naar hun waarde geschat zijn. Deze be
taling zal zoo plaats hebben, dat ge
durende den oorlog geen geldoverschrij
vingen van Duitschland naar Neder
land behoeven plaats te vinden.
Te St. Petersburg zijn, volgens een
Poolsch blad, wegens de toenemende
revolutionaire gisting, de universiteit
en alle hoogescholen gesloten.
Een bijzondere correspondent van De
Tijd meldt, dat de Duitschers de kruit
fabriek te Caulille bij Hamont, (België)
reeds in gebruik genomen hebben. On
der leiding van Duitsche ingenieurs is
thans de arbeid hervat, nu echter voor
het Duitsche leger.
Majoor Cabiati houdt zich in de Per-
severanza bezig met de tegenstelling
van de zorgvuldig berekende voorbe
reiding des oorlogs door Duitschland
en de onnauwkeurige voorbereiding van
Rusland, zoo lezen wij in de „N. R.
Ct. Hij zegt daarover o. a.
Nu of nooit moeten de Russen hun
gebrek in rekenkunstig berekende voor
bereiding hebben ingezien, evenals hun
onvoldoend spoorwegsysteem. Het is
niet voldoende millioenen van soldaten
te hebben, men moet ze ook kunnen
onderdak brengen, verzorgen en klee-
den, men moet ook voor voedsel zor
gen, evenals voor snelle aanvulling der
verliezen aan materieel en paarden. Het
succes van Hindenburg is niet het re
sultaat van een Napoleontischen inval,
doch van een methodisch gebruik van
de ter beschikking staande middelen
gepaard met een ondernemende wils
kracht.
De Duitsche generale staf gaf, toen
hij het spoorwegsysteem in Posen or
ganiseerde, aan Hindenburg een vreese-
lijk wapen in de hand, dat voldoende
was om het evenwicht tusschen de on
gelijke krachten der tegenstanders te
herstellen.
Hindenburg heeft het toen klaarge
speeld met zijn relatief geringe krach
ten door troepenverschuivingen, zooals
die door de noodzakelijkheid werden
geboden, den vijand op het gebied der
taktiek te overtroeven en na een over
wonnen crisis gaven de Duitschers in
de krijgsgeschiedenis het eerste voor
beeld van een spoorwegzegepraal.
Aan een artikel in het maandblad
Ost und West ontleent de Alliance,
volgens de N. R. Ct.
„In dezen oorlog staan, in de ver
schillende legers, ongeveer zesmaal hon
derd duizend Joden te velde. Alleen in
het Russische leger dienen meer dan
850,000 geloofsgenooten. Zij worden daar
nog in grooter sterkte dan de zonen
van andere vreemde natiën in het vuur
gezonden op de gevaarlijkste punten.
Velen van hen hebben zich roemrijk
onderscheiden. Een Joodsche militaire
arts te Moskou schreef aan zijn te Ko
penhagen wonenden broeder het vol
gende Toen de tsaar het militaire
hospitaal te Moskou bezocht, wilde het
toeval, dat in alle zalen, welke de kei
zer bezocht, alle gewonden, die hij toe
sprak, Joden waren. De keizer verzocht
den hem vergezellenden officier hem
ook eens in een hospitaal voor Chris
tenen te brengen De Russische
generaals achten zich natuurlijk niet
geroepen in lof over de Joodsche krijg-
voerenden breed uit te weiden, en toch
hebben zij,, zoowel in den Japanschen
als in den tegenwoordigen oorlog, ook
Joden voor hooge onderscheidingen
voorgedragen.
„In Oostenrijk-Hongarije hebben on
der de Joden zoowel de manschappen
als de officieren, die daar zelfs in zeer
hooge rangen dienen, zich de hoogach
ting en de hartelijke erkenning van
hun verdiensten waardig gemaakt bij
het legerbestuur en den keizerlijken
opperbevelhebber. Van de Gallicische
Joden alleen zijn ongeveer 80,000 sol
daten in 't veld gezonden. Zij maken
van het kader een bijzonder nuttig,
bijna onontbeerlijk element uit. Ook
vele reserve-officieren vindt men onder
hen. In de eerste faze van den oorlog
zijn vele Joodsche officieren voor den
vijand gevallen (men spreekt van hon
derdvijftig.) Velen hunner hadden hooge
zelfs de hoogste onderscheidingen ge
kregen. Jeugdige Joodsche officieren
hebben voor Luik, Namen en Mau-
beuge en in Oost Pruisen de Oosten-
rijksche motor-batterijen aangevoerd;
de Joodsche manschappen vechten dap
per en met volhardingde Joodsche
kadetten worden bij voorkeur voor den
ordonnance dienst en andere dergelijke
dienstvakken aangewezen, welke koel
bloedigheid, vastberadenheid, vinding
rijkheid, scherpe waakzaamheid, onvoor
waardelijke vertrouwbaarheid eischen.
De toewijding en offervaardigheid der
Joodsche bevolking, in 't bijzonder in
Gallicië, heeft op het leger en zijne
aanvoerders tot in de hoogste rangen,
een uitnemenden indruk gemaakt.
„In Duitschland hebben de Joden de
oude roemrijke traditiën uit de bevrij
dingsoorlogen en van het jaar 1870
schitterend gehandhaafd. Niet alleen
hebben zij, gelijk vanzelf spreekt, hun
plicht betracht, maar zij hebben in veel
hooger getale dan naar verhouding van
hun zielental, zich als vrijwilligers ge
steld. Velen hunner hebben hun vader
landsliefde door den dood op het slag
veld bezegeld; aJs de edelste onder hen
mag Ludwig Frank worden genoemd,
de onverschrokken strijder voor den
vrede, die zijn rijk, vruchtbaar en veel
belovend leven in den oorlog gelaten
heeft. Velen zijner geloofsgenooten zul
len met het IJzeren Kruis of nog hooger
onderscheiding uit het leger terug-
keeren. Niemand zal 't voortaan meer
wagen hunne dapperheid, hun persoon
lijke krijgsvaardigheid in twijfel te
trekken De leger chefs hebben
reeds thans een groot aantal Joden tot
officieren bevorderd. Het behoeft voorts
geen betoog, dat de Joodsche burgers
in eerste rijen stonden van hen, die
van geldelijke offervaardigheid en per
soonlijk hulpbetoon voor de soldaten
en hun betrekkingen blijk hebben ge
geven. Geven en helpen was dan ook
steeds een hartstocht bij de Joden.
„Dat een en ander het vooroordeel,
de miskenning zal doen wijken, mag
men met zekerheid aannemen. De zware
bloedoffers zullen niet te vergeefs ge
bracht zijn."
Bij aankomst te Liverpool van
het stoomschip „Balmore" werd be
kend, dat de opvarenden te midder
nacht in de Golf van Biscaye, terwijl
de zee huizenhoog ging, met veel moei
te en gevaar de bemanning hadden ge
red van de Noorsche bark „Elim" die
in zinkenden toestand verkeerde. De
bemanning van de bark had reeds vijf
dagen onafgebroken aan de pompen
gestaan en had de hoop gered te wor
den bijna opgegeven. Toen men aan
boord van de „Balmore" de noodsig
nalen zag, veranderde men onmiddellijk
van koers. Kapt. Thompson vroeg vrij
willigers en om 9 uur 's avonds werd
een boot te water gebracht onder bevel
van den len stuurman. Met moeite
kwam men vrij van het schip, en be-
Gij weet er meer van dan gij zegt
Wat?
Ik weet niet waar zij woont of wat
zij doet maar als men de praatjes
gelooven mag is 't maar beter, dat gij
haar niet opzoekt Gij zijt hier inde
buurt niet veilig ga zonder haar
weg
't Is goed, antwoordde Toussaint het
hoofd in de handen verborgen ik begrijp
alles I
Het arme meisje is niet zoo schuldig
als gij denktzij had niets meer te hopen,
want gij waart voor twintig jaren ver
oordeeld, en naar Cayenne gedeporteerd,
van waar bijna niemand terugkeert. Het
leed heeft haar gebroken en de armoede
haar ten onder gebracht zij heeft ge
stolen
Gestolen 1 Louise
Buiten klonken schreden. Wees maar
niet bang, zeide Simon, dat is Mélie.
Een groot, forsch gebouwd meisje met
donkere oogen, een schitterend blanke ge
laatskleur, en mooie tanden, trad gekleed
in een korten rok en op klompen en met
een mandje aan den arm de woning binnen.
Met een kreet van verrukking snelde zij
op den bezoeker toe, en sloeg de armen
om zijn hals.
La Brèche, leeft gij
Stilte, beval Simon, geef ons gauw
wat te eten.
Ik zal u alles vertellen. Het meisje
plaatste haar mand op den grond en legde
vijf francs op de tafel.
Zie eens, zeide zij, dat is alles wat ik
heb kunnen krijgen. Ik heb de veldwachters
ontmoet, Lebrée en Raillard, zij hadden
wel achterdocht, maar lieten me toch gaan
Daarop ging zij naar het kippenhok om
eieren te halen, nam een pan en boter en
had in een oogwenk een ommelet klaar
gemaakt, terwyl Rivolard brood, kaas en
reikte, na anderhalf uur hard geroeid
te hebben de bark.
Drie opvarenden van de bark spron
gen in zee en werden in een paar mi
nuten in de boot gehaald, maar de
andere opvarenden weigerden in de
hooggaande zee te springen.
De boot keerde nu terug naar de
„Balmore", waar men een half uur na
middernacht aankwam. De lieden waren
nauwelijks aan boord van het stoom
schip geklommen, of een hooge zee
nam de boot en verbrijzelde ze tegen
de zijde van het schip. Inmiddels had
den de overige opvarenden van de bark
zelf een boot te water gebracht en de
stuurman en vier man bereikten daar
mede de „Balmore." Ook deze boot
werd door een hooge zee opgenomen en
verbrijzeld, maar gelukkig konden de
schipbreukelingen behouden aan boord
van het stoomschip getrokken worden.
In den vroegen ochtend werd door de
„Balmore" opnieuw een boot gestreken,
die onder bevel van den 2en stuurman
vertrok. Een passagier van de „Bal
more", de heer Gillingham; ging als
vrijwilliger mede in de boot. Men be
reikte gelukkig de bark en de rest der
opvarenden, waaronder ook kapitein
Eriksen, werd met veel moeite gered.
De boot kwam em elf uur bij de Bal
more terug. Gedurende den nacht wa
ren de masten van de bark over boord
geslagen. De schipbreukelingen zijn be
houden en wel te Liverpool geland en
onder de hoede gesteld van den Noor-
schen consul.
Van het Oostelijk front luidt het
laatste nieuws d.d. 27 dezer uit Peters
burg
Den 26en bepaalde de actie aan de
Bzoera en Rafka zich in hoofdzaak tot
een artilleriegevecht. Verschillende
Duitsche aanvallen sloegen wij met
succes af.
In den avond van 25 Dec. wierpen
wij aan de Beneden-Nidda de Oosten
rijkers uit het hardnekkig door hen
verdedigde dorpje Visliza; de verdedi
gers trachtten zich vast te zetten op
den linker Nidda-oever, doch wij wierpen
hen over de rivier terug.
Ten zuiden van den Boven-Weichsel,
in de omgeving van Tarnof, drongen
wij de Oostenrijkers den 25en van de
lijn ToegofOlpiny, waarbij de vijand
tien mitrailleurs achterliet. Wij maak
ten 45 officieren en ruim 2500 man
krijgsgevangen Den volgenden dag zetten
wij de vervolging van de Oostenrijkers
voort, die zich in wanorde terugtrokken,
waarbij wij nog acht mitrailleurs ver
meesterden en ongeveer duizend krijgs
gevangenen maakten. Wij bezetten de
hoogten bij Siedlitska op den linker
oever van de Biata (zijrivier van de
Doejanets).
In de richting van de Doeklapas
werden de Oostenrijkers in gevechten
op 25 en 26 Dec. teruggeworpen uit
de lijn Tsmigrod Doekla. Zij zijn in
vollen aftocht.
Gedurende de laatste gevechten in
deze streek leden de Oostenrijkers ont
zaglijke verliezen. Zij lieten meer dan
10.000 krijgsgevangenen in onze handen.
Eenigen tijd geleden is gemeld dat
Japan geschut naar Rusland had ge
zonden, dat aan het oostelijk front
reeds dienst had gedaan. Het onder
leiding van Japansche officieren staande
bedienende personeel had toen bij de
Duitschers de meening gevestigd, dat
Japansche hulptroepen aan de zijde der
Russen streden.
Volgens Duitsche bladen heeft Rus
land de hulp van Japan verkregen door
den afstand van de helft van het eiland
een fesch wijn op tafel plaatste.
Gij zoudt het in het kasteel beter
hebben, zeide het meisje, maar 't is u van
harte gegund.
Zult gij mijn geheim bewaren, Mélie
Zij zou zich eer laten dooden dan een
vriend te verraden, verklaarde Simon.
Wees maar gerust, Toussaint, ik draag
u geen kwaad hart toe, integendeel, dat
weet gij wel. Een oplettend toehoorder zou
in die weinige woorden iets feeders en
hartelijks opgemerkt hebben.
O, dat ik dien man in mijn macht
kon krijgen, riep La Brèche.
Wien, den baron?
Ja juist, hij heeft mijn leven verwoest,
hem haat ik. Simon trok de schouders op.
Ge hebt goed praten, zeide hij. Hij
is te hooggeplaatst dan dat uw wraak hem
zou kunnen bereiken. Vertel liever wat
van uw reizen.
De avond begon reeds te vallen, toen er
van scheiden gesproken werd, want de
vluchteling durfde eerst in het donker naar
Parijs terugkeeren, en in de schemering
verlieten beide vrienden de hut. Toussaint
had Louise's naam niet meer genoemd, en
nu Simon die schijnbare kalmte opmerkte,
dur'de hij met de geheele waarheid voor
den dag komen. Niemand kende haar adres
in Parijs, al wat men van haar wist, was
dat tot slot van vruchtelooze pogingen om
werk te krijgen, het wanhopende meisje
eindelijk zoo diep gezonken was, dat er geen
sprake meer van kon zijn, haar op te heffen.
Dat zeiden ten minste de menschen van
het kasteel La Varenne, die onder elkander
om haar lachten en haar spottend „de vrouw
yan la Brèche" noemden. De koetsiers en
de stalknechts, die in den herfst voor de
groote jacht naar La Varenne kwamen,
vertelden dat zij haar gezien hadden, toen
zij uit de gevangenis ontslagen, tevergeefs
naar een betrekking zocht, 't Was donker
Saclialin, waarvan de andere helft sedert
den vrede van Portsmouth reeds Ja-
pansch was geworden.
Vaklieden op het gebied van den
landbouw onder de Belgische vluchte
lingen in Engeland hebben aangebo
den om aan de Engelsche kleine land
bouwers hun stelsel van intensieve cul
tuur te leeren. Het denkbeeld is af
komstig van koningin Elizabeth der
Belgen, die van meening was, dat dit
landbouwonderwijs door de Engelschen
aanvaard kon worden als een bewijs
van de dankbaarheid der Belgen voor
de gastvrijheid, die zij in Engeland
gevonden hebben. De Belgische regee
ring heeft het plan goedgekeurd en zoo
heeft zich in Engeland reeds een com
missie gevormd, die uitgeweken Bel
gischen land- en tuinbouwers de ge
legenheid zal schenken hun vakkennis
op het gebied van intensieve cultuur,
ook van groenten onder glas, aan En
gelsche landbouwers en tuinders te
leeren.
Een Reutertelegram uit Londen d.d.
24 December meldt: Vanochtend is bij
mistig weer een Duitsch vliegtuig boven
Dover verschenen en heeft een bom
geworpen die in een tuin is ontploft.
Er is geen schade aangericht.
Het vliegtuig is maar enkele seconden
waargenomen. Het is onmiddellijk weer
over zee teruggekeerd.
Het Parijsche blad la Liberté meldt,
op gezag van een Belgisch Kamerlid,
dat de Duitschers in het door hen be
zette gebied in Frankrijk en België de
koperen knoppen van de deuren breken,
teneinde die naar Essen op te zenden.
Daar worden zij door Krupp gebruikt
voor de vervaardiging van wapentuig.
Volgens een telegram uit Sjanghai
heeft het agentschap van de assurancie
Yangtsekiang vernomen, dat de Duit
sche hulpkruiser Prinz Wilhelm op de
Zuidoostkust van Zuid-Amerika vier
Engelsche koopvaardijschepen in den
grond had geboord.
Het stoomschip Agamennon is uit
New-York te Rotterdam aangekomen
met voedingsmiddelen voor de Belgen,
een gift van de Rockefeller-stichting.
Naar de Tijd uit goede bron var-
neemt, is met, ingang van Woensdag
de goederendienst van Rozendaal op
Antwerpen en vandaar op Brussel,
welke de firma van Gend en Loos met
haar eigen camions onderhield, ge
staakt.
1'laatnelijk Nieuws.
toen de beide vrienden langs het hek van
het kasteel gingen. La Brèche hief in ij dele
woede dreigend zijn vuist op en mompelde
„Wanneer, en hoe, zal ik u kwaad met
kwaad kunnen vergelden?" Hij bereikte
om acht uur het station Nangis op het
oogenblik dat de trein klaar stond om te
vertrekken en Simon Rivolard had afscheid
genomen met een hartelijken handdruk en
de waarschuwende woordenPas op, als
men u weer te pakken kreeg, zoudt gij
misschien niet meer terugkomen. Toussaint
was een vriend op wien men vertrouwen
kon, en dat wist de familie Rivolard bij
ondervinding, hij zou geen vriend verraden.
Twee gendarmes gingen hem voorbij
zonder hem op te merken; toch deed het
gezicht van die uniformen een rilling door
zijn leden gaan en pas in de coupé voelde
hij zich veilig. Maar nu eerst ook kwam
hij tot het volkomen besef van zijn groote
teleurstelling, want het hartverscheurende
leed, dat hem nu getroffen had, overtrof
alles, wat het wreede lot tot nu toe over
hem uitgestort had. Want hij had het acht
tienjarig meisje, dat aan zijD zijde was
opgegroeid, liefgehad met een groote, be
schermende liefde, die alles voor haar geluk
zou hebben veil gehad. Die liefde had zijn
leven beheerscht, en geheel vervulden nu
die teleurgesteld was, voelde hij een vlij
mende pijn in zijn hart.
Onderweg riep hij zich haar bemind
beeld voor den geest, met haar donkere,
fluweelzachte oogen, haar frissche, roode
lippen en haar eigenaardige aantrekkelijk
heid. Hij herinnerde zich de belofte van
het laatste oogenblik, en haar eeden van
trouw, al moest zij dan ook ongehuwd
sterven.
Hij herinnerde zich hoe haar stem fluis
terend lispelde: „Ik heb u lief," als zij
's avonds op de landwegen in den omtrek
dwaalden, wanneer hij haar tegemoet ging
Voor Dames- en Kinderkleeding is de
Firma Taverne De Meere, Hinthamer
straat 69, 's-Hertogenbosch, het beste adres
voor deze omstreken.
Deze zaak is ook des Zondags van 10 tot
1 uur geopend.
lleusdeii, 29 Dec.
Kerstmis is weder voorbij. Behalve de
godsdienstige plechtigheid in de verschillen
de Kerken, hebben ook de kinderen
genoten bij de opgerichte Kerstboomen en
zijn met verrassingen opgetogen huiswaarts
gekeerd.
En onze militairen, die hier den bewa
kingsdienst uitmaken en waarvoor stemmen
zijn opgegaan, om ook die een verrassing
te bereiden, welk idéé later weer werd terug
genomen, hebben die nu niets gehad?
Neen ook zij zijn bedacht. Op Kerstmis
ontving elk der manschappen een pakket,
dat bevatte een étui met 25 sigaren, een
étui met gebakjes en ook de onmisbare
op haar terugkeer van haar naaihuizen. Zij
had hem met een reine, innige liefde be
mind, daar was hij zeker van, toen be
hoorde zij hem toe en nu?
Wie had haar toch tot misdaad gebracht
Niemand anders dan baron Raynaud, wiens
noodlottige invloed immers zijn veroor
deeling had uitgelokt.
Hij had hem immers aan 't werk gezien
tegenover die zwakke, weifelende jury, die
gemakkelijk verontschuldiging gevonden
zou hebben voor den moord uit rechtvaar
dige wraak, waarvan men hem beschul
digde.
't Was ongeveer elf uur toen hij aan het
Oosterstation te Parijs uitstapte, en hij
sloeg de rue Lafayette in om zoo spoedig
mogelijk het hotel te bereiken, en daar
graaf Jan de Marcilles te vinden, die zeker
wel gelukkiger dan hijzelf geweest zou zijn.
Hij liep met haastige schreden voort, en
wierp nu en dan een onderzoekenden blik
op de enkele vrouwen die hij tegenkwam.
Als zij daar eens bij was, als hij haar eens
ontmoette!
En nu begon hij te twijfelen aan de
waarheid van 't verhaal! Hoe had zulk een
onverklaarbare omkeer kunnen plaatsheb
ben! Misschien waren't maar lasterpraatjes
van de lakeien van den baron.
Toch verdubbelde hij op de Place de
l'Opéra zijn aandacht, en hield zijn stap
in, en in plaats van rechts om te slaan,
ging hij links de boulevards weer op. De
lieden van den baron hadden van de buurt
van de Madelainegesproken; misschien zou
zijn reisgenoot wel ongerust zijn, maar dit j
oponthoud kon hoogstens een paar minuten
duren. Wat kwam het er immers ook op
aan! Hij hechtte aan niets meer, noch aan
zijn veiligheid, noch aan zijn leven; de j
laatste slag had hem geheel vernietigd
Want was Louise Moraines niet het dier
baarste wat hij bezat, en was er één oogen-
Kerstmispij p als in andere landen is uit
gereikt.
Van wien kwam dit alles?
Naar wij vernamen was het eene attentie
van mevrouw Buurman, de echtgenoote
van den commandant, den le luitenant,
die tegelijkertijd was overgekomen om op
deze voor anderen zoo gelukkige dagen, met
haar man vereend te zijn.
'Kaatsheuvel. Dezer dagen heeft de
heer W. G. van Dongeü, vroeger onderwijzer
a.d. Chr. school te Loonschendijk met gun-
stig gevolg zijn hoofdakte-examen afgelegd.
Nederheniert. Onze vroegere
dorjegenoot, de heer J. Straver, thans onder
wijzer te Sliedrecht, mocht te Groningen
de acte Engelsch 1. o. behalen.
Sprang. J.l. Donderdag had de
slager H. het ongeluk zich met een mes
zoodanig te verwonden dat de wond door
dr. van Gils verbonden moest worden.
Bij den landbouwer R. T. is uit de
schuur een schaap gestolen. Van de dieven
geen spoor. m
J.l. Dinsdagavond om 7.30 uur kwam
de anti-rev. propaganda-club „Groen van
Prinsterer" onder leiding van haar voorzitter
de heer H. E. v. d. Leeden, in haar lste
jaarvergadering bijeen. Nadat deze op ge
bruikelijke wijze was geopend, en door den
secretaris en penningmeester de jaarver
slagen waren ten gehoore gebracht, verkreeg
de heer H. Both het woord die voor deze
vergadering als onderwerp ter bespreking
inleidde: „Der Jongelingen Voorbereiding".
Na een woord van inleiding werden door
den spreker de n.v. punten nader toegelicht
ten eerste wees spreker op de noodzakelijk
heid, vervolgens op den aard en ten slotte
op het doel dezer voorbereiding.
Van de gelegenheid tot het stellen van
vragen werd nog door enkelen gebruik ge
bruik gemaakt. Jammer dat zoo weinigen
naar deze vergadering waren opgekomen.
Aan bet einde sprak de voorzitter een
woord van dank aan allen, die tot wel
slagen van deze vergadering hadden mee
gewerkt.
Bij de bestuursverkiezing werden de af
tredenden herkozen. Een 3-tal personen
traden als lid toe.
Op gebruikelijke wijze werd deze verga
dering door haar voorzitter gesloten.
VrUhoeveii-Cappcl. Naar wij
vernemen gaat de directeur der Coöperatieve
zuivelfabriek „de Toekomst", de heer Dokter
ons verlaten. Te Hummelo is hij als hoofd
eener dergerlijke inrichting benoemd.
Onze vroegere plaatsgenoot W. van
Dongen, door de mobilisatie onder de wa
penen geroepen, had het geluk in Arnhem te
slagen voor de hoofdakte.
De gemeente hier is ook al op be
zuiniging uit. Sedert eenigen tijd branden
de straatlantaarns om de andere.
Als merkwaardigheid deelen we mede,
dat in onze gemeente niemand is opgeroe
pen voor de lichting 1915.
lWerkendaixi- Tot kerkeraadsleden
van de Geref. kerk A alhier zijn herkozen
de heeren J. v. d. Meijden en C. Ippel.
Tot diaken der Chr. Geref. kerk
alhier is gekozen de heer C. Ritmeester, in
de plaats van den heer H. Vos, die als
zoodanig niet meer in aanmerking wenschte
te komen.
De af deeling „Werkendam" der schip-
persvereeniging „Schuttevaêr", vergadert
ten herberge van mej. de wed. D. L. v. d.
Wiel op Dinsdag 29 December 1914, des
namiddags 8 uur.
De punten van behandeling zijn:
1. Opening.
2. Notulen.
3. Rekening en verantwoording van den
Penningmeester.
4. Verkiezing van bestuursleden (aftre
dend de heeren B. Visser en W. Kie-
boom).
5. Voorstellen voor de algemeene vergade
ring.
6. Inning contributie.
7. Rondvraag en sluiting.
blik in zijn leven geweest, dat haar beeld
hem niet voor den geest stond? Nooit,
zelfs niet toen het onbillijk vonnis geveld
werd, had hij zich zoo diep terneergeslagen
gevoeld. Op goed geluk, liep hij recht door,
langs de door het schijnsel der koffiehuizen
helder verlichte straten. Geheel vervuld met
de gedachte aan Louise Moraines, had hij
zijn stap vertraagd op gevaar af herkend
te worden, en in de buurt der Madelaine
wendde hij zich naar de drie rijen platanen,
die het voetpad beschaduwen, dicht bij de
standplaats der groote omnibussen, Made
laine, B&stille, toen hij plotseling uit zijn
gepeins werd wakker geschud.
Een meisje in een armoedige, grijze japon,
die ternauwernood haar magere gestalte
omhulde, kwam hem op zijde en stak de
hand om een aalmoes naar hem uit. Hij
hield haar staande, greep haar pols en troic
haar met een ruk onder de gaslantaarn.
Zij was het.
liet meisje uit het volk.
De meest verschillende aandoeningen,
vreugde, schande en vrees, wisselden zich.
af op het gelaat van Louise Moraines, dat
i in angstige spanning tot hem opgeheverx
was. Ook zij ïad hem herkend.
Gijmompelde zij.
Wat doet gij daar?
Zij bleef hem aanzien, hij was het, Tousr—
saint, haar verloren vriend. Zij had hen»
teruggevonden, hoe was hij teruggekomen
Bleek van schrik en haar arm in zij»,
vuist als in een schroef gekneld houdende»,
donderde hij haar toe:
Ellendige!
Wordt vervolgd).
XXIII.