van welke een krijpsbelasting wordt geheven). Indien de burgemeester op den aangegeven datum niet terug was, zou zijn huis het eerste zijn, dat ver woest werd, aldus werd hem gedreigd. Daar twee schepens, de secretaris en verschillende raadsleden der gemeente Bilsen als vluchtelingen te Maastricht waren, werd door den burgemeester des voormiddags 11,30 te Maastricht eene raadsvergadering belegd in het café „Halte du Tram", aan den Brusselschen weg. Hoewel het vrij ondoenlijk werd geacht meer dan een vijfde dier som in zilver en goud bij een te brengen was men algemeen van oordeel, dat het beter was die som te betalen dan Bil sen wellicht aan verwoesting prijs te geven. Van den Burgemeester zelf had den d® Duitschers reeds 4000 francs genomenzes raadsleden teekenden staande de zitting elk voor 2000 francs, terwijl tal van vermogende inwoners uit Bilsen te Maastricht aanwezig, reeds beloofd hebben hun aandeel in den op- gelegden oorlogslast bij te dragen. De dochter van prof. Koch, den bac terioloog, die met een Pruisisch gene raal getrouwd is, heeft de gouden me- dalje, die Koch van het Koninklijke Instituut voor openbare gezondheid te Londen ontvangen heeft, ter smelting aangeboden aan een vereeniging, welke voorwerpen van edel metaal opsmelt en de opbrengst voor vaderlandlie vende doeleinden besteedt. De vereeni ging heeft het aanbod van Koch's doch ter echter niet aanvaard, omdat zij meent, dat de medalje als curiosum meer waard is. Op diplomatieke verzoeken om be richt omtrent de Portugeesche Engel- sche onderhandelingen verklaarde, naar de Reichspost van diplomatieke zijde verneemt, de Portugeesche regeering dat zij er niet aan denkt de neutrali teit op te geven en dat Engeland ook geen desbetreffend verzoek gedaan heeft. De Portugeesche regeering vraagt een crediet van 8 millioen voor bewape ningsdoeleinden. Zoowel te Rome als te Berlijn wordt met stelligheid verzekerd, dat Portu gal aan Duitschland den oorlog zal verklaren. Volgens een correspondent van het „Berliner Tageblatt" wil ex- koning Manuel trachten, hierdoor in eens op den troon te komen. In de door het openbaar ministerie opgestelde aanklacht tegen Prinzip en diens medeplichtigen, de moordenaars van Frans Ferdinand en zijne Echtge- noote, worden 222 personen beschul digd van hoogverraad en 3 van mede plichtigheid en het verbergen van voor den aanslag bestemde wapenen. Het stuk behandelt uitvoerig het ont staan der samenzwering en de voorge schiedenis van den aanslag. Prinzip be kende bij het onderzoek, dat hij met het tweede sehot den districtschef Po- tiorek had willen dooden maar de ge malin van den aartshertog trof. De aanklacht schildert verder uit voerig de beweegreden tot de daad, het drij /en der Groot-Servische kringen in Belgrado, waaraan zelfs het hof deel nam, het systematisch woelen tegen Habsburg en de Oostenrijksche monar chie, met het doel, de Slavische landen der monarchie aan Servië te brengen. Princip, Grabez en Cabrinowic be kenden, dat zij in Belgrado haat tegen de monarchie ingezogen hadden en dat het groot-Servisch doel, n.l. de poli tieke vereeniging aller Zuid Slaven, hun Elisa had zich wel op de hoogtegesteld van tijd en plaats waarop de lijken ter aarde zouden besteld worden, maar de twee vrouwen hadden er al lang gewacht. Eindelijk kwam de treurige stoet in de verte aan en Eugenie moest zich aan den arm harer vriendin vastklampen om niet op den grond te zinken. Op ieder der ruw houten lijkkisten stond een zwart cijfer en Elisa wist door den doodgraver dat Lesurgues als nummer 3 was aangegeven. De priester las het „de profundis," en de beide vrouwen knielden neer. Eugenie bad en vond de kracht haar tranen te bedwingen. Zij wachtte totdat de broeders en de doodgraver zich verwijderd hadden. Daarna knielde zij neer op het graf van hem, dien zij had lief gehad. Haar tranen vloeiden, haar hart brak. Zij vergat alles wat zij om en door hem had geleden en zij dacht alleen aan het vreeselijk lot dat hem trof. Zij dacht aan haar vervlogen jeugd, aan haar ouders en aan hun tragisch einde. Nu was alles voorbij. Van haar heele leven, van haar liefde bleef nu niets meer dan het mishandeld lijk van het wezen onder de aarde, waar zij alleen kon ween en. Weenen en sterven dat was al wat haar overbleef. Twee mannen waren inmiddels het kerk hof binnengegaan en zij naderden het graf waar Eugenie knielde. Elisa hoorde hen en de beweging die zij maakte waarschuwde Eugenie dat zij niet meer alleen waren. De mannen kwamen nader en Eugenie herkende in hen Ledru en Baudard. De twee vrienden zagen elkaar aan en lispten: „arme vrouw 1" Eugenie stond op en maakte een gebaar ideaal was geweest. In dienst van dit ideaal hadden zij het plan tot den aan slag op aartshertog Franz Ferdinand beraamd en ten slotte verwezenlijkt. Het „Huisgezin" schrijft: Hedenmorgen spraken wij onder de vluchtelingen hier aan 't station o.m. ook een man die eergisteren nog in de Antwerpsche gevangenis zat opge sloten. Midden in den nacht werd hij gewekt door het gebulder der kanonnen en het knetteren der shrapnels boven de stad. In de duisternis van zijn cel turend, omdat hij niet kon begrijpen wat dat helsch lawaai te beduiden had want kranten kreeg hij niet te lezen, ofschoon toch wel een en ander tot binnen de muren van zijn kerker was doorge drongen werd hij plotseling hevig ontsteld door een ontzettenden knal, gevolgd door geknetter en gekraak alsof de heele boel in elkaar zou storten. Nog nauwelijks van zijn geweldigen schrik bekomen werd de eerste slag gevolgd door een tweede die hem nog heviger leek en niet ver van zijn cel in het gebouw sloeg. De gevangenen begonnen langs alle kanten op de deuren van hun cellen te bonzen en hulp te roepen. Het leek wel of die anders zoo rustige stilte der gevangenis plotseling in een hel was herschapen. Een derde bom volgde onmiddellijk op de twee vorige, deed een oogenblik het lawaai der gevangenen verstommen, dat echter daarna tot razernij scheen over te slaan. Ook hij beukte werk tuigelijk met zijn vuisten op de zware deur van zijn cel, maar het was natuur lijk onbegonnen werk. Toen hoorde hij opeens het ge rammel van een sleutelbos en op het zelfde oogenblik werd de sleutel in het slot van zijn cel gestoken en de deur opengedraaid. Hij dacht niet anders op dat moment of zijn laatste uur was geslagen. Maar zonder te wachten en alleen met de woorden „vooruit op de vluchtsnelde de cipier naar de volgende deur. De man was de corridor ingerend waar reeds meerdere medegevangenen als bezetenen in verwarring heen en weer liepen, als hazen, die „bij een klopjacht in den ketel worden ge dreven om neergeschoten te worden", zooals hij het uitdrukte. Hoe hij den uitgang bereikt had wist hij nog niet, maar tot zijn ver rassing stond hij eensklaps midden op straat. Het gedreun der kanonnen en net geknetter der granaten vulde bij korte tusschenpoozen de lucht, en de ruiten rinkelden uit de woningen op de kasseien, zooals hij de straatsteenen noemde. Tusschen dat geweldig geraas door hoorde hij hoog in de lucht een geronk en gesnor van motoren; ontzaglijke lichtbundels vielen op het stadsgedeelte waarin hij zich bevond, en verlichtten dit zoo helder alsof het dag was. De zoeklichten uit een Zeppelin. Alsof hij een benauwden droom had vluchtte hij om zijn veege lijf te redden in een deurnis van een der woningen aan den overkant. Toen zag hij echter meerderen door de straat wegvluchtten en sloot zich bij hen aan. Zij riepenZeppelins Zeppelins!" en renden door de Kei- zerlei, die in diepe duisternis ver zonken lag, naar de groote stations. De woningen leken overal uitgestorven, maar den volgenden morgen, toen het hem gelukt was zich in een naar Roo sendaal vertrekkende trein te wringen, om hen te danken. Zij vermande zich en vroeg met bevende stem: „Hebt gij hem gezien?" „Wij waren gisteren bij hem." „Hoe hield hij zich?" „Zijn moed en wliskracht hebben hem geen oogenblik verlaten. Lesurgues is ge; storven zoo als hij geleefd heeft, als een man die zich niets te verwijten heeft." „Ik had hem zoo gaarne nog gesproken, wie weet of wij niet nog iets te zijnen gunste hadden gevonden." „Wat er noodig was, is de opsporing der ware schuldigen. „Nu," voegde Baudard er bijdie zoo ver zijn vriend Ledru had laten spreken, „nu blijft ons niets over dan hem te beweenen." „O jahernam Eugenie met verheffing van stem en met vuurschietende oogen. „Er blijft ons nog iets te doen. Zijn na gedachtenis zuiveren van de smet die het onrechtvaardig vonnis er op heeft geworpen „Wij zullen ons gezamenlijk aan die taak wijden," sprak Ledru. l)e vrienden van Lesurgues lieten een rijtuig komen, waarin de twee vrouwen plaats namen en zij beloofden elkaar spoe dig weer te zamen te komen, om te beraad slagen wat hun te doen stond. XXXIV. Wanneer dit verhaal niet gegrond was op onomstootelijke geschiedkundige feiten zou allicht het vermoeden rijzen dat een zoo grove dwaling, als die waardoor Lesur gues en Bernard het leven verloren, alleen bestaan kon in de verhitte verbeelding van een romanschrijver. Na het getrouw verslag van den loop der gebeurtenissen in deze hoogst merkwaardige zaak zal terecht iedereen zich verbazen hoe een jury zonder aarzelen Lesurgues schuldig kon verklaren, hoe een rechter het met zijn geweten overeen kon brengen om dien on- hoorde hij van medereizigers, dat ze den geheelen nacht hadden doorge bracht in de kelders hunner woningen. De kerel was zoo blij als een engel dat hij hier in Den Bosch stond en vrij. De Kaapstad-correspondent van „de Times" meldt, dat hij inzage kreeg van een document, waaruit zou blijken, dat Duitschland zich reeds 14 Juni tot den oorlog voorbereidde, terwijl, zooals men weet, eerst 28 Juni de moordaanslag op het aartshertogelijk paar plaats had. De Duitsche kruiser, de „Ever", lag weinige dagen voor het uitbreken van den oorlog te Kaapstad en vertrok nog juist op tijd. Een onderschepte brief voor den commandant bevatte zekere instructies uit Berlijn, gedateerd van 14 Juni. Deze instructies onthulden een volledig stelsel van kolenverzorging voor de Duitsche vloot bij het uit breken van den oorlog door geheime Duitsche agenten in de Kaapstad, New- York en Chicago. De commandant ont ving de namen van schippers en ban kiers, met jwie hij vertrouwelijk kon spreken. Het plan was, dat een kolen- schip de Tafelbaai zou verlaten, zoo- genaaamd voor Engeland, maar inder daad om een Duitsch oorlogsschip op een afgesproken plaats te ontmoeten. Natuurlijk mislukte het plan, voor zoover Kaapstad aangaat, door deze ontdekking en daaruit verklaart zich wellicht, dat de Duitsche kruisers in de Noord Atlantische wateren veel meer activiteit aan den dag legden dan in den zuidelijken Oceaan. De laatste dagen is ook een geheel communicatie systeem met Z. W. Afrika door middel van postduiven aan het licht gekomen. Een nieuwe proclamatie is afgekon digd over de verhindering van den han del met vijandige landen. Zij bepaalt dat alle goederen gecon signeerd naar eenige havens van Euro pa, de Middellandsche Zee en de Zwarte Zee, met uitzondering van die in Rusland, België, Frankiijk, Spanje en Portugal voorzien moeten zijn van een verklaring van hun eindbestem ming, alvorens zij verlof krijgen Enge land te verlaten. Een schrijver in het Legerorgaan be spreekt den mogelijken duur van dezen oorlog. Hij herinnert aan den zeven jarigen oorlog van Frederik den Groote, den twintigjarigen oorlog met Zweden en den tienjarigen oorlog van Tsaar Alexander tegen Napoleon, en hoewel hij erkent, dat de tegenwoordige oorlog niet zoo lang kan duren, acht hij het toch onwaarschijnlijk dat het korter dan een jaar zal aanhouden. Waarschijnlijk zal Oostenrijk bij het begin van den winter volkomen vernietigd zijn. De oorlog met Duitschland echter zal voort sukkelen, omdat een winterveldtocht daar niet krachtig genoeg kan worden doorgezet, en de oorlog zal dus eigen lijk in het vroege voorjaar weer met de vroegere felheid uitbreken. Het mach tige Duitsche leger is een krachtige vijand, en in het voorgevoel van eeo eindelijke nederlaag zou het hardnek kig de vredesonderhandelingen trachten uit te stellenmaar, meent de schrijver, in drie of vier maanden zou toch alles beslist zijn, zoodat in het late voorjaar of in den zomer, maar niet eerder, de oorlog zou eindigen, afgezien dan van onverwachte omstandigheden, die de beëindiging der vijandelijkheden zouden kunnen bespoedigen of vertragen. gelukkige zonder genade aan den beul over te leveren. Zoo als gezegd, het historisch feit is niet te loochenen en de waarheid is volstrekt ondubbelzinnig aan den dag gekomen en heeft bewezen dat de laatste verklaring van Couriiot en de veronachtzaamde getuigenis van Madaleine Breban juist waren. Hierom moeten wij nog eenige bizonder- heden meedeelen om ons verhaal volledig te maken, hoewel de guillotine, helaas, het laatste, onherroepelijke, onherstelbare woord sprak, toen zij de hoofden van Lesurgues en van Bernard deed vallen. De vrienden van Lesurgues, Eymery, Bau dard, Hilaire Ledru en André hadden zich aangesloten hij Eugenie d'Argence, om het volle licht over deze treurige zaak te doen schijnen, en zij hadden aan den eenen kant grooten steun gevonden in de medewerking van rechter Daubanton en van den politie beambte, die wij meer in het bizonder ken nen onder zijn bijnaam „de kroeskop," ter wijl aan den anderen kant een werkzaam deel aan de opsporingen werd genomen door Madeleine Breban. De rechter Daubanton en de slimme poli- tie-spion gingen uit van de veronderstelling dat de moord op den koerier van Lyon geschied was door bandieten van beroep, door menschen die in den brutalen overval van de postwagen zeker niet hun eerste heldenfeit in de misdaad bedreven. Zij moesten dus de medeplichtigen van Courriot vinden bij de goede bekenden van politie en justitie, bij recidevisten, bij ont slagen of weggeloopen tuchthuis-boeven en zij snuffelden dus in alle papieren naar de namen van Roussy, Durochat en Vidal. De doopceel van Dubosc was al gelicht, zoo als wij gezien hebben en daardoor waren de vrienden meer dan ooit overtuigd van de juistheid der veronderstelling van Dau- Een hooggeplaatst Belgisch officier, dib in de Nederlandsche bladen gelezeD had, dat de verdediging van Antwerpen in de laatste uren geheel aan Engel sehen zou zijn toevertrouwd, heeft den Bredaschen correspondent van de „N. R. Ct." een brief van een Engelsch ko lonel laten lezen, waaruit blijkt dat reeds in den nacht van 8 op 9 Octo ber 3000 Engelschen van Beveren west waarts zijn vertrokken, geleid door een Belgische gids. Eerst vele uren later zijn de Belgen met de overige Engel schen uit Antwerpen weggetrokken. De directeur van de Belgische straf kolonie te Hoogstraten, heeft bericht ontvangen dat de Belgische regeering reeds van Ostende naar Bordeaux is vertrokken, terwijl de Koningin in En geland moet zijn. Dit wordt bevestigd in een bericht in de Londensche Observer, die meldt dat de Koningin reeds Vrijdagavond te Folkestone is aangekomen op weg naar Londen. Koning Carol van Roemenië is Za terdagmorgen overleden. I'laatnieliik Ileum Voor Dames- en Kinderkleeding de Firma Taverne De Meere, Hinthamer straat 69, 's Hertogenbosch, het Deste adres voor deze omstreken. Deze zaak is ook des Zondags van 10 tot 1 uur geopend. Heugden, 14 October. Het getal Belgische vluchtelingen is toe genomen en zal het getal honderd wel be reikt hebben. Zooals we in ons vorig num mer mededeelden, zijn er verschillende familiën die met eigen middelen in hun onderhoud voorzien; doch er zijn er meer, die slechts met eenig ondergoed Donderdag morgen loopende de stad Antwerpen hebben verlaten om hier Zaterdagavond ten circa elf uur aan te komen. In de buitensocieteit aanvankelijk ontvangen, werd een vijftigtal boterhammen, melk en koffie toegediend en waren ze weer gelukkig toen ze maar kon den gaan slapen, na al die vermoeienis. Gedeeltelijk verbleven ze in de Buitensocie teit en een ander gedeelte werd in de Prot. Bewaarschool tijdelijk onder dak gebracht. De eerste nacht moest alles zeer primitief gaan, omdat eerst des avonds bericht was gekomen, dat eene zending aanstaande was. Zondag begonnen de ingezetenen zich uit eigen beweging aan te melden om dekens af te staan. Naar wij vernamen hebben mej. Van der Heijden en mej. Adelberg zich hierbij zeer verdienstelijk gemaakt, door zich met inzameling te belasten; ook andere dames gingen voor dat doel huis aan huis. Zondagavond kwam bericht van de ge- gemeenten Genderen en Wijk, dat vluchte lingen in den nacht te Drunen zouden arriveeren. Met tal van boerenwagens werd derwaarts getogen en in oeide gemeenten was inmiddels alles gereed voor een liefde rijke ontvangst. Ieder werkt thans gaarne mede om den goeden naam van het gastvrije Nederland hoog te houden, niet alleen, maar ook ieder is dankbaar gestemd, dat de vreeselijke geesel des oorlog ons tot heden niet treft en wil uit piëteit ook gaarne een dankoffer brengen, waartoe thans de gelegenheid aan ieder geboden wordt. Door den Burgemeester alhier is eene commissie samengesteld voor ontvangst en verpleging der Belgische vluchtelingen, be staande uit den Burgemeester, (de heer Honcoop) de Secretaris (de heer H. J, van Eggelen) en de heeren G. van Everdingen, Ch. de Jong, P. A. van Andel en L. de Moll, die daarbij ter zijde worden gestaan door hunne dames. 'sGravemoer. Er worden toebe reidselen gemaakt voor de ontvangst van Belgische vluchtelingen. Het tijdelijk hospitaal zal naar de pastorie der Geref. kerk worden overgebracht. banton en van zijn handlanger. Een toeval moest hen te hulp komen. De kroeskop, die zich zoo veel doenlijk op de hoogte bleef stellen van al wat er in de politie-buraux van Parijs en van geheel Frankrijk voorviel, kreeg bericht van een bureau in Parijs dat daar een zekere Durocher was gevangen genomen, die uit Havre ge signaleerd was geworden als vermoedelijke dief van twee balen zijde van een expeditie bureau waar hij sedert kort verbonden was. Daubanton begaf zich onmiddellijk naar den commissaris, die den beschuldigde on dervraagd had en die zoo goed als zeker was, dat de gearresteerde den diefstal in Havre had bedreven. Het signalement kwam in groote trekken overeen met de beschrij ving die gegeven was van den reiziger La borde zoodat het vermoeden veld won, hier te doen te hebben met Durachot, die een voudig zijn naam in Durocher had veran derd. Daubanton verzocht nu den commissaris den gearresteerde voorloopig te Parijs in arrest te houden en niet op te zenden naar Havre, maar inmiddels zooveel doenlijk op de hoogte te komen v ,n zijn antecedenten. Daubanton redeneerde namelijk bij zich zelf, dat Durochat sedert den achsten Floreal in het bezit was gekomen van een groote som geld en dat het dus wel bevreemding mocht wekken, dat hij zoo weinig tijd later een diefstal doet van betrekkelijk zoo weinig waarde als twee balen zijde. Toen echter door het verhoor en daarop gevolgd onderzoek bleek dat Durocher, voor dat hij in Havre in betrekking kwam bij den expediteur, in Parijs was geweest en daar op zeer weelderigen voet had geleefd met een merveilleuse die hem hoogst waar schijnlijk had gevild en die naar de inge wonnen berichten op een mooien dag was weg geloopen bijna zeker met al het geld dat haar minnaar bezat, toen werd het Als leden van het college van zettere zijn benoemd de heeren P. van der Dussen en A. Dekkers. ïlederhemert. De bietencampagne is thans begonnen. Tot voorman-weger is aangesteld de heer A. v. Geffen te Ammer- zoden, terwijl de heer A. v. Ooijen bij de weegbrug fungeert. - Waarschijnlijk zullen ook in onze gemeente de arme Belgische vluchtelingen aankomen. De Burgemeester heeft reeds van den Commissaris der Koningin een telegram, of er plaats was voor die ongelukkigen, ont vangen. Naar wij vernemen zal alhier met ingang van 14 October (heden) een hulp- telegraaf- en telefoonkantoor voor het alge meen verkeer wordm geopend. De heeren H. Smits en G. Smits zijn aangesteld als resp. kantoorhouder en ver vangend kantoorhouder. Sleeuwyk.. Krachtens een op den 9en dezer vastgestelde politieverordening is het verboden de wegen in deze gemeente te berijden met voertuigen, waarvan de wielen niet behoorlijk van klei en modder zijn gezuiverd. Door den Raad der gemeente Gorin- chem is besloten tot aanschaffing van een nieuwe boot ter voorziening in den veer dienst GorichemSleeuwijk en in principe aangenomen aan dezen dienst een motor boot toe te voegen. de Werken. Zaterdag 1.1. ia te Aerdenhout bij Zandvoort overleden, de heer mr. G. van Tienhoven, laatst oud Commissaris der Koningin van Noord- Holland, alhier in 1841 geboren. Vrij hoe ven-Cappel. 0ok hier zijn tal van vluchtelingen. Zaterdagavond om i 11 uur zijn er 25 gearriveerd, terwijl we Zondagnacht nog 82 personen ontvingen. Hun verhalen zijn gruwelijk. De doorge stane ellende en het gebrek dat geleden werd, is eveneens ontzettend. Zij werden hier goed ondergebracht en worden uit stekend verzorgd. Zondag 1.1. werd alhier in verhoor genomen een schipper v. d. V. uit Hooge Zwaluwe. Hij had nl. een misthoorn gesto len van een motorboot in de haven te Labbegat. De dader werd te Drimmelen gearresteerd en bekende dadelijk. Bturgeriyke Stand. Dussen, over de maaud September. Geboren: Theodora W., d. v. A. R. van der Pluijm en P. E v. d. Pluijm; Gerrit W., z. v. H. Teuling en W. v, d. Assem; Adriana O., d. v. S. Schimmel en A. v. Suntenmaartensdijk; Catharina M., d. v. A. de Kenning en W. v. Geel Adrianus W., z. v. J. P. Weterings en J. A. E. v. d. Pluijm; Arnolda J., d. v. C. de Wit en M. van Tilborg; Godefirida E. d. v. Fr. van Dortmout, H. v. d. Pluijm; Barend en Hendrik, zoons v. G. Koops en H. v. d. Nat; Wilhelmus z. v. P. A., Theuns en G. de Gast; Christina A., d. v. J. v. Velthoven eu A. Stevens; Jan A., z. v. G. Ripzaad en H. van Breugel; Jacob A. C., z. v. J. H. Kroon en A. O. v. d. BergAdriaantje, d. v. 'W Nederveen en P Kilwinger; Joannes A., z. v. W. van der Pluijm en W. van Olst. Overleden: Adriaan Valk, 86 j., wed. van M. Langenberg; Teuna Dekker, 25 j.; Cicilia Verdick, 29 j. echtg. van P. van Strien; Heudrika M. de Gast, lj.; Heronimus van Beurden, 71 jBarend Koops, 15 dagen; Wilhelmus A. Ber- kenbos, 6 weken. Ingekomen vanOosterhout, H. Nor bartOudenbosch, C. P. F. v. d. Pluijm Made c. a., E. A. SmxGoriucbem, S. C. Heijmans; Rotterdam, C. J. v. Dinteren; Waspik, F. v. d. Steen; Don gen, J. v. Kampen; Waspik, H. A. Boom; Dordrecht, J. C. v. Tilborg Mannheim, A. A. v. d. Pluijm; Nijmegen, M. H. Rijkers; Assen, R. Jonkers. waarschijnlijker dat de bandiet naar een andere plaats was getrokken en zich daar, bij gebrek aan beter, op onrechtmatige wijze had trachten geld te verschaffen. Hoezeer Daubanton en de politie-spion nu ook voor zich zelf o /ertuigd waren den gewaanden reiziger onder handen te hebben, moesten er toch nog heel wat ernstiger feiten aan den dag komen, voordat hij van den moord kon beschuldigd worden. Eugenie d'Argence die met een koorts- achtigen ijver was bezield om de misdadi gers te ontdekken en de nagedachtenis van Lesurgues op die wijze van allen blaam te zuiveren, Eugenie had het denkbeeld op- ge\at dat haar vijand I'iezre Chanty door kruiperijen en verdachtmakingen veel had bijgedragen tot het vonnis van Lesurgues dien hij haatte. Pierre Chanty was zeer in aanzien ge klommen, want hij had zich in de gunst van Barras weten in te dringen en dien eerzuchtige in den waan gebracht dat hij, Chanty, nog veel relaties had onder de émigrés en royalisten en dus Barras op de hoogte kon houden van hun doen en laten. Eugenie had nu het plan gevormd Chanty te spionneeren en zij had zich daartoe, met behulp van den kroeskop vermomd als een ach tienjarige jongeling uit het volk om zoo doende veel vrijer te zijn in haar bewegingen. Eens dat zij Chanty opwachtte aan den ingang van het Paleis Egalité, waar hij geregeld kwam, zag zij dat een mooi, keurig gekleed bloemenmeisje op hem toetrad en bem een roos aanbood. Slot volgt)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1914 | | pagina 2