Del Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard
Nederland en le Oorlog
Een Rechterlijke DwalL j.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
FEUILLETON.
IANB .VAM
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
No. 3400. Zaterdag 3 October.
1914.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke reg«
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
voor het overgroote deel onzer bevol- voor de werkloozen, dat alles vindt
king het paar handen de eenige bron schrijver zeer prijzenswaardig, maar,
van verzameling van inkomsten is. Onze vraagt hij, als men de enkele werkelijk
regeering heeft onlangs gezegd dat geen groote gaven aftrekt van de bij de steun-
Weliswaar woedt de Europeesche enkele Nederlander in den komenden comité's ingekomen bijdragen, wat doet
oorlog nog met onverminderde kracht critieken tijd van honger zou behoeven dan eigenlijk nog de rijke, bezittende
votrt en is dus de mogelijkheid nog om te komen. Het kan echter niet ont- klasse? Hoevelen, die het doen konden,
""itengesloten dat ook ons land, kend worden dat, al komt er dan al zegt hij, gaven niet of veel te weinig,
h er in betrokken kan wor- niemand van den honger om, er toch getuige het minieme bedrag dat tot
e- oogenblik staan wij nog zeer velen hier in ons land zijn die ar- heden door de comité's na moeite en
vc 1 <ifct i ieu grooten krijg, ge- moede moeten lijden, werkelijk armoede inspanning werd verkregen. Schrijver
'ei :eg "dug zal wel weten moeten lijden. meent en zoo is het dat ons volk
hoe ia m< worden om ons In normale tijden is van velen de ver-1 aanspraak en recht heeft op het meest
1 dienste, het loon voor hun arbeid, zoo noodzakelijke, dat het niet mag over
groot niet dat zij daarvan een gedeelte geleverd worden aan de willekeur der
achteruit kunnen leggen voor eventueele filantropie en daarom wil hij de regee-
moeilijker tijden. Diegenen daarvan, die ring belast zien met de voeding, behui-
ihans werkeloos rondloopen, die dus
land niet fit den oorlog te doen be
trekken. Zoo heeft de regeer ng o.m.
enkele voorschriften uitgevaardigd,
waaraan 't verplicht is zich te houden,
zoo wat e.a. betreft .de uitvoer uit ons
land van goederen c&nir; bande) naai
andere landen, in oorif^rzijode. En
zooals ai weer te verwacEtèöwas,
ontzien enkele handelaars zich niet bfla
in strijd met de voorschriften, toch in?
voeren en daardoor eenig voordeel
voor zich uit dezen
ken, niet inziende of e. en
slaande, dat door dat pers
deel het gevaar, dat ons 1.
lijkheden komt, in de han
werkt. Onze regeering hee
bron van inkomsten missen, moéten
moede lijden, dat kan niet anders,
ve ageren ze dan ook wel niet.
'e ui koeiing toch, die ze ontvangen,
is vt zooals men dat wel
v i- m --te weinig om te leven
a te ve jm te sterven. Een inzender
een der Amsterdamsche
a et in Amsterdam voorkomt
moeten rondkomenman.
zing en bekleeding der gebreklijdende.
Over dit laatste willen we het hier niet
hebben. "We meenen echter dat al veel
gewonnen zou zijn als ieder in deze
moeilijke tijden voor zijn economisch
slechter bedeelden deed wat hij zou
künnen doen. En hiermede wordt dan
niet alleen het belang dier gebreklijden
den gediend, doch ons aller belang.
ISuileuliftuai.
e kinderen van vier gulden jje C0rreSp0Ildent van de „Times,
- k. e a echtpaar zonder kinderen ue Qenève meldt, dat het aldaar ver
doende genoodzaakt gezr ilden en vijftig cents per schijnende en doorgaans goedingelichte
nog scherpere maatregelen iv ze n in die uitkeering, zegt hij, blad „La Suisse" een telegram uit Bazel
at 1.25, f 1.50 of meer nog publiceerde, volgens hetwelk de Duit
n af, en van het overige sche keizer ongesteld is en aan long-
i r leven, neen, zorgen dat ontsteking lijdt, veroorzaakt door zijn
onger en gebrek omkomt. va^ *n een loopgraaf vol water.
l >e ',d Jeggerb vraagt hij. En| Houston Chamberlain, de bekende
dan volgengesteiu dat jn Engeland geboren sohrijver over
niets wordt uitgege- Duitsche cultuur, getuigt i-n het eerste
V' n en huisraad, dat na oorlogsnummer van het internationale
V: huur hot restant der maandschrift voor wetenschap, kunst
1 ei - omgezet kan worden en techniek van de vredelievendheid
bi brock, i oei aardappelen, meel- der Duitschers en hun keizer,
spjz.n. w t melk, zout, gas ofI Engeland, zegt hij, heeft den oorlog
en heeft enkele deelen va;
in staat van oorlog verkla
door de smokkelhandel bete
den tegengegaan. Treurig i
het om deze reden zoot -
moestTreurig is, het dat o ze
ring die maatregelen nemen t
dat enkelen in deien tijd hu -soo
lijk belang stellen boven h
van ons allenLaten wij ei o vi
eindigen met het verzoek aan o-
om in deze spannende tijden rss laad
niet willens en wetens in «a te
brengen
Dan nog iets:
Zooals gezegd, is ons land o
niet in den oorlog betrokken,
spreken nogmaals den wensch uo t
ons land de rol van toeschou
mogen blijven toebedeeld zijn, ge
voelt ons land wel de gevolgen
oorlog. Wij bedoelen dat de ha; n
de industrie hier in ons laod de t den
oorlog over onze grenzen een geve g
knak heeft gekregen. Daardoor is. v )ia
onder de we rkende" klasse, veel v
loosheid en tengevolge daarvan au
ontstaan, want een feit is het maar
18)
Pierre Chanty was dicht bij de deur.
drongen, waardoor de getuigen binnen h a
men en toen Eugenie hem voorbij ging, be.
hij haar toe:
„Kom je minnaar zien, die je eerst wt.
op het schavot zult terug zien."
De arme vrouw hoorde nauwelijks wat
zeide en kwam met wankelende schrede
voor de balie.
De rechter vatte haar aanstonds met hare
voorden aan:
„Gij zijt zoo diep gevallen, eene d'Argenct
een dochter van een zoogenaamd oud ra;
om de minnares te worden van een diet e.
een moordenaar."
Mvai<Ai>n I »e» kje vl'eesch óf spek, kewjld> het d° vervreemding van
n boter Rr)Preriien en Rusland in de haud gewerkt en Frank"
boter, specerijen en rijk zonder ophouden opgehitst. Dan
:ig> e a, waarop volgens mg verklaart hij
u heeft, laat ik in deze 1 „Mij viel het geluk ten deel, Duit-
ori' digheden nu maar schers uit alle deelen des rijks en uit
bt b" dan komt er veel alle standen der samenleving grondig
aeest noodzakelijke, te leeren kennen, van Zijne Majesteit
i i iter voor de deur en den Keizer af tot den braven hand-
j, z j .rer ook nog koude werksman, met wien ik dagelijks te
geiedei Volgt hij. Dit moest, doen had- Ik heb intiem kennis ge-
te zijn, meent hij. üiet onderwijzers, geleerden,
Dat yeler. bm tw tje, gulden of rijks lkooPlleden' banklM»..officieren, diplo-
(maten. ingenieurs, dichters, journalis-
kleme en grooteLen> ambtenaren, kunstenaars: nimmer
;st doen de werk-1 ieH jk een oorlogszuchtige, of liever
V ooten, dat ook op gezegd oorlogslustige aangetroffen. In
T ze;; n wordt tot steun Engeland daarentegen vond ik bij mijn
1 ve: kin; c d h -egelmatig bij mij
a keer heeft overge
slagen."
Koj kci.i, wij u het tegendeel."
T ra-'. u; I' efheid en schaam -
1 ;nie dokter Theuriot
en diens rouw wegleide
Het merkbaar-in ie zaal dat de hou
ling va; n president erd afgekeurd en
ook de jury cbeei f e vatting te deelen.
Gohier verkil rde de «at van getuigen
H decbage nu ui- maar advokaat
Guinier m.v ikte heto er >p opmerkzaam
dat Ei-mery nog v vergt en.
Deze au ourbid' k geroepenjen
ie i t n tonris hij de peter was
van Lesurgues
„I he i 9jd a aar trotsch op te
zijn," zeide Gohier spottend.
,Dat n;b i's o; burger pr sident," ant-
>oi«1de I n qbe a tem. „Ik ben
h o jen t spri ren en dat zal
ik oo zona or mi baDg laten maken,
„Lesurgues is een eerlijk man, zoo lan; z 3 ei - Ik verklaar
het leven mij gegund is, zal ik dat voo:l° nes onschuldig
Grod getuigen." »8 daad, waarvan
„Groote woorden I Spreek eenvoudiger, i
ÊÊÊÊÊËÊÊEÊÊ Zij;, verleden zonöer smet of blaam moest
Ie. s ware <or :uike verdenking."
De getuige h n g 'dij hebben," hernam
dejrer-i ient „maar h ij bew st niets. Lc3ur-
gut zou c t t et :8te zijn die voor een
mii-.ad ter ht w--v en got ia antecenden-
tenheeft. aai >t: da dies juist is
wat van t .n petea'ind z^gt
„1 doe e* x b roe vp dt htschapen-
heici i on.. v o n de jury.
Ik tb '1 :i! 'V een eerlijk
mant: on ik traak."
„'fi.- 1 urgers ge-
dan maakt gij meer den indruk oprecht te
lijn."
„Ik heb nooit gelogen."
„Het leven van een minnaar is wel een
leugen waard. Trouwens, gij hebt Lesurgues
geen verwijt te maken, want hij heeft enkel
den moord begaan om te v«tldoen aan uw
behoefte aan weelde, die u is ingeschapen,
dij beweerd zeker ook dat hij den achtsten
Floreal in Parijs was?"
„Hij is dien avond bij mij geweest zoo
als hij alle avonden kwam."
's een onbeschaamde leugeij, want
is een man die voor zijn plezier
hij komt niet aile dagen bij dezelfde
aaitreaae, evenmin als hij aiie avonden bij
i )uw blijft."
zworiei. zuaen re
WOOfi
He| lige
loope ea
•o i i met uwe
nc
rho#f wae das m
oord was nu
;ie afge-
aan het
openbaar ministerie.
XXXI.
Het Openbaar Minis erie toonde zich, bij
monde van burger Desmaison niet minder
onverbiddelijk in zijn rekwisitoor dan bur
ger Gohier bij het verhoor wps geweest.
Ondanks alle tegenstrijdigheden en on
waarschijnlijkheden, bleven de zes beklaag
den ook de ware schuldigen.
Burger Desmaison was stellig omtrent
alle beschuldigden maar het felst tegen
Lesurgues die hij als de ontwerper van het
snoode plan beschouwde en afschilderde-
Lesurgues dreef geen zaken in Parijs, bad
geen bekend middel van bestaan en liet
zich toch een nieuwe woning weelderig in
richten, terwijl hij behalve zijn eigen gezin
nog een maitresse te onderhouden had, die
in weelde geboren, daaraan verwend was
geraakt.
Buitendien bad Lesurgues veel omgang
met kunstenaars die hij onthaalde, terwijl
uit niets overtuigend gebleken is dat hij
voor al die uitgaven een voldoend vermogen
bezat.
Er zijn getuigen die Lesurgues niet ken
den en die hem den dag van den moord
in Lieusaint en in Montgeron hebben gezien,
zij weifelen geen oogenblik en verklaren
volmondig zijn identiteit met een der be
wuste ruiters.
Daarentegen wordt een zoogenaamde alibi
gesteld waarvan het bewfis öf vervalscht
öf onjuist is, terwijl de getuigen décharge
vrienden zijn van Lesurgues die er belang
wordt vrijgesproken,
'.son zijn rekwisitoor
i' met deze woorden:
gers gezworenen, om
n jnder vrees voor dwa-
te spreken; uit het
ersprekelijk bewezen
éal Lesurgues de
laatste bezoeken aldaar in 1907 en 1908
overal een in waarheid schrikwekkende
blinde haat tegen Duitschland en een
ongeduldige verwachting van een ver-
nietigingsoorlog. De afwezigheid van
ook maar de geringste animositeit te
genover andere volkeren is een opval
lende karaktereigenschap van den Duit-
scher en wel van den Dnitscher alleen.
Ik wil maar alleen keizer Wilhelm
noemen. Slechts hij zou als enkel per
soon een beslissende werking kunnen
uitgeoefend hebben. Ik heb den keizer
niet dikwijls, maar dan steeds onder
gunstige omstandigheden ontmoet en
wel buiten de hofetikette staande, on-
beluisterd en in ongedwongen uitspraak.
Nimmer heb ik een woord des mo
narchen buitenaf herhaald. Niet dat
hij mij geheimen zou hebben toever
trouwd, maar omdat men nu eenmaal
de mogelijke uitwerking van zulk een
woord van een man in zulk een pu
blieke positie niet vooruit berekenen j
kan, en ook heden wil ik van dit prin-1
cipe niet afwijken, maar ik geloof zeker
geen onbescheidenheid te begaan als ik
zeg dat in deze persoonlijkheid twee:
trekken mij al bijzonder opmerkelijk;
voorkomenals de overheerschenden 1
van heel haar voelen, deuken en
handelen het diepe, zich nimmer ver
loochenend gevoel der verantwoording
voor zijn God en hierdoor eng en streng
bepaald de energieke despotische, ja
als het niet paradox klonk de onstui
mige wil, voor Duitschland den vrede
te bewaren. Duitschland's macht, die
aan zijn zorgen zooveel dankt, ware niet
bestemd den oorlog op te roepen. Lie
ver zou zij den slechtwillende elemen
ten den vrede opdringen. Zijne daden
bewijzen dat toch. Want wanneer ook
in de laatste tien jaren de situatie voor
Duitschland een bijna ondragelijke werd,
en daarvoor zorgde Engeland waar het
maar mogelijk was, hij was het, de
Keizer, die steeds au immer weder den
vrede herstelde. Niet alsof er in Duitsch
land iets als een „oorlogspartij" bestond
(dat is een „Times" leugen) maar wel
waren er van hun verantwoording be
wuste staatslieden en soldaten, die te
recht zeiden: wil Engeland en zijne
trawanten tot eiken prijs den oorlog,
dan liever maar direct. De keizer ech
ter kon tegenover zijn God dat argu
ment niet laten gelden. Hij stak het
zwaard in de scheede terug. Geen en
kele wensch, daarvan ben ik overtuigd,
woog bij den keizer zwaarder dan deze,
op zijn sterfbed te kunnen zeggen: ik
heb voor mijn land onverbreekbaar den
vrede weten te bewaren en de geschie
denis zal mij den vredekeizer noemen."
Volgens een rapport uit het Russi
sche hoofdkwartier heeft genera
Rennenkampf zijn officieren en man-,
schappen vermaand kalm te blijvers
gedurende de tegenwoordige malais*
en gezegd: „Weest vroolijk, met Kerst
feest zullen wij te Berlijn zijn."
Uit Boekarest heeft de „Vossische
Ztg." van betrouwbare zijde een en
ander vernomen omtrent het Russische
plan betreffende cte verdeeling van den
buit na den oorlog.
Het leeuwendeel krijgt Rusland, dat
Galicië en het niet Roemeensché ge
deelte van de Boekowina annexeert,
verder Moldavië tot aan Sereth en de
Donaumonding en eindelijk nog geheel
Europeesch Turkije, Klein-Azië ea
Noord-Perzië.
Engeland krijgt Palestina en Arable
en bovendien de overzeesehe bezit
tingen van Duitschland.
Frankrijk wordt met den Elzas be-'
giftigd en met het „feit" van de ver
nietiging der Duitsche vloot. België
krijgt Luxemburg, Servië komt in heb
bezit van de Zuid Slavische landen
van Oostenrijk-Hongarije met uitgangs-
weg naar de Adriatische Zee, waarbij
Dalmatië tusschen Servië en Monte
negro verdeeld wordt.
Montenegro, Servië en Griekenland
verdeelen onderling Albanië, van welk
land alleen Durazzo aan Italië zal
worden afgestaan. Griekenland krijgt
behalve Noord Epirus, de sedert den
Tripolitaanschon oorlog door Italië 1
bezette eilanden.
Aartshertog Friedrich, de Oosten-
rij ksche legercommandant, heeft officieel
den volgenden legerorder uitgevaar
digd
„De toestand is voor
der met ons verbonden Duitschers
gunstig. Het offensief
zoo goed als tot staan
met de Duitsche troep
den vijand, die bij Kranik Zamoac,
bij Insterburg en bij T
verslagen, opnieuw j
behalen en hem vernietigen.
De Duitsche hoofdmacht is diep in
Frankrijk doorgedrongen. Een nieuwe
groote overwinning is weldra te ver
wachten.
Op het oorlogstooneel in den Balkan
strijden wij eveneens in het land van
den vijand de tegenstand der Serviërs
begint te verslappen.
Ontevredenheid in het binnenland,
opstanden, ellende en hongersnood
bedreigen onze vijanden in den rug, i
terwijl de monarchie en Duitschland
uesmf
bij hebben c*.a
To6d burg r
resumeerde,
„Ik verma
zonder zwakl
ling uw oor a u"
gevoerde deba is
dat den acht-'
ruiter met de gebroken spoor Courriot,
Guénot en Bernard in Lieusaint zijn ge>
weest, dat Richard enj Bruer hun mede
plichtigen waren of hun ;heelers en dat het
feitelijk onmogelijk is dat Lesurgues of een
der anderen dien dag in Parijs gezien is.
Daarom eisch ik voor alle beschuldigden
de doodstraf.
„Dit verpletterend rekwisitoor maakte
een sterken indruk op de jury, maar de
meening bij het publiek bleef ongeschokt.
In de zaal werden Lesurgues, Guénot,
Bruer en Richard voor onschuldig gehouden,
terwijl het wel waarschijnlijk was dat Cour
riot en Bernard aan den moord hadden
deelgenomen.
De algemeene opinie was dat de ware
schuldigen nog niet gevonden waren.
De wanhoop der familie Lesurgues laat
zich beter begrijpen dan beschrijven.
Chanty hoorde het rekwisitoor aan zonder
zelfverwijt en zonder medelijden.
Iedereen roeg zich af wat de verdediging
zoude antwoorden op dat verpletterend re
kwisitoor en toen advokaat Guinier het
woord kreeg, steeg er een zucht van ver- t
lichting uit veler borst.
Guinier bleef eenvoudig, logisch in zijn
bewijsvoering, streng in zijn wederlegging
en wegsleepend welsprekend.
„Burgers van het tribunaal!" zeide hij,
„burgers gezworenen, weet gij wat men van
u vraagt? Toe te laten dat onschuldigen
het schavot zullen betreden. Ik vertrouw;
dat gij die monsterachtige rechterlijke dwa-.
ling niet zult begaan. Neen, uw uitspraak
zal een martelaar weer terug gevt-n aan
zijn zwaar beproefd gezin. Overtuigd vaiu
de onschuld van Lesurgues en gesieuuti
door het besef van mijn plicht en van het
gewicht der taak die ik aanvaardde, be a
ik zeker dat ik u de waarheid zal doeja
onderkennen.
De leugen zal hier niet zegevieren «in
hier zal de menschelijke onvolkomenheid
niet tot een dwaling leiden, die onherstel
baar zoude zijn.
Het valt mij moeilijk zonder aandoe^.*
te spreken van de dwalingen der crimineels
rechtspleging, waarvan enkele^Sn" bloedig
spoor hebben nagelaten mou. 'lunalen dei
rechtspraak.
Herinnert u dat C&las tot het rad was
veroordeeld ais schuldig bevonden aaneen
moord VMf [zijn zoon Mare Antoine, terwijl
dit_jo2ge mensch zelfmoord had gepleegd.
jSïoch de bekende rechtschapenheid van
den vader, noch zijn pbysieke zwakheid
Vergeleken bij de herculische kracht van
eten zoon, noch alle onwaarschijnlijkheden
f ie het verhoor aan den dag bracht, openden
e oogen der gezworenen en de ongelukkige
grijsaard werd gevonnisd en ter dood ge-
jracht.
I Vier jaar later bleek zijn onschuld. De
daarop gevolgde rehabilisatie behoorde ge
schreven te worden aan den muur van
iedere gerechtszaal, zooals in Venetië een
ander bewijs van verblindheid bij de rech
ters vermeld wordt.
Het spijt mij dat ik hier niet lees
„Gezworenen 1 denkt aan den ongeluk-
kigen Calas, zooals in Venetië te lezen staat:
Rechters, herinnert u den armen bakker,
Die man, een onschuldige als Lesurgues.
werd van een afschuwelijken moord beticht
en ter dood veroordeeld.
Het was in den tijd toen Venetië op het
toppunt was van haar luister.
Des nachts werd een addeilijk Venetiaan
gevouden met een stilet in het hart. De mis
daad was geschied op een paar pas afstand
van den bakker.
Het vermoeden vïe\ al aanstonds op den
ongelukkige wiens opvliegend en twisbiek
karakter bekend was.
Er werd bij den bakker huiszoeking ge
daan en een scheede gevonden waarin het
BUD