varen, welke zij zouden loopen, wanneer
zij nun koers namen te midden van
zeegevechten tusschen Duitschland en
Engeland, gevechten, waarvan de juiste
plaats en de datum niet kunnen worden
aangegeven en waarin de aangewende
strijdmiddelen voor ieder schip, hetwelk
zich in deze wateren bevindt, gevaren
zullen medebrengen, waarvoor Duitsch
land de verantwoordelijkheid niet op
zich kan nemen.
De weg door de Noordzee om Schot
land heen, kan, tengevolge der diepte
van het vaarwater, door zeemijnen niet
in gevaar worden worden gebracht.
Daar, evenals in alle wateren der
Noordzee, met uitzondering van de
Eugelsche wateren en de DuitscheBocht,
wordt de neutrale scheepvaart door den
maatregel der Duitsche admiraliteit niet
in gevaar gebracht.
In Polen schijnt na de hevige kracht
inspanning van den laatsten tijd, over
het geheele front een tijd van ontspan
ning ingetreden.
Op het Karpathengebied is dit even
wel slechts onder voorbehoud van toe
passing. De strijd staat er nl. niet stil,
maar het gaat minder heftig. Voor het
overige is ook hier nog weinig ver
andering in den vroeger beschreven
toestand gekomen. Van de Bukowina
is ongeveer de geheele zuidelijke helft
in handen van Oostenrijk-Hongarije. En
door de aan de Bukowina grenzende
Karpathen passen bereiken de Oosten
rijksche troepen de Noordzijde van het
gebergte waar de bronrivieren van de
Sereth en de Pruth zijn. De Russen
houden inmiddels de westelijke passen
bezet, waarvan de Dukla pas in de
Oost Beskiden (een onderdeel van het
Karpathen gebergte) de meest westelijke
is. Dit wat de Karpathen aangaat.
Op het front voor Warschau heerscht
blijkbaar de stilte der uitputting: 'n
pauze om wat uit te rusten en aan.te
sterken, ten einde straks het moordend
duel te kunnen hervatten.
Rechts van de Weichsel hebben de
van Thorn oprukkende Duitsche troe
pen de stad Serpez genomen en trach
ten nu Razionsh te bereiken.
Van Oost-Pruisen zijn de berichten
zoo goed als nihil. Zelfs in de artike
len, die de Duitsche pers aan het terug
werpen der Russen uit Oost-Pruisen
wijdt, vindt men weinig nieuwe bij
zonderheden.
Uit St. Petersburg wordt aan de Ti
mes gemeld:
De correspondent te Tiflis van de
Bersjenia Wjedomosti bericht, dat de
Russische strijdkrachten onlangs het
dorp Borcha in de streek over de rivier
de Tsjoroch, die de vijand tot een bij
kans onneembare sterkte gemaakt had
en dat hardnekkig verdedigd werd, be
zet hebben. Russische artillerie beschoot
aanhoudenddeTurksche detachementen,
die gedwongen werden terug te trekken,
waarbij ze een deel van het dorp in
brand staken.
De verovering van Borcha opent den
weg naar de kopersmelterijen van Zan-
zul, die de Turken in het begin vau
den oorlog bezet hadden en waar ze
Duitsche ingenieurs en arbeiders hoop
ten te vinden, die van deze kostbare
onderneming, waar de Duitschers reeds
voor den oorlog begeerige blikken op
geslagen hadden, bezit moesten nemen.
Op verscheidene punten in deze
streek over de Tsjoroch zijn wij over
de grens getrokken en nu op Turksch
gebied. De eenige plek, waar de vijand
het nog krachtig uithoudt, is Artoin,
dat goed versterkt is. Ten einde het
met het gebouw van schijnbare berusting,
dat de jaren opgebouwd hadden, ineen te
doen storten.
Hoe verweet zij zich nu haar pogingen
om den baron vrij te spreken, of ten min
ste zich zelve van den plicht te ontheffen
den man te haten, wiens gade zij nu een
maal geworden was, en wiens goede eigen
schappen zij had weten te waardeeren. Hoe
ellendig schenen haar nu de drogredenen,
waarmede zij haar geweten in slaap h id
gesust! Wie anders toch kon den moord
gepleegd hebben, dan hij, die er voordeel
uit getrokken had Honderd plannen, 't
eene al dwazer en onuitvoerbaarder dan
het andere, kwamen in haar gemarteld
hoofd op, en als een kind, dat bang is een
opgegeven woord te vergeten, herhaalde zij
telkens bij zich zelve den naam van den
markies d'Anguilas. Zonder er eenige reden
voor te kunnen vinden, meende zij, dat de
onbekende in haar leven zou ingrijpen, en
dat hij den sluier van het geheim, dat
haar omringde, zou kunnen opheffen.
Welk instinct, welk voorgevoel haar dat
suggereerde zou zij onmogelijk hebben kun
nen zeggen, evenmin als zij het gelaat uit
haar geest kon wisschen van den man, die
den markies vergezelde, en wiens aanblik
haar zoo geschokt had. Zij wendde onge
steldheid voor en begaf zich naar haar
eigen kamer.
Susanna zat in een hoek van het vertrek
te naaien.
Is mevrouw niet wel? vroeg zij be
langstellend.
Neen
De barones vleide zich in een gemakke-
lijken stoel neder en zeide
Spreek tot mij, zooals vroeger, maar
plotseling brak zij in een stroom van
tranen uit
Gij hebt verdrietzeide^usanna zacht
naderbij komend.
maken van pontons te voorkomen, heb
ben de Turken de rivieroevers opge
graven en op tal van plaatsen kanonnen
gezet. Ze hebben ook een brug opge
blazen. Er zal een groote troepenmacht
vereischt worden om den vijand te
verdrijven, maar daar wij ook uit de
richting van Ardanuch gelijktijdig op
rukken, zijn de Turken nu door een
ijzeren ring omsloten, die snel dicht
gehaald wordt.
De correspondent van het Nowoje
Wremja te Piatigörsk -meldt, dat het
aantal gevangenen, dat sedert het begin
van den oorlog naar Rusland gezonden
is, 527 officieren en 49,000 man bedraagt.
Naar aanleiding van de Engelsche
maatregelen tegen den duikbooten-oor-
log lezen wij in de N. R. Ct.
Omtrent het dreigement met den
duikbooten-oorlog heeft minister Chur
chill in het Lagerhuis gezegd: „Wij
zullen nu blootstaan aan een oorlog
voering die nog nooit door een be
schaafden staat is toegepast. Men moet
echter niet aannemen jdat, wijl de aan
val buitengewoon is, een goede ver
dediging niet mogelijk zou zijn." Er
zullen stellig verliezen worden geledan,
maar Churchill geloofde niet dat on
herstelbare schade zou woiden aange
richt. „Onze beantwoording van deze
oorlogvoering zal misschien niet geheel
zonder uitwerking blijven." Wij zullen
niet dulden dat Duitschland een stelsel
van openlijken moord en zeerooverij
toepast. (Toejuichingen.) Er is alle
reden om aan te nemen dat de oeco-
nomische druk, door de (Engelsche)
vloot teweeggebracht, zich in Duitsch
land begint te doen gevoelen. „Tot-
dusver" besloot Churchill «heb
ben wij den invoer van levensmiddelen
niet pogen te verhinderen. We hebben
onzijdige schepen niet belet een recht
streeks verkeer met Duitsche havens
te onderhouden. We hebben Duitsche
uitvoerartikelen in onzijdige schepen
ongehinderd doorgelaten. De tijd is
echter gekomen, dat opnieuw zal zijn
te overwegen of een staat, die zich
door zijn politiek stelselmatig aan alle
internationale verplichtingen heeft ont
trokken, wel in 't genot van die onaan
tastbaarheid kan worden gelaten. (Toe
juichingen.) Er zal een nieuwe verkla
ring vanwege de bondgenooten worden
afgelegd, om den vijand voor 't eerst
met volle kracht den druk van de zee
macht te doen gevoelen."
Onder dagteekening van Maandag
wordt uit St. Petersburg aan de Daily
Telegraph geseind:
De Duitschers schijnen thans zoo
snel mogelijk troepen in Oost-Pruisen
samen te trekken. Het zal nog moeten
blijken, waar ze die vandaan hebben
gehaald, want de reeds genoemde vier
nieuwe legerkorpsen, die gevormd
heeten te zijn uit rekruten en reser
visten met een kader dat aan het wes
telijk front is onttrokken, kunnen geen
afdoende verklaring geven voor de alge-
heele verandering van den toestand
in Oost-Pruisen.
Op het Westelijk oorlogstooneel heb
ben slechts weinig belangrijke ontmoe
tingen plaats gehad.
Slechts in het Argonnerwoud wordt
voortdurend krachtig gevochten. De
Duilsche troepen, die verleden week
hun front verplaatsten naar Bagatelle,
poogden nu het. gebied te bestormen
tusschen Marie Therè3e en Fontaine
Madame, punten die door de Franschen
als versterkingen zijn ingericht met
Gij denkt aan hem
De barones boog het hoofd.
Ik ook dikwijls, bekende Susanna.
En weet ge wat ik dikwijls denk?
Helena sloeg vragend de oogen op.
Ik denk dikwijls, dat hij niet dood
is, dat er allerlei vreemde dingen gebeurd
zijn, en dat hij misschien terugkomen zal.
Hij?
En waarom niet?
O, zwijgNa wat ik gedaan heb, zou
dat al te vreeselijk zijnHoe zou hij over
mij oordeelen 1 Maar 't is te dwaas, zijn
dood is maar al te goed bewezen.
Wie weet? Cayenne is zoo ver!
Susanna liep in de kamer, een juweeltje
van comfort en goeden smaak, héén en
weer om alles voor den nacht in gereed
heid te brengen; de barones riep haar
Is die blinde, die naast het hek op
het trottoir zat, nog terug geweest?
Ik geloof het niet, mevrouw
Zijt gij nog in den tuin geweest?
Om vijf uur, toen u met mijnheer
den baron naar 't Bois de Boulogne waart.
Met diepen afkeer had het meisje de
woorden mijnheer den baron uitgesproken.
Hebt ge dien bedelaar niet gezien
Ja wel, gisteren om tw.^e uur.
Wat is hij voor een man?
Wel, net als de anderen.
Hebt gij niets bijzonders aan hem
opgemerkt
Niets. Boezemt hij u belang in?
Natuurlijk, ik heb diep medelijden
met die arme menschen.
Kom, kom mevrouw, men zegt, dat
het een best baantje is, en ik heb wel eens
van een blinde hooren vertellen, die hon
derd duizend francs in zijn stroozak ver
borgen had.
Blijkbaar had de eenvoudige boerin niet
veel aandacht geschonken aan den armen
drommel, en zijn slem niet gehoord, die
daartusschen aangelegde borstweringen
en loopgraven. Dat boscbgevecht, iD
een streek en een terrein waar het
vooruitgaan zeer moeilijk is, werd voor
bereid door het aanleggen van mijnen
tot vlak voor de vijandelijke verster
kingen, ondergrondsche gangen, echt
mollenwerk, waarbij de uitgegraven
aarde voorzichtig moet worden naar
achteren gevoerd. Slaagt de aanvaller
er in, zijn mijn aan te leggen tot dicht
bij zijn vijandelijke loopgraven, dan
wordt die mijn geladen, een electrische
geleiding verbindt de lading dan met
een Rumkorfsche klos, of ander elec-
triciteit opwekkend toestel, en door
het overbrengen van een vonk wordt
de mijn ontstoken.
Van de verwarring, die ontstaat, door
het ontploffen van zulk eeii mijn vlak
voor de vijandelijke stelling, door het
springen van de buskruitlading, die
gedeelten van de loopgraven vernietigt,
en de bezetting aan het vijandelijke
vuut blootstelt, wordt dan gebruik ge
maakt om den aanval te ondernemen.
Zoo ging het ook bij Marie Therèse
en Fontaine Madame. De mijn, die
wa» aangelegd, ontplofte, de aanval
werd door bommenwerpen in de vijan
delijke loopgraven voorbereid, en plot
seling stormden de Duitschers uit hunne
loopgraven. Doch de Fransche troepen,
naast de aangevallen loopgraaf waren
op hun hoede, en de Duitschers, onder
krachtig vuur genomen, moesten terug
trekken, zonder het doel van hun onder
neming te hebben bereikt.
Naar de Politische Correspondenz uit
Konstantinopel verneemt zijn in Syrië
zeer rijke steenkolenbeddingen ontdekt.
Van regeeringswege is reeds met de
exploitatie begonnen. De vondst heeft
aan de vrees, dat er binnenkort geen
steenkool voor de sporen meer zou zij u,
een einde gemaakt.
Naar aanleiding van een toespraak
van kardinaal Amette, die gewaagde
van een aanval van Duitschland op
Frankrijk, dat den oorlog niet had ge
wild, deelt een Keulsch onderwijzer in
de Kölnische Volkszeitung mee, dat
reeds op 23 Juli Keulenaren op uit
stapjes bij 't passeeren van de Fransche
grens van den douane amtenaar, die de
bagage visiteerde, te hooren kregen
„'t Zal nu gauw aan den gang gaan
Den volgenden dag werd voor Duit
schers in Lüueville op order van den
hotelhouder in ©en afzonderlijk vertrek
gedekt in plaats van aan de table
d'höte, en later werden die Duitschers
op autotochten door de Fransche be
volking uitgejouwd.
Na honderden, na duizenden jaren
zullen er nog over Koning Albert
volkslegenden verteld worden, evenals
van Kaïel den Groote, Koning Artus
en Dagobertus, en zoovele andere vor
sten uit de grijze oudheid, schrijft de
Vlaamsche Stem.
Onlangs hoorden wij het volgende
verhaal. Toen Antwerpen nog door de
Duitschsehers was belegerd, vernam
Koning Albert dat een slager in de
stad van de gelegenheid gebruik maak
te om zijne medeburgers op de schan
deüjkste wijze af te persen. Daaraan
moest een einde worden gemaakt. En
een zekeren morgen zag men een lan
gen, breedgeschouderden man met een
chauflfeurspet tusschen de talrijke koo-
pers, die de opening der slachterij af
wachtten. Ook van dezen laatste eisch-
te de vleeschhouwer een woekerprijs.
De „chauffeur" trachtte hem het on-
de geheimste vezelen van 't hart harer
meesteres had doen trillen, Graaf Jan was
haar eerste en eenige liefde geweest, en in
stilte had zij hem altijd als een halfgod
aangebeden.
Eenige dagen later was er groot diner in
het hotel Raynaud en hadden de gasten
zich na tafel in den salon vereenigd. Op
herhaald verlangen had Marcella Raynaud
zich aan de plano geplaatst en speelde nu
een serenade van Schubert. Gedemt klonken
de tonen van het droefgeestige lied door
de zaal en vormden als 't ware de bege
leiding voor de gesprekken der hier en
daar in de ruime zaal verspreide groepen.
Lampen met veelkleurige kappen verspreid
den een zacht licht, dat zich weerkaatste
in de glanzende zijden gewaden der dames
en in het verguldsel van wanden en meu
belen.
Op een sofa bij een der ramen, zat de
barones met haar dochtertje Gabrielie aan
haar schoot, en sprak fluisterend met mar
kies Christiaan De Parsay, die al babbelende
de schoone pianiste met zijn blikken echten
te verslinden.
Plotseling ging hij naar de piano en
begon oplettend te luisterenzijn vierkante
schouders, gespierde hals, weelderig hoofd
haar en forsche gestalte vormden een leven
dig contrast met de houding der schoone
speelster, wier gelaaat bij zijn verschijning
een trotsche uitdrukking had aangenomen.
Wat hadt gij toch met mijne jonge,
betooverende stiefmoeder te bespreken,
vroeg zij, zonder haar pianospel te onder
breken, zijt gij tot den vijand overgeloopen,
Christiaan?
Vijand? Gij hebt heusch ongelijk
met uw vooroordeel, nichtje 1
Ik heb geen vooroordeel, ik heb
afkeer!
rechtmatige van zijn handelwijze te
doen inzien, doch tevergeefs. De slager
bleef onverbiddelijk en verzocht dien
genen, welke den aaDgeduiden prijs
niet konden betalen, zijnen winkel te
verlaten. Dan opende de ongekende be
zoeker zijn langen jas de Koning.
Een gejuich gaat onder de menigte op
Men wil de slachterij plunderen. Koning
Albert beschermt den slager, doch stuurt
hem een strenge aanmaning toe. En
langzaam verwijdert hij zich en keert
naar zijn paleis terug.
Een pijnlijke verrassing beleefde een
landweerman uit België, die voor korten
tijd naar zijn huis terugkeerde. De
krijger was sinds het uitbreken van
den oorlog in het veld geweest. Toen
hij nu na maanden in zijn woning
terugkeerde, was hij niet weinig ver
baasd, een vreemden man voor zich
te zien.
Zijn vrouw verklaarde hem evenwel,
dat zij een commensaal had moeten
nemen om rond te kunnen komen.
Dit kwam den landweerman evenwel
verdacht voor, daar zijn vrouw hem
hier over nooit iets geschreven had.
Nog meer verbaasde hij zich, toen
hij in de kamer van den nieuwen
huurder verschillende zakken ontdekte,
met voorwerpen, die zonder twijfel ge
stolen moesten zijn.
Toen de landweerman dezen onwel-
komen gast dan ook aan de politie had
overgeleverd, bleek, dat het een eerst
kort geleden ontslagen inbreker was,
die eerst de vrouw bedrogen had en
toen, zonder dat zij het wist, haar
woning voor bergplaats had benut.
De Duitsche legatie verspreidt op
nieuw de dringende waarschuwing aan
de neutrale handelsschepen om van 18
Februari af zich niet te begeven binnen
de door Duitschland tot gevechtsterrein
verklaarde Eugelsche en Iersche kust
wateren.
De vaart noordelijk van Schotland
wordt niet door mijnen in gevaar ge
bracht.
Als erkenning van het dappere ge
drag der bemanning van het stoom
schip „Laertes", is de kapitein benoemd
tot luitenant bij de marine-reserve en
kreeg hij het kruis van verdienste.
De admiraliteit gaf aan de beman
ning haar hooge waardeering te kennen
over hun gedrag en schonk aan iederen
officier een gouden horloge en aan
ieder der manschappen drie ponden
sterling.
Men meldt dd. 5 Februari uit Duin
kerken aan de N. R. Ct.
Yperen ligt nog steeds binnen het
bereik van het Duitsche geschutvuur
en telkens weder wordt de stad gebom
bardeerd. Het bericht, dat de bewoners
er zouden zijn teruggekeerd, is dan ook
van allen grond ontbloot. Waar is, dat
een klein deel der bevolking er door
loopend is gebleven, zooals dat zelfs
gebeurt in dorpen, die geheel tot puin
zijn geschoten.
Volgens het Giornale d'Italia zijn
twee stoomschepen met voor Italië be
stemd graan door Oostenrijksche tor
pedobooten aangehouden en naar Triest
opgebracht.
Vrijdag is het koopvaardijschip Tor
quay in zinkenden toestand te Scar
borough binnengesleept, na in de Noord
zee op een mijn te zijn geloopen. Een
lid van de bemanning is gedood, twee
gekwetst.
En kan die niet veranderen?
Nooit!
Men moet nimmer nooit of altijd
zeggen.
Maak u, als 't u blieft, niet over mijn
meeningen bezorgd, en antwoord vrij.
Ik vroeg de barones of zij een goed
woord voor mij bij u wilde doen.
Gij kiest uw bemiddelaars slecht.
Zenuwachtig speelden haar vingers de
laatste maten, woedend sloeg zij de tonen
aan, deed daarop den Erard met een he-
vigen slag dicht, en ging vlak voor haar
aanbidder staan.
Gij zult, hoop ik, den lof van gravin
De Marcilles niet gaan verkondigen
vroeg zij.
Waarom niet?
Omdat ik het u verbied.
En als ik u niet gehoorzaam?
Zij gaf hem met haar waaier een tikje
op de vingers.
Pas op, dat gij uw wapen niet breekt,
zeide hij, en vervolgde toen:
Ik heb den moed mijner overtuiging.
Ik heb u hartstochtelijk, tot krankzinnig-
wordens toe, lief, MarcellaGij zijt het
doelwit van al mijn denken en streven.
Nacht en dag staat uw liefelijk beeld mij
voor den geest, en als iemand het wagen
mocht ook maar een haar van uw hoofd
te krenken, zou ik hem kunnen vermor
zelen.
En verder!
Ik ben u immers oprechtheid ver
schuldigd. De barones is een uitstekende
vrouw, en ik zou zoo gaarne op dien be-
wusten dag, dat gij de mijne zult worden,
zien, dat gij uw dwaas vooroordeel liet
varen, en in vrede met haar leven wildet.
Gij spreekt als een beek, maar ik
vrees dat daar niets van gebeuren zal!
Waarom niet?
Het jonge meisje liet haar schertsenden
President Poincarê is Zaterdag, na
een driedaagsch bezoek aan het front,
te Parijs teruggekeerd. De President ig
te Belfort en Epinal geweest, heeft in
de Vogezen de hooge, onder sneeuw
bedolven passen bezocht, en heeft voorts
in den Elzas wel een kieine dertig
dorpen aangedaan. Overal is hij door
de bevolking geestdriftig ontvangeu.
Een Duitsch watervliegtuig, met twee
officieren bemand, is Zaterdag bij Manö
in Jutland opgepikt. Het was den
vorigen dag van Helgoland opgestegen,
doch door een sneeuwstorm beloopen
en in zee gevallen. De officiereu zijn
geïnterneerd.
Thans is het postverkeer tusschen
België en Oostenrijk-HoDgarije in
denzelfden omvang en onder dezelfde
voorwaarden toegelaten als tusschen
Duitschland en België.
Ricciotti Garibaldi heeft te Londen
een rede gehouden over zijn plan om
een vrijkorps van 30,000 Italianen bij
een te brengen en daarmede de bond
genooten te steunen. Hij heeft voor dat
plan de steun der Engelsche en Fran
sche regeering ingeroepen.
Uit Rome wordt gemeld
De Duitsche bedreiging der Engel
sche koopvaardij doet thans reeds zijn
invloed gevoelen. Het te Napels ge
huurde stoomschip Francesco, dat goe
deren naar Cardiff zou brengen, kon
niet in zee steken daar de bemanniug
weigerde de Eugelsche wateren te be
varen.
Zaterdag werd uit Sluis aan de „N.
R. Ct." gemeld
Na een dag van stilte dreunde het
geschut der Engelsche vloot tusschen
Nieuwpoort en Oostende hedennamid-
dag weder heviger dan ooit. Door heel
West-Zeeuwsch-Vlaanderen was het dui
delijk hoorbaar. Het overstemde zelfs
het straatrumoer. Er moet weder heftig
aan het Yserfront gestreden worden,
gelijk trouwens ook blijkt Uit den toe
voer van gekwetsten te Brugge en het
druk militair verkeer rond deze stad.
Dat de tijd van rust voorbij is en weder
een nieuwe actie is begonnen, wordt
ook bewezen door de vlucht van tal
van bewoners der kustplaatsen naar
Brugge Zoo bevindt zich o.a. daar de
bevolki- g van Westende en Middel-
kerke. De Eugelsche vloot is echter al
leen werkzaam ge .veest tusschen Nieuw
poort en Ostende. Zeebrugge, veel mser
naar het Oosten gelegen, is in de laatste
weken niet doorschepen gebombardeerd
geworden. De kustbatterijen aldaar zijn
slechts in werking geweest tegen vlieg
tuigen. Deze vliegers moeten deel ge
nomen hebben aan den luchtaanslag,
waarvan de Fransche en Engelsche of-
ficieele berichten van 12 Februari spre
ken. De geruchten van de bezetting van
Oostende door de bondgenooten, ge
ruchten, die hier langen tijd geloopen
hebben, zijn beslist onjuist.
De toestand te Oostende is evenwel
gespannen, omdat men vreest dat de
stad ook betrokken zal worden in do
krijgsbedrijven.
De Londenschs correspondent van de
N. Crt. schrijft:
Met grooten spoed wordt te Boeka
rest in de arsenalen gnwerkt.
Welke richting Roemenië opgaat,
kan worden afgeleid uit het feit, dat
vele Oostenrijkers en Hongaren zich
gereedhouden het land te verlaten bij
het eerste gevaar dat dreigt.
toon varen, en den arm van den jongen
markies nemende om hem mede te voeren
naar de serre, die aan het groote salon
grensde, ging zij ernstig voort:
Ik weet niet, wat de toekomst voor
ons in haar schoot verbergt, maar ik gevoel,
dat de tegenwoordigheid dier vrouw ongeluk
over ons huis zal brengen.
Dwaasheid 1
Dwaasheid, 't zij zoo, maar men kan
zijn gevoelens niet bedwingen. Er is zoo
veel duisters en geheimzinnigs in het leven
mijner stiefmoeder voorgevallen
Geloof vrij, ik beproef niet dat geheim
zinnige op te helderen, maar 't boezemt
mij alleen vrees in!
Gij zijt bang!
Neen ik ben dapper, maar toch heb
ik angst.
Christiaan strekte zijn arm uit.
Steun daarop, zeide hij, en vree3 niet
meer.
Met een lichte beweging haalde zij de
schouders op en glimlachend zeide zij
Misschien hebt gij gelijk, maar gij
zijt zoo sterk; heb dus geduld. Ik ben
negentien jaar, en wij hebben nog tijd
genoeg om voorgoed aan elkander geketend
te worden, waarde neef!
Die woorden hielden bijna een belofte
in. Bleek van aandoening bracht de reus
de hand aan het hart, en zonder op de
naijverige blikken van sommige gasten te
letten, greep hij de teedere handen van
zijn nichtje in zijn stevige knuisten en be
dekte ze met vurige kussen.
Blozende rukte zij zich los.
Laat dat, zeide zij. Men zou u uit
lachen Bovendien, heb ik iets beloofd
Ik hoopte ik meende
Dat verbied ik u niet, maar later
wij zullen wel eens zien!
Wordt vervolgd)