Hel Land vu (ieusden en Alten®, de Langsiraai en de Buiumeierwaard. Leg BW tot in W WBit De viouw van den Banneling, Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. I¥o, 3440. Zaterdag 13 Haart EERSTE BLAD. FEUILLETON. Unb VOO It Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1913. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7Vi ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Leg uw hart in uw werk! Ja, dat spreekt vanzelf, hooren we onze lezers zeggen Zoodat het eigenlijk overbodig mag heeten nog een woord te verspillen om den wille van de waarheid dezer uitspraak. Maar de werkelijkheid leert ons toch heusch wel anders. Immers, indien ieder onzer zóó van de waarheid van dezen stelregel doordrongen was, dan zouden degenen, die werkelijk hun hart in hun werk leggen, toch zeker niet méér de aandacht trekken dan de overigen. Nietwaar, waar zouden dan de „dankbetuigingen en de erkennin gen van trouwe diensten, van zoo lang durige werkzaamheid, tot volle tevre denheid van de meesters en meeste ressen" voor noodig zijn? Sommigen schijnen nog te meenen dat dit schoone woord„leg uw hart in uw werk" alleen van toepassing zal moeten wezen op den verhev nsten arbeid van hoofd en hand. Nie'waar, een dichter, die zijn schoone gedichten schept, een beeldhouwer, die zijn kunstigste beelden uit een plomp stuk steen te voorschijn tooverr, een componist, die zijn innigste gevoelens weergeeft in schoone muziek, na tuurlijk, zij moeten aangegrepen zijn door het heilig vuur, dat uitstraalt van een warm hart. Maar ook de minste, de geringste arbeid eischt dat de ar beider schoon woord, al wordt het nog zoovaak misverstaan! aange grepen zij door dit heilig vuur. En is het een strénge eisch? 't Scaijnt zoo, waar we nog zoovaak om ons heen aantreffen: lauwheid, lakschheid, halfheid, onverschilligheid, onwil En toch, niets zoo eenvoudig als dit, zouden we haast zeggen, 't Zij ge aan het hoofd staat van een groot rijk, of schoenen poetst op den Pont-Neuf te Parijs, laat u bij uw arbeid leiden door dat nóódige, dat éérst-noodige Het lot, dat zoo wispelturig kan zijn en meestal ook is, heeft u tot taak aangewezen de vervulling van één der vele kleine en toch weer groote werkzaamheden in de menschen- wereld. Het dienstmeisje moet een bak met aardappelen schillen. Welnu, meisje, schil ze dan, en doe het goed! Want alzoo doende, werkt ge, als ge 't goed beschouwt, tot tevredenheid van u zelve, van uw mevrouw of juffrouw, van de huisgenooten, die de aardappelen zullen eten, en tot heii van de samenleving, die immers op goede en doelmatige voeding is aangewezen tot instandhou ding van het geslacht tot eeuw na eeuw. Gij, werkman, die trotsch kunt en móógt zijn op dien schoonen, heer lijken naam en belast zijt waarom toch belastmet het lappen van schoenen, doe het goed! En ook gij, die werkzaam zijt in fabriek of andere werkplaats, die glazen wascht, of stee- nen bakt, of onkruid wiedt, of zieken oppast, of de orde handhaaft, weest ook gij doordrongen van dat besef, dat dóórtrillen moet in al uwen arbeid. Wij hebben een werkvrouw gekend, die eiken Zaterdag de vloeren van eenige kantoren schrobde, jarenlang. En zij verstond die kunst tot in den hoogsten graad. Als zij geschrobt had, was de vloer blank. Maar zij werd oud. Zij werd non-actief. Met een onbezorgden ouden dag. En die haar opvolgde, was een jonge, frissche, blo zende maagd, vol levenslust en levens kracht. Zij schrobde ook. Doch weldra kreeg zij haar congé. En haar op volger eveneens. Want geen hunner schrobde als die eerste werkvrouw, om dat, als de vloer opgedroogd was, zich dan de strepen en vlekken vertoonden. En toch waren die menschen bereid willig in den arbeid Het goede goed doen, 't schijnt alleen door de zeldzame uitzonderingen te gebeuren. De geschiedenis vermeldt dat Na poleon Bonaparte op de militaire school te Briemie spoedig de aandacht trok. Bij 't beleg van Toulon spreidde hij veel krijgstalen ten ten toon. Hij kl m snel op en was weidia generaal, 't Genie had zich spoedig een weg ge baand. Zeker, maar ook de wil, de ijzeren wil om zijn werk inen moge daarover verschillend oordeelente doen met heel zijn hart. Hij leverde klassiek werk. Maar ook de stratenmaker, die den straatweg legde, dien ge zonder horten en stooten met uw fiets berydt, leverde 40) Beweer ik het tegendeel? zeide Mar- cella. Gij hebt nooit reden gehad u over haar te beklagen, antwoordde de baron. Dat stem ik toe. Het meisje had op een korten afgemeten toon gesproken, dien zij altijd aannam, als het gesprek op dit onderwerp kwam; zij gevoe.de een instinctmatigen afkeer van de barones, en 't stuitte haar tegen de borst haar als meesteres te zien optreden in de woning, waar zij haar de liefde haars vaders ontstolen had. Toch wist zij met aangeboren tact en wellevendheid dien afkeer in haar dagelij kschen omgang te verbergen. De paarden stapten nu naast elkander voort in de laan, die met een driedubbele rij van eeuwenoude beuken en olmen be plant was. Gij moet niet boos op mij zijn, her nam het jonge meisje met tranen in haar stem, maar ik ben jaloersch op allen die mij uw liefde kunnen ontrooven, en, va derlief, ik heb de uwe verloren op den dag, dat die vrouw ons huis is binnengetreden. Verbaasd over dien plotselingen uitval, wendde de baron het hoofd naar zijn doch- ter om, en deze ging voort: Ja, nu zijn wij alleen, en 't is beter dat ik u alles zeg, opdat gij mij niet van gebrek aan eerbied voor u zoudt kunnen beschuldigen. Ik heb al vroeg mijn uiueder gemist, maar misschien heb ik het leven beter begrepen, dan wanneer een moeder mijn gedachten geleid en mijn geest ont wikkeld had. Gij waart goed, en ik had u lief. O, ik heb u nog altijd lief I Toen ik klein was, waart gij veel met mij be zig Wat kwaamt gij dikwijls's avonds aan mijn ledikantje Toen ik grooter werd, naamt gij mij dikwijls mede naar 't Bois de Boulogne, en wat wa3 ik dan trotsch op u. Hoe gelukkig zouden we later worden, als ik een volwassen jong meisje geworden was en gij ook nog jong genoeg waart, om van onzen rijkdom en aanzien te genieten 1 Wij zouden elkander gesteund klassiek werk. Want dat werk had ook het hart van den man. Ituitenland. Volgens berichten aan de Berlijnsche bladen is de strijd op het oostelijk oorlogstooneel in een nieuw stadium gekomen. Over het geheele front is de groote veldslag aan den gaug. De Pi- lica en de Rida in Russisch Polen en de Dunajec in Midden Galicië vormen opnieuw het middelpunt van een groo- ten slag. In de Karpathen behouden de Russen nog steeds met geweldige inspanning den straatweg die van Uszok tot Lup- kow over den gebergtekam voert. Zeer heet is vooral de strijd om den weg die over Baligrod leidt. Het doel der Russen is in dit gebied de voor eenige dagen geleden verloren hoogte bij Cisua te heroveren. De Engelsche admiraliteit deelt mede, dat de Duitsche onderzeeër „U 12" in den grond is geboord door den tor pedojager „Ariel". De bemanning heeft zich overgegeven Van de equipage van 28 koppen werden er 10 gered." De Deensche regeering heeft den uitvoer van levende varkens verboden. Een verbod tot uitvoer v.m levende runderen wordt overwogen. De Duitsche keizer heeft aan alle zwaar gewonden, die over Frankrijk terug zijn gevoerd, het IJzeren Kruis 2Je klasse verleend. Uit Kopenhagen wordt gemeld, dat de totdusver openbaar gemaakte Prui sische verlieslijsten 1,002,212 namen bevatten. Er zijn alleen 5964 officieren gesneuveld, onder wie 19 generaals, 44 kolonels, 83 luitenant-kolonels, 261 majoors, 1210 kapiteins eu 4347 luite nants. Verder zijn 23,435 officieren ge wond en vermist. De Berl. Zaif. publieeert de naam lijst van de door de Duitsche marine vernietigde koopvaardijschepen be staande uit 111 stoomschepen, totaal tonnenmaat meer dan 400.000, 4 hulp kruisers van 32 500 tous, een zeilschip, een schoener, 8 mijnzoekers en eau troepen transportschip, te zamen met een tonneninhoud van 437879 tons. Hierin zijn niet begrepen de, in de Duitsche havens geinterneerde, han delsschepen. In Pruisen zijn de manschappen van den ongeoefenden landstorm tusschen 40 en 45 jaar opgeroepen. In het Noorden en Oosten der pro vineie Groningen werd sedert Zondag eiken dag kanongebulder gehoord. Men meende, dat uit de richting van de Noordzee geschoten werd, maar rei zigers uit Westfalen deelden mede, dat te Essen weer nieuw geschut inge schoten werd. De toestand wordt te Ostende voor de bevolking steeds pijnlijker, nu de vliegmachines der geallieerden de taak van de vloot schijnen te hebben over genomen en de stad met haar bommen bestoken. Tot nog toe had een en ander nog geen menschenlevens van burgers gekost, maar de vorige week Dinsdag is bet eerste slachtoffer gevallen, zoo meldt een oorlogscorrespondent van „De Tijd" van de Belgische grens eu verder o.a. Het station OstendeMaritime staat na drie aanvallen uit de luchtvloot nog steeds overeind en is slechts zóó wqinig beschadigd dat de waarde er van geens zins verminderd schijnt. De reden, waarom de Engelschen juist deze plaats zoeken te treffen, is gelegen in het feit, dat Ostende «venals Zeebrugge, een station van onderzeeërs heeft, terwijl de statie OstendeMaritieme gebruikt werd als kazerne voor de mariniers, die deze booten bemannen en bovendien als montage fabriek, waarin de onder deden, per treiu aangevoerd, iu elkaar worden gezet. De hooge officiereu, welke geregeld in Ostende vertoeven of van het front terugkeereu, logeerdeu gewoonlijk in het hotel La Oouroune. Dit hotel is thans echter gesloten of de officieren 1 vertoeven elders, sinds ia de onmid dellijke nabijheid bommen geworpen zijn, welke een deel van de brug ver nield hebben, kort bij genoemd hotel. Op den boulevard zijn verschillende villa's beschadigd, welke in de nabij heid van de batterijen stonden, waarop do Engelsche vliegers hun bommen wierpen. In Engeland is Dinsdag een tweede 1 Volgens berichten uit New-York in contingent Canadeesche troepen geland. Londensche scheepvaartkringen ont- vangen, zouden verschillende van de groote Duitsche stoomschepen, die sedert het begin van den oorlog in de haven van New-York liggen, van plan zijn een poging te doen om zich in vrijheid te stellen ondanks de strenge wacht die de Britsche kruisers op den Atlautischen Oceaan houden. Douane beambten zouden reeds de „Vaterland" van de HamburgAmerikalijn en Je „George Washington" van de Nordd. Lloyd hebben geinspecteerd en nog andere schepen zouden voor vertrek in gereedheid zijn gebracht. De „Vaterland" is onlangs in het droogdok nagezien en daarna gebunkerd. Dat moet, zoo zegt men te Londen, een bedoeling hebben, en Engelsche bladen merken op, dat het schip, dat een snelheid heeft van 24 kuoopen eu dat ook kanonnen voert, als het uit New-York ontsnapt, wel eens zeer gevaarlijk zou kunnen worden van den Engelschen handel. Uit Peking schrijft de Daily Tele-- graph-correspondent dat de diploma tieke onderhandelingen tusschen Japan en China nu zoo vergevorderd zijn dat men daarvan een duidelijk begrip krij gen kan. China is, in de eerste, plaats bereid wat Sjangtoeng betreft en daar alle markten open te stellen, den aan leg van spoorlijnon te bevorderen en aan Japan over te dragen de erfpacht van Koa-Tsjau. Tevens zal dan China het recht hebben om een specialen ver tegenwoordiger aan te stellen om hij de vredesToorwaarden de rechten van China te verdedigen. Wat Z*id Mandsjoerijo aangaat, zoo zou China bereid zijn het erfpachts- recht op Port-Arthur te verlengen voor Japan met 25 jaar en ook de pacht- rechten op den Antung Mukden spoor weg en de Zuid-Mandsjoerijsche lijn te verlengen. Verder wil China gemakkelijke over eenkomsten maken voor de mijnrechten in Hankow, maar gaat niet in op Ja pan's voorstellen inzake de metaalmij- uenontginniug in de Yantzevallei. Door een en ander zal Japan zeker bevredigd zijn, maar China, verklaart uitdrukkelijk dat alsdan ook een eind moet komen aan de politieke intriges o.a. wat betreft het politietoezicht op de Zuid-Chinalijiren door Japan, dat oogluikend wordt geduld. De correspondent van de Tel. te Rome meldt, dat de Italiaansche re- geeiing besloten zou zijn den 18en Maart a.s. alle beschikbar* officieren op te roepen, terwijl de algemeene mobi lisatie voor het einde der maand wordt tegemoet gezien. In Seine-et-Marne, zooals trouwens overal elders vormden de houthakkers, de kolen branders, de voerlieden en allen, die met dat bedrijf te maken hebben, al» 't ware een afzonderlijke kaste, die elkander houw en trouw gezworen heeft. Prosper en Ber nard Rigois waren broeders en uit het Noor den, wit de hosacheu. Nikaie ycv de Wutl van CWnecj da oudste, stiefmoeder, en dat ik het niet verdragen vermogen. Spoedig echter waren die onaan- kan dat zij meesteres in huis is, maar dan gename gedachten verjaagd door Heiena's hebt gij het misl Als gij tevreden warrt, liefelijk beeld, dat voor zijn oogen opree3, zou ook ik vroolijk zijn, want 't is vooral en hij noest zichzelf bekennen, dat hij om u, dat ik lijdl Ik heb best opgemerkt, feit'lijk de misdaad die hij gepleegd had, hoezeer gij sedert uw huwelijk veranderd om haar tot do zijne te kunnen maken, zijt en hoe vaak gij in somber gepeins ver- voortdurend boette, nu het hem niet ge diept, voor u heenstaartl Dat is immers lukken mocht, haat zoo vurig verlangde 't bewijs, dat gij niet gelukkig zijt.Boven- liefde te winnen. dien, ik heb allerlei geruchten en gefinis- Hij gaf zijn paard de sporen om zijnBernard, vervoerde hout; de jongste was terde woorden opgevangen, die mij op het dochter in te halen, die hem ver vooruit kolenbrander, beiden zagen er even woest denkbeeld gebracht hebben, dat er een was en niet meer dan een stip a tn't einde uit en waren volleerde stroopers en gauw geheim achter moet schuilen, en toen is eener lange laan leek, want met al de on-dieven; sleehts weinigen waaronder de en gij mij geleid hebben, terwijl ik mijn mijn verbeelding aan 't werk gegaan! God versaagdheid der jeugd was Marcella, een heeren Rivaille en Creveux waren in de best zou gedaan hebben om u eer aan te geve, dat ik mij vergis, maar vaak schijnt flinke rijdster, vooxuit gerend zonder aan buurt zoo berucht en gevreesd als zij. Simon doen en met de teederste zorgen en de het mij toe, alsof er een dreigende wolk gevaar te denken. Rivolard nam een voorname plaats in onder grootste liefde te omringen 1 Allerlei droo- boven ons huis zweeft, waaruit vroeg of Weldra bereikte zij de heide, waarop de de bezoekers van het „Konijnen reudez- men van een heerlijke toekomst tooverden laat een onweer zal losbarsten, dat ons allen ellendig hut, der Rivolards stond. Aan de vous", waar zij elkander iederen avond zich voor mijn geest! Plotseling is alles verpletteren zal De geschiedenis v^n ds deur was de oude vrouw, die meer op aantroffen. veranderd, na een reis naar Mayenne al den graaf De Marcilles js zoo somber een der schrikgodinnen, dan op een men- j Bernard Rigois, de voermanwa3 een heel lang, misschien acht of negen jaar ge-1 zij, die eens zijn vrouw was, glimlacht zoo schelijk wezen geleek, bezig een bundel soort van Hercules, bijna zes voet lang en leden 1 Gij, die anders zoo kalm en open- zelden I Zij leeft in haar herinneringen en rijshout te zamen te binden. Op het naderen sterk en beenig gebouwd; hij was ongeveer hartig waart, kwaamt somber en afgetrok- haar gelaat vervult mij met een ijskoude van het voortsnellend paard zag zij even op. dertig jaar oud en had bij een vechtpartij ken terug. Sedert hebt gij mij aandehulp riliingl Kijk! zeide zij, de freule van het kas- in de haven van Clamecy met andere dronk- van gouvernantes, miss Brampton en an- Hier hield Marcella even op, en vervolgde, teel! Ik wou, dat zij haar nek eens brak! aards van zijn soort een oog verloren, door deren overgelaten O, wat herinner ik na adem geschept te hebben: Marcella bleef even staan om op haar een slag met een flesch. mij dat alles nog goed! Ik zou nog kunnen Maar kom, vader, de hemel geve, dat vader te wachten, en samen hun weg te 't Was een afschuwelijk littceken ge vertellen, wat er van dag tot dag, sedert al die voorgevoelens slechts droombeelden vervolgen; een kilometer verder gingen zij bleven, maar gelukkig half bedekt door de uw reis naar Combiers tot uw huwelijk en gewrochten mijner verhitte verbeelding langs de hut, die op een door een rond- rosachtige wenkbrauwen en de haren die is voorgevallen Die vrouw heeft u ge- mogen zijn; al wat ik u wilde zeggen is, reizend kladschilder geteekend uithangbord het gelaat van den reus meer dan half be heel ingepakt 1 Ook nu nog beheerscht zij dat, wat er gebeuren moge, gij zeker van de woorden: dekten. Zijn nog overgebleven oog keek u en ziet gij slechts door haar oogen. Gij mijn liefde eu mijn tot wijding kunt zijn. „In het konijnen reridez-vous. Lafouille, woest in 't rond, bij had een sterk gt-bogen hebt mij om harentwil verwaarloosd Maar ik kan mijn angst niet verbannen, herbergier" droeg. neus, een laag achteruitwijkend voorhoofd, omdat waarschijnlijk een mannenhart te en toch geloof ik, dat ik moed heb 't Was een armzalige uit leem opgetrok- dat zijn geheele uiterlijk iets aapachtigs gaf, klein is om twee innige genegenheden te En nu ben ik klaar, en ik eindig met de ken woning die de etreek ontsierde. Aan een ruwe sterk door de zon gebruinde huid, bevatten woorden waarmede ik begon: Vergeef mij een wit geschilderd tafeltje in 't zonnetje een zwaren stap, en ruwe krachtige handen. Marcella! En nu in galop. voor de deur zat Simon Rivolard, hij sloeg Zij waren in vrij goeden doen, en bewoon- 01 ik bid u, laat mij uitspreken... Zij gaf haar merrie even een tikje met een voerman, wiens paard en wagen ston- den een eenzaam huisje aan een zijweg op dat zal mij verlichting geven, want ik heb de rijzweep, waarom het fraaie dier als den te wachten, vriendschappelijk op de een half uur afstands van de schaapshut. al te lang mijn gevoelens voor u verborgen een pijl uit den ooog voortsnelde. knie en wees op de rijke erfgename, met Met de heeren Revaille, Creveux en Ri gehouden. Zij alleen is de oorzaak van de De baron bleef even achter, verrukt over de woorden: voiard waren zij de trouwe bezoekers van verwijdering, die tusschen ons heerscht en de groote liefde, die zijn dochter hem toe- Zie eens, oude Rigois, dat is geen het „Konijnen rendez-vous", welks eigenaar die mij zoo smartelijk aandoet. Misschien droeg, maar tevens pijnlijk getroffen door spekje voor jou bekjel moeielijk een terugstootendei gezelschap denkt gij, dat ik jaloersch ben op mijn haar helder inzicht en scherp waarnemings- had kunnen bij elkander brengen; en de EB

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 1