BesoQen. Maandagmorgen had een cavalerist 't ongeluk van zijn paard te vallen en zijn aria te breken. Ilerpt j Het in de Herv. kerk alhier in gebruik zijnde harmonium is omgebouwd in «en driespels, waardoor het in klankrijk heid veel gewonnen heeft. Ook is voor in de kerk een soort bordes gebouwd, waarop het harmonium is geplaatst, hetwelk door een sierlijk front is gemaskeerd. Een en ander is een verbetering, die het kerkgezang ten goede zal komen. Raauisdonk Op de bij P. Broere gehouden vergadering, werd de heer C. de Bont gekozen totSecretaris-Penuingmeester van het waterschap „De Oostpolder." Sprang. Zekere W. v. L. alhier, had het ongeluk van zijn fiets te vallen, waarbij hij op zijn hand terecht kwam, welke hierdoor zoodanig'ontwrichtte dat hij de hulp van een geneesheer moest inroepen. De 4-jarige P. de J. viel bij het spelen op zijn arm, waardoor deze op twee plaatsen brak. Door dr. R. werd de arm gespalkt. Waalwijk De werkman A. T. werd op de stoomleerlooierij van Van Ier- sel Witlox en Co. door een haarmachine gegrepen, met 't ongelukkig gevolg, dat hem een deel van zijn rechterhand werd afge sneden. Maandagmorgen werd T. K. door zijn neus geschoten; vanwaar bet schot kwam, is tot nog toe niet bekend. Het personeel van de nieuwe dagnormaal school bestaat uit Vaste leerkrachten J. Spijkerman te Waalwijk, directeuren onderwijzer voor rekenen, wiskunde en physiec. G. van Oudenhoven te Vucht, voor de taalvakken, lezen en schrijven. J. H. Pik, thans in betrekking te Hooge- zand, voor aardrijkskunde, geschiedenis, enz. A. C. Ficq, onderwijzer te Tilburg, voor paedagogie en de voorbereidende klassen. tVan dezen zijn drie gehuwd.) Losse onderwijzers: Th. van Delft, te Waalwijk, voor teeke nen. A. Kooijman te 's Bosch voor gymnastiek. Mej. G. Portheine voor vrouwelijke hand werken, terwijl nog benoemd worden een onderwijzer voor natuurlijke historie, één voor zang en één voor gezondheidsleer. B. Bijl is Dinsdagmorgen in de spoor- sloot verdronken. W Uk Alhier is mond- en klauwzeer geconstateerd onder het vee van den veehan delaar A. A. de Waal alhier. Het afmakingssijsteem werd toegepast, zoodat 11 volwassen runderen 2 kalveren en drie varkens zijn afgemaakt. Een kring is aangewezen waaruit geen ver- in- en uit voer van he. kauwende dieren mag plaats hebben. Wouclrichem. Tot Gemeente-Ont vanger alhier ie in de plaats van wijlen den heer J. Struick, Vrijdag door den Gemeen teraad gekozen de heer S. Bax Jz. Op Zaterdag den 10 April j.l., des voor middags om 10 uur, hield de Raad van Capelle een openbare vergadering. AfwezigS. Oerlemans en A. r. d. Hoeven. Voorzitter: Wethouder Rijken. Na opening der vergadering worden de notulen der vorige gelezen en onveranderd vastgesteld. Aan de orde 1. Ingekomen stukken. a. Kon. besluit dd. 26 Maart, waarbij aan G. Vermeulen eervol ontslag wordt verleend, met ingang van 1 April 1915, als burge meester dezer gemeente, met dankbetuiging voor de langdurige diensten door hem in die betrekking bewezen. b. Woord van afscheid van den heer G. Vermeulen, bij het neerleggen zijner be trekking van burgemeester dezer gemeente. De Voorzitter leest het afscheid voor, hetwelk luidt als volgt: Aan den Raad der gemeente Capelle. Mijne Heeren, Bracht ik in de vorige raadsvergadering ter uwer kennis, dat het mijn voornemen was mijn ambt van burgemeester neder te leggen, thans heb ik de eer u mede te deelen, dat mij op mijn verzoek bij koninklijk besluit van den 26 Maart j.l. eervol ontslag is verleend als burgemeester dezer gemeente, met ingang van 1 April I9l5. Zoo gaarne had ik in uwe vergadering van allen mondeling afscheid genomen, doch nu mij dit wegens ongesteldheid niet is vergund, voel ik mij gedrongen dit schrif telijk te doen. Ik zal er thans niet op wijzen wat er onder mijn bestuur met 's Raads medewer king zoo al is tot stand gekomen; vijfjaar geleden ter gelegenheid van mijn 25 jarig ambtsjubilé heb ik een en ander in her innering mogen brengen. Zie ik op mijn burgemeestersloopbaan terug, dan heb ik alleszins reden om te vreden en dankbaar te zijn. Valt het een burgemeester vaak moeilijk de vergadering onpartijdig te presideeren, u, mijne heeren leden van den Raad, hebt mij dit gemak kelijk gemaakt. Uwe beraadslagingen bleven in den regel zakelijk zonder persoonlijk te worden, ook bij verschil van gevoelen. Voor uw zeer gewaardeerden steun zeg ik u allen hartelijk dank en waar onze aangename verhouding mij steeds in herinnering zal blijven, houd ook ik mij gaarne in uwe welwillende vriendschap aanbevolen. In uw verder leven moge 't u allen steeds welgaan. Nog een afzonderlijk woord tot u heeren Wethouders, die met mij het dagelijksch bestuur heot uitgemaakt. Door onze wekelijksche vergaderingen kwamen we met elkander telkens in aan raking. Gedurende den tijd dien we hebben samengewerkt, hebt gij u doen kennen, als mannen aan wie de belangen der gemeente zijn toevertrouwd. Op uwe hulp, waar het gold de bevordering van den bloei der gemeente, heb ik steeds kunnen rekenen. Voor uwe sijmpathieke samenwerking breng ik u hierbij hulde en dank en zijt ervan verzekerd, dat ik de talrijke uren in uw midden doorgebracht, nimmer zal v rgeten. Wat U betreft hooggeachte Secretaris met wien ik ongeveer 27 jaar bijna dagelijks omging onder de allerbeste verstandhou ding en die mij in alle opzichten zijn hulp, goeden raad en bijstand verleende en mij als het ware de werkzaamheden uit de handen nam en er steeds naar streefde om het mij zoo gemakkelijk: en aangenaam mogelijk te maken en die steeds zijn werk op tijd en op de meest nette en accurate wijze bewerkstelligde, ook wat het Ont vangerschap en verdere betrekkingen betrof, ontvang voor dit alles mijn allerbesten dank. Het scheiden met U valt mij dan ook zwaar, ik had nog zoo gaarne eenige jaren met U gewerkt, doch de Voorzienigheid heeft het anders gewild. Leef dan nog lang gelukkig en 't worde U gegeven nog vele jaren in goede gezondheid met dezelfde opgewektheid en lust uwe betrekkingen te blijven vervullen en beveel mij dan ook bij voortduring in uwe verdere vriendschap aan. Ook aan het overige seeretarie-personeel, waarover ik tevreden kon zijn, breng ik mijn afscheidsgroet, evenals gemeente-veld wachter en verder personeel in dienst der gemeente Capelle. 't Ga ieder in hunne betrekking en hun persoon steeds naar wensch. Het tegenwoordig onderwijzend personeel en de oud-onderwijzers zullen er wel van overtuigd zijn, dat ik het onderwijs een goed hart heb toegedragen en nog toedraag, dat ik het heb bevorderd zooveel in mijn vermogen was. De verhouding tusschen onderwijzend personeel en mij bleef over't geheel correct. Bij het neerleggen van mijn ambt mijn besten dank ook aan hen voor wat zij presteerden, terwijl ik allen een hartelijk vaarwel toeroep. Ten slotte nog een woord tot de inge zetenen mijner gemeente. Dertig jaren mocht ik Burgemeester over U zijn. Door U werd gedurende dien tijd menig verzoek tot mij gericht en menige klacht had ik van u vaak te hooren. Al uw wenschen heb ik niet kunnen bevredigen en niet altijd konden de gronden, waar op uwe klachten steunden, worden weggenomen, 't Is dan ook niet te verwachten, dat ik iedereen zou hebben kunnen tevreden stellen. Een zekere Stanislaus Weyreuther, die zich voor tooneelspeler uitgeeft, heeft het weinig benijdenswaardige re cord op zijn naam gevestigd, van door verschillende rechtbanken in Duitsch- land tot 123 jaar, 7 maanden en 2 d^gen tuchthuis en gevangenis te zijn veroordeeld. Weyreuther werd uit het tuchthnis te Lüueburg naar het kantongerecht overgebracht, om daar voor de zoo veelste maal terecht te staan wegens diefstal in verzwarende recidive ge pleegd. De bij die gelegenheid getrof fen voorzorgsmaatregelen wezen er op, dat men hier met een gevaarlijk uit breker te doen had. Weyreuther was zwaar geboeid, en zijn gevangenisbuis vertoonden den breeden, rooden dwars- streep, teeken voor cipiers en begelei ders, dat zij over een zeer brutalen knaap te waken hadden. De 30-jarige beklaagde heeft reeds een zeer bewogen verleden achter zich. Hij is van goede famillie, heeft een hooger burgerschool bezocht en zou koopman worden. Als volontair bij een handelsfirma geplaatst, ging hij er met de porto-kas vandoor. Hij werd ge straft, en daarop door zijn ouders bij een meester schoenmaker in de leer ge daan. Ook hier haalde hij alle moge lijke streken uit, die hem met de straf wet in conflikt brachten. Ten slotte werd hij, naar hij zegt, acteur, ofschoon hij minder tusschen de coulissen dan tusschen celwanden vertoefde. Weyreuther pleegde in den loop der laatste jaren verscheidene strafbare handelingen, werd gepakt, veroordeeld en opgesloten, maar slaagde er herhaal de malen in, uit de gevangenis té ont snappen. Hij werd door rechtbanken in een groot aantal plaatsen van Duitschland veroordeeld, tot het totaal der tegen hem geëischte straffen het hierboven genoemde aantal jaren be reikte. Deze straffen zijn natuurlijk reeds lang tot het wettelijk maximum van 15 jaar tuchthuis teruggebracht, zoodat de beklaagde, als het hem ge lukt, opnieuw uit te breken en weder om een misdrijf te plegen, deswege slechts „op papier" kan worden ge straft. Daar Weyreuther dit heel goed weet, geeft hij zichzelf aan bij de ver schillende rechtbanken, waarop dev.e zelfbeschuldigingen natuurlijk onder zocht worden. Aldus brengt de onver beterlijke misdadiger eenige afwisseling in het vervelend tuchthuisleven, daar hij dan vervoerd moet worden. Hij zelf verklaart, dat hij tot meer dan 200 jaar zitten zou zijn veroordeeld, als hij eens gevonnisd was wegens al de mis drijven, die hij gepleegd heeft. De correspondent te Havre van de „Tijd" meldt van daarDe nieuwe B Igische recruten, die in zoo over- grooten getale den laatsten tijd binnen kwamen, zijn allen van den heiligsten ijver bezield, zij leeren rap in hun in structie-kampen. Werd vroeger veel over voeding enz. in deze kampen ge klaagd, thans is alles beter geregeld en het volmaakte genaderd. De jongens zijn dan ook uiterst tevreden. Ze be hoeven ook niet meer zoo lang op hun kleeding te wachten. De recruten ont vangen deze reeds in Engeland, en als ze dan in d'r nieuwe pakje door de straten trekken, is het Engelsche pu bliek enthousiast. De recruten, die de laatste weken aankomen, worden naar het instructiekamp te Carteret gezon den, een allerliefst badplaatsje, nabij Cherbourg, vol schoone natuur. Er wordt ook gezegd, dat het Bel op een mes in een seheede geleek. Toen de steen weer op zijn plaats was gelegd, op zijn bed van gras en struiken, waar hij misschien reeds sedert een eeuw rustte, was het voor een oningewijde onmogelijk om de bergplaats te ontdekken. Graaf Jan verliet den bouwval, steeg weder te paard en vervolgde in gezeldschap van zijn broe der en Assunto den weg naar La Varrenne. 't Was ongeveer vLr uur namiddags, er woei een verfrisschend koeltje en wel riekende geuren stegen uit het bosch op, dat overal door rechte lanen doorsneden werd, op wier lichte pa ien de schaduw van olmen en beuken een fanta-tisch spel speel den. Toen de ruiters langs een pad op den weg naar Montereau uitkwamen, kregen zij de elendige Schaapskooi op de heide in 't oogmoeder Bastien zat op den drempel haar afgedragen kleederen te herstellen. Als ik zoo rijk was als baron Ray naud, zeide burggraaf Cesar, zou ik dien rommel opruimen, die een schandvlek voor dit schoone landschap is. Maar dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan, want menigmaal stoot men het hoofd tegen on overkomelijke hinderpalen bij het opruimen van oude huizen, en in dit geval had zelfs een aanbieding van geld niet geholpen. Tevergeefs had de baron dezen stormram beproefd, maar de schaapskooi was met haar bewoners, de famillie Rivolard, zege vierend uit den strijd te voorschijn gekomen. Een kwartiertje verder trok de kroeg van Lafouille hnn aandacht, wier bouwvallig heid slechts ternauwernood door een langs de muren geleiden weelderigen wingerd bedekt werd. Een der broeders Rigois, de kolenbrander, Lafouille de herbergier, en nog een paar andere kerels met een woest, terugstootend uiterlijk, zaten aan den weg. Uw broeder schijnt niet te komen Noiraud, zeide een der landloopers tot den kolenbrander. gische leger in de toekomst geen ge brek aan kader zal hebben, en daarom worden uit de jonge recruten de beste elementen, als studenten, gekozen om hen, als zij roeping gevoelen voor de militaire loopbaan, als officier op te leiden. Ze blijven dan twee maanden in de instructiekampen, volgen éon maand den strijd aan het front, en worden daarna, na gebleken geschikt heid, naar de officiersschool gezonden, die in Fraukrijk voor het Belgische leger gesticht is. De door de Engelsche regeering be volen maatregelen tegen de bij trouwe plichtsbetrachting in haar macht ge raakte bemanning van onderzeebooten, waaraan zij een eervolle krijgsgevangen schap onthoudt en ze in een marine arrest-lokaal laat opsluiten, hebben de Duitsche regeering geleid tot tegen maatregelen. Voor eiken gevangene, behoord hebbende tot de bemanning van duikbooten, die in strijd met het volkenrecht hard wordt behandeld, zal een in Duitsche krijgsgevangenschap verkeerend Engelsch officier zonder aan zien des persoons op gelijke wijze wor den behandeld. Mitsdien zijn uit de gevangenkampen 39 Engelsche officieren naar militaire arrestlokalen overge bracht. Te Lugano, op Zwitsers grondge bied, hebben, volgens een bericht aan de Morning Post, een aantal uit Italië uitgeweken Duitsche families hun in trek genomen in hotels en particuliere woningen. Het blad verwacht dat voor het eind van deze maand alle Duit- schers en Oostenrijkers Italië hebben verlaten. Uit Berlijn wordt d.d. 10 dezer aan aan de N. RCt. geseind: De Italiaan- sche publicist Cabasino Renda die ii 't hoofdkwartier van Van Hinden burg vertoeft, maakt een gesprek met den veldmaarschalk openbaar, waarvan uit Rome een en ander aan het Ber liner Tageblatt wordt geseind. Na eenige lofwoorden aan 't adres van het Duitsche leger, waarvan hij vooral de vliegers prees, verklaarde Hindenburg niet in ernst aan het millioen van Kitchener te gelooven. In geen geval kunnen het goede soldaten zijn, maar willekeurig bijeengebrachte menschen, die men in uniform heeft gestoken. Hij roemde het schieten van de Rus sische artillerie; ze verspilt echter enorme massa's munitie. De Russische infaterie is flink, maar de cavalerie is slecht. De Russen vechten goed, maar hun tucht berust niet, zooals bij de Duitschers, op verstand en geest, doch op blinde gehoorzaamheid. De Russen zijn zeer ervaren in den loopgraven oorlog. Voor hun overmacht in getal behoeft men niet bang te zijn. Het getal beslist niet over de overwinning. Er zijn trouwens tal van onfeilbare teekenen dat de Russen reeds aan 't eind van hun kracht zijn en dat zij gebrek beginnen te krijgen aan oorlogs tuig, waarmee zij zoo verkwistend heb ben omgegaan. Uit de manier waarop de Russen thans vechten kan men af leiden dat het niet lang meer kan duren. Hindenburg acht een Duitsche neder laag ondenkbaar. I*laat§eli)k Nieuws. Voor Dames- en Kinderkleeding is de Firma Taverne De Meere, Hinthamer straat 69, 's-Hertogenbosch, het beste adres voor deze omstreken. Hij zal wel spoedig arriveeren. Waar is hij Naar Melun met een lading hout. Hij heeft een zwaar ambacht. Ja, 't is om er armen en beenen bij te breken; 't eer e jaar in, 't andere uit 1 Maar men moet toch leven. 't zou beter zijn de inkomsten van den baron te hebben 1 waagde Lafouille met een valsch lachje op te merken. Wat is hij slecht voor de armen I Zijn vader deugde ook niet, dat zit in 't bloed. Op dit oogenblik keken de schurken al len tegelijk op, een zwart paard kwam in galop den weg langs, sprong over een grep pel en verdween in een laan van de bos- schen van Boissy. De freule, zeide Rigois. Als die niet vandaag of morgen een arm of een been breekt, is 't wel een wonder, 't Was in derdaad Marcella Raynaudeen paar mi nuten later volgden een paar bedienden langs den zelfden weg bij de herberg hiel den zij hun paarden in en vroegen Hebt gij niet iemand gezien Uw jonge meesteres? zeideLafouillie. Ja! Als zij nog altijd draaft, kan zij ver weg zijn. Langs welken kant?, Recht uit. 't Is niet mogelijk haar te volgen, hernam Lafouille met zijn slepende stem. Want de kleine draaft snellerzij zal haar nek nog eens breken. Dat zou jammer zijn van al haar geld De chirurgijns moeten ook leven, merkte een der landloopers met galgenhu mor op. Aan die arme drommels van hout hakkers is ook niets te verdienen, terwijl uw freule heel wat waard is, hé? Wilt ge niet een borrel? Dank u1 Deze zaak is ook des Zondags van 10 tot 1 uur geopend. Heusilen, 14 April. Waren voorheen, vóór de verlegging van den Maasmond, de maanden Maart en April aangewezen voor het vangen van elft, eerst versch geleverd en daarna gerookt aange boden thans komt elft nog sporadisch op de Bergsche Maas, en de weinigen (4 of 6 stuks in een week) worden direct naar Rot terdam verzonden, om aldaar tegen fabel achtige hooge prijzen te worden verkocht. Weldra zal elft, evenals zalm, behooren tot de gerechten voor de lekkerbekken, die geen prijs behoeven te ontzien. Naar wij vernemen heeft H. M. de Koningin een Commissie samengesteld uit mevr. BiemaHij mans lid der sub com missie voor kleeding en dekking van bet Kon. Nat. Steuncomité, als Presidente, Mevrouw Vening Meineszden Tex, Pre sidente van het hoofdbestuur, der Algem. Ned. Vrouwenvereeniging „Arbeid Adelt", Mej. Reijers, Presidente van het hoofdbe stuur der Algem. Ned. Vrouwenvereeniging „Tesselschade" en Mej. van Rijn van Al kemade, lectrice van H. M, de Koningin, Secretares, met het doel, sokken voor het Leger te laten breien, waarvoor de wol gratis verstrekt wordt. Aangezien het de bedoeling is van H. M. de Koningin, dat alle vrouwen in den lande die werk zoe ken, in de gelegenheid zullen worden ge steld hieraan deel te 'nemen, is ook hier een sub-commissie samengesteld, bestaande uit Mevr. HoncoopVerstegen, Mevr. Stal Stal, Mevr. van GendtMuijderman. Mevr. OerlemansVan de Water en Mej. Honcoop, correspondente van Tesselschade. Dit naar aanleiding van de in dit num mer voorkomende advertentie. Ail «lel- Gedurende de maand Maart werden alhier 238 telegrammen behandeld en werden 212 gesprekken gevoerd. lleneden Langfltraat Dehan del in vette kalveren is zeer lusteloos, ma >r naar vette varkens is veel vraag, terwiji er weinig voorraad bestaat. Nuchtere kalveren gaan matig; biggen worden bij flinken aanvoer hooger ve kocht. Lammeren wor den aanvankelijk goed betaald. Men besteedt voor vette kalveren 60 a 65 ct. per k.g., vette varkens 45 a 46 ct. per halve k.g., nuchtere kalveren f 14 a f iO per stuk biggen f 10 a f 14 en jonge lammeren f 9 a f 11. Ilaardwfjk Er heeft hier Donderdag een ongeluk plaats gehad, waaromtrent zeer vele geruchten geloopen hebben men sprak eerst algemeen van moord of van mishan deling met doodelijk gevolg. Uit het dooi justitie en politie ingestelde onderzoek is echter van geen moord gebleken en zou de dood zijn toe te schrijven aan een ongeluk. Het gebeurde komt dan hierop neer: ^Donderdagmiddag jl. keerde delandbou wer A. v. I. met v. E. uit Elshout van de groote markt te Waalwijk huiswaarts. Om streeks twee uur was hij op de brug over het kanaal in den Baardwijkscben Overlaat, toen hem de beide kramers B. en C. Boe lens uit 's Bosch met hunne karretjes voorbij reden. Van I. die vermoedelijk een beetje markt gehouden had, drong er op aan om mede te rijden en greep naar de wagens. Door de flinke vaart, die deze hadden, kon hij ze niet houden, verloor het evenwicht en sloeg achterover met den hals op de leuning der brug, waardoor hij bewusteloos bleef liggen. Dr. v. Seters uit Drunen, die terstond ter hulp was ingeroepen, consta teerde dat het nekbeen gebroken en v. I aan de gevolven hiervan was overleden. De Eerw. heer kapelaan was spoedig ter plaatse, maar de man was reeds overleden. De kramers Boelens, die te 's Bosch waren ge arresteerd op vermoeden van mishandeling, werden naar Baardwijk overgebracht en door de justitie, die ter plaatse verschenen was, aan een streng verhoor onderworpen, waaruit bleek, dat vermoedens van mis handeling onjuist waren. De genoemde kra mers zijn op last van de justitie op vrije voeten gesteld. f |Het lijk is Vrijdagmiddag naar Elsho; t overgebracht om daar ter aarde te worden besteld. Dat is voor hen hier niet goed genoeg, op het kasteel hebben zij het beter. De twee bedienden begaven zich weer op weg, maar Lafouille riep hen na Is het waar dat Boissy verkocht is Men zegt het. Een prachtig landgoed 1 Wie heeft het? Vreemdelingen? Dat schijnt well Van waar Van Peru of Brazilië of ergens in die buurt; kijk, ik geloof, dat ze daar aan komen, nu kunt ge hen er zelf naar vragen 1 De twee groepen ruiters passeerden elkan der, en de bedienden van La VareDne namen den graaf, zijn broeder en den Zuid- Amerikaan op, 'met het laatdunkende oog van lakeien van voornamen huize, wien alles geoorloofd is. Assunto beantwoordde hen met een ver- ontwaardigenden blik, die volkomen uit drukte, hoe gaarne hij hen met een kogel uit zijn nimmer falend geweer zou neer schieten de brave Argentiniër verveelde zich in Frankrijk, hij verlangde naar zijn pampas, zijn kudden en zijn jacht met den lasso terug. Wanneer zouden ze toch dat verwenschte oude Europa verlaten, waar de huizen op elkander gebouwd, de wei landen zoo groot als een zakdoek en de bosschen als tuinen zij n Nu naderden de broeders De Marcilles op hun beurt de bezoekers van de herberg hun voornaam uiterlijk boezemde eerbied in en zelfs Rigois, de onbeschaafdste der bende, bracht de hand aan zijn muts. Drie glazen bierbeval de graaf, en Lafouille haastte zich het verlangde te halen. De bedienden van Lavarenne haal den hun neus voor zijn ververschingen op, die trouwens alle even slecht waren, maar graaf Jan dronk zonder zijn gezicht te ver trekken zijn glas in één teug leeg. en zyn metgezellen volgden zyn voorbeeld. Op uw gezondheid, zeide hij en daar op zich tot den waard wendende Waar ligt het kasteel van La Varenne? Vlak voor u I Hoe ver Twee mijlen ongeveer. Dank uwaren het bedienden van baron Raynaud, die daar even voorbij reden Ja mijnheer, zij begeleiden de dames van La Varrenne. De graaf onderdrukte met moeite zijn aandoening. Wat zegt gij zeide hij. De dames van het kasteel, de barones en haar stiefdochter, de freule is over den greppel gesprongen en dien kant uitgegaan. Jan de Marcilles haalde onverschillig de schouders op. Dank u, hernam hij, wij kennen het land hier niet, en zien het voor de eerste maal. Zij gij misschien de nieuwe eigenaar van Boissy? Dat is een mooi goed, met prachtig hout De graaf haalde twee goudstukken uit zijn zak en wi9rp ze op tafel met de woor den Dat is voor het bier, en om op onze gezondheid te drinkentot ziens, heeren I Hij gaf een teeken aan zijn metgezellen om in plaats van verder te gaan den teu gel te wenden en op den afgelegden weg terug te keeren, in de stille hoop, dan de beide dames te zullen ontmoeten, een hoop, die ook niet teleurgesteld werd. Op 't zelfde oogenblik, dat de graaf zijn geld op de tafel wierp, hield een schuimend ros voor den bouwval der kapel st;leen dame, die den teugel stevig vasthield, stak haar fyn geschoeid handje onder den steen, waar de graaf het briefje en het geheim zinnige voorwerp kort geleden had neder- gelegd. Zonder zich uit vrees voor verrassing den tijd te "gunnen het papier open te maken, borg zij het tusschen de plooien van haar corsage, met het foudraal dat waarschijnlijk een kleinen doek moest bevatten, steeg weder op en hervatte haar tocht, 't Was hoog tijd, want drie minuten later hadden de bedienden haar ingehaald en merkte men in de verte een stip op, waarin al nader komende, Marcella Raynaud te her kennen was. Maar zij was niet langer al leen, een ruiter hield haar gezelschap, en die ruiter was niemand anders dan Christi- aan de Parsay. Toen zij de barones, die hen afwachtte, bereikt hadden, zeide het jonge meisje: Nu ziet gij, mevrouw, waarom ik u onderweg verlaten heb, ik breng heden een gast mede, en met een spottend lachje voegde zij er bij Hij is nooit ver te zoeken. De markies glimlachte op zijn beurt; dat door fortuin en liefde bedorven kind mocht alles zeggen. Ik hoop, zeide hij, dat gij in een matigen draf zult blijven. Ik geloof best, dat onder een gewicht als het uwe, zelfs een olifant zou bezwij ken, als men hem in galop wilde brengen. Komaan, nu op weg, en met een behaag ziek lachje voegde zij er fluisterend bij Dat zal u pleizier doen, nu zijn wij wat langer onderwegeven later vroeg zij Hebt gij al kennis met uw nieuwe buren gemaakt, Christiaan? Welke buren? Houdt u maar zoo dom nietGij weet, dat ik de bewoners van Boissy be doel. J a. (Wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 2