b. 10 Opcenten op den accijns van
al het vee, dat ter slachting wordt aan
gegeven.
c. 20 Opcenten op den accijns op
suiker.
d. 20 Opcenten op den accijns, ge
lieven van wijn.
Plan van aflos
sing vrijwillige
leening. Percen
tage van het wer
kelijk bedrag der
leeuing, dat is af
te lossen a pari.
Amortisatieplan
Gedwongen lee
ning. Percentage
van het werkelijk
bedrag der lee
ning, dat is te
besteden voor af
lossing of aan
koop van schuld
bekentenissen der
leening.
Jaar
1916
5
5
1917
5
5
1918
5
5
1919
5
5
1920
5
5
1921
5Vj
5%
1922
6'/j
6%
1923
7
7
1924
7%
7%
1925
8%
8%
1926
9
9
1927
9%
9%
1928
10%
10%
1929
11
11
100
100
I. Kosten
te land
op de oorlogsbe-
grouting voor het loopende jaar werden
buitengewone kredieten toegestaan tot
een gezamenlijk bedrag van f 100 mil
lioen: van 1 Januari tot 1 April 1915
zal nog minstensf30,000,000noodig zijn;
II. kosten Ier zee: In Augustus en
September werden van het extra-krediet
uitgegeven ongeveer f 2% millioen. De
minister van marine raamt de uitgaven
per kwartaal op ongeveer f 1,200,000.
dus van 1 Oct. 1914 tot 1 April 1915
rond f 2,500,000 samen 3,7 millioen, zoo
dat de kosten der mobilisatie zijn te
schatten op rond f 135,000,000.
De verleende kredieten van te zamen
f 105 millioen, zullen dus niet voldoen
de zijn, indien niet voor April a.s. ge
demobiliseerd wordt.
De kosten der maatregelen van so
cialen aard zijn nog moeilijker te ramen.
Voor werkloosheidverzekering,bijdragen
aan het Koninklijk Nationaal Steunco
mité, kosten van of bijdragen in wer
ken, die worden uitgevoerd ter tege
moetkoming in de verminderde werk
gelegenheid, kosten vallende op den
toevoer van levensmiddelen en veevoe
der, bijslag in maatregelen, die van
wege gemeenten worden getroffen, ga
ranties voor kredieten, waarbij het al
gemeen belang is betrokken, voorschot
ten aan gemeenten enz. moet gerekend
worden op een bedrag van f 60,000,000.
Kosten van vluchtelingen, waarvoor
voorloopig werd aangevraagd 3 millioen,
te stellen op f5,000,000. Maakt te zamen
een lotaal van buitengewone uitgaven
van f 200 millioen.
Hetgeen de opbrengst der belastingen
achterblijft bij wat verwacht mocht wor
den, indien de crisis niet was ingetre
den, is te stellen voor AugustusDe
cember 1914 op 15 pet. van f 87 mil
lioen, maakt rond f 13 millioen; 1915
op 15 pet. van f 200 millioen -
f 30,000.000; 1916 10 pet. van f 200
millioen f 20,000.000; 1917 op 5
pet. van f 200 millioen f 10,000,000,
te zamen f73,000,000, zoodat men komt
tot een totaal bedrag van f 273.000.000.
Verder bevat de nota, behalve een
kort overzicht van de plannen der re
geering, die zij nu in een ontwerp heeft
van streek door het gillen, maar zij is er
zeker van, dat er een paard was. En 't mijne
was vastgebonden aan de poort van Orgères
aan den grooten wegl 't Stond dus niet in
het kreupelhout!
Zij had de vlucht genomen, want zij
meende, dat men de beide vrouwen ver
moordde, en haar getuigenis is beslissend,
zooals mijnheer De la Jarrière mij mede
deelde.
Wat is er in dit alles waar?
Liegt dat meisje of verhaalt zij naar
waarheid wat zij gezien en gehoort heeft?
Had de ware moordenaar nog een ander
paard in het hout verborgen?
Welk een verwarring! of zou die over
eenstemmen met hen, die ons in het ver
derf storten? Dat meisje is in dienst van
baron Raynaud Hoe komt het dat die naam
mij telkens voor den geest komt. Wat kan
er tusachen hem en mij bestaan?
Soms heb ik mij wel eens verbeeld, dat
hij vlammende blikken op u wierp; maar
ik acht u zoo boven iedere verdenking
verheven, dat ik die herinneringen verjaag,
als zij weer in mijn ziel opdoemen en in
wendig woedend op mijzelf wordt.
Hebt ge al iets van mijn broeder gehoord
't Zou meer zijn dan ik zou kunnen
dragen, als ook hij mij voor schuldig hield I
Hoe dapper ik ook ben, die gedachte doet
mij beven.
Vaarwel, mijn arme HelenaWat was
ik vroolijk toen ik van Orgères terugkwam.
Wie kon zulk een ontwaken voorzien!
Ik omhels u in gedachten met wanhoop
Jan."
Burggraaf César de Marcilles aan den
graaf De Marcilles in de gevangenis te Laval.
„Straatsburg, 10 November.
Jan.
Ik was niet in Frankrijk, toen de ge
beurtenis plaats, die ons beiden in 't ver
vastgelegd, een pleidooi^voor de ver
kieselijkheid van een leening boven
een oorlogsbelasting.
In de 5e kolom van de le pag. moeten
vervallen de regels:
„Ten laste van de begrooting van
dit fonds worden gebracht."
Buitenland.
De Londensche bladen berichten dat
volgens mededeelingen uit Dover van
bij de marine betrokkenen twee Duitsche
onderzeeërs, die in den laatsten tijd
't Kanaal onveilig maakten, vernietigd
zijn. Een andere onderzeeër die het
vooral den schepen die de Belgische
kust bombardeerden lastig maakte, werd
ontdekt toen hij een aanval wilde doen
en in den grond geboord.
Het groote Duitsche hoofdkwartier
heeft Maandagmiddag het volgende
ambtelijk communiqué uitgegeven:
De gevechten op den rechtervleugel
werden gisteren wederom door slecht
weer belemmerd. Wij kwamen slechts
weinig vooruit. Bij het voorwaarts ruk
ken, dat met groote moeite gepaard
ging, namen wij een paar honderd
Franschen en Engelschen gevangen.
Verder werden twee machinegeweren
buitgemaakt.
In het Agonner Woud slaagden wij
er in een sterk punt van de Fransche
linie met een stormaanval te nemen.
De bewering, van Fransche zijde
gedaan, dat zij de Franschen bij
Coincourt (zuidelijk van Matsal) een
Duitsche afdeeling in wanorde hadden
gebracht, is uit de lucht gegrepen.
Daarentegen hadden hier juist de Fran
schen aanzienlijke verliezen, terwijl wij
geen enkelen man verloren.
De Russische legatie te 's-Grxven-
lage heeft de volgende mededeelingen
ontvangen over de krijgsverrichtingen
van het Russische leger:
le. In Oost-Pruisen duren de ge
vechten in de omstreken van Staluppö-
nen, de Oostelijke doorgangswegen van
de Masurische meren, evenals in die
van Soldau voort.
2e. In de richting van Thorn teekende
zich een Duitsche aanvallende beweging
af op de beide oe vers van de Weichsel,
naar Rypin en Weiclavsk, met verster
king van troepen, onttrokken aan de
omgeving van Lyck.
In het Zuidwesten van Polen, bij
Jxenstoehowo trekken de Duitschers
run troepen samen op de grens.
3e. In Galicië heeft de Russische
opmarsch tegen Dunactz geen tegen
stand ontmoet. Wij hebben Krasno
jezet en stormenderhand den llen
November een versterkte stelling in
de bergachtige streek van Sanok
Turka genomen, den Oostenrijkers zware
verliezen toebrengend. Deze ontruimen
de streek. Een nederlaag is eveneens
oegebracht aan troepenafdeelingen te
asecna, in de Karpathen, op den weg
naar Marmaros Sziget.
Het Eindh. Dagblad verneemt uit
Veghel
Een brief van onzen vroegeren dorps
genoot, den weleerw. pater v. d. Berg,
jriester in Galicië (Oostenrijk) aan zijn
amilie alhier, geeft ons een denkbeeld
van de hevige gevechten, welke op het
Oostelijk oorlogstooneel gestreden zijn.
Z.E. schrijft o.m., dat op zekeren dag
le doode soldaten moesten begraven
worden. Daartoe werd een gracht ge
graven, twee meter breed en 1 K.M.
ang. De lijken werden er naast elkaar
burg belast, waar ik de verpletterende tij
ding uit de kranten vernam. Daarop volgde
een brief van Helena. Helaas, die vrouw is
uw ongeluk geweest want gij hieldtteveel
van haar en wildet haar omringen met luxe
en gemakken, die uw bereik verre te boven
gingen, ik hoop haar nooit weder te zien!
Ik heb mijn verzoek tot ontslag bij het
ministerie ingediend en mijn eerste opwel
ing was, mij een kogel door het hoofd te
agen. Misschien heb ik dat alleen uit laf-
leid gelaten, want mijn carrière is vernie
tigd, en ik weet niet, waa,r ik de schande
zal gaan verbergen, die van nu af aan onzen
naam aankleeft. Toch is 't nog mogelijk,
dat gij, trots al de feiten, die tegen u ge
tuigen, onschuldig zijt, en schitterend wordt
vrijgesproken.
Ik zal dus het vonnis afwachten, voordat
ik verdere maatregelen neem, maar hoe de
beslissing ook moge luiden, onze eer is ver
loren, indien niet de ware schuldige ge
vonden wordt en de ballingschap alleen zal
mij kunnen ontrekken aan de beleedigingen
en de verachting der groote menigte. Aan
u dank ik die vernedering.
Voorloopig blijf ik hier, waar niemand
mij kent en 't is onnoodig mij te schrijven!
Als 't vonnis geveld is, zal ik mij in den
vreemde vestigen, misschien in Zwitserland,
zooals de politieke bannelingen of mij in
Amerika, het toevluchtsoord der misdadi
gers, die zich aan de wrekende hand der
gerechtigheid weten te onttrekken, een woon
plaats bereiden. Ik wensch geen halven cent
van het fortuin onzer tante te ontvangen
en, dank zij die belangeloosheid zal men
misgchien wel willen gelooven, dat ik niet
betrokken ben in een misdaad, waarvan ik
het voordeel afwijs.
Ik zal de heeren Besnou, die oude vrien
den uit gelukkiger dagen, met het regelen
mijner zaken belasten en ik zal spoedig ge-
derf stortte, en met een zending naar Peters- j noeg 'fergeten zijn, want in mijn eer aan-
in drie lagen in gelegd. Een ruwe be
rekening geeft ons het verschrikkelijke
getal van ruim 40.000 menschenlevens,
in den bloei der jaren op het slagveld
gebleven, en dat in eenige uren.
De Köln. Volksztg. verneemt uit So
lingen, dat de Engelsche regeering door
bemiddeling van eenige groothandelaren
van neutrale staten warenbestelliugen
te Solingen beproeft over te brengen.
De fabrikanten te Solingen weigerden
de bestellingen, die van grooten omvang
zijn.
De Belgen verdedigen de laatste vier
kante K.M.'s van hun grondgebied met
leeuwenmoed. De vesting aan de Yser
is sterker gebleken dan Luik en Ant
werpen. Deze vesting heeft tot dusver
het kleine stukje onafhankelijk België
beschermd. De hoofdstad er van is
Veurne. Dezer dagen hielden Belgische
helden daar een intocht. Daarover
schrijft men aan de „Tel." van Vlaam-
sche zijde
Te Veurne had een ontroerende plech
tigheid plaats Ge moet de Markt
van dat ranke fijne stadje kennen, een
groot vierkant plein, door trapgeveltjes
omzoomd en waarboven zoo kloek van
uitdrukking 't Belfort, de Walburga-
kerke en de St. Nic daas-toren verrijzen.
Voor 't stadhuis stond de hooge ge
stal te van koning Albertus. Zijn gelaat
had een ernstige uitdrukking
Ontroering greep den vorst tot in de
ziel aan
Daar, met de muziek voorop, kwamen
de helden van de Yser aan, de lleen
12e regimenten infanterie, die de spoor
lijn DixmuidenNieuwpoort verdedig
den met de bajonet Geteisterde
regimenten 't Muziekkorps niet
meer volledig een obus had ver
scheidene mannen gedoodpelotons
door onderofficieren aangeleid, want de
officieren waren gevallen. O, die sol
daten velen de hand of den arm
in 't verband, velen hinkeud, velen het
hoofd omwonden. Bloed en groote plek
ken slijk op de kleeren Sommigen
als in lompen
Eereteekenen altemaal getuigen
van hoogen moed, van willen en kun
nen^n durven
Daar, kolonel Jacques, aan 't hoofd
van zijn 12e regiment. Hij had meer
gestreden, ook voor een heerlijke zaak,
tot afschaffig van den gruwelijken slaven
handel in Congo, tegen de Arabieren.
Nu werd hij tweemaal gewond, maar
wijken wilde hij niet
En het volk, dat van dezen intocht
getuige was, gedacht wel de gevallenen,
de zware offers maar toch juichte,
jubelde het nu ter eere van die
helden, welke 't onbezette België zoo
vol liefde en dus zoo moedig verdedigd
hadden en in groepen regimenten
tot de Leopolds orde verheven waren
geworden.
Veurne was de eerste stad, die den
eersten Belgischen koning toejuichte,
toen Leopold 1 uit Engeland in de buurt
geland, hier zijn intrede deed.
En Veurne heeft nu weer eenschoonen
dag beleefd. Want, zeker, al is de strijd
zelfs gruwelijk, al huiveren we bij de
gedachte aan 't vergoten bloed, aan
ijselijke wonden, de intrede van hen,
die zoo hun plicht deden voor 't benarde
vaderland, is schoon, is ontroerend, tref
fend, aangrijpend en ik voel het, dat
zelfs ruwe kerels daar te Veurne moes
ten weenen als een kind!
De Duitsche Rijksdag, die 2 Dec.
bijeenkomt, zal zich deze zitting in
hoofdzaak bezig houden met de behan
getast, zal ik ook dood voor de wereld zijn.
Vaarwel Jan!
Indien gij niet zoo ongelukkig waart,
zou ik u kunnen vervloeken!
Uw broeder,
César de Marcilles."
Graaf Jan aan gravin Helena.
„Ik heb, sedert ik achter de tralies zit,
maar één brief ontvangen, van iemand, die
mij dierbaar is, en die brief is van de hand
van César. Indien ik nog eenigen moed had
om het noodlot het hoofd te bieden, zou
die brief mij den moed ontnomen hebben.
Want ook hij veroordeelt ons beiden, zon
der naar mijn verdediging te luisteren.
César, mijn broeder! Terwijl ik die woor
den neerschrijf, parelt het koude zweet mij
op het voorhoofd.
Als ook gij Helena!
Ik durf niet verder, en toch wie weet,
misschien is dat wel de oorzaak van uw
stilzwijgen?
Ik ben in de gevangenis opgesloten als
in een graf, waarin zelfs de mijnen mij
niet bezoeken kunnen en ik ben sedert de
ontvangst van dien noodlottigen brief waan
zinnig van smart.
Welke misdaad heb ik dan toch begaan
Overal voel en zie ik de hand van den
onzichtbaren vijand. Sta ik dan daarin ge
heel alleen?
Mijn advocaat haalt verachtelijk de schou
ders op als ik van dien geheimzinnigen man
spreek en hem den vurigen wensch te ken
nen geef om mij te kunnen verdedigen
niet tegenover de wereld, maar tegenover
u beiden, tegenover den broeder, die mij
verlaat en vervloekt, en tegenover u Helena,
die men misschien ten slotte van mijn
schuld overtuigen zal.
Dat is goed voor het groote publiek,
zeide hij. Ik heb andere bewijzen noodig.
Gij hadt hem die woorden eens moeten
hooren uitspreken. Intusschen breekt hij
deling van een tweede oorlogskrediet.
De toegestane 5 milliard zijD, naar de
Vossische Zeitung schrijft, nog wel voor
maanden toereikend, maar niettemin
wil de regeering reeds thans zorgen
dat ook voor later de noodige gelden
verzekerd zijn.
Lord Roberts, die een kort bezoek
bracht aan de Indische troepen in Frank
rijk, waarvan hij kolonel commandant
geweest was, vatte Donderdag koude eD
overleed na een korte ongesteldheid
door een aanval van longontsteking
De overleden veldmaarschalk van het
Britsche rijk werd 30 September 1823
in Britsch Indië te Khanywer geboren
en hoeft daar voornamelijk naam ge
maakt. In 1857 als luitenant onder
scheidde hij zich bij het beleg van Delhi.
Als generaal werd Lord Roberts in 1885
tot opperbevelhebber van de strijdmacht
in Indië benoemd, welke hooge waardig
heid hij bekleedde tot April 1893, toen
hij voor goed zijn geboorteland verliet
en daarmede het terrein van een roem-
vollen werkkring. Voor zijn vele dien
sten was hij tot pair verheven met den
titel Lord Roberts van Kandahar en
Waterford.
Hiermede was eehter zijn militaire
loopbaan nog niet geëindigd.
Benoemd in 1895 tot veldmaarschalk,
voerde hij eenige jaren het opperbevel
over de troepenmacht in Ierland en
sedert einde 1899 over de troepen in
Zuid Afrika. Sedert dien datum tot zijn
terugkeer naar Engeland December .1910
beëindigde hij den veldtocht tegen de
Boeren.
Tot 1904 voerde hij daarop het opper
bevel over het Britsche leger. Doch ook
na zijn uitreden uit de militaire loop
baan deed lord Roberts van zich spreken
als lid van het Hoogerhuis en voor
namelijk wegens zijn ijveren om de
weermacht te land van Groot-Brittan-
nië en Ierland te verhoogen.
Een der vluchtelingen uit Leuven die
te Ritthem heeft vertoefd, heeft het
volgende schrijven per bode medege
geven
Het is voor het oogenblik te Leuven
en omgeving betrekkelijk kalm. Men
is reeds bezig hier en daar barakken
op te timmeren. Andere personen uit
Leuven en omstreken wordt aangeraden
hun^ woonplaats weder op te zoeken.
Het Engelsche bijstandsfonds prins-
van-Wales fonds bedroeg op het eind
der vorige week ruim 46% millioen
gulden. Voor het Eugelsche Roode Kruis
heeft de Times ruim 7 millioen gulden
ingezameld.
l*laat»el|jk Nieuws.
Voor Dames- en Kinderkleeding de
Firma Taverne De Meere, Hinthamer
straat 69, 's Hertogenbosch, het beste adres
voor deze omstreken.
Deze zaak is ook des Zondags van 10 tot
1 uur geopend.
*lleus(leii, 18 Nov.
De Gemeenteraad hield Dinsdag 17 Nov.
een openbare vergadering, waarbij aan de
orde werd vastgesteld: Voorstel van B. en
W. tot verhooging van het maximum der
heffing van den hoofdelijken omslag met
f 500.Vaststelling Gemeente-begrooting
1915Rekening over 1913 en begrooting
1915 Godshuizen; Ingekomen stukken.
Een verslag volgt in het volgend nummer.
Werkendam- De heerJ. A.Tim
mermans, ambtenaar ter Secretarie alhier,
is aangewezen om behulpzaam te zijn, als
bedoeld in de artt. 369 en 370 der Inva-
liditeitsrente, ter verkrijging eener ouder
domsrente.
zich het hoofd voor mijn verdediging geeft
zich onnoodige moeite om vernuftig een
systeem op te bouwen en verwondert zich
als ik zeg, dat ik slechts door de waarheid
wil verdedigd worden. Maar alles getuigt
tegen u, riep hij uit, toen hij mij daareven
verliet.
Als ik hem dan doe opmerken, dat een
booswicht zorg gedragen zou hebben de
voorwerpen, die tegen hem getuigen, te
vernietigen, antwoordde hij mij, dat de
misdaad mijn brein in verwarring had ge
bracht, en dat ik het geld verborgen zou
hebben, ais de voortvarendheid van mijn
heer Bazouges dat niet verhinderd had.
Die kleine rechter is het dagelij ksch on
derwerp van gesprek en wordt tot in de
wolken verheven. Helaas, ik schijn hem
daarvoor als ladder gediend te hebben. Wee
over den ellendeling, dien niemand wil zien,
wiens brein dat helsche plan uitgedacht
heeft en die de vernuftigste machinaties
gebruikt heeft om raij aan den rechter over
te leveren. Wat voor straf, wat voor mar
teling kon ik voor hem uitdenken om
kwaad met kwaad, schande met schande
te vergelden! Hoe zal ik hem door het slijk
sleuren. Met nijptangen zou ik hem de hand
kunnen afrukken en met een gloeiend ijzer
op den schouder brandmerken, als hij mij
ooit in handen viell
Die hoop bezielt mij en doet mij staande
blijven! Ik zal geduld hebben en wachten
Ik zal leven
Jan.
27 November.
Sedert acht dagen heb ik niemand dan
den cipier en mijn advocaat gezien, die
cipier is een oud millitair, die mij voor
komend behandelt, en door hem verneem
ik de geruchten der buitenwereld. Iedereen
is tegen mij, en meer en meer spreekt zich
de verwachting uit, dat ik niets meer te
hopen heb.
Dusseu-Woensdagmorgen ontstond
bij de heer J. Snijders een begin van brand.
Door het flink optreden der buren was men
spoedig den brand meester, welke nog maar
een kleine schade had aangericht.
's-C-raveiiioer Tengevolge eener
grondverzakking aan de Hooge Brug is de
provinciale weg van hiernaar W spik voor
alle voertuigen nog steeds afgesloten.
De schippersknecht J. D. is met zijn
linkerhand beklemd geraakt tusschen dn
klap van den vóóronder, met het gevolg,
dat zijn pols is opengespleten.
A.s. Woensdagavond zal ds. G. Klurn-
per voorgaan in een dankure voor het gewas
Sprang. Voor enkele dagen werd
ten nadeele van V. O. een slijpsteen weg
gehaald. Tot op heden bleef de dief on-
Dekend.
Aan het herhalingsonderwijs aan de
o. 1. school alhier, hebben 7-jongens deel
genomen. Ook aan de chr. schooi wordt dit
onderwijs door enkelen gevolgd.
J.l. Donderdagavond mocht onze
predikant ds. A. F. Pop, het genoegen
smaken, het chr. Prot. Militairen Tehuis te
Kaatsheuvel te openen. Deze plechtigneid
werd niet alleen door vele soldaten, kor
poraals en onderofficieren bijgewoond, ook
verschillende officieren waren op uitnoodi-
ging ter plaatse.
Zaterdagmorgen was de vrouw van
zekeren C. v. Z., bezig met schillen van
aardappelen. Toen zij hiermede gereed was,
stond zij van haar plaats op en begaf zich
in het achterhuis, waar zij plotseling ineen
zakte. De ijlings ontboden geneesheer kon
niets anders dan de dood constateeren.
IV|jk. Donderdagmorgen ten 10 ure,
hoopt de Raad dezer gemeente te vergaderen.
Aan de orde zullen worden gesteld:
1. Ingekomen stukken.
2. Vaststelling der gemeente-begrooting
en die der afdeeling Aalburg, voor het
dienstjaar 1915.
3. Benoeming van een lid van de com
missie tot wering van schoolverzuim, (af
treding J. Mans.)
4. Goedkeuring van bestek en voorwaar
den en teekening der openbare school en
onderwijzerswoning te Aalbu'g.
5. Graafwerk Korenzand en Ebbe.
By Kon. besluit d.d. 30 October
1914, no. 28, is aan deze gemeente, krach
tens art. 53, der wet lot regeling van het
lager onderwijs, eene subsidie van f 1200,
verleend.
Burgerlijke Stand.
DeWerken en Sleeuwijk, van 613 Nov.
Geboren Johannes, z. v. G de Hoog
en T. van der Pijl; Martinus, z. v.
Smits en J. 7an Burgel.
Ingekomen van: Breda, J. M. Beek
man.
Vertrokken naar: Zwijudrecht, J. oiu
Rijswijk en gezin.
Giessen, over de maand Oct.
Geboren: Antonia, d. v. J. L. Wes«
terlaken en J. P. Westerlaken.
Vertrokken naar: Vuren, H. P. de
Cloe.
Vrijhoeven-Cappel, van 15 Oct. 15 Nov
Geboren: Hennij, d. v. J Gouda «u
P. Struik; Anna, d. v. T. Wdenuu i en
W. H. van Helden.
INQËZONUEN.
Over dit vooral in deze dure tijden zoo
hoogst belangrijk onderwerp, zal van wegc
de „Maatschappij tot N ut van 't Algemeen
op Maandag den 23sten November 's avonds
7 uur, in het lokaal „Concordia'' een ge
zellige bijeenkomst worden gehouden, die
kosteloos toegankelijk is voor alle huis
moeders en andere belangstellende vrouwen
en mannen.
Een leerares in de kookkunst zal, in den
Waarom veroordeelt men mij dan niet''
Uit vervelling schrijf ik brieven w-lk
ik weer verscheur uit vrees, dat men z
lezen zal en uit die in woede geschreden
woorden, nieuwe bewijzen voor mijn schuld
zal putten.
Wat kan men echter erger uitdenken >.m
mij onmogelijke bekentenissen te te ontlok
ken, dan de afzondering w arin ik mij nu
bevind. Wat wreeder, dan de onbekeudtn-d
waarin ik verkeer, omtrent alles wa' u be
treft, u en die arme kleine Gabrielh-, en
waaraan de gedachte alleen mij tranen in
de oogen dringen.
Mijnheer De la Jarrière wordt met den
dag somberder, en als hij onder de gezwore
nen hoorde, zou hij, dat voel ik, mij zoo
goed als de anderen veroordeelen. Want hij
gelooft met in mij, dat begreep ik van de i
eersten dag af, maar toen had ik nog kracht
om te strijden. Nu niet meer!
Een enkele blik uwer oogen, een glimlach
ran uw lippen, zou mij die teruu kunnen
geven, maar ik kan u niet zien
Den halven dag breng ik ioor, hangt-nd
aan de tralies ran mijn vensters ah eeu
matroos in het want van het schip en ik
tracht met koortsachtige blikken de men-
schen te onderscheiden, die de st aat op- en
afgaan.
En altijd niets
Waarom zijt gij niet op dien weg terug
gekomen, waar ik u eens zag? altijd heb
ik hoop u daar terug te zien, uw oogen te
ontmoeten, en uit uw aanblik de geestkracht
te putten, die mij nu ontbreekt.
Ik weet wel, dat het krankzinnig is daarop
te hopen, maar er komen oogenblikken
waarin mijn geest beneveld en de eenzaam
heid doodend is. Ik verlang naar den dag
der uitspraak, alles, de galeien, de depor
tatie, het schavot zelfs zijn mij liever dan
die onzekerheid!
Goede en Goedkoope Maaltijden.
(Wordt vervolgd.)