesurgues zich bevond," sprak de rechter.
„Dat is onjuist," riep Lesurgues uit, „ik
beweer het en bewijs het."
„En ik beweer dat uit alles blijkt hoe
verlegen je was om geld, opdat je maitresse
kon voldoen aan haar zucht naar weelde,"
schreeuwde Henriette d'Olgofl.
De advokaat van Guénot stond op en
sprak met een stem, trillend van veront
waardiging
„Ik protesteer, burgers gezworenen, teg< n i
de schandelijke houding van deze getuige, j
zelfde legercorpsen gevolgd, die hen
thans weder de plaatsen doet bezetten,
die zij reeds weken geleden bij hun
opmarsch bezet en weder verlaten heb -
ben. De Duitschers zijn derhalve te
ruggetrokken, maar ook verslagen zijn
zij niet, evenmin als de aanvankelijk
terugwijkende Fransche legercorpsen,
die nu weder onstuimig opdringen,
verslagen waren.
Wenden we den blik naar het Oos
telijk front, dan kan geconstateerd
worden, dat, zeer zeker, de Kussen
uit Oost-Pruisen terug gedrongen zijn;
maar meer ook niet. De Russische
grens te overschrijden en naar Peters
burg op te trekken, daarvoor ontbreekt
het den Duitschers aan elke mogelijk
heid. En geslagen is het Russische
leger geenszins; straks komen de ver
schillende millioenen versche Russische
troepen uit de veraf gelegen gouver
nementen, de talrijke andere regimen
ten weder versterkenen inmiddels
heeft het Russische leger in Galicie
de Oostenrijkers nederlaag op neder
laag toegebracht. Moest zij dus op het
eene punt van het ontzaggelijk Oos
telijk oorlogsveld terugwijken, op het
andere punt winnen de Russen des te
meer.
Geldt dit alles voor den oorlog te
land, ook ter zee zien wij geen enkel
feit van verpletterend overwicht plaats
hebben. Ongetwijfeld, de Engelschen
hebben in de baai van Helgoland de
Duitsche vloot niet onbelangrijk af
breuk gedaan, doch daar staat tegen
over, dat de Engelsche weermacht ter
zee weder op haar beurt, dezer dagen
een ernstig verlies bij Doggersbank
leed. Maar toch is het er nog verre
van af, dat hetzy de Duitsche hetzij
de Engelsche vloten, vernietigd of
buiten gevecht gesteld zijn.
Aldus aanschouwen wij, na by na
twee maanden van strijd, dat nog
geen enkele afdoende wijziging in de
sterkteverhouding der strijdende par
tijen is ingetreden, en de vraag
komt op de lippenhoelang moet
zulk een toestand nog bestendigd
worden
Want inmiddels, zooals de weer
kracht der volken niet noemenswaard
afneemt, de economische kracht doet
het met eiken dag, met elk uur. Wij
in Nederland, die met dankbaarheid
mogen vaststellen, dat wij van den
directen geesel van den oorlog tot dus
Een dergelijk feit is nog nooit voor de
balie voorgekomen en moet aldegenen ont
stemmen die aan onpartijdigheid, mensche-
lijkheid en rechtvaardigheid hechten. Het
doet mij leed dat de president van de
rechtbank haar niet het woord heeft ont
nomen en ik verklaar dat de gezamenlijke
verdedigers der beschuldigden de gerechts
zaal zullen verlaten, wanneer haar gegund
wordt nog een woord aan haar verklaring
toe te voegen
„De getuige kan zich verwijderen" zei
Gohier met verkropte ergernis. „Deurwaar
der, zijn| er nog meer getuigen aanwezig."
„Neen burger president, de lijst is afge-
loopen."
„Dan verdaag ik de zitting tot morgen?"
XXX.
Na de langdurige gerechtszitting, door
ons in de voorgaande hoofdstukken be
schreven, ging advokaat Guinier zijn cliënt
in de cel bezoeken en vond hem ten prooi
aan groote neerslachtigheid en moedeloos
heid.
„Geef niet toe aan die stemming, zeide
de verdediger, „er is geen reden voor be
zorgdheid."
„De president is vooringenomen en hij
zal zijn meaning of zijn overtuiging door
de jury doen deslen.
„Geloof daar niet aan; Gohier is wel
hard maar niet onrechtvaardighij zal zelf
overtuigd worden van je onschuld en dan
komt de waarheid roemrijk uit den strjd."
„Ik wil het hopen, maar het is toch
vreeselijk om te denken, dat ik zonder dat
onwraakbaar alibi volkomen onschuldig
ter dood kon veroordeeld worden."
„Ik beloof je dat je weer naar je gezin
zult terug keeren. Houd goeden moed, tot
morgen.
Lesurgues stelde zijn hoop op de ver
klaring der getuigen decharge en hij
ver nog bevrijd bleven, ons kost de
krijg gezwegen nog van de scha
de aan handel en industrie en nering
toegebracht twaalf tonnen gouds
per dag. Den oorlogvoerende mogend
heden echter kost deze krijg per dag
niet minder dan honderd millioenen,
dat is dus ruim 4 millioen per uur,
wat een millioen voor elk kwartier
beteekent.
Wij kunnen nu zelf nagaan welk
een ontzettende slag aan het welzijn
der volken afgescheiden van het
verlies aan menschenlevens, aan ach
teruitgang en stilstand in zaken enz.
enz. deze oorlog, van uur tot uur,
toebrengt.
En nogmaals komt de vraag op
hoelang moet, hoelang kan dat nog
duren Wij zagen boven hoe de reus
achtige machten vrijwel tegen elkan
der opwegen, en hoe nog steeds geen
vooruitzicht bestaat, mogelijke onver
wachte gebeurtelykheden daargelaten,
op een verandering in den algemeenen
oorlogstoestand.
Is het wonder, dat bij zulk een
stand van zaken, meer en meer het
denkbeeld rijpt dat, om aan dezen
onhoudbaren toestand te ontkomen,
wellicht de mogelijkheid zou kunnen
komen den oorlog voor onbeslist te
verklaren Wij willen niet te veel
waarde hechten aan de berichten, die
uit Washington tot ons kwamen, over
uitlatingen van den Duitschen gezant
aldaar in dien geest gedaan. Het tijd
stip lijkt ons nog niet gekomen, om
te kunnen verwachten, dat pogingen
in die richting beproefd, nu reeds
vruchten zullen kunnen dragen. Doch
het woord is alreeds vernomenhet
denkbeeld heeft al vorm gekregen
het komt er maar op aan, dat de oor
logvoerende volken zich er meer en
meer van bewust worden, dat het
voor allen en dus ook voor elk hun
ner afzonderlijk, beter is te verklaren,
dat niemand overwonnen werd door
het zwaard, dan dat allen, geen enkele
partij uitgezonderd, overwonnen wer
den door een finantieele en economi
sche uitputting, die de geheele wereld
aan den rand van den jafgrond van
gebrek, ellende en ontbering brengen
moet.
Zulk een uitputting toch zou, na
de diepe wonden door het oorlogs
zwaard der menschheid toegebracht,
haar met de roede van den nijpenden
bracht een rustigen nacht door.
Den volgenden dag was de gerechtszaal
reeds twee uur voor den aanvang der zit
ting gevuld, want de nieuwsgierigen ver
wachtten veel licht omtrent de zaak en de
verklaringen van de getuigen charge waren
bijna allen reeds bekend uit het voorloopig
verhoor onmiddellijk na de misdaad.
Daubanton en meester Guinier hadden
de familie Lesurgue3 door de getuigen-
kamer naar binnen gebracht en op de
voorste bank doen pleat3 nemen. Dauban-
ton zat naast den verdediger van Lesurgues.
De carste getuigen, die opgeroepen werden,
waren Urbain, Germain en Vandelenlisken,
drie schildersknechts die op den ochtend
van den achtsten Floreal in het huis in de
Montmartre straat bezig waren en die ver-
klearden dien dag bezoek van den heer
Lesurgues te hebben gehad.
„Waaraan weet ge dat het juist den
achtiten was?" vroeg de president.
„Omdat wij dien dag de buste van burger
Lesurgues in het salon hadden geplaatst."
„Heb je niets daaromtrent te zeggen?"
„Burger Lesurgues kwam alle dagen."
„Hcslt hij nooit overgeslagen?"
„Dat zal ik niet beweren."
„Zie je wel, dan is het ook zoo zeker
niet dat hij den achtsten in he nieuwe
huis is geweest."
„Van dien dag ben ik heel zeker."
„Trouwens het bewijst weinig, want hij
is er 's morgens geweest."
Daarop volgde Dixier, goudsmid uit de
Bemjolaisstraat, die onmiddellijk door den
president onder handen werd genomen.
„Gij zijt een vriend van Lesurgues."
„Daar ben ik trotsch op."
„Dat moet jij weten. Wat heb je te
zeggen
„Den achtsten Floreal stond ik voor mijn
deur, toen burger Lesurgues voorbij kwam,
die mij goeden dag zeide en er bijvoegde
nood nog veel feller slagen toebren
gen. Dit weten ook zij, die in den
raad der Yolken stem hebben en deze
wetenschap zal zeker niet de minst
sterke drijfveer zijn, om, mocht het
er op een gegeven oogenblik toe lei
den, het verstand te doen zegenvieren
over den hartstocht, en wanneer de
balans van den oorlog maar steeds
niet doorslaat, den krijg ten slotte voor
onbeslist te verklaren.
Ituïtenlanil.
Londen, 26 September. Lloyd George
heeft in een gehouden redevoering ge
zegd, dat de tien millioen pond, die
Engeland aan België heeft geleend, van
interest vrijgesteld zal zijn. Hij zeide,
dat, toen hij die som aan de geldmarkt
vroeg, men hem veertig millioen aan
bood. De Bank van Engeland had gaarne
nog meer gegeven.
Lloyd George deelde voorts mede,
dat er de volgende week te Cardiff een
bijeenkomst gehouden zal worden met
de bedoeling een Welsch leger te vor
men. Eén graafschap had alleen twin
tigduizend man toegezegd.
te bombardeeren zou slechts neerkomen
op het verknoeien van tijd en munitie.
Toch is, ondanks deze natuurlijke
voordeelen, de stelling van de Duit
schers niet bij uitstek gunstig. Zij be
ginnen er langzaam, maar zeker in
belegerd te worden en zullen óf voort-
waarts moeten rukken om slag te
leveren, óf terugtrekken zoolang hun
verbindingslijnen naar het noorden en
oosten nog open zijn.
Het blad Boedapest verneemt uit
Bulgaarsche Regeeringskringen dat'de
verliezen, totdusver door de Serviërs
geleden, meer dan 60,000 bedragen aan
dooden, gewonden en choleragevallen.
Het Duitsche leger, dat voor Ant
werpen ligt, beschikt, naar uit Brussel
aan de Kölnische Volkszeitung wordt
gemeld, thans over zwaar belegerings
geschut.
Kolonel Kitchener, een broer van
lord Kitchener, vormt een korps van
200 gentlemen, boven de jaren om
actieven dienst te verrichten, en dat
hij ten dienste stelt om te Antwerpen
den dienst der bezetting te verlichten.
Al de leden van dit korps moeten
zorgen voor eigen uitrusting en eigen
onderhoud.
Onder het hoofdje uit de Maasvallei
plaatst het Hid. van Antwerpen het
volgende
Zooeven ontvang ik het officieel be
richt dat al de vaarten in verbinding
met Holland zullen droog gelegd
worden. De schippers hebben bevel
ontvangen dadelijk op Antwerpen te
stevenen.
Van den linkervleugel der Fransch-
Engelsche legers seint volgens de N.
R. Ct. de oorlogscorrespondent van de
Daily Telegraph
Van militaire zijde wordt voor de
stellingen der Duitschers groote waarde
gehecht aan de steengroeven, die van
Olancourt naar het oosten over een
afstand van verscheidene mijlen een
haast onneembaar bolwerk vormen.
Geen genie zou betere stellingen hebben
kunnen maken om de batterijen zwaar
geschut en machinegeweren die de
vijand langs deze linie, die door een
bestorming onmogelijk kan worden
vermeesterd, heeft opgesteld. De linie
dat hij naar burger Legrand ging."
„Ben je er zeker van dat het den achtsten
was
„Heel zeker."
Nu kwam getuige Aldenoff aan de beurt,
de juwelier uit de straat Neuve égalité.
„Gij zijt ook al een vriend van Lesur
gues," voegde Gohier hem toe.
j „Juist omdat ik zijn vriend ben, herinner
ik mij zoo duidelijk wat ik nu ga verklaren."
„Gij beweert dus den achtsten Floreal uw
vriend Lessurgue3 bij burger Legrand te
hebben ontmoet?"
„Ik kan mij niet vergissen in den datum,
want ik heb aan Legrand een paar oorknop
pen afgeleverdjen een zilveren soeplepel van
hem gekocht."
„Hebt gij eenig schriftelijk bewijs dat uw
beweren steunt?"
„Het boek van Legrand maakt er melding
van. Hij heeft de levering zoowel als den
aankoop genoteerd, want hij gaf mij geen
kwitantie of rekening, omdat wij met elkaar
in rekening staan."
I „I)at kan alles zeer wel zijn, maar het
komt op den juisten datum aan."
„Ik verklaar ten allersterkste dat het den
achtsten Floreal geschiedde, hetgeen trou
wens door de verklaring van burger Legrand
zal bevestigd worden."
Iedereen wachtte nu in spanning op den
volgende getuige, want men voelde als het
ware dat diens verklaring omtrent het lot
van Lesurgues den doorslag zou geven.
Adrien Joseph Legrand verscheen en ver
klaarde ook weder dat gij een vriend was
van L-surgues.
„Gij hebt gezegd dat hij hem dagelijks
ontmoette."
„Ja burger president, wanneer hij niet bij
mij kwam, ging ik hem opzoeken."
„Den achtsten Floreal kwam hij als naar
gewoonte
„Ja, burger president, dea morgens om
Men herinnert zich wellicht, dat
toen de Duitschers voor 't eerst de
bommen van 42 centimeter bij het
beleg van Luik gebruikten, beweerd
werd dat die verrassing weldra door
een tweede gevolgd zou worden. De
„Matin" heeft van een zijner mede-
werkers vernomen, waarin die tweede
verrassing zal bestaan, welke op een
gegeven oogenblik zal gebruikt worden
en waarvan de uitwerking ontzaglijk
zal zijn. Sedert drie weken namelijk
verlaat een Zeppelin gedurende eiken
donkeren nacht zijn loods te Friedrichs-
hafen, aan den Duitschen oever van
het meer van Constauz, en vei heft zich
ter hoogte van 3Ü0 meters. Na een
snelle manoeuvre laat het luchtschip
met volkomen juistheid en groote snel
heid ronde voorwerpen neer, die onmid
dellijk onder duiken. De geheele ma
noeuvre duurt slechts eenige minuten
en elke Zeppelin kan door middel van
kabels een vijftigtal van die toestellen
neerlaten die niets anders dan torpedo's
zijn. De hoeveelheid water, die opspuit,
l aat geen twijfel over, of de kracht der
ontploffing is enorm.
De correspondent is te weten ge
komen, dat de Duitschers veel van dat
nieuwe instrument verwachten. Zij
hopen onder begunstiging van den nacht
de vijandelijke kusten met deze tor
pedo's te bezaaien en stellen zich zelfs
voor deze bij nacht boven de Engelsche
en Fransche eskaders neer te laten,
om den schepen belangrijke schade
toe te brengen.
elf uur."
„Je geheugen schijnt bizonder goed te zijn."
„Ik beD er zoo zeker van, omdat zijn be
zoek samen viel met een feit dat makkelijk
te controleeren is."
„Gij bedoelt de ontmoeting met burger
Aldenoff."
„Juist, Aldenoff zal zich dat ook her
inneren, hij leverde mij een paar oor
knoppen en ik verkocht hern een zilveren
soeplepel."
„Uit dat feit blijkt niet dat het juist deü
achtsten gebeurde."
„Burger Aldenoff zal het zich ook her
inneren."
„Hij kan zich ook vergissen.5"
„De datum kan makkelijk nagezien
worden, want ik heb het dien da^inmijr
boek ingedragen."
„Lesurgues beweert dat hij daarbij tegen
woordig was."
„De nu algelegde verklaringen," vie*
advokaat Guinier in, „geven een onwraak*
j baar alibi die de beschuldiging van mij»-
cliënt ten eenenmale te niet doet."
j Het publiek gaf luide blijken van sym-j
pathie voor Lesurgues, die echter terstond
gesusd werden.
Rechter Gohier sprak nu tot den ad-j
vokaat
„Ik erken dat die verklaringen van groof
belang zijn voor de verdediging en d'
rechtbank zal ze dus met de grootste nauvt
gezetheid onderzoeken en aan de waarheid
toetsen."
i „Goed 1 Ik zal er u het middel toe aai
de hand doen. Al twijfelt gij niet aan de
woorden der getuigen, dan kunt gij twi|
felen aan hun geheugen. Gelukkig bestaa
er een schriftelijk bewijs en daarom ver
zoek ik dat de rechtbank bevel geve om he
journaal van burger Legrand hier al
bewijsstuk. te laten overleggen."
Stelt gij daarvoor conclusie vroeg Gohiei