Hel Land van Heusden en Allena. de Langstraat en de Bommelerwaard
EESiSTE BH!)
Een Rechterlijke Dwaling.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
iVo. 3404. Zaterdag October
FEUILLETON.
1914.
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
aummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege
meer 71/* ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Eén van de gevolgen van den oorlog
is voor ons land dezeduizenden en
nog eens duizenden Belgen, vrouwen
en kinderen, en ook wel mannen,
hebben hun land verlaten, bevreesd
als ze zijn voor Duitsch geweld, en
binnen onze grenzen een toevlucht ge
zocht. Vooral kort vóór en tijdens het
bombardement van Antwerpen door
de Duitschers hebben massa's inwoners
van die stad hun heil gezocht in de
vlucht naar ons land. En overhaast
als dat vertrek moet geweest zijn We
zagen vrouwen erbij, die in hun ge
wone daagsche werkkleeren gestoken
waren en die dus blijkbaar niet den
tijd hebben gehad hetallernoodigsteineen
koffer of doek bijeen te pakken, maar
wat zij meenamen, wat zij mee kónden
nemen, was slechts weinig. En zoo
kwamen ze eindelijk na een ver
moeiende reis in een volgepropte trein,
of wel per voet, in het veilige Neder
land aan. Zoo goed als allen waren
ze hulpbehoevend, want hun ontbrak
hier in ons land alleseen onderdak,
voedsel, enz. Doch, gelukkig, de Ne
derlandsche volksaard verloochende zich
niet. De Nederlanders hebben in den
vreemde den naam van gul en goed
hartig tegenover de ongelukkigen hun
ner medelijdend hart geen rampspoed
kan zien, ze hebben getoond in de
laatste dagen dat hnn medelijdend hart
kan zien, ze hebben al het mogelijke
gedaan om het den armen Belgischen
vluchtelingen hierin ons land aan niets
te laten ontbrekenden armen be
roofden werd dak en bed en voedsel
verstrekt en alles wat zij noodig hadden.
Op het oogenblik dat wij dit schrijven
vernemen we dat onze regeering met
het Duitsche oppergezag in overleg
getreden is voor pogingen om de vluch
telingen zoo spoedig mogelijk weer
naar Antwerpen te doen terugkeeren.
En voor ons land én voor de arme
vluchtelingen zelf is het misschien het
beste dat ze zoo spoedig mogelijk weer
naar hun haardsteden in de Scheldestad
weder keeren.
't Is niet bezwaarlijk voor ons land
om de vluchtelingen gedurende eenige
weken of nog langer onderdak te ver
strekken, maar daarmede alleen zijn
ze niet geholpen, hun moet ook het
noodige voedsel verschaft worden, en
31)
Terwijl Chanty de roos aannam zeide het
meisje iets zeer zacht maar blijkbaar zcsr
gewichtigs, althans Chanty keek haar verrast
en vragend aan en antwoordde met een prar
woorden, waarop de bloemenverkoop3ter
hem iets met radde tong en fluisterendschcsn
uit te leggen terwijl Chanty toestemmend met
zijn hoofd knikte. Nog viel het Eugenie op,
dat Chanty wel de roos behield maar geen
geld gaf aan de verkoopster. Hier was dus
iets geheimzinnigs dat behoorde ontsluierd
te worden. Zonder aarzelen volgde Eugenie
dus Chanty die zich naar den Pont Neu
begaf, aan den oever der Seine, daar stond
een man blijkbrar op hem te wachten die
alleen maar wenkte en hem meenam naar
een klein onaanzienlijk,afgelegen restaurant,
waar de twee mannen zwijgend binnen
traden.
Eugenie, hoewel vermomd, durfde de man
nen niet verder volgen, maar zij haastte
zich naar den kroeskop dien zij gelukkig
aan zijn bureau trof en die onmiddellijk
een paar stille agenten naar het restaurant
afvaardigde in de hoop daar iets naders
op te sporen.
Inmiddels bleef de politie-spion Eugenie
aanraden vooral van nabij al de gangen
van Chanty na te gaan.
nu is het bekend dat we dh&rop niet
berekend zijn, want reeds zijn er van
regeeringswege maatregelen genomen,
die ons andere kost dan die we gewoon
waren voorschrijven, en dan vele
varkens maken de spoeling dun. Daarom
zou het voor ons land het beste zijn
indien de vluchtelingen zoo spoedig
mogelijk weer afreisden naar hun
eigen land.
En zooals we zeiden, is het misschien
ook voor de vluchtelingen zélf het beste
om zoo spoedigst weer terug te keeren.
De Duitsche legercommandant heeft
namelijk in de vesting Antwerpen
een proclamatie uitgevaardigd, waarbij
de burgers van die stad worden uitge-
noodigd binnen enkele dagen terug te
keeren, daar hunne eigendommen zullen
worden geëerbiedigd en hun geen leed
zal geschieden indien zij een gepaste
houding jegens de Duitsche troepen
aannemen, terwijl van hen, die niet
terugkeeren, de woningen gebruikt zul
len worden voor inkwartiering en de
meubelen in beslag worden genomen.
Reeds moeten zeer vele vluchtelingen
weer naar Antwerpen zijn teruggekeerd.
Natuurlijk zouden we onze stem er
niet gaarne voor verheffen om, mochten
onze zuidelijke buren hier liever nog
eenigen tijd in ons land willen verblij
ven, totdat het gevaar geheel geweken
is, ze tegen hun wil weer naar hun
land te doen terugvoeren.
En nu dit: laten we het den Bel
gischen vluchtelingen, zoolang ze onze
gasten zijn, aan zoo weinig mogelijk
ODtbreken, opdat ze, als ze later weder
naar hunne haardsteden in eigen land
zijn teruggekeerd, kunnen zeggen, zoo
als voor enkelen hunner nü reeds ge
hoord hebbende Hollanders zijn onze
broeders, want ze hebben ons als hunne
broeders behandeld!
Dit kan dan ook nog zijn vruchten
afwerpen.
Zooals toch bekend, „zat" er nog
altijd iets van vroeger bij de Belgen
tegen de Nederlanders, en de verhou
ding is er van Belgische zijde niet beter
op gewordeu sinds er vanaf het begin
van den oorlog geruchten in omloop
zijn gekomen dat Duitsche troepen door
Nederlandsch Limburg België zijn bin
nengedrongen, zonder dat Nederland
iets daartegen had gedaan.
Welnu, we vertrouwen dat het ver
blijf van de Belgen hier in ons land,
nu ze zich in hun eigen land niet veilig
achten, een band van verbroedering zal
vormen tusschen het Belgische en het
Nederlandsche volk.
En nu moge het de plicht van Neder
Den volgenden morgen zag de gewaande
jongeling Chanty in de conciergerie binnen
treden, waar hij, door toedoen van Barras,
een „entree -biljet," had gekregen. Naar later
bij den cipier ingewonnen berichten, had
Chanty een tijd lang met den Havreser
dief, Durocher, gepraat. Dat alles kwam
natuurlijk zeer verdacht voor en rechter
Dau banton wist te bewerken dat Durocher
aan een nader verhoor in zijn tegenwoor
digheid zoude onderworpen worden.
Uit dat verhoor ble?k niets anders als
dat Durocher wanneer hij werkelijk iden
tiek was met den reiziger Laborde ten
eerste wist dat Courriot onthoofd was, dus
niet tegen hem kon getuigen en ten andere
zeker scheen van zijn zaak, althans hij ont
kende alle3 op de meest stellige wijze en
riep met een zekere pralerij„Breng die
Madeleine Breban of die Helene d'Olgofif,
of hoeveel vrouwen je wilt maar eens hier,
zij zullen niets te mijnen nadeele kunnen
getuigen én als ik ze vroeger al mocht ont
moet hebben, wat wel mogelijk is, dan
hebben ze zeker nog aangename herinne
ringen aan mij"
Daubanton zag in, dat op die wijze niets
kon bereikt worden en nu vatte Eugenie
een wanhopig besluit op, waarvan Dauban
ton en de kroeskop hsar echter niet tegen
hielden, maar integendeel haar in staat
stelden het te volvoeren. Zij liet zich na
melijk in haar vermomming van achttien
jarig jongelingjin de conciergeerie opsluiten
als aangeklaagd van diefstal, en op die
wijze kwam zij in aanraking met al de
genen die daar in voorloopige hechtenis
waren, waaronder het haar niet moeilijk
viel Durocher, naar de beschrijving, te
land zijn om de gevluchte Belgen in
deze voor hen zoo bange dagen zooveel
te helpen als mogelijk is, laten we deze
gelegenheid tevens benutten door te
toonen dat wij hoegenaamd geen vij
andschap moer tegen hen hebben, dat
wij vergeten zijn wat geweest is, dat
Nederlanders en Belgen vrienden zijn
Ituitenland.
Proclamatie van Burgemeester en
Schepenen van Antwerpen.
Te Putte is de volgende proclamatie
aangeplakt
De majoor kantonnements comman
dant te Putte maakt het volgende be
kend
De heeren Burgemeester en Schepe
nen van de stad Antwerpen verklaren,
dat de vluchtelingen van Antwerpen
veilig kunnen terugkeeren in de stad,
alsook in de voorsteden en dat met
uitdrukkelijke goedkeuring der Duitsche
krijgsoverheid, die verlaart:
dat privaat eigendom geëerbiedigd
zal wordeD, alsook dat de personen, die
zich van alle vijandelijkheden zullen
onthouden niet verontrust zullen wor
den
dat de ontwapende b irgerwachten
onverlet worden gelaten, alsmede dat
er geen spraak is van jonge mannen
naar Duitschland te vervoeren of tot
legerdiensten te dwingen.
Bakkers, beenhouwers, kruideniers en
andere neringdoeners en ambachten
alsook de gasten daarvan en al wat
betrekking heeft op voeding, alsmede
de apothekers, letterzetters, glazenma
kers, worden dringend aangezocht da
delijk terug te keeren.
Winkels voor voedingstoffen, die bin
nen vijf dagen niet heropend zijn, stel
len zich bloot aan strenge maatregelen,
dit volgens instructie der militaire
overheid.
Volgens deze ook worden alleen zulke
personen toegelaten, die in Antwer
pen regelmatige huisvesting en brood
winning hebben. De teiugiomst moet
in goede orde geschieden. Bij de ont-
schatbare diensten door de overheid in
Nederland aan onze vluchtelingen be
wezen en waarvoor wij ze hartelijk
danken, zouden wij het zeer op prijs
stellen, indien zij er de hand aan hield,
dat de terugkeer geleidelijk en traps
gewijze geschiedde.
Het college van burgemeester en
Schepenen
(get.) J. db Vos.
V. Hengius.
A. Cools.
L. Srauwss.
De voorzitter der inter
communale commissie
(get.) L. Frank.
De majoor voornoemd
(get Vogel.
herkennen.
Zij bond met hem kennis aan en het
duurde maar een paar dagen of zij had hem
haar geheim bekend dat zij een vrouw wa3
en alleen de mannenkleeren had aange
trokken om de politie op een dwaalspoor
te brengen. Durocher zocht nu altijd haar
gezelschap en begon zesr toeschietelijk te
worden, totdat Eugenie hem eens zeide dat
zij hem nu eindelijk herkende, wat haar
reeds lang voor den geest zweefde.
„Ik herinner me niet je ooit vroeger te
hebben gezien" zeide Durocher.
„Dat komt omdat ik toen vrouwenkleeren
droeg; maar ik weet het nog zeer goed.
Het was. in de straat Jean Jacques, daar
zag ik je het eerst en daar maakte je al
aanstonds een gunstigen indruk op me.
Het viel me daarom zoo tegen datje blijk
baar op reis ging."
„Ging ik op reis, dat herinner ik me
niet."
„Wel zeker, ge reedt mee met den post
wagen naar Lyon."
„Hoe kom je er aan."
„O, ik herken je nu heel goed, je droeg
een langen mantel en een sabel en ik bleef
daar nog in de buurt rondslenteren en naar
je kijken in de hoop dat je me zoudt aan
spreken, maar je ging naar den koerier die
met een dame stond te praten en toen heb
jelui met zijn drieën in een café gedéjeu
neerd. O, ik was zoo jaloersch."
Durocher verbleekte en was erg zenuw
achtig, maar hij vermande zich en zei half
lachend
„Ben je waarlijk een vrouw, dan is dat
een buitenkansje, maar dan moet je ook
meegaan naar mijn cel."
De terugkeer der vluchtelingen naar
Antwerpen en omgeving zal geleidelijk
en van regeeringswege geschieden.
Binnenkort verschijnt hieromtrent een
regeeringsmededeeling, als de desbetref
fende onderhandelingen tusschen Neder
land en Duitschland tot het gewenschte
resultaat hebben geleid.
De onkosten van de wereldoorlog.
In „Die Neue Zeit. Wochenschrift
der Deutschen Sozialdemokratie," van
18 September en 25 September j Igeeft
Karl Kautsky eenige beschouwingen
over de „Wirkungen des Krieges" On
derstellend, dat de thans heerschende
oorlog 6 maanden zal duren, schat hij
de schade van dezen oorlog voor de ge-
heele wereld als volgt
Hij neemt aan dat thans ongeveer
20 millioen soldaten direct of indirect
aan den oorlog deelnemen en dat deze
in vredestijd gemidde'd per hoofd een
waarde van 200 Mark per maand pro-
duceeren, d. i. in een half jaar een ver
lies van plm. 25 milliard. De oorlog
van 187071 kostte Frankrijk (behalve
de oorlogsschatting) ongeveer 5 milliard
Markde tegenwoordige oorlog zal ver
moedelijk viermaal zooveel of 20tnilliard
Mark kosten.
Voor Oostenrijk en Duitschland de
kosten op net dubbele of 40 milliard
Mark stellend en van alle andere Staten
(Rusland, Engeland, België, Servië en
Japan) tezamen op hetzelfde bedrag,
komen we tot een ronde som van 100
milliard Mark. Hierbij zijn niet in reke
ning gebracht de kostenvan de mobili
satie der neutrale Staten.
De schade toegebracht aan de wereld
productie door de stoornis in den handel
en de industrie, raamt hij op het drie
voudige van de schade, die geleden
wordt dor het zich onder de wap enen
bevindenovan de 20 millioen soldaten.
Hierdoor komt men tot een totale eco
nomische schade voor de gansche wereld
van100 en 25 en 75 is 200 milliard
Mark. Het artikel wil reeds nu opkomen
tegen het heffen van een groote oorlogs
schatting ingeval Duitschland wint en
tegen het anexeeren van veroverd ge
bied. Dit acht de schrijver ook voor
Duitschlandorraadzaam, omdat dit voor
Engeland en voor Rusland noodzakelijk
zou moeten lijden tot een wilde jacht
om e macht van den dan versterkten
Middel Europeeschen bond der twee
Staten te breken. Engeland zou daarbij
in gunstige conditie zijn door zijn ko
loniën, terwijl dit voor Rusland zou
kunnen woiden ds ontwaking van de
100 millioen bewoners van dit land,
zoo rijk aan natuurlijke hulpbronnen.
Niets zou voor Duitschland verderfe
lijker zijn dan een vrede met een ver
woest België en een geruïneerd Fran
krijk. Daarom spoort Kautsky den even»
tueelen overwinnaar aan zich te matigen
in zijn eischen.
„Waarom zou ik niet," zei Eugenie en
zij volgde hem. D&ér gekomen wilde Du
rocher haar omhelzen, maar zij verweerde
zich en zij dat ze jaloersch was op de
dame met wie hij den achtsten Floreal had
gedejeuneerd.
„Hoe kom je aan dien datum?"
„O, ik heb alles zoo goed onthouden, ik
kan je iedere bizonderheid nog vertellen."
Durocher werd nu zeer angstig en vatte
haar beide handen die hij stevig vasthield.
„Hoor eens hier," zeide hij, „ik wil niet
hebben dat je die malle geschiedenis, waar
van je nu spreekt, herhaalt, dat zou me in
ongelegenheid brengen."
„Dus je bekent toch dat jij het was,"
fluisterde Eugenie.
„Ja, ik was het, maar houd je mond."
„En als ik dat niet deed."
„Dan zoude ik je worgen," en alsof hij
de daad bij het woord wilde voegen, drukte
hij haar tegen den muur en hield haar
handen krampachtig vast.
„Monster," riep Eugenie zoo luid zij kon,
„hulp! hulp!"
Gelukkig kwam een van de wachters
onmiddellijk binnengesneld en greep Du
rocher bij den kraag. Eugenie kon zich los
wringen en liet terstond den directeur der
conciergerie waarschuwen, die van alles te
voren, door Daubanton was onderricht.
Durocher werd in de boeien geslagen. Euge
nie triomfeerde in haar krijgslist.
De twee geheime agenten die naar het
restaurant waren gegaan, hadden daar drie
mannen aan een tafel bij elkaar ontmoet
die in druk gesprek waren dat zij fluiste
rend voerden. Te verstaan waren zij dus
niet maar wel hadden de agenten opge
Brief van den Belgischen gezant.
De minister van buitenlandsche zaken
heeft van den Belgischen gezant in Den
Haag den volgenden brief in de Fran-
sche taal ontvangen
Den Haag, 12 October 1914.
Mijnheer de minister,
Sedert het begin van den oorlog heeft
Holland, naar het schoone woord van
H. M. de Koningin, zijn armen geopend
voor de ongelukkigen, die een schuil
plaats binnen zijne grenzen zochten.
Die prachtige opwelling van het be
gin is niet verslapt. Integendeel was in
de jongst verloopen dagen, tengevolge
van het beleg, het bombardement en
den brand van Antwerpen, zoomede van
de verwoesting van de omliggende ge
meenten, een zeer talrijke Belgische be
volking gedwongen, een toevlucht in
dit gastvrije land te zoeken.
In het vooruitzicht van deze droevige
gebeurtenis had de regeering des Ko-
nings aan het kabinet te 's Gravenhage
gevraagd, of 't er in zou toestemmen,
die vluchtelingen op te nemen. Uwe
Excel.entie heeft mij wel willen ant
woorden, dat de Nederlandsche regeering
al het mogelijke zou doen om deze on
gelukkigen te hulp te komen.
Ik heb opdracht ontvangen, de Neder
landsche regeering warmen dank te be
tuigen voor de welwillendheid, waar
mede zij de inwoners van Antwerpen
en der naburige grensplaatsen heeft
ontvangen.
Ik kwijt mij van deze taak met
evenveel ontroering als oprechtheid,
omdat ik getuige ben geweest van deze
spontane uiting van prachtige edel
moedigheid.
Het voorbeeld daartoe is overigens
van hoogerop gekomen. H. M. de Ko
ningin Wilhelmina, steeds de eerste
om de ongelukkigen te ondersteunen,
heeft zich wel persoonlijk met de arme
Belgen willen bezig houden en heeft
hun levensmiddelen en warme kleeren
laten uitreiken.
Alle Belgen zijn diep ontroerd en
dankbaar over de goedheid van hun
Noordelijke buren.
Ik heb de eer, uit naam van mijne
landgeuooten en voor mijn persoon,
Uwe Excellentie te verzoeken, allereerst
aan de geëerbiedigde Souvereine van
dit land, aan de regeering en eindelijk
aan het geheele volk onzen diepst ge
voelden dank en onze onmetelijke
erkentelijk wel te willen betuigen.
Ik maak van deze gelegenheid, enz.
get. Baron A. FALLON.
merkt dat een met een zuidelijken tongval
sprak en soms uitheemsche woorden ge
bruikte.
Een der agenten die Lesurgues herhaal
delijk had gezien, werd getroffen door de
opvallende gelijkenis van dien ongeluk
kige met een der mannen in het restau
rant, behalve dat de lsatste bruin van
haar was.
Voor den kroeskop was het nu geen
raadsel meer. Dubo3C en Fouesy hadden
zich van Chanty als boodschapper bediend
om aan Durocher alias Laborde het
een of ander te doen weten.
Het kwam er nu op aan Dubosc te
vangen en Roussy na te sporen. Een groot
voordeel was, dat ze beiden zich in Parijs
zelf ophielden.
Alles werd nu in het werk gesteld om
die twee bandieten machtig te worden en
de kroeskop zocht overal het spoor van
den Italiaan.
Geheel verdiept in hun beslommeringen
had rechter Daubanton in de laatste dagen
esnigszins verzuimd op de hoogte te blijven
van wat er in Parijs omging, zoodat hij
eerst geruimen tijd later dan het feit ge
beurde kennis kreeg van een poging tot
moord die in de straat van den Arbre-sec
had plaats gehad.
Een nachtelijke ronde was namelijk die
straat doorgegaan, en had er een buiten*1
gewoon zwaar gebouwd man zien liggen)
dien hij als dood beschouwde. Een dikke
vrouwen-doek was hem over het hootd ge
worpen en hij had een diepe wonde in
den rug. blijkbaar met een breed mes
toegebracht. De patrouille legde den man
(Vervolg in het Tweed* Blad)