van en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. De vrouw van den Banneling, Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3435, IF oensdag 3 Februari FEUILLETON. 1915. UNB "VAN VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7 7» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. De geschiedenis der menschheid van af de vroegste tijden tot heden toe, is niet anders dan een aaneengescha keld relaas van elkander opvolgende gebeurtenissen. Deze gebeurtenissen, voor zoover zij uit de verre oudheden afkomstig zijn, blijven ons slechts bij benadering be kend eerst later, in de meer moderne tiiden, komt er ineer volgorde en rang schikking in de overgeleverde geschied- vet haten, waaruit wij ons dan een meer of minder volledig beeld van het historisch verleden kunnen scheppen. En naar mate de algemeene ontwikke ling toenam, de wetenschap en de kunst zich vervolmaakten, is ook de kennis omtrent het verleden der mensch heid toegenomen en kon men zich een duidelijk inzicht daarvan eigen maken Dan zien wij, dat een reeks gebeur tenissen over vele eeuwen verdeeld als het ware tot een enkele groep in de wereldgeschiedenis wordt samenge trokken; zoo vinden we de geheele historie der menschelijke samenleving in een drietal hoofdgroepen onder scheiden oude geschiedenis, middel eeuwen en nieuwe geschiedenis. Elk dezer groepeeringen eindigt bij een of andere kenmerkende periode of tijd vak, waarin ook alle toestanden zeer van de vorige verschillen, aanbreekt. Aldus zien wij de „oude geschie denis" van af de vroegste tijden zich uitstrekken tot den val van het West- Romeinsche rijk, ongeveer een 500-tal jaren na het begin onzer christelijke jaartelling. Alsdan vangt het tijdperk der z.g. „middeleeuwen" aan, een tijdperk van circa 1000 jaar en eindigende met de ontdekking van Amerika door Colum bus. Daarmede neemt de nieuwe ge- sch.edenis een aanvang tot aan de Napoleontische oorlogen en 's keizers val, nu juist 100 jaar geleden. Wat daarna geschied is, noemen wij de „nieuwste geschiedenis." Het spreekt van zelf, dat deze af zonderlijke tijd-groepeeringen niet maar willekeurig genomen zijn, doch dat daarvoor zeer geldige redenen vallen aan te wijzen. En wel deze van een gebeurtenis in de geschiedenis plaats greep, waarmede een oud tijdvak afge sloten en een nieuw geopend werd, de tijden daarvoor rijp geworden waren. De tijdsomstandigheden bleken dan gaandeweg zeer veranderd te zijn en met de tijden ook de menschen. Die veranderingen waien echter vooral van staatkundigen aard nieuwe machtsgroepeeringen stelden nieuwe eischen, die vaak gepaard gingen met reusachtige beroeringen en oorlogen. En thans beleven wij wederom zulk een kentering in de wereldgeschiedenis ook thans zien wij weder reusachtige machtsverhoudingen, die in de laatste tientallen jaren langzamerhand ontstaan zijn en hun eischen aan de wereld willen voorschrijven. De periode in de „nieuwste wereldgeschiedenis," die met Napoleons val in 1815 aanving, is nu, honderd jaren later, aan het afsluiten en wederom breekt een nieuw tijdvak in de historie der menschelijke samen leving aan, dat hetwelk beginnen zal met het jaar 1915 Want hoe ook de uitslag moge zijn van den wereldkamp, die zich thans onder onze oogen voltrekt, dat hij een nieuw tijdperk in de internationale staatkunde niet alleen, maar ook in het leven der volken zal inluiden, staat vast. Welke de nieuwe machtsverhoudin gen zullen zijn, die zullen voortkomen uit deze volkeren-worsteling, zal voor een overwegend deel afhangen van de eind-uitkomst, waarbij zal blijken, welke mogendheden-groepeering de sterkste is geweest, de sterkste niet alleen in militair, maar ook in economisch op zicht. Deze oorlog toch wordt niet slechts op krijgskundige wijze gevoerd, maar tevens en, in niet mindere mate, op het gebied der economie, waarbij het geheele raderwerk der maatschappij is betrokken. Deze oorlog is er een van kanonnen, maar ook een uitputting der bron-aderen van de volkswelvaart der verschillende oorlogvoerende vol keren. Geen middel, van welken aard en hoegenaamd ook, wordt over en weer versmaad, als het kan bijdragen tot verzwakking der tegenpartij. Van daar dat eigenlijk gansch de wereld tot in haar diepste levensbronnen wordt aangetast, een aantasting, die ook door de volken der neutraal gebleven landen maar al te zeer wordt gevoeld. En evenals een vernielende storm, die losbreke. d over landen en boaschen, 29) Toch was voor 't oog der wereld hun huwelijk gelukkig en na eenige aarzeling ten gevolge van de geruchtmakende zaak te Mayenne, had Parijs de jonge vrouw als een der koninginnen van de wereldstad met open armen ontvangen. Hoe droevig het ook is, om te zeggen, er zijn twee machten in de wereld, waarvoor alles buigt, geld en vrouwelijke schoonheid; daaraan hadden de baron met zijn millioejen en de barones met haar indrukwekkende schoonheid en lieftallige aantrekkelijkheid hun opgang te danken. Ook in haar huiselijken kring heerschte de barones als oppermachtig mees teres. De baron lag aan haar voeten, en de bedienden aanbaden haar, terwijl haar ka mermeisje Suzanna Robin, de boerin uit Marcilles, die haar in 't ongeluk niet ver laten had, voor haar evengoed als vroeger voor haar echtgenoot door 't vuur zou ge gaan zijn. Toch had ook Helena haar vij andin en wel in de porsoon van Marcella Raynaud, het eenige kind uit het eerste huwelijk van den baron. Marcella was nu volwassen en een flink jongmeisje geworden, met kastanjebruine haren, donkere oogen iD een bleek gelaat, op elkander geperste dunne lippen, en de trotsche houding van haar vader, die uit stekend voor haar opvoeding had zorg ge dragen. Zij sprak met gemak drie vreemde talen, speelde goed piano, hanteerde het penseel meer als kunstenares dan als dilet tante en zat uitstekend te paard; maarzij leefde in het hotel vrij afgezonderd en ver liet maar zelden het atelier, dat de baron geheel naar haar smaak had laten inrichten, en waar zij op Engelsche manier vaak haar kennissen ontving. Zij was nu negentien jaar, en als de eenige dochter van den schatrijken bankier ontbrak het haar niet aan bewonderaars en pretendenten die zij allen met dezelfde minachting afwees, 't Moeilijkst te verwijderen en het dringendst in zijn aanzoeken was een neef, markies Christiaan de Parsay Monthélin. Het geslacht Parsay heeft al aan alle mogelijke kruistochten deelgenomen, en hun laatste erfgenaam Christiaan, zou zelf, gehard en dapper als hij was, geen slecht figuur onder de ridders der middeleeuwen gemaakt hebben. Hij was rijk en onafhan kelijk, acht-en-twintig jaar oud en zoo forsch en krachtig gebouwd, dat hij gemakkelijk een kalf kon worgen en in een worsteling met de bekende kunstenaars uit Neuilly stellig den prijs zou winnen. Hij was min of meer bekrompen van verstand, had slechte manieren, maar per slot van reke ning hield toch iedereen van den goedigen reus. Marcella Raynaud gebruikte hem dikwijls als zondebok, maar niettegenstaande haar weinige toeschietelijkheid bleef hij haar trouw, en liet zich niet uit het veld slaan. Soms zeide hij lachand Gij zult nooit een ander uw hand schenken, en ten slotte wel toegeven. Ik ben geduldig en kan wachten. Dan haalde zij medelijdend de schouders op, haars ondanks getroffen door zijn har telijks vriendschap en de vele oplettend heden waarmede hij haar omringde. 't Was of Marcella een voorgevoel had, dat de tegenwoordigheid der vroegere gra vin De Marcilles, ongeluk zou brengen over het huis van haar vader, een ongeluk, waaronder ook zij te lijden zou hebbenen al de pogingen der barones om door voor neervelt wat niet rotsvast staat en mee- doogenloos alles verwoest wat binnen zijn bereik komt en geen genoegzaam weerstandsvermogen meer heeft, zoo zal deze wereldoorlog het innerlijk en uiterlijk aanzien der volken een wij ziging doen ondergaan, gelijk slechts voorkwam bij de perioden van kente ring in de wereldgeschiedenis, gelijk wij hierboven zagen. Een tijdperk in de „nieuwste ge schiedenis" leeft derhalve uit, en een nieuw staat te beginnen. Het komt er maar op aan, voor elk volk, voor elk mensch te begrijpen en in te zien, wat vereischt wordt om in dezen algeheelen ommekeer niet achter te blijven en het hoofd te kunnen bieden aan de straks te stellen eischen. Ook wij, als volk, knnnen daarbij niet achterblijven ook wij, al bleven wij en hopen te kunnen blijven neutraal en niet rechtstreeks bij den strijd betrokken, kunnen noch mo gen ons aan de gevolgen daarvan ont trekken. Deze gevolgen van den grooten vol keren-kamp zullen in de eerste plaats, ook van ons, als volk, nieuwe kracht en nieuwe vaardigheid eischen. Als na elke kentering treedt de eisch der ver nieuwing van levenskracht onverbidde lijk op den voorgrond. Daaraan niet te voldoen zou tot achteruitgang, ja tot ondergang leiden. Alreeds wordt dit door duizenden gevoeld en begrepen, welaan ont trekken wij ons dan niet aan de taak ons door deze ernstige tijdsomstandig heden op de schouders gelegd. De strijd om het bestaan, van volk en individu, zal er ongetwijfeld niet gemakkelijker op worden maar daar staat dan ook tegenover dat in de volkskracht nog zoovele vermogens ongebruikt of half- aangewend sluimeren, gelijk ook zoo- velen onzer van de individueele krach ten hun geschonken, niet of slechts zeer ten deele gebruik weten te maken. Het juiste en noodige gebruik daarvan te leeren kennen en ons daarnaar te gedragen zal beslissend zijn voor de naaste tokomst tan ons volksbestaan, waarin wij moeten worden, meer dan ooit, een eensgezind en krachtig volk. Wij hebben echter gelukkig genoeg zaam vertrouwen in den aard onzer volkseigenschappen, die ons in moei lijke tijden reeds langs zoovele gevaar lijke klippen wisten te sturen en het uoofd boven water deden houden, om 'ook thans te mogen verwachten dat bij de hernieuwing van zoo velerlei dat uit dezen tijd zal voortkomen, ook wij niet ten achter zullen blijven. Dat zij zoo f liuiteiilanri. De volgende officieele openbaarma king lezen wij in de V. Ct. Het Londensche persbureau publiceert een lange verklaring, die zich tegen de door den rijkskanselier in een onder houd met den vertegenwoordiger van de „Associated Press" afgelegde ver klaringen keert, 't Officieele bureau bestrijdt dat Engeland in 1911 besloten was zonder toestemming van de Bel gische regeering troepen naar België te zenden. De gepubliceerde Belgische docu menten weerleggen v)p besliste wijze de verzekeringen van het Engelsche pers bureau. Vaststaat, dat Engeland in 1911 in geval een oorlog tusschen Duitsch- land en Frankrijk mocht uitbreken, besloten was onmiddellijk met of zonder toestemmiug van België in België te landen. Opmerkelijk is het verder, dat de Engelsche regeering thans de be wering varen laat dat het in 1906 en 1911 slechts om een academische mili taire bespreking ging voor geval de Belgische neutraliteit door een der naburige landen geschonden zou worden. Die academische besprekingen zijn thans niet officieele besprekingen geworden, waarvoor echter van te voren uitdruk kelijk principes zijn vastgesteld, zoodat zij toch wel een officieel karakter krijgen. Toegegeven wordt thans ook, dat de besprekingen alleen tegen Duitschland gericht waren en daarin ligt de prijs- geving der Belgische neutraliteit. De Engelsche regeering kan door geen so- plastische redeneering ongedaan maken, dat zij België dat door het neutraliteits verdrag tegenover alle mogendheden in gelijke mate gebonden was, tot onder handelingen en overeenkomsten, die jegens een dor garandeerde mogend heden n.l. Duitschland, gericht waren, verleid heeft en dit land ten slotte in den oorlog medegesleept heeft. In de Duitsche bladen is thans op genomen een verordening van het Duit sche ministerie van oorlog, volgens hetwelk mat 1 Februari opgave moet worden gedaan van alle voorraden koper, nikkel, tin, aluminium, antimonium en lood. Deze metalen moeten in hoofd zaak gereserveerd worden voor het leger komendheid de genegenheid en het ver trouwen van het jonge meisje te winnen, stuitten af op doffe onverschilligheid of; geheime vijandschap. Toen de barones de treden van de stoep afging, had de bel voor het déjeuner al vijf minuten opgehouden te luidenop de bo venste trap stond, zeer elegant gekleed, Marcella Raynaud, de dochter van den huize in gezelschap van haar Engelsche juffrouw van gezelschap, Evelina Brampton, die met haar blonde haren en fletsblauwe oogen I sprekend op al dergelijke Engelsche dames geleek. Zijt gij wel van morgen, Marcella? vroeg de barones vriendelijk. Dank u mevrouw, heel wel. Hebt gij een mooie rijtoer gemaakt? Ja heerlijk, Caprice maakte wel wat bokkesprongen zooals gewoonlijk, maar ik heb haar een duchtig lesje gegeven. Caprice was een bijzonder mooie, don kerbruine merrie, en de verklaarde lieve ling van haar meesteres, die nog een half dozijn rijpaarden ter harer beschikking had. Miss Brampton, een zeer bescheiden persoontje, dat haar uiterste best deed om zoo min mogelijk opgemerkt door het leven te gaan, bukte zich om de kleine Gabrielle een kus te geven. Zelfs voor deze laatste werd haar familienaam nooit gebruikt, iedereen noemde haar eenvoudig „Gabriel le," en de naam van den graaf de Marcilles scheen vergeten en evenmin ooit bestaan te hebben als de ongelukkige drager daarvan zelf, wiens laatste overblijfselen op den bodem van de zee rustten. Juist draaide een victoria van den kant der rue Saint-Honoré het hek binnen en hield voor de stoep stil. Met een roos in 't knoopsgat en vlug als een jong man stapte baron Raynaud er uit. Ik heb u even laten wachten, zeide hij met een blik op zijn horloge. L a Het déjeuner stond gereed in de eetzaal, een op Parijsche wijze m6t sobere weelde en goeden smaak ingericht vertrek. Boven de eikenhouten lambrizeering stelde het kostbaar behangsel jachttafereelen naar Des- portes voor, die door liefhebbers met goud betaald zouden worden; buffet, zilverwerk en lichtkroon waren toonbeelden van rijk dom en comfort, die het tot een uitgezochte plaats voor huiselijke familiemaaltijden zoowel als voor groote feesten maakte. Klaarblijkelijk was baron Maxime zeer opgewekt en in een uitstekend humeur. Wij hebben nog niet genoeg Mexica nen, Brazillianen, Chilianen en Peruanen te Parijs, begon hij, er is nog een nieuwe bijgekomen. Hoe heet hij, vroeg Marcella. Dat weet ik niet precies. Don Ramon Cavero of Canero markies van Agguados of Auillas. Maar hier is zijn kaartje. Hij gaf het aan de barones, die hardop las: Ramon Cavero, markies d'Anguillas, 34 Avenue d'Antin. Heeft hij het uzelf gegeven? vroeg zij. Neen ik heb het gevonden op de schrijftafel van mijn vriend Marchal. Kennen zij elkander? In zaken. De markies heeft crediet- brieven bij zich op zijn huis, en op dat van vele anderen. Is hij rijk? Als Cresus; hij schijnt uit La Plata te komen. Een goede kennis, zeide Marcella, dien men moet aanhouden. Waarom? Op reis ontmoet men iemand licht terug. Hebt gij dus plan een reis om de wereld te gaan maken? vroeg de baron. Voor afleiding, zoodra ik meerderjarig ben. De opperburgemeester van Berlijn heeft de bevolking op broodrantsoen gesteld. Van 1 Februari af zal elk in woner der hoofdstad ten hoogste twee K.G. brood en meel per week mogen verorberen. a De Matin verneemt, dat de Turken opnieuw een nederlaag geleden hebben in Perzië. De rechtervleugel werd totaal verslagen. Naar gemeld wordt rukken de Russen Tabris binnen. Aan heide zijden van het Suez-kanaal worden koortsachtige verdedigings maatregelen genomen. De ambtenaren en arbeiders der Kanaal-maatschappij moeten zich gereed houden om met hun families te vertrekken. Men ver wacht dat aan de bewoners van Is- maïlia een dergelijke order zal worden gegeven. Te Wilhelmshaven worden thans niet minder dan 24 forten gebouwd, met welk werk de bouwondernemer Ludwig Lange, aldaar is begonnen. 140 vaklieden, ook uit ons land, vinden daarbij geruimeu tijd arbeid, tegen een loon van 60 pfennige per uur. De Berliner Lokal-Anzeiger laat zich uit Russische bladen melden, dat alle oude menschen en kinderen Warschau moeten verlaten en naar Zuid Rusland worden gebracht. De terugtocht der Russen in de Boe- kowina wordt voortgezet en ook Kim- polng is ontruimd. De Eugelsche vloot bombardeert met bijzondere heftigheid de kust ter hoogte van Westende. Aan de Daily News wordt uit Kaïro geseind, dat een voormalig officier van het Egyptische leger, die met de Turken in Tripoli gevochten heeft en onlangs te Kaïro was aangekomen, het Turksche leger, dat zijn basis te Be er Sheba heeft, schat op niet meer dan 90,000 man, bijgestaan door ongeveer 20,000 Bedoeïenen. Men had eerst 30 c.M.- kanonnen, doch wegens de moeilijkheid van het transport zijn zij vervangen door stukken van 15 tot 18 c.M. Ap- proviandeeriug en uitrusting zouden geheel onvoldoende zijn en het water, dat over het algemeen in petroleum- blikken werd medegevoerd, ondrink baar. Het moreel der troepen zou, vol gens dezen zegsman zeer slecht zijn. Verveelt gij u dan? Verschrikkelijk. Zelfs te Parijs? Ik kan Parijs niet uitstaan, zeide zij met een vijandigen blik op de barones. Haar vader bleef haar het antwoord schul dig; inwendig verstoord over de kortheid van haar gezegde en over den onuitgespro ken afkeer van de barones; ook deze bleef diep in gedachten verzonken, zwijgen. Nog altijd klonk haar de klacht van den bede laar in de ooren Een aalmoes voor een armen blinde, als 't u blieft. Toen het dejeuner afgeloopen was, trok de baron haar arm door den zijne, en voerde haar mede naar een aangrenzend vertrek, waar zij, niet gestoord door de overige huisgenooten, een oogenblik samen konden zijn. VII. De schim van het verleden. Een onmiskenbare trek van afkeer ver toonde ziek op het gelaat der jonge vrouw en toonde hoe zij leed onder het drukke leven in de wereld, dat haar tegenstond en verveelde, daar zij, onverschillig voor alles, alleen nog door de liefde van haar kind aan het leven scheen gehecht. Haar hart was ongevoelig geworden onder de slagen van het lot en eigenlijk had zij zelden gelegenheid om tot zichzelve in te keeren en aan haar herinneringen den vrijen loop te latenzoo vloog de tijd om en namen recepties, jachtpartijen op het kasteel te Varennes, en verblijf aan zee en de schouw burg haar geest in beslag en zonder na denken liet zij zich in den stroom dier vermaken medesleepen, als een afgevallen blad dat door den stormwind her- en der waarts geslingerd wordt. Thans vervolgden haar de smeekbede en de stem, die haar rmenwi

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 1