naar hun waarde geschat zijn. Deze be taling zal zoo plaats hebben, dat ge durende den oorlog geen geldoverschrij vingen van Duitschland naar Neder land behoeven plaats te vinden. Te St. Petersburg zijn, volgens een Poolsch blad, wegens de toenemende revolutionaire gisting, de universiteit en alle hoogescholen gesloten. Een bijzondere correspondent van De Tijd meldt, dat de Duitschers de kruit fabriek te Caulille bij Hamont, (België) reeds in gebruik genomen hebben. On der leiding van Duitsche ingenieurs is thans de arbeid hervat, nu echter voor het Duitsche leger. Majoor Cabiati houdt zich in de Per- severanza bezig met de tegenstelling van de zorgvuldig berekende voorbe reiding des oorlogs door Duitschland en de onnauwkeurige voorbereiding van Rusland, zoo lezen wij in de „N. R. Ct. Hij zegt daarover o. a. Nu of nooit moeten de Russen hun gebrek in rekenkunstig berekende voor bereiding hebben ingezien, evenals hun onvoldoend spoorwegsysteem. Het is niet voldoende millioenen van soldaten te hebben, men moet ze ook kunnen onderdak brengen, verzorgen en klee- den, men moet ook voor voedsel zor gen, evenals voor snelle aanvulling der verliezen aan materieel en paarden. Het succes van Hindenburg is niet het re sultaat van een Napoleontischen inval, doch van een methodisch gebruik van de ter beschikking staande middelen gepaard met een ondernemende wils kracht. De Duitsche generale staf gaf, toen hij het spoorwegsysteem in Posen or ganiseerde, aan Hindenburg een vreese- lijk wapen in de hand, dat voldoende was om het evenwicht tusschen de on gelijke krachten der tegenstanders te herstellen. Hindenburg heeft het toen klaarge speeld met zijn relatief geringe krach ten door troepenverschuivingen, zooals die door de noodzakelijkheid werden geboden, den vijand op het gebied der taktiek te overtroeven en na een over wonnen crisis gaven de Duitschers in de krijgsgeschiedenis het eerste voor beeld van een spoorwegzegepraal. Aan een artikel in het maandblad Ost und West ontleent de Alliance, volgens de N. R. Ct. „In dezen oorlog staan, in de ver schillende legers, ongeveer zesmaal hon derd duizend Joden te velde. Alleen in het Russische leger dienen meer dan 850,000 geloofsgenooten. Zij worden daar nog in grooter sterkte dan de zonen van andere vreemde natiën in het vuur gezonden op de gevaarlijkste punten. Velen van hen hebben zich roemrijk onderscheiden. Een Joodsche militaire arts te Moskou schreef aan zijn te Ko penhagen wonenden broeder het vol gende Toen de tsaar het militaire hospitaal te Moskou bezocht, wilde het toeval, dat in alle zalen, welke de kei zer bezocht, alle gewonden, die hij toe sprak, Joden waren. De keizer verzocht den hem vergezellenden officier hem ook eens in een hospitaal voor Chris tenen te brengen De Russische generaals achten zich natuurlijk niet geroepen in lof over de Joodsche krijg- voerenden breed uit te weiden, en toch hebben zij,, zoowel in den Japanschen als in den tegenwoordigen oorlog, ook Joden voor hooge onderscheidingen voorgedragen. „In Oostenrijk-Hongarije hebben on der de Joden zoowel de manschappen als de officieren, die daar zelfs in zeer hooge rangen dienen, zich de hoogach ting en de hartelijke erkenning van hun verdiensten waardig gemaakt bij het legerbestuur en den keizerlijken opperbevelhebber. Van de Gallicische Joden alleen zijn ongeveer 80,000 sol daten in 't veld gezonden. Zij maken van het kader een bijzonder nuttig, bijna onontbeerlijk element uit. Ook vele reserve-officieren vindt men onder hen. In de eerste faze van den oorlog zijn vele Joodsche officieren voor den vijand gevallen (men spreekt van hon derdvijftig.) Velen hunner hadden hooge zelfs de hoogste onderscheidingen ge kregen. Jeugdige Joodsche officieren hebben voor Luik, Namen en Mau- beuge en in Oost Pruisen de Oosten- rijksche motor-batterijen aangevoerd; de Joodsche manschappen vechten dap per en met volhardingde Joodsche kadetten worden bij voorkeur voor den ordonnance dienst en andere dergelijke dienstvakken aangewezen, welke koel bloedigheid, vastberadenheid, vinding rijkheid, scherpe waakzaamheid, onvoor waardelijke vertrouwbaarheid eischen. De toewijding en offervaardigheid der Joodsche bevolking, in 't bijzonder in Gallicië, heeft op het leger en zijne aanvoerders tot in de hoogste rangen, een uitnemenden indruk gemaakt. „In Duitschland hebben de Joden de oude roemrijke traditiën uit de bevrij dingsoorlogen en van het jaar 1870 schitterend gehandhaafd. Niet alleen hebben zij, gelijk vanzelf spreekt, hun plicht betracht, maar zij hebben in veel hooger getale dan naar verhouding van hun zielental, zich als vrijwilligers ge steld. Velen hunner hebben hun vader landsliefde door den dood op het slag veld bezegeld; aJs de edelste onder hen mag Ludwig Frank worden genoemd, de onverschrokken strijder voor den vrede, die zijn rijk, vruchtbaar en veel belovend leven in den oorlog gelaten heeft. Velen zijner geloofsgenooten zul len met het IJzeren Kruis of nog hooger onderscheiding uit het leger terug- keeren. Niemand zal 't voortaan meer wagen hunne dapperheid, hun persoon lijke krijgsvaardigheid in twijfel te trekken De leger chefs hebben reeds thans een groot aantal Joden tot officieren bevorderd. Het behoeft voorts geen betoog, dat de Joodsche burgers in eerste rijen stonden van hen, die van geldelijke offervaardigheid en per soonlijk hulpbetoon voor de soldaten en hun betrekkingen blijk hebben ge geven. Geven en helpen was dan ook steeds een hartstocht bij de Joden. „Dat een en ander het vooroordeel, de miskenning zal doen wijken, mag men met zekerheid aannemen. De zware bloedoffers zullen niet te vergeefs ge bracht zijn." Bij aankomst te Liverpool van het stoomschip „Balmore" werd be kend, dat de opvarenden te midder nacht in de Golf van Biscaye, terwijl de zee huizenhoog ging, met veel moei te en gevaar de bemanning hadden ge red van de Noorsche bark „Elim" die in zinkenden toestand verkeerde. De bemanning van de bark had reeds vijf dagen onafgebroken aan de pompen gestaan en had de hoop gered te wor den bijna opgegeven. Toen men aan boord van de „Balmore" de noodsig nalen zag, veranderde men onmiddellijk van koers. Kapt. Thompson vroeg vrij willigers en om 9 uur 's avonds werd een boot te water gebracht onder bevel van den len stuurman. Met moeite kwam men vrij van het schip, en be- Gij weet er meer van dan gij zegt Wat? Ik weet niet waar zij woont of wat zij doet maar als men de praatjes gelooven mag is 't maar beter, dat gij haar niet opzoekt Gij zijt hier inde buurt niet veilig ga zonder haar weg 't Is goed, antwoordde Toussaint het hoofd in de handen verborgen ik begrijp alles I Het arme meisje is niet zoo schuldig als gij denktzij had niets meer te hopen, want gij waart voor twintig jaren ver oordeeld, en naar Cayenne gedeporteerd, van waar bijna niemand terugkeert. Het leed heeft haar gebroken en de armoede haar ten onder gebracht zij heeft ge stolen Gestolen 1 Louise Buiten klonken schreden. Wees maar niet bang, zeide Simon, dat is Mélie. Een groot, forsch gebouwd meisje met donkere oogen, een schitterend blanke ge laatskleur, en mooie tanden, trad gekleed in een korten rok en op klompen en met een mandje aan den arm de woning binnen. Met een kreet van verrukking snelde zij op den bezoeker toe, en sloeg de armen om zijn hals. La Brèche, leeft gij Stilte, beval Simon, geef ons gauw wat te eten. Ik zal u alles vertellen. Het meisje plaatste haar mand op den grond en legde vijf francs op de tafel. Zie eens, zeide zij, dat is alles wat ik heb kunnen krijgen. Ik heb de veldwachters ontmoet, Lebrée en Raillard, zij hadden wel achterdocht, maar lieten me toch gaan Daarop ging zij naar het kippenhok om eieren te halen, nam een pan en boter en had in een oogwenk een ommelet klaar gemaakt, terwyl Rivolard brood, kaas en reikte, na anderhalf uur hard geroeid te hebben de bark. Drie opvarenden van de bark spron gen in zee en werden in een paar mi nuten in de boot gehaald, maar de andere opvarenden weigerden in de hooggaande zee te springen. De boot keerde nu terug naar de „Balmore", waar men een half uur na middernacht aankwam. De lieden waren nauwelijks aan boord van het stoom schip geklommen, of een hooge zee nam de boot en verbrijzelde ze tegen de zijde van het schip. Inmiddels had den de overige opvarenden van de bark zelf een boot te water gebracht en de stuurman en vier man bereikten daar mede de „Balmore." Ook deze boot werd door een hooge zee opgenomen en verbrijzeld, maar gelukkig konden de schipbreukelingen behouden aan boord van het stoomschip getrokken worden. In den vroegen ochtend werd door de „Balmore" opnieuw een boot gestreken, die onder bevel van den 2en stuurman vertrok. Een passagier van de „Bal more", de heer Gillingham; ging als vrijwilliger mede in de boot. Men be reikte gelukkig de bark en de rest der opvarenden, waaronder ook kapitein Eriksen, werd met veel moeite gered. De boot kwam em elf uur bij de Bal more terug. Gedurende den nacht wa ren de masten van de bark over boord geslagen. De schipbreukelingen zijn be houden en wel te Liverpool geland en onder de hoede gesteld van den Noor- schen consul. Van het Oostelijk front luidt het laatste nieuws d.d. 27 dezer uit Peters burg Den 26en bepaalde de actie aan de Bzoera en Rafka zich in hoofdzaak tot een artilleriegevecht. Verschillende Duitsche aanvallen sloegen wij met succes af. In den avond van 25 Dec. wierpen wij aan de Beneden-Nidda de Oosten rijkers uit het hardnekkig door hen verdedigde dorpje Visliza; de verdedi gers trachtten zich vast te zetten op den linker Nidda-oever, doch wij wierpen hen over de rivier terug. Ten zuiden van den Boven-Weichsel, in de omgeving van Tarnof, drongen wij de Oostenrijkers den 25en van de lijn ToegofOlpiny, waarbij de vijand tien mitrailleurs achterliet. Wij maak ten 45 officieren en ruim 2500 man krijgsgevangen Den volgenden dag zetten wij de vervolging van de Oostenrijkers voort, die zich in wanorde terugtrokken, waarbij wij nog acht mitrailleurs ver meesterden en ongeveer duizend krijgs gevangenen maakten. Wij bezetten de hoogten bij Siedlitska op den linker oever van de Biata (zijrivier van de Doejanets). In de richting van de Doeklapas werden de Oostenrijkers in gevechten op 25 en 26 Dec. teruggeworpen uit de lijn Tsmigrod Doekla. Zij zijn in vollen aftocht. Gedurende de laatste gevechten in deze streek leden de Oostenrijkers ont zaglijke verliezen. Zij lieten meer dan 10.000 krijgsgevangenen in onze handen. Eenigen tijd geleden is gemeld dat Japan geschut naar Rusland had ge zonden, dat aan het oostelijk front reeds dienst had gedaan. Het onder leiding van Japansche officieren staande bedienende personeel had toen bij de Duitschers de meening gevestigd, dat Japansche hulptroepen aan de zijde der Russen streden. Volgens Duitsche bladen heeft Rus land de hulp van Japan verkregen door den afstand van de helft van het eiland een fesch wijn op tafel plaatste. Gij zoudt het in het kasteel beter hebben, zeide het meisje, maar 't is u van harte gegund. Zult gij mijn geheim bewaren, Mélie Zij zou zich eer laten dooden dan een vriend te verraden, verklaarde Simon. Wees maar gerust, Toussaint, ik draag u geen kwaad hart toe, integendeel, dat weet gij wel. Een oplettend toehoorder zou in die weinige woorden iets feeders en hartelijks opgemerkt hebben. O, dat ik dien man in mijn macht kon krijgen, riep La Brèche. Wien, den baron? Ja juist, hij heeft mijn leven verwoest, hem haat ik. Simon trok de schouders op. Ge hebt goed praten, zeide hij. Hij is te hooggeplaatst dan dat uw wraak hem zou kunnen bereiken. Vertel liever wat van uw reizen. De avond begon reeds te vallen, toen er van scheiden gesproken werd, want de vluchteling durfde eerst in het donker naar Parijs terugkeeren, en in de schemering verlieten beide vrienden de hut. Toussaint had Louise's naam niet meer genoemd, en nu Simon die schijnbare kalmte opmerkte, dur'de hij met de geheele waarheid voor den dag komen. Niemand kende haar adres in Parijs, al wat men van haar wist, was dat tot slot van vruchtelooze pogingen om werk te krijgen, het wanhopende meisje eindelijk zoo diep gezonken was, dat er geen sprake meer van kon zijn, haar op te heffen. Dat zeiden ten minste de menschen van het kasteel La Varenne, die onder elkander om haar lachten en haar spottend „de vrouw yan la Brèche" noemden. De koetsiers en de stalknechts, die in den herfst voor de groote jacht naar La Varenne kwamen, vertelden dat zij haar gezien hadden, toen zij uit de gevangenis ontslagen, tevergeefs naar een betrekking zocht, 't Was donker Saclialin, waarvan de andere helft sedert den vrede van Portsmouth reeds Ja- pansch was geworden. Vaklieden op het gebied van den landbouw onder de Belgische vluchte lingen in Engeland hebben aangebo den om aan de Engelsche kleine land bouwers hun stelsel van intensieve cul tuur te leeren. Het denkbeeld is af komstig van koningin Elizabeth der Belgen, die van meening was, dat dit landbouwonderwijs door de Engelschen aanvaard kon worden als een bewijs van de dankbaarheid der Belgen voor de gastvrijheid, die zij in Engeland gevonden hebben. De Belgische regee ring heeft het plan goedgekeurd en zoo heeft zich in Engeland reeds een com missie gevormd, die uitgeweken Bel gischen land- en tuinbouwers de ge legenheid zal schenken hun vakkennis op het gebied van intensieve cultuur, ook van groenten onder glas, aan En gelsche landbouwers en tuinders te leeren. Een Reutertelegram uit Londen d.d. 24 December meldt: Vanochtend is bij mistig weer een Duitsch vliegtuig boven Dover verschenen en heeft een bom geworpen die in een tuin is ontploft. Er is geen schade aangericht. Het vliegtuig is maar enkele seconden waargenomen. Het is onmiddellijk weer over zee teruggekeerd. Het Parijsche blad la Liberté meldt, op gezag van een Belgisch Kamerlid, dat de Duitschers in het door hen be zette gebied in Frankrijk en België de koperen knoppen van de deuren breken, teneinde die naar Essen op te zenden. Daar worden zij door Krupp gebruikt voor de vervaardiging van wapentuig. Volgens een telegram uit Sjanghai heeft het agentschap van de assurancie Yangtsekiang vernomen, dat de Duit sche hulpkruiser Prinz Wilhelm op de Zuidoostkust van Zuid-Amerika vier Engelsche koopvaardijschepen in den grond had geboord. Het stoomschip Agamennon is uit New-York te Rotterdam aangekomen met voedingsmiddelen voor de Belgen, een gift van de Rockefeller-stichting. Naar de Tijd uit goede bron var- neemt, is met, ingang van Woensdag de goederendienst van Rozendaal op Antwerpen en vandaar op Brussel, welke de firma van Gend en Loos met haar eigen camions onderhield, ge staakt. 1'laatnelijk Nieuws. toen de beide vrienden langs het hek van het kasteel gingen. La Brèche hief in ij dele woede dreigend zijn vuist op en mompelde „Wanneer, en hoe, zal ik u kwaad met kwaad kunnen vergelden?" Hij bereikte om acht uur het station Nangis op het oogenblik dat de trein klaar stond om te vertrekken en Simon Rivolard had afscheid genomen met een hartelijken handdruk en de waarschuwende woordenPas op, als men u weer te pakken kreeg, zoudt gij misschien niet meer terugkomen. Toussaint was een vriend op wien men vertrouwen kon, en dat wist de familie Rivolard bij ondervinding, hij zou geen vriend verraden. Twee gendarmes gingen hem voorbij zonder hem op te merken; toch deed het gezicht van die uniformen een rilling door zijn leden gaan en pas in de coupé voelde hij zich veilig. Maar nu eerst ook kwam hij tot het volkomen besef van zijn groote teleurstelling, want het hartverscheurende leed, dat hem nu getroffen had, overtrof alles, wat het wreede lot tot nu toe over hem uitgestort had. Want hij had het acht tienjarig meisje, dat aan zijD zijde was opgegroeid, liefgehad met een groote, be schermende liefde, die alles voor haar geluk zou hebben veil gehad. Die liefde had zijn leven beheerscht, en geheel vervulden nu die teleurgesteld was, voelde hij een vlij mende pijn in zijn hart. Onderweg riep hij zich haar bemind beeld voor den geest, met haar donkere, fluweelzachte oogen, haar frissche, roode lippen en haar eigenaardige aantrekkelijk heid. Hij herinnerde zich de belofte van het laatste oogenblik, en haar eeden van trouw, al moest zij dan ook ongehuwd sterven. Hij herinnerde zich hoe haar stem fluis terend lispelde: „Ik heb u lief," als zij 's avonds op de landwegen in den omtrek dwaalden, wanneer hij haar tegemoet ging Voor Dames- en Kinderkleeding is de Firma Taverne De Meere, Hinthamer straat 69, 's-Hertogenbosch, het beste adres voor deze omstreken. Deze zaak is ook des Zondags van 10 tot 1 uur geopend. lleusdeii, 29 Dec. Kerstmis is weder voorbij. Behalve de godsdienstige plechtigheid in de verschillen de Kerken, hebben ook de kinderen genoten bij de opgerichte Kerstboomen en zijn met verrassingen opgetogen huiswaarts gekeerd. En onze militairen, die hier den bewa kingsdienst uitmaken en waarvoor stemmen zijn opgegaan, om ook die een verrassing te bereiden, welk idéé later weer werd terug genomen, hebben die nu niets gehad? Neen ook zij zijn bedacht. Op Kerstmis ontving elk der manschappen een pakket, dat bevatte een étui met 25 sigaren, een étui met gebakjes en ook de onmisbare op haar terugkeer van haar naaihuizen. Zij had hem met een reine, innige liefde be mind, daar was hij zeker van, toen be hoorde zij hem toe en nu? Wie had haar toch tot misdaad gebracht Niemand anders dan baron Raynaud, wiens noodlottige invloed immers zijn veroor deeling had uitgelokt. Hij had hem immers aan 't werk gezien tegenover die zwakke, weifelende jury, die gemakkelijk verontschuldiging gevonden zou hebben voor den moord uit rechtvaar dige wraak, waarvan men hem beschul digde. 't Was ongeveer elf uur toen hij aan het Oosterstation te Parijs uitstapte, en hij sloeg de rue Lafayette in om zoo spoedig mogelijk het hotel te bereiken, en daar graaf Jan de Marcilles te vinden, die zeker wel gelukkiger dan hijzelf geweest zou zijn. Hij liep met haastige schreden voort, en wierp nu en dan een onderzoekenden blik op de enkele vrouwen die hij tegenkwam. Als zij daar eens bij was, als hij haar eens ontmoette! En nu begon hij te twijfelen aan de waarheid van 't verhaal! Hoe had zulk een onverklaarbare omkeer kunnen plaatsheb ben! Misschien waren't maar lasterpraatjes van de lakeien van den baron. Toch verdubbelde hij op de Place de l'Opéra zijn aandacht, en hield zijn stap in, en in plaats van rechts om te slaan, ging hij links de boulevards weer op. De lieden van den baron hadden van de buurt van de Madelainegesproken; misschien zou zijn reisgenoot wel ongerust zijn, maar dit j oponthoud kon hoogstens een paar minuten duren. Wat kwam het er immers ook op aan! Hij hechtte aan niets meer, noch aan zijn veiligheid, noch aan zijn leven; de j laatste slag had hem geheel vernietigd Want was Louise Moraines niet het dier baarste wat hij bezat, en was er één oogen- Kerstmispij p als in andere landen is uit gereikt. Van wien kwam dit alles? Naar wij vernamen was het eene attentie van mevrouw Buurman, de echtgenoote van den commandant, den le luitenant, die tegelijkertijd was overgekomen om op deze voor anderen zoo gelukkige dagen, met haar man vereend te zijn. 'Kaatsheuvel. Dezer dagen heeft de heer W. G. van Dongeü, vroeger onderwijzer a.d. Chr. school te Loonschendijk met gun- stig gevolg zijn hoofdakte-examen afgelegd. Nederheniert. Onze vroegere dorjegenoot, de heer J. Straver, thans onder wijzer te Sliedrecht, mocht te Groningen de acte Engelsch 1. o. behalen. Sprang. J.l. Donderdag had de slager H. het ongeluk zich met een mes zoodanig te verwonden dat de wond door dr. van Gils verbonden moest worden. Bij den landbouwer R. T. is uit de schuur een schaap gestolen. Van de dieven geen spoor. m J.l. Dinsdagavond om 7.30 uur kwam de anti-rev. propaganda-club „Groen van Prinsterer" onder leiding van haar voorzitter de heer H. E. v. d. Leeden, in haar lste jaarvergadering bijeen. Nadat deze op ge bruikelijke wijze was geopend, en door den secretaris en penningmeester de jaarver slagen waren ten gehoore gebracht, verkreeg de heer H. Both het woord die voor deze vergadering als onderwerp ter bespreking inleidde: „Der Jongelingen Voorbereiding". Na een woord van inleiding werden door den spreker de n.v. punten nader toegelicht ten eerste wees spreker op de noodzakelijk heid, vervolgens op den aard en ten slotte op het doel dezer voorbereiding. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen werd nog door enkelen gebruik ge bruik gemaakt. Jammer dat zoo weinigen naar deze vergadering waren opgekomen. Aan bet einde sprak de voorzitter een woord van dank aan allen, die tot wel slagen van deze vergadering hadden mee gewerkt. Bij de bestuursverkiezing werden de af tredenden herkozen. Een 3-tal personen traden als lid toe. Op gebruikelijke wijze werd deze verga dering door haar voorzitter gesloten. VrUhoeveii-Cappcl. Naar wij vernemen gaat de directeur der Coöperatieve zuivelfabriek „de Toekomst", de heer Dokter ons verlaten. Te Hummelo is hij als hoofd eener dergerlijke inrichting benoemd. Onze vroegere plaatsgenoot W. van Dongen, door de mobilisatie onder de wa penen geroepen, had het geluk in Arnhem te slagen voor de hoofdakte. De gemeente hier is ook al op be zuiniging uit. Sedert eenigen tijd branden de straatlantaarns om de andere. Als merkwaardigheid deelen we mede, dat in onze gemeente niemand is opgeroe pen voor de lichting 1915. lWerkendaixi- Tot kerkeraadsleden van de Geref. kerk A alhier zijn herkozen de heeren J. v. d. Meijden en C. Ippel. Tot diaken der Chr. Geref. kerk alhier is gekozen de heer C. Ritmeester, in de plaats van den heer H. Vos, die als zoodanig niet meer in aanmerking wenschte te komen. De af deeling „Werkendam" der schip- persvereeniging „Schuttevaêr", vergadert ten herberge van mej. de wed. D. L. v. d. Wiel op Dinsdag 29 December 1914, des namiddags 8 uur. De punten van behandeling zijn: 1. Opening. 2. Notulen. 3. Rekening en verantwoording van den Penningmeester. 4. Verkiezing van bestuursleden (aftre dend de heeren B. Visser en W. Kie- boom). 5. Voorstellen voor de algemeene vergade ring. 6. Inning contributie. 7. Rondvraag en sluiting. blik in zijn leven geweest, dat haar beeld hem niet voor den geest stond? Nooit, zelfs niet toen het onbillijk vonnis geveld werd, had hij zich zoo diep terneergeslagen gevoeld. Op goed geluk, liep hij recht door, langs de door het schijnsel der koffiehuizen helder verlichte straten. Geheel vervuld met de gedachte aan Louise Moraines, had hij zijn stap vertraagd op gevaar af herkend te worden, en in de buurt der Madelaine wendde hij zich naar de drie rijen platanen, die het voetpad beschaduwen, dicht bij de standplaats der groote omnibussen, Made laine, B&stille, toen hij plotseling uit zijn gepeins werd wakker geschud. Een meisje in een armoedige, grijze japon, die ternauwernood haar magere gestalte omhulde, kwam hem op zijde en stak de hand om een aalmoes naar hem uit. Hij hield haar staande, greep haar pols en troic haar met een ruk onder de gaslantaarn. Zij was het. liet meisje uit het volk. De meest verschillende aandoeningen, vreugde, schande en vrees, wisselden zich. af op het gelaat van Louise Moraines, dat i in angstige spanning tot hem opgeheverx was. Ook zij ïad hem herkend. Gijmompelde zij. Wat doet gij daar? Zij bleef hem aanzien, hij was het, Tousr— saint, haar verloren vriend. Zij had hen» teruggevonden, hoe was hij teruggekomen Bleek van schrik en haar arm in zij», vuist als in een schroef gekneld houdende», donderde hij haar toe: Ellendige! Wordt vervolgd). XXIII.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1914 | | pagina 2