en Allena, Schoonmaaktijd. üe vrouw van den Banneling, Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. IVo. 3455, Woensdag 14 April FEUILLETON. VOO R Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1915. Advertentiën van 16 regela 50 ct. Elke regel meer 7 7, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Met Paschen in het land ontwaakt alom een nieuw frisch leven de na tuur tooit zich met haar bruilofts kleed, 'het schoonste der gewaden, die zy in de steeds wisselende jaargetij den draagt. Alles spreekt van jonge kracut en jonge verlangens, vau nieu wen bloei en ontluiking om ons heen. Het is in deze weken, dat die won derbaarlijke verandering plaats grijpt van schynbaren dood tot schoone ont plooiing van levenskracht, die telken jare ons een vreugd der oogen is en een verheuging des harten. Waarlijk, deze tyd is by uitnemendheid de jaar kentering, de groote wisseling van kleurloosheid naar kleurenpracht, van doffe grauwheid naar vroolijke hel derheid en eindelooze schakeering van verven. De natuur stoort zich nu eenmaal niet aan de indeeling der menschen van Oud- en Nieuwjaar, waar deze voorsciirijven, dat December tot hei Oude, Januari tot het nieuwe jaar be hoort Is er feitelijk eeuigonderscheid, niet in naam, maar in wezen tusscheD deze beide maanden Zij beiden zijn echter even grauw, even somber, even guur en koud en kil. Doch hoe snel, hoe volkomen is de verandeling in dezen tijd van het jaar? Welk een gansch ander gamma zingt het orgei der natuur ons voor in dezen tijd vóór en in dien na Paschen. Het is ook in dezen tyd, dat in het gemoed onzer Hollandsche huismoe ders, die bekende zucht ontwaakt om ook het woonhuis van binnen te ver nieuwen, te verjongen. Dan wordt van zolder tot kelder aan een geduchte operatie van stoffer, boender, zeep en soda onderworpen, dan ligt minstens eenige weken lang alles overhoop en de gemoedelijke huisstemming dik wijls niet minder. Wij willen hier niet de onaangenaamheden beschrijven, tal loos en menigmaal niet zonder grond, waaronder het huiselijk leven dan ge bukt gaat. Een iegelijk kent ze by ervaring, en hoewei telken jare de zeifde klachten tegen wat wij den „schoonmaak"-woede van onze nijvere huismoeders noemen, gehoord worden, schynt het dat daar nu eenmaal geen acht op geslagen kan worden. 51) 't Was voor den reus een behoefte het zenuwachtige, tengere meisje te beschermen, dat hij niet wilde overlaten aan zoovele fortuinjagers, die slechts op baar bruidsschat aasden, terwijl hij terzelfder tijd de hoop bleef koesteren, haar eindelijk door geduld, liefde en wilskracnt de zijne te zullen noe men. Tusschen de Seine en Boissy ligt het jachtgebied van den markies de ,Parsay Vitray, en van La Varenne uit voert een rechte weg daarheen midden door het bosch langs de Schaapskooi en de herberg van Lafouillebehalve deze twee huizen is de weg geheel eenzaam, en er mogen in Mor- bihan ai kuststreken voorkomen, die woes ter aanzLn hebben, 't zou moeielijk zijn er een minder bevallig gebied aan te treffen, dan dit gedeelte van Seine-et-Marne. Die eenzaamheid maakt het dan ook bijzonder geschikt voor geheimzinnige avonturen, en verzekert aan Btroopers en roovers bijna volslagen veiligheid, terwijl de gendarmes zich bovendien maar zelden bemoeien met wat er in de huizen der leden van den voornamen adel omgaat, en de rechercheurs er alleen komen om een verversching te nemen of een fooi te verdienen. Daags na het onderzoek van Cabiral hadden de beide broeders metToussaint Vardon geraadpleegd, allen wilden nu zoo spoedig mogelijk han delend optreden en vooral Jan de Marcilles had daarvoor zijn goede redenen, want hij kon de gedachte niet langer verdragen, dat Jaar op jaar wordt ons gedurende geruimen tijd, het geriefelijk gebruik onzer gezellige huiskamer ontnomen, jaar op jaar stygen de klachten der huisgenooten op, en vinden geen enkel gehoor. Laat ons er rond voor uitkomen, terecht, want, nietwaar? als eenmaal die „nare schoonmaaktijd" achter den rug is, als we m kamers en gangen, de oude bestovenheid vinden plaats gemaakt voor frissche helderheid, als het gansche huis als het ware ver jongd en vervroolijkt daar voor ons staat en alle wintersche grauwheid en kachel-misère voorgoed zijn gebannen, dan is er geen mensch zoo nurksch van aard of hij moet wel het goede, ja het onontbeerlijke dezer verandering erkennen en waardeeren. Dan keert de oude gezelligheid, maar in nog prettiger omgeving terug en er rijst dankbaarheid in ons op, dat de Hol landsche huisvrouw waarop wij trotsch mogen zijn zich nu eens heelemaal niet gestoord heeft aan ons heimelijk of openlijk, maar in ieder geval zeer merkbaar verzet. Edoch, wat zelfs niet de liefderijk ste echtgenoot vermag, dreigt thans in vele gezinnen de drukkende tijds omstandigheid te vermogen de tijden zijn zoo abnormaal, de verdiensten van velen zijn zooveel schaarscher, en de zuiaigheid stelt, meer dan ooit, in tal rijke gezinnen haar onverbiddelijke eischen. Veel wat anders hersteld had kunnen worden, blijft thans in den ouden staat, veel wat anders opnieuw zou zijn aangeschaft blijft thans bij den winkelier, vele werkzaamheden van werkvrouw of stucadoor of tim merman, blijven thans achterwege En zulks bij velen om zeer begrypelyke redenen. Echter, ook hierbij heerscht wel eens overdrijving. Immers, al zou men niet al zijn wenschen kunnen be vredigd zien, dan toch, met een wei nig overleg, kan men met wat minder genoegen nemen. Men vergete toch niet, dat er in ons land thans een crisis heerscht in vele vakkendat zoo menig nyver werkman zonder arbeid isdat zoo menig patroon tot het uiterste te kam pen heeft met gebrek aan bestelling of werkzaamheid. Daarom willen wij aan de huismoeders en aan de huisvaders niet minder dezen wel- gemeenden raad geven overdrijft de zuinigheid niet en laat, zoo het om finantieele redenen voor U niet strikt noodig is, dit jaar niet minder aan de „schoonmaak" verdienen, als gij andere jaren deedt. Vernieuwt en her stelt, wat vernieuwing en herstelling noodig heeftlaat verver en behanger, laat timmerman en metselaar doen, wat gij hen anders zou opdragen te verrichten. Daarmede toch helpt gy aan de bevordering van den normalen gang van het economi-tche leven, wat weder niet anders dan van gunstigen invloed kan zijn op uw eigen finan- tien, op welke trede der maatschappe lijke ladder gij ook staat. Ons land, het is waar, heeft in ruime mate zijn deel aan de alge- meene depressie door den oorlog over de wereld uitgebrokenvan de beide groote nadeelige gevolgen, die een krijg medebrengtverlies aan burger kracht en verlies aan economische kracht, is nog alleen het laatste door ons ondervonden en bleven wij voor het eerste alsnog gespaard. Maar daar nevens zijn er nog talloos velen, die ook m finantieel opzicht weinig of geen nadeel leden, en die toch maar al te zeer geneigd zijn, aan een over dreven zvinigheid het oor te leenen, waarvoor voor hen geen bepaalde re den bestaat. Dezulken vooral mogen het zich voor gezegd houden, dat zij hun va derland geen dienst bewijzen. Het „leven en laten leven" zij, in dezen tijd van malaise in zoovele vakken, \ooral de leuze voor hen, wier finan tieele positie een bevoorrechte gebleven is. Laat voor hen de „schoonmaaktijd" een dubbele aauleiding zijn, om de minder bevoorrechten onder hunne medei urgers een eerlijk verdiend stuk brood te onthouden, en laten bovenai niet de huismoeders, wier beurs het toe laat, dit jaar hun zucht om te doen verven, witten en repareeren, om te plassen, te boenen en te schrobben naar hartelust voldoen, zij helpen er zich zeiven mede aan een verfrischte en vriendelyke woning en maken den dtuk dezer tijden voor tal van hunne medeburgers een weinig minder zwaar te dragen. gedeeld dat Lord Kitchener gevraagd heeft het tweede Canadeesche hulp korps spoedig te zenden. De datum van vertrek is nog niet bepaald. Canada heeft thans beschikking over 101.560 man. Indien de oorlog nog een jaar mocht duren, zouden er nog 150.000 bij komen. zijn dochtertje Gabrielle en Helena, zijn vredergevonden vrouw, zich nog altijd in de macht, van den nietswaardigen baron bevonden. Bovendien vreesde hij, dat de laatste, nadat de opwinding waarin hij verkeerd had, toen hij de bekentenis deed alleen om de liefde der barones te verwer ven, bekoeld was, berouw zou gevoelen over zijn ondoordacht gebabbel, en wie weet tot welke uiterste middelen hij dan niet zijn toevlucht zou nemen, om haar opnieuw aan zijn wil te onderwerpen. Nog een andere omstandigheid veront rustte beide broeders. Cabiral was na zijn onthull ngen niet meer verschenen. Waar was hij gebleven Zou hij misschien, na zijn medeplichtigen terwille van den graaf de Marcilles verraden te hebben, dezen laatste op zijn beurt weer verkocht hebben aan zjn oudste vrienden? Was baron Ray naud misschien niet van een en ander in gelicht? Zij hadden Sauvagnat, die zijn nieuwen meesters volkomen toegedaan was, en wiens karakter zij konden vertrouwen, op kondschap uitgezonden, maar nergens waren inlichtingen omtrent den Gasconjer te verkrijgen ook aan het agentschap Pidon wist men niet, waar hij gebleven kon zijn en had reeds een ander zijn plaatsingeno men. :t Was een raadselachtige, verontrus tende omstandigheid en daarom werd tot onmiddellijk vertrek naar Boissy besloten, daar kon men de ontknooping verhaasten. La Breche was in zij i elementdaar op het tooneel zijner vroegere heldendaden, kon hij naar zijn eigen inzicht handelen, en hij verheugde zich hartelijk over de verandering, die zijn vroegere metgezel in de eliende, had ondergaan nu hijdeztker- heid had eindelijk zijn wraak te kunnen koelen op de vijanden, die hem zulk een vreeselijk lot berokkend hadder. Graaf Jan had Toussaint zijn plannen medegedeeldals venijnige insecten zou Eeu particulier telegram uit Londen aan de N. R. Ct. zegt In militaire kringen acht men het waarschijnlijk, dat de krijgsverrichtin gen in de Karpathen hun einde nade ren. Op het oogenblik brengen Duit- schers en Oostenrijkers alle beschik bare troepen van Nida, Bzura, Weich- sel en Narew daarheen. Ook de Beie ren worden uit Zuid-Duitschiand en Tyrol, waar zij als wachters aan de Italiaansche grens waren gesteld, er heen gevoerd. Toch schijnen deze maat- regelen niet in staat om den opmarsch der Russen, die aan beide zijden van den spoorweg naar Homouna gestadig vorderingen maakt, te stuiten. Buitenland. De Canadeesche minister-president heeft Zaterdag in het Canadeesche La gerhuis onder luide toejuigingen mee- hij dien Fulgence Guill rd en dien Pidon vermorzelen 't middel daartoe bevond zich binnen zijn bereik. Maar door welke uit gezochte straf zou hij zich op baron Maxime Raynaud kunnen wreken? Hoe kon hij hem treffen, en welke pijniging uitdenken, hevig genoeg om die, welke hij uitgestaan had, te vergelden Toussaint hoorde met een medelijdend lachje die bedekte verklaring van onmacht aanhij was minder nauwgezet, en had een uitstekende pijniging bedacht, en toen graaf de Marcilles hem vroeg cm hem zijn geheim mede te deelen, schudde Toussaint het hoofd. Ge zoudt er niet van gediend zijn. Handel op uw eigen wijze. De uitvinding van den ouden strooper was inderdaad zoo wreed, dat hij er niet mede voor den dag durfde komen, uit vreis, dat hij den graaf een kreet van ver ontwaardiging zou ontlokken en deze hem de uitvoering van zijn plan zou bemoeie- lijken. In zijn oogen was er niets wreeds genoeg te bedenken, om de arme Louise te wreken, die van zijn steun beroofd en tot de uiterste armoede gebracht, in den maalstroom der Parijsche ongerechtigheden was te gronde gegaan. Nacht en dag ver volgde hem de herinnering aan hun laatste ontmoetingdan voelde hij weder haar armen om zijn hals in dien kouden win ternacht, den kus, dién zij op zijn lippen drukte, en de woorden, dm zij aan zijn oor fluisterde: Gij hebt mij nog altijd lief! Maar dan ook herinnerde hij zich Lts, hoe hij haar voor 't laatst aan zijn hart drukte, en zij zich losrukte om zich over de leuning van de brug in de rivier tewerpen, welker donkere golven zich boven haar graf sloten. Dat tooneel stond hem altijd nog voor den geest evenals die strijd in den afgrond, toen zij zich met de kracht der wanhoop verdedigde tegen den redder, die haar aan De Rockefeller-commissie zal trach ten aan de typlius-epideinie in Servie paal en perk te stellen, door het uit zenden van een groot aantal genees- heeren en verplegers. Generaal-majoor Gorgas heeft de leiding der missie op zich genomen. De ziekte grijpt ia Servie, vooral in de steden, die overvol vluchtelingen zijn, hoe langer hoe meer om zich heea en heeft een bij zonder kwaadaar dig karakter. De geneeskundige hulp is ten eenenmaie onvoldoende. Zoo zijn er in Monastir 3Ü,0U0 lijders en slechts 10 geneesheeren. Het leger heeft naar de Servische gezant te Atnene heeft medegedeeld tot dusverre weinig van de ziekte te lijden gehad. Dat schijnt te danken aan het verblijf in de open lucht. Van de 400.000 man zijn slechts 12.000 aangetast en de meesten daarvan her steld. Groote drukte heerschte er Donder dag te Antwerpen ondanks het ver bod der Duitschers wapperde van me nig huis de Belgische driekleur, vooral van onbewoonde huizen. Vele vitrines van winkels waren met Belgische vlag gen versierd. Verschillende personen droegen een rooden broek, een geel vest en een zwarte jas, terwijl ver reweg het grootste gedeelte van de Antwerpenaars de nationale cocarde droegen. Duitsche patrouilles doorkruisten in alle richtiugen de stad, deden hier een vlag inhalen, daar een vitrine sluiten. Zeer vele voorname Antwerpenaars hadden koeriers over de grenzen ge stuurd om in de Nederlandsche grens gemeenten telegrammen naar Koning Albert te zenden. Omtrent den uittocht van Duitschers uit Italiaansche steden, vinden wij een opmerkelijke mededeeling in de Cor- riere della Sera. De Napelsche corres pondent van het blad heeft er den Duitschen consul, dr. Weber, naar ge vraagd. Deze verklaarde, geen opdracht van zijn regeeriug te hebben ontvan gen om de Duitsche onderdanen tot vertrek aan te sporen, maar hijzelf, en naar hij veronderstelde ook andere consuls, had het noodig geacht aan zijn landgenooten de vraag te stellen of zij, indien er een oorlog tusschen Italië en Oostenrijk en als noodzake lijk gevolg daarvan ook tusschen Duitschland en Italië uitbrak, in Italië zouden willen blijven. Hun verblijf zou dan echter moeilijkheden kunnen opleveren en daarom had hij hun aan bevolen maar liever terstond te ver trekken, nu het nog mogelijk was immers, iudien de oorlog eenmaal was uitgebroken, zou het in de dagen der mobilisatie uiterst moeilijk zijn voor Duitschers om Italië te verlaten, voor al voor vrouwen en kinderen. Alleen Duitschers die tot de nieuwe lichtin gen behooren, hebben een bepaalde aanzegging gekregen om op te Komen; maar voor het overige wordt van iede- ren Duitscher verwacht dat hij op het appel zal zijn wanneer het vaderland hem noodig heeft. De consul wilde zijn raadgeving en die van zijn collega's als een eenvou dige voorzorgsmaatregel beschouwd zien. Hij voegde er nog aan toe dat hij zijn eigen gezin eveneens naar Duitschland zou hebben gezonden, indien het daar niet reeds vertoefde. Tal van Duitsche families uit Rome, Napels en andere plaatsen hebben de reis naar het vaderland aanvaard. -Daaronder zijn er die tientallen van jaren in Italië hebben gewoond en er groot aanzien hebben genoten. Bau- kiers, kooplieden, geleerden, alles keert terug. Ook het gezin van prof. Fried- lauder, den eigenaar van het observa torium op den Visuvius, is deze week vertrokken. De Corrieie meldt eveneens het ver trek van aanzienlijke Oostenrijkers. den dood wilde ontrukken, en later het doodsbleeke gelaat der drenkelinge, waarop hij geen afscheidskus durfde drukken, uit vrees van herkenning en uit angst, dat men hem, den banneling, opnieuw naar de „Proserpina" in gezelschap met schurken en boeven zou brengen. Als gij vergeven kondt, zeide hij tot zijn metgezel in 't ongeluk, zou ik kunnen vloeken 1 waarop Jan De Marcilles met een stevigen handdruk antwoordde Vrees niets, mijn vriend De bedienden van den graaf, waaronder de beide schoone mulatinnen, Assunto de stoutmoedige ruiter, de koks en koetsiers, vertrokken per trein naar Melun, het dichtst- bijgelegen station van Boissy, zooals Nan- gis het dichtstbijgelegen van La Varenne is, en namen hun intrek in den nieuwen aankoop van hun meester, die geheel ge meubileerd gekocht was, en waarin niets ontbrak. 't Was in het begin van Juni en ongeveer zes weken nadat de markies d'Anguilasen zijn broeder te Saint Nazaire voet aan wal hadden gezet, en 't zag er buiten prachtig uit. Van Melun tot Boissy strekt zich een verrukkelijk schoon landschap uit, en de buurt van de stad en is vrij dicht bevolkt, maar later meer en meer verlaten en dat zijn grootste bekoorlijkheid aan de nabijheid der groote bosschen dankt, die in hun fris- schen lentedos prijkten onder den gouden zonnelicht van een azuren hemel. Tegen vier uur des namiddags deden Cesar De Marcilles en zijn broeder hun intocht op het goed, dat met de piasters Van don José Cavero betaald was. Het kasteel dagteskent van het einde der regeering van Lodewijk XIV; 't is bij zonder gemakkelijk ingericht, en 'tnieuwe gebouw is opgetrokken op de fundamenten van een oud kasteel, waarvan ook de grachten nog best aar». Aan al die bijzonderheden wijdde graaf Jan nauwelijks zijn aandacht; hij ging direct naar de stallen, en reeds een uur na zijn aankomst, verliet hij te paard het park, in gezelschap van zijn broeder en van Assunto, die beide heeren op een afstand volgde; alle drie galoppeerden ongeveer twintig minuten lang in de richting van La Va renne. Zij doorrenden het bosch op de grens van Boissy, toen de ex-officier van den generalen staf met zijn rijzweep een groep opgaand geboomte aanwees, dat als een voorgebergte in de vallei vooruitstak, waarin een klaterende beek. met olmen en wilgen omzoomd, ruischte. Daar is het, zeide hij tot zijn broeder. Eenige schreden verder hield het gezel schap stil aan den voet van een vervallen gebouw, welks muren nog den stempel van den tijd der Renaissance droegen.'t Waren de ruïnes van de kerk van een oud klooster, waarvan niets anders is overgebleven. Hij wierp een onderzoekenden blik in 't rond, en na een oogenblik van doodsche stilte, om ook 't minste gerucht in den omtrek te kunnen opvangen, steeg Jan De Mar cilles af, en wierp Assunto de teugels toe, die als een steenen beeld op zijn rijdier bleef zitten. Hij trad binnen in een tamelijk groote ruimte, waarin twee rijen van half verbrokkelde zuilen nog de verdeeling, in zijschepen aanwezen. Platanen, wilgen, olmen en populieren hadden wortel ge schoten tusschen de gebroken steenen van het plaveisel, hier en daar was het dak naar beneden gestort en had onherkenbare over blijfselen op den vloer achtergelatenrechts van het verwoeste portaal, lag een brokstuk van een kapiteel met grijnzende figuren versierd op den grond. Hij lichtte het zonder moeite op, haalde een briefje te voorschijn en schoof het onder den steen. Bovenop het briefje legde hij een klein, lang voorwerp dat wei iets

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 1