Hel Land van Heusden en illena, de Langstraat en de Borameierwaard
He lenich
- De vrouw van den Banneling.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3406Zaterdag 24 October 1914.
EELILLETOIV
UU0 VAM
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
Qummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege
meer T1/* ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
In den bijbel - in 't begin - lezen
we dat de mensch geschapen werd naar
Gods beeld en dat hij mocht heerschen
over 't gedierte des velds. God, het
volmaakte, het reine, onbegrijpelijke,
het meest verhevene, op dien zou de
mensch moeten gelijken. Tot hen sprak
Jezus: „Weest volmaakt gelijk Uw
vader in de hemelen volmaakt is." Hij,
onze groote meester, naar wien wij ons
Cristenen noemen, Hy wees ons met
dat woord op onze hooge roeping, op
onzen duren plicht. Volmaakt zijn, ge
heel zonder zonde, we kunnen 't niet,
het lykt er niet op, maar er naar streven,
dat moeten we al. We mogen niet zijn
als de diereneten, drinken en slapen,
maar we hebben iets hoogers te doen
wei ken, denken, beter worden.
Dat we boven het dier staan, daarvan
liggen de meest overtuigende bewijzen
als opgestapeld. Wat heeft het mensche-
lijke verstand al niet uitgedacht, wat
ons vernuft al niet gemaakt. We ver
anderen den nacht in dag, verheffen
ons hoog in de lucht of bewegen ons
met groote snelheid onder water, spreken
met menschen aan den anderen kant
van de aardbol, voorspellen den storm,
maken den bliksem onschadelijk en be
twisten meer dan eens met goed gevolg
den dood zijn prooi, geleerden peinzen
dag en jaar om de oorsprong van vreese-
lijke ziekten op te sporen en zoo het
geneesmiddel te vinden, het lijden van
zieken en gewonden wordt in zieken
huizen en sanatoriums verzacht, de nood
der armen wordt gelenigd, het zwakke
kind beschermd, den verdrukte recht
verschaft, enz. enz.
Ja, als we dat alles en veel meer
nog nagaan, als we denken aan al die
geniaie ontdekkingen en uitvindingen,
als we die kunstige machines en prach
tige kunstwerken zien, als we denken
aan al die verhevene daden van naasten
liefde en zelfopoffering, dan gevoelen we
heter zit iets goddelijks in den mensch,
volmaakt is hij niet, o neen, en op
permachtig bij lange na niet, maar hij
gaat vooruit en hooger op, hij komt
zyn doel nader.
Maar lezen we slechts een paar blad
zijden verder in ons bijbelboek, dan
wordt er gewaagd van den zondenval,
en zien we om ons, dan verdwijnt er
2)
Zoo stonden de zaken toen Straub zijn
reis naar Combiers maakte, en toen de
victoria voor de trappen van het fcasteel
stilhield, stond de baron al vol ongeduld
zijn gasten op te wachten. Hij voerde den
oudste door een reeks van de kostbaarst
ingerichte salons, naar zijn werkkamer,
draaide de deur zorgvuldig af, en na zijn
gast een zetel te hebben aangewezen, viel
hij terstond met de deur in huis:
Zijt ge aan mij gehecht?
Twijfelt ge daar nog aan, mijnheer
de baron?
Mijn vader heeft u vroeger een dienst
bewezen.
Ik heb dien niet vergeten.
Ik roep dien niet in uw geheugen
terug, om u te vernederen, maar eenvoudig
om u te herinneren dat er al een zekere
band tusschen ons bestaat.
De Duitscher boog.
Ik geloof, dat ik doorzie, hernam de
bankier, gij haakt naar 't bezit van fortuin
en de ellendige paar duizend francs, die
gij 's jaars verdient, zijn u zoo goed als
niets.
Baron Maxime poogde tevergeefs zijn
woorden van een vriendelijken glimlach
te doen vergezeld gaan, maar de geheime
agent merkte zeer goed op, dat een zekere
onrust zijn trekken verwrong, toch waren
die trekken gewoonlijk gedistingeerd en
aangenaam. Zijn haar öegon even te grijzen,
maar was nog zeer dik en door de goede
zorgen van zijn kamerdienaar licht gefri
seerd. Zijn neus was recht en goed gevormd,
veel, o zoo veel van dien stralenkrans,
dien we zoopas om 't hoofd van het
pronkjuweel der schepping vlochten,
dan ontdekken we alras dat er naast
het goddelijke ook iets duivelsch in een
mensch zit. Nu eens zijn we oprecht
als duiven, dan valsch als de slang,
heden gaan we uit om te troosten en
te redden, morgen om te kwetsen en
te verderven, nu eens maken we
't licht in en om de mensch, dan weer
brengen we een tastbare duisternis,
hier brengen we geluk en vrede en
leven, elders ellende en strijd en dood,
den eenen dag zijn we een zegen en
den anderen dag een vloek, kortom
de mensch is een groot raadsel, een vat
vol tegenstrijdigheden.
Jaren, geslachten lang, heeft men
gewerkt om prachtige bouwwerken als
te Luik en te Reims tot stand te bren
gen. Kosten noch moeite heeft men ge
spaard om prachtige spoorbruggen te
bouwen. Met noeste vlijt heeft de land
man zijn akker bewerkt, hopende in
het najaar een rijken oogst te mogen
binnenhalen. Predikers, in en buiten
de kerk, zich Cristenen noemende of
niet, hebben met woord en pen en voor
beeld het men8chdom voorgelicht op den
moeilijken levensweg en zoetjesaan kre
gen zij volgelingenelk geslacht werd
zachter, beschaafder, menschelijker dan
het vorige.
En daar komt plotseling de oorlog,
de meest gruwelijke, die er ooit ge
voerd werd. Honderdduizenden, die zoo
pas nog vrienden waren of zaken met
elkander deden, of elkaar voor gevaren
behoedden, staan tegenover elkaar. Gan-
sche rijen jongemannen worden wegge
maaid, stukgescheurd, vermorseld, dood
en verderf bedreigt hen alomvan onder
het wateroppervlak en boven uit de
lucht. Kunstwerken van onschatbare
waarde worden in een oogenblik ver
nield. Het kostelijke graan wordt ver
trapt, hoewel men weet dat op veel
plaatsen honger wordt geleden. Kerken
en hospitalen worden door reuzen bom
men vernield. Zieken en vrouwen en
kinderen worden meedogenloos vervolgd
en gedood.
Beschaving, CristendomWat heeft
men met die woorden gepronkt. Men
had ze steeds op de lippen. En dat zijn
nu de vruchten, 't Was scqijn, klater
goud. Er was geen waarheid in al die
fraaiigheden.
Wij, menschen, wij willen zoo gaarne
even opgewipt; hij had een lichten, zin-
nelijken trek om de lippen, de gelaatskleur
was matbleek en zijn oog lichtblauw maar
hard en koud.
Lippen en wangen waren zorgvuldig ge
schoren en het lintje van officier van het
Legioen van Eer gaf iets gedistingeerds
aan zijn zwarte jas.
'k Zou meer voor u hebben kunnen
doen, dan ik deed, mijn wrarde Straub,
om fortuin te maken, maar daarvoor moet
gij mij een dienst bewijzen, een gewich-
tigen dienst
Als het mogelijk is
Alles is mogelijk.
Wat voor soort van dienst bedoelt
gij
Een gloeiend rood steeg den baron naar
de wangen, hij moest zijn dierbaar geheim
voor profane ooren openbaren en dat is
altijd een pijnlijk ding.
Ik bemin een vrouw, een jonge vrouw,
begon hij.
Straub beet zich op de lippen.
Een Parijsohe vroeg hij den bankier
scherp aanziende.
Neen een dame uit de buurt, een
buurvrouw, de echtgenoote van een ge
ruïneerd landjonker.
Hoe heet hij
Dat zal ik u zeggen, als de tijd daar
voor gekomen is. Ik wil een laatste onder
houd met haar hebbenmorgen geef
ik esn groote jachtpartij en zal daar de
gelegenheid hebben haar te ontmoeten.
Weigert zij mij aan te hooren, dan zal ik
tot u mijn toevlucht nemen.
Wat moet er gedaan worden?
Die vrouw heeft een echtgenoot.
Dien zij liefheeft?
Tot waanzinnigwordens toe.
En nu wilt gij
Dat hij verdwijne.
Dat is een ernstig geval,
in rust en vrede leven, wy verlangen
niets dan de vruchten van onzen arbeid
te mogen plukken. Wij verfoeien den
oorlog, vooral dezen, die nog wreeder
is dan die der barbaarsche Hunnen, die
de gruwelen van den Tachtigjarigen
verre in de schaduw stelt.
Gij grooten der aarde, kunt gij dezen
strijd niet doen ophouden? Volkeren
van Europa, is het uw wil dat bijna
ons geheel werelddeel in vuur en vlam
staat? Hoort gij niet dat kermen en
roepen en jammeren, ziet gij niet die
hoopen lijken, die platgebrande dorpen
en steden? Wie zal een einde maken
aan dezen strijd Vrede, kóm toch in
de geteisterde landen! En blijf in ons
vaderland! Wij allen, wenschen het
zoo vurig
Buitenland.
Waarom Antwerpen gevallen is.
Als men geïnterneerden en vluchte
lingen spreekt, schrijft „De Tijd", dan
is een der groote klachten deze:
„Wij zijn verkocht en verraden, reeds
jaren te voren." En ze deelen dan o. a.
mede, hoe de firma Krupp opzettelijk
in gebreke is gebleven bestelde kanon
nen te leveren. De Belgische afgevaar
digde Devèro heeft indertijd voor den
oorlog hierop gewezen. De minister
noemde het toen een schande, dat de
afgevaardigde zooveel geheime quaesties
in het openbaar besprak.
Intusschen heeft de huidige loop van
zaken de beschouwing van Devère in
dertijd geleverd, van groot belang ge
maakt.
De 8 kanonnen van 28 c.M., welke
bestemd waren voor de bestrijking van
de beneden-Schelde (en reeds in 1909
besteld), lagen nog steeds bij Krupp.
Van de 764 vuurmonden welke aan
wezig moesten zijn in de eerste lijn van
verdediging der stelling waren nog niet
eens de helft (342) geplaatst; de overige
422 waren bewaard in de centrale ma
gazijnen.
Verder waren nog niet geplaatst:
6 kanonnen van 15 cM. onder koepels.
8 houwitsers van 12 cM. onder koepels,
101 kanonnen van 7.5 c.M.
41 kanonnen van 12 c.M.
34 houwitsers van 12 c.M.
12 kanonnen van 5.7 cM. onder koepels.
140 kanonnen van 5.7 c.M. in de capon-
nières, en
88 mitrailleurs.
Ofschoon de projectielen voor de
vuurmonden onder koepels waren op
gelegd, ontbraken de ladingen; de niet
Dat we9t ik. Als 't een eenvoudige
zaak was, had ik u niet noodig gehad.
Mijnheer de baron sprak van een
fortuin
Het is binnen uw bereik.
Een groot fortuin
De baron dong niet af. Gij kunt zelf
den prijs bepalen, zeide hij.
De Duitscher wierp zich achterover in
zijn stoel en sloeg de oogen naar boven
alsof hij in het plafond de oplossing van
het vraagstuk moest vinden.
Mag ik mijnheer den baron een paar
vragen doen, vroeg hij.
Spreek
Hoe oud is de echtgenoot?
Ongeveer dertig jaar.
En gezond
Als esn visch.
En een geruïneerd man, hebt gij ge
zegd. Voor 't oogenblik ten minste, maar
ook in de toekomst?
Een vrij onzekere verwachting. Een
zuster van zijn vader.
En het voorwerp van uw liefde zal
morgen hier zijn
Met haar echtgenoot.
Ik moet hen beideu kunnen opnemen
maar laten wij er geen doekjee om
winden, 't is de gravin De Marcilles.
De baron gaf een teeken van verbazing.
Kent gij haar? begon hij.
O, zeide Straub bescheiden, het toe
val speelt een vreemde rol in 't leven.
Dus wilt gij den graaf uit den weg rui
men
Waarom staat bij mij in den weg?
En gij wilt mij met die zaak be
lasten
U alleen.
En 't middel gaat mij alleen aan
Ik wil het zelfs liever niet weten,
want als ge de een of andere onhandigheid
mocht begaan.
onder koepels opgestapelde vuurmonden
van 12 c.M. hadden nog geen munitie
terwijl alle projectielen van de vuur
monden van 7.5 c.M. dringend benoo-
digd waren voor het veldleger, en voor
de 88 mitrailleurs geen enkele patroon
beschikbaar was.
Van de forten waren er vele nog lang
niet gereed schootstafels bestonden niet.
Van de schansen der tweede linie
waren er nog talrijke wachtende op
voltooiing; voor de (geprojecteerde) No.
16 en 17, was nog geen schop zand ver
plaatst; de 38 mitrailleurs dezer linie
beschikten evenzoo over absoluut geen
munitie.
In totaal ontbraken binnen de stel
ling 483.638 projectielen. Voor den aan
leg van vivres-magazijnen waren geen
maatregelen genomen.
Het kader van de vesting-artillerie
was onvoldoende, 2e-luitenants moesten
afdeelingen commandeeren van 2 bat
terijen en een reserve-batterijvan
de 75 officieren der organische sterkte
waren niet aanwezig 62, zoodat bij
mobilisatie vele batterijen aan onder
officieren zouden moeten worden toe
vertrouwd.
België was geheel van de firma Krupp
afhankelijk, want de fabriek te Herstal
was ook voor zeventiende van het aan
deelen-kapitaal in Duitsche handen.
De afgevaardigde constateerde ver
volgens dat het officierenkorps gedemo
raliseerd was en dat het zijn vertrouwen
verloren had in het legerbestuur; de
Raad van Defensie was voor het laatst
in Juli 1913 bijeengeroepen, de Raad
van den Minister van Oorlog nog nooit.
Aan de adviezen van den Defensie
raad was trouwens vrijwel geen aan
dacht geschonken.
Daarbij hadden de nieuwe bevorde
ringsbepalingen de ontevredenheid ver
meerderd van de vele gepasseerden
was niet de minste toewijding te ver
wachten.
Om het incompleet aan officieren te
voorzien, was men genoodzaakt geweest
de eischen voortdurend lager te stellen
Zoo werden in 1901 voor de reorga
nisatie der artillerie 80 onderofficieren
na verplicht examen aangesteldin
1912 moest de rang van adjoint-chef
de peleton voor onderofficieren worden
geopend, terwijl men in 1913 er toe
was overgegaan onderofficiersscholen op
te richten, wier taak het was aspiranten
voor den officiersrang klaar te stoomen
in den tijd van 11 maanden.
De overplaatsing van officieren der
infanterie bij de technische wapens was
onbillijk.
Zult ge alles ontkennen.
Natuurlijk.
't Zij zoo. Ik zal uw bevelen af
wachten.
Gij zult ze ontvangen.
Wanneer?
De baron wierp een blik op de pendule
en antwoordde.
Morgen op ditzelfde uur, bij het
luiden van de bel voor het diner, zal ik
alles met u afspreken.
Toen de eerste moeilijke oogenblikken
voorbij waren, waren de beide schurken
zoo kalm en rustig alsof zij over den
verkoop van een stuk land of een verkie-
zings-programma gesproken hadden.
Intusschen was Lazare Pidon in de ver
trekken der bedienden bezig dezen voor
zich in te nemen, vcoral de linnenmeid,
Martha Bikourt. en vermaakte allen door
zijn goed humeur en vruolijke grappen.
Spoedig zullen wij zien welk een veelbe
lovend le Hing de jonge man in de schur
kenstreken van zijn meester was.
III.
Waarin «ie man der «luis
ternis eenise voorzorgen
voor «le toekomst neemt.
Toen Hans Straub of Fulgeuce Guillard
na een overvloedig diner, met de uitge-
zochtste merken fijnen wijn besproeid, naar
zijn kamer ging, zwol zijn hart van vreugde.
Met zijn scherpen roofvogelsblik, had hij
een vast plan van handelen gevormd, dat
hem dubbel voordeel moest opleveren. Hij
had nu genoeg van die k'eine slecht be
taalde zaken, die nauwelijks genoeg op
brachten, om van te leven, en alle andere
genietingen boven zijn bereik lieten blijven;
er moest nu een einde aan komen, want
waarvoor werkte hij tot nu toe Voor een
karig pensioen om van te leven; en een
Saloniki, 22 October. (Wolff.) Wegens
de sterke verliezen, welke Servië geleden
heeft, is het voornemens alle weerbare
mannen tot den leeftijd van 60 jaren
op te roepen.
Deensch stoomschip opgebracht.
Kristiania, 22 Octooer. (Wolff.) Een
Eugelsche kruiser heeft het Deensche
stoomschip Rolf, dat met een lading
graan op weg was van New York naar
Kristiania, in de Noordzee aangehouden
en naar een Schotsche haven opgebracht.
Uit Antwerpen.
Een Donderdagmiddag van Antwerpen
vertrokken Nederlander deelt mede, dat
zich te Antwerpen thans niet meer dan
enkele honderden Duitsche landstorm
soldaten bevinden. De staf is uit het
hotel St. Antolde vertrokken. In den
nacht van Woensdag op Donderdag te
half drie trokken de laatste bezettings
troepen, bestaande uit marine-infanterie,
uit de stad weg. Het voorbijtrekken van
de colonnes duurde vijf kwartier. De
troepen werden van de Turnhoutsche
poort af met den spoorweg naar het
Zuiden vervoerd. Tegen half vier vloog
een Zeppelin in Zuidelijke richting over
de stad. Ook de gansche omgeving van
de stad en forten zyn verlaten. In de
forten te Borsbeek 1, 2, 4 en 6 waren
de Belgische kanonnen en projectielen
zonder eenige bewaking gelaten. Duitsch
spoorwegpersoneel, dat in de laatste
dagen bezig was met het herstellen van
bruggen en spoorwegen, is eveneens
verdwenen.
Gedurig komen gewonden te Ant
werpen aan. Zij worden meerendeels
naar den dierentuin vervoerd. Een groot
schip met gewonden ligt in de Schelde
voor de kade. Vele Eugelsche verpleeg
sters benevens enkele militaire Belgische
doctoren doen dienst. Hedenmorgen
wapperde op de Lieve Vrouwe-toren en
het stadhuis de Belgische vlag. Onze
zegsman, wien dit bericht aanvankelijk
ongelooflijk voorkwam, heeft zich hier
van met enkele landgenooten persoonlijk
overtuigd. Een Duitsch officier, die
hierop gewezen werd, antwoordde dat
zij zich thans wel met andere dingen
bezig te houden hadden. Het is onbe
kend door wien het verwisselen van de
vlag geschiedde.
Te Borsbeek zijn vele tusschen de
forten liggende villa's geplunderd.
Op het binnenkomen en verlaten van
de stad werd heden bijna geen controle
uitgeoefend.
Levensmiddelen zijn overvloedig en
goedkoop. Er zouden veel meer trams
rijden indien er genoeg bedieningsper-
ellendig einde als de eerste de be3te be
diende aan het ministerie. En hij verlangde
naar een vrij en gemakkelijk leven, hij
moest zich ruim kunnen bewegen en vol
doen, aan al de wenschen en verlangens,
die hij nu al zoovele jaren had moeten
bedwingen, en wier stem niet meer tot
zwijgen te brengen was, de fortuin kwam
hem nu halverwege tegemoet, zou hij haar
afwijzen
Zijn gedachten werkten voort in de
groote, met kostbare stofien behangen
kamer, die zoo scherp afstak bij zijn een
voudig gemeubeld kwartier in de Rue des
Prêtres en hij herhaalde bij zich zeiven
de namen van den graaf van Marcilles,
van de schoone gravin Helena en van de
schatrijke erftante zonder den draad voor
alsnog te kunnen vinden, die de namen
verbinden moesthij vergeleek zich bij
een dramatisch schrijver, die in zijn ver
ward brein, den knoop der handeling van
zijn nieuw tooneelstuk zoekt, maar moest
zich bedenken, dat in de drama's van 't
werkelijk leven, de schepper zijn kop waagt,
als ten minste in zijn brein plaats voor
zulk een overweging was, dat gewoon was
alles met mathematische zekerheid te be
rekenen en te overleggen. Toen de morgen
aanbrak wa3 zijn plan, bedrijf na bedrijf
vastgesteld en wachtte hij maar op het
bevel van den meester om met de uit
voering te beginnen.
Het luid geschal van den jachthoorn deed
hem het hoofd opheffen. Toen baron Ray
naud hem 's avonds bij het naar bed gaan
gezegd had „let goed op", had Straub dien
raad vrij overbodig gevonden. Niets ontging
hem, de minste kleinigheden, de gehe on
zinnigste teekens, de zacht gefluisterde
woorden, de meest steelsche blikken, alle3
trok zijn aandacht. Weldra hoorde hij het
gehinnik der paarden, en het geknars der
aanrollende rijtuigen, de een na den ander
IDVUIUB