BesoQen. Maandagmorgen had een
cavalerist 't ongeluk van zijn paard te
vallen en zijn aria te breken.
Ilerpt j Het in de Herv. kerk alhier
in gebruik zijnde harmonium is omgebouwd
in «en driespels, waardoor het in klankrijk
heid veel gewonnen heeft. Ook is voor in
de kerk een soort bordes gebouwd, waarop
het harmonium is geplaatst, hetwelk door
een sierlijk front is gemaskeerd. Een en
ander is een verbetering, die het kerkgezang
ten goede zal komen.
Raauisdonk Op de bij P. Broere
gehouden vergadering, werd de heer C. de
Bont gekozen totSecretaris-Penuingmeester
van het waterschap „De Oostpolder."
Sprang. Zekere W. v. L. alhier,
had het ongeluk van zijn fiets te vallen,
waarbij hij op zijn hand terecht kwam,
welke hierdoor zoodanig'ontwrichtte dat hij
de hulp van een geneesheer moest inroepen.
De 4-jarige P. de J. viel bij het spelen
op zijn arm, waardoor deze op twee plaatsen
brak. Door dr. R. werd de arm gespalkt.
Waalwijk De werkman A. T.
werd op de stoomleerlooierij van Van Ier-
sel Witlox en Co. door een haarmachine
gegrepen, met 't ongelukkig gevolg, dat hem
een deel van zijn rechterhand werd afge
sneden.
Maandagmorgen werd T. K. door
zijn neus geschoten; vanwaar bet schot
kwam, is tot nog toe niet bekend.
Het personeel van de nieuwe dagnormaal
school bestaat uit
Vaste leerkrachten
J. Spijkerman te Waalwijk, directeuren
onderwijzer voor rekenen, wiskunde en
physiec.
G. van Oudenhoven te Vucht, voor de
taalvakken, lezen en schrijven.
J. H. Pik, thans in betrekking te Hooge-
zand, voor aardrijkskunde, geschiedenis,
enz.
A. C. Ficq, onderwijzer te Tilburg, voor
paedagogie en de voorbereidende klassen.
tVan dezen zijn drie gehuwd.)
Losse onderwijzers:
Th. van Delft, te Waalwijk, voor teeke
nen.
A. Kooijman te 's Bosch voor gymnastiek.
Mej. G. Portheine voor vrouwelijke hand
werken, terwijl nog benoemd worden een
onderwijzer voor natuurlijke historie, één
voor zang en één voor gezondheidsleer.
B. Bijl is Dinsdagmorgen in de spoor-
sloot verdronken.
W Uk Alhier is mond- en klauwzeer
geconstateerd onder het vee van den veehan
delaar A. A. de Waal alhier.
Het afmakingssijsteem werd toegepast,
zoodat 11 volwassen runderen 2 kalveren
en drie varkens zijn afgemaakt. Een kring
is aangewezen waaruit geen ver- in- en uit
voer van he. kauwende dieren mag plaats
hebben.
Wouclrichem. Tot Gemeente-Ont
vanger alhier ie in de plaats van wijlen den
heer J. Struick, Vrijdag door den Gemeen
teraad gekozen de heer S. Bax Jz.
Op Zaterdag den 10 April j.l., des voor
middags om 10 uur, hield de Raad van
Capelle een openbare vergadering.
AfwezigS. Oerlemans en A. r. d. Hoeven.
Voorzitter: Wethouder Rijken.
Na opening der vergadering worden de
notulen der vorige gelezen en onveranderd
vastgesteld.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken.
a. Kon. besluit dd. 26 Maart, waarbij aan
G. Vermeulen eervol ontslag wordt verleend,
met ingang van 1 April 1915, als burge
meester dezer gemeente, met dankbetuiging
voor de langdurige diensten door hem in
die betrekking bewezen.
b. Woord van afscheid van den heer G.
Vermeulen, bij het neerleggen zijner be
trekking van burgemeester dezer gemeente.
De Voorzitter leest het afscheid voor,
hetwelk luidt als volgt:
Aan den Raad der gemeente Capelle.
Mijne Heeren,
Bracht ik in de vorige raadsvergadering
ter uwer kennis, dat het mijn voornemen
was mijn ambt van burgemeester neder te
leggen, thans heb ik de eer u mede te deelen,
dat mij op mijn verzoek bij koninklijk
besluit van den 26 Maart j.l. eervol ontslag
is verleend als burgemeester dezer gemeente,
met ingang van 1 April I9l5.
Zoo gaarne had ik in uwe vergadering
van allen mondeling afscheid genomen,
doch nu mij dit wegens ongesteldheid niet
is vergund, voel ik mij gedrongen dit schrif
telijk te doen.
Ik zal er thans niet op wijzen wat er
onder mijn bestuur met 's Raads medewer
king zoo al is tot stand gekomen; vijfjaar
geleden ter gelegenheid van mijn 25 jarig
ambtsjubilé heb ik een en ander in her
innering mogen brengen.
Zie ik op mijn burgemeestersloopbaan
terug, dan heb ik alleszins reden om te
vreden en dankbaar te zijn. Valt het een
burgemeester vaak moeilijk de vergadering
onpartijdig te presideeren, u, mijne heeren
leden van den Raad, hebt mij dit gemak
kelijk gemaakt. Uwe beraadslagingen bleven
in den regel zakelijk zonder persoonlijk te
worden, ook bij verschil van gevoelen. Voor
uw zeer gewaardeerden steun zeg ik u allen
hartelijk dank en waar onze aangename
verhouding mij steeds in herinnering zal
blijven, houd ook ik mij gaarne in uwe
welwillende vriendschap aanbevolen.
In uw verder leven moge 't u allen steeds
welgaan.
Nog een afzonderlijk woord tot u heeren
Wethouders, die met mij het dagelijksch
bestuur heot uitgemaakt.
Door onze wekelijksche vergaderingen
kwamen we met elkander telkens in aan
raking. Gedurende den tijd dien we hebben
samengewerkt, hebt gij u doen kennen, als
mannen aan wie de belangen der gemeente
zijn toevertrouwd. Op uwe hulp, waar het
gold de bevordering van den bloei der
gemeente, heb ik steeds kunnen rekenen.
Voor uwe sijmpathieke samenwerking breng
ik u hierbij hulde en dank en zijt ervan
verzekerd, dat ik de talrijke uren in uw
midden doorgebracht, nimmer zal v rgeten.
Wat U betreft hooggeachte Secretaris met
wien ik ongeveer 27 jaar bijna dagelijks
omging onder de allerbeste verstandhou
ding en die mij in alle opzichten zijn hulp,
goeden raad en bijstand verleende en mij
als het ware de werkzaamheden uit de
handen nam en er steeds naar streefde om
het mij zoo gemakkelijk: en aangenaam
mogelijk te maken en die steeds zijn werk
op tijd en op de meest nette en accurate
wijze bewerkstelligde, ook wat het Ont
vangerschap en verdere betrekkingen betrof,
ontvang voor dit alles mijn allerbesten
dank.
Het scheiden met U valt mij dan ook
zwaar, ik had nog zoo gaarne eenige jaren
met U gewerkt, doch de Voorzienigheid
heeft het anders gewild. Leef dan nog lang
gelukkig en 't worde U gegeven nog vele
jaren in goede gezondheid met dezelfde
opgewektheid en lust uwe betrekkingen te
blijven vervullen en beveel mij dan ook
bij voortduring in uwe verdere vriendschap
aan.
Ook aan het overige seeretarie-personeel,
waarover ik tevreden kon zijn, breng ik
mijn afscheidsgroet, evenals gemeente-veld
wachter en verder personeel in dienst der
gemeente Capelle. 't Ga ieder in hunne
betrekking en hun persoon steeds naar
wensch.
Het tegenwoordig onderwijzend personeel
en de oud-onderwijzers zullen er wel van
overtuigd zijn, dat ik het onderwijs een
goed hart heb toegedragen en nog toedraag,
dat ik het heb bevorderd zooveel in mijn
vermogen was.
De verhouding tusschen onderwijzend
personeel en mij bleef over't geheel correct.
Bij het neerleggen van mijn ambt mijn
besten dank ook aan hen voor wat zij
presteerden, terwijl ik allen een hartelijk
vaarwel toeroep.
Ten slotte nog een woord tot de inge
zetenen mijner gemeente. Dertig jaren
mocht ik Burgemeester over U zijn. Door
U werd gedurende dien tijd menig verzoek
tot mij gericht en menige klacht had ik
van u vaak te hooren. Al uw wenschen heb
ik niet kunnen bevredigen en niet altijd
konden de gronden, waar op uwe klachten
steunden, worden weggenomen, 't Is dan
ook niet te verwachten, dat ik iedereen zou
hebben kunnen tevreden stellen.
Een zekere Stanislaus Weyreuther,
die zich voor tooneelspeler uitgeeft,
heeft het weinig benijdenswaardige re
cord op zijn naam gevestigd, van door
verschillende rechtbanken in Duitsch-
land tot 123 jaar, 7 maanden en 2
d^gen tuchthuis en gevangenis te zijn
veroordeeld.
Weyreuther werd uit het tuchthnis
te Lüueburg naar het kantongerecht
overgebracht, om daar voor de zoo
veelste maal terecht te staan wegens
diefstal in verzwarende recidive ge
pleegd. De bij die gelegenheid getrof
fen voorzorgsmaatregelen wezen er op,
dat men hier met een gevaarlijk uit
breker te doen had. Weyreuther was
zwaar geboeid, en zijn gevangenisbuis
vertoonden den breeden, rooden dwars-
streep, teeken voor cipiers en begelei
ders, dat zij over een zeer brutalen
knaap te waken hadden.
De 30-jarige beklaagde heeft reeds
een zeer bewogen verleden achter zich.
Hij is van goede famillie, heeft een
hooger burgerschool bezocht en zou
koopman worden. Als volontair bij een
handelsfirma geplaatst, ging hij er met
de porto-kas vandoor. Hij werd ge
straft, en daarop door zijn ouders bij
een meester schoenmaker in de leer ge
daan. Ook hier haalde hij alle moge
lijke streken uit, die hem met de straf
wet in conflikt brachten. Ten slotte
werd hij, naar hij zegt, acteur, ofschoon
hij minder tusschen de coulissen dan
tusschen celwanden vertoefde.
Weyreuther pleegde in den loop der
laatste jaren verscheidene strafbare
handelingen, werd gepakt, veroordeeld
en opgesloten, maar slaagde er herhaal
de malen in, uit de gevangenis té ont
snappen. Hij werd door rechtbanken
in een groot aantal plaatsen van
Duitschland veroordeeld, tot het totaal
der tegen hem geëischte straffen het
hierboven genoemde aantal jaren be
reikte. Deze straffen zijn natuurlijk
reeds lang tot het wettelijk maximum
van 15 jaar tuchthuis teruggebracht,
zoodat de beklaagde, als het hem ge
lukt, opnieuw uit te breken en weder
om een misdrijf te plegen, deswege
slechts „op papier" kan worden ge
straft. Daar Weyreuther dit heel goed
weet, geeft hij zichzelf aan bij de ver
schillende rechtbanken, waarop dev.e
zelfbeschuldigingen natuurlijk onder
zocht worden. Aldus brengt de onver
beterlijke misdadiger eenige afwisseling
in het vervelend tuchthuisleven, daar
hij dan vervoerd moet worden. Hij zelf
verklaart, dat hij tot meer dan 200
jaar zitten zou zijn veroordeeld, als hij
eens gevonnisd was wegens al de mis
drijven, die hij gepleegd heeft.
De correspondent te Havre van de
„Tijd" meldt van daarDe nieuwe
B Igische recruten, die in zoo over-
grooten getale den laatsten tijd binnen
kwamen, zijn allen van den heiligsten
ijver bezield, zij leeren rap in hun in
structie-kampen. Werd vroeger veel
over voeding enz. in deze kampen ge
klaagd, thans is alles beter geregeld en
het volmaakte genaderd. De jongens
zijn dan ook uiterst tevreden. Ze be
hoeven ook niet meer zoo lang op hun
kleeding te wachten. De recruten ont
vangen deze reeds in Engeland, en als
ze dan in d'r nieuwe pakje door de
straten trekken, is het Engelsche pu
bliek enthousiast. De recruten, die de
laatste weken aankomen, worden naar
het instructiekamp te Carteret gezon
den, een allerliefst badplaatsje, nabij
Cherbourg, vol schoone natuur.
Er wordt ook gezegd, dat het Bel
op een mes in een seheede geleek. Toen
de steen weer op zijn plaats was gelegd, op
zijn bed van gras en struiken, waar hij
misschien reeds sedert een eeuw rustte,
was het voor een oningewijde onmogelijk
om de bergplaats te ontdekken. Graaf Jan
verliet den bouwval, steeg weder te paard
en vervolgde in gezeldschap van zijn broe
der en Assunto den weg naar La Varrenne.
't Was ongeveer vLr uur namiddags,
er woei een verfrisschend koeltje en wel
riekende geuren stegen uit het bosch op,
dat overal door rechte lanen doorsneden
werd, op wier lichte pa ien de schaduw van
olmen en beuken een fanta-tisch spel speel
den. Toen de ruiters langs een pad op den
weg naar Montereau uitkwamen, kregen
zij de elendige Schaapskooi op de heide in
't oogmoeder Bastien zat op den drempel
haar afgedragen kleederen te herstellen.
Als ik zoo rijk was als baron Ray
naud, zeide burggraaf Cesar, zou ik dien
rommel opruimen, die een schandvlek voor
dit schoone landschap is. Maar dat was
gemakkelijker gezegd dan gedaan, want
menigmaal stoot men het hoofd tegen on
overkomelijke hinderpalen bij het opruimen
van oude huizen, en in dit geval had zelfs
een aanbieding van geld niet geholpen.
Tevergeefs had de baron dezen stormram
beproefd, maar de schaapskooi was met
haar bewoners, de famillie Rivolard, zege
vierend uit den strijd te voorschijn gekomen.
Een kwartiertje verder trok de kroeg van
Lafouille hnn aandacht, wier bouwvallig
heid slechts ternauwernood door een langs
de muren geleiden weelderigen wingerd
bedekt werd. Een der broeders Rigois, de
kolenbrander, Lafouille de herbergier, en
nog een paar andere kerels met een woest,
terugstootend uiterlijk, zaten aan den weg.
Uw broeder schijnt niet te komen
Noiraud, zeide een der landloopers tot den
kolenbrander.
gische leger in de toekomst geen ge
brek aan kader zal hebben, en daarom
worden uit de jonge recruten de beste
elementen, als studenten, gekozen om
hen, als zij roeping gevoelen voor de
militaire loopbaan, als officier op te
leiden. Ze blijven dan twee maanden
in de instructiekampen, volgen éon
maand den strijd aan het front, en
worden daarna, na gebleken geschikt
heid, naar de officiersschool gezonden,
die in Fraukrijk voor het Belgische
leger gesticht is.
De door de Engelsche regeering be
volen maatregelen tegen de bij trouwe
plichtsbetrachting in haar macht ge
raakte bemanning van onderzeebooten,
waaraan zij een eervolle krijgsgevangen
schap onthoudt en ze in een marine
arrest-lokaal laat opsluiten, hebben de
Duitsche regeering geleid tot tegen
maatregelen. Voor eiken gevangene,
behoord hebbende tot de bemanning
van duikbooten, die in strijd met het
volkenrecht hard wordt behandeld, zal
een in Duitsche krijgsgevangenschap
verkeerend Engelsch officier zonder aan
zien des persoons op gelijke wijze wor
den behandeld. Mitsdien zijn uit de
gevangenkampen 39 Engelsche officieren
naar militaire arrestlokalen overge
bracht.
Te Lugano, op Zwitsers grondge
bied, hebben, volgens een bericht aan
de Morning Post, een aantal uit Italië
uitgeweken Duitsche families hun in
trek genomen in hotels en particuliere
woningen. Het blad verwacht dat voor
het eind van deze maand alle Duit-
schers en Oostenrijkers Italië hebben
verlaten.
Uit Berlijn wordt d.d. 10 dezer aan
aan de N. RCt. geseind: De Italiaan-
sche publicist Cabasino Renda die
ii 't hoofdkwartier van Van Hinden
burg vertoeft, maakt een gesprek met
den veldmaarschalk openbaar, waarvan
uit Rome een en ander aan het Ber
liner Tageblatt wordt geseind. Na
eenige lofwoorden aan 't adres van het
Duitsche leger, waarvan hij vooral de
vliegers prees, verklaarde Hindenburg
niet in ernst aan het millioen van
Kitchener te gelooven. In geen geval
kunnen het goede soldaten zijn, maar
willekeurig bijeengebrachte menschen,
die men in uniform heeft gestoken.
Hij roemde het schieten van de Rus
sische artillerie; ze verspilt echter
enorme massa's munitie. De Russische
infaterie is flink, maar de cavalerie is
slecht. De Russen vechten goed, maar
hun tucht berust niet, zooals bij de
Duitschers, op verstand en geest, doch
op blinde gehoorzaamheid. De Russen
zijn zeer ervaren in den loopgraven
oorlog. Voor hun overmacht in getal
behoeft men niet bang te zijn. Het
getal beslist niet over de overwinning.
Er zijn trouwens tal van onfeilbare
teekenen dat de Russen reeds aan 't
eind van hun kracht zijn en dat zij
gebrek beginnen te krijgen aan oorlogs
tuig, waarmee zij zoo verkwistend heb
ben omgegaan. Uit de manier waarop
de Russen thans vechten kan men af
leiden dat het niet lang meer kan
duren.
Hindenburg acht een Duitsche neder
laag ondenkbaar.
I*laat§eli)k Nieuws.
Voor Dames- en Kinderkleeding is de
Firma Taverne De Meere, Hinthamer
straat 69, 's-Hertogenbosch, het beste adres
voor deze omstreken.
Hij zal wel spoedig arriveeren.
Waar is hij
Naar Melun met een lading hout.
Hij heeft een zwaar ambacht.
Ja, 't is om er armen en beenen bij te
breken; 't eer e jaar in, 't andere uit 1 Maar
men moet toch leven.
't zou beter zijn de inkomsten van
den baron te hebben 1 waagde Lafouille
met een valsch lachje op te merken.
Wat is hij slecht voor de armen I
Zijn vader deugde ook niet, dat zit
in 't bloed.
Op dit oogenblik keken de schurken al
len tegelijk op, een zwart paard kwam in
galop den weg langs, sprong over een grep
pel en verdween in een laan van de bos-
schen van Boissy.
De freule, zeide Rigois. Als die niet
vandaag of morgen een arm of een been
breekt, is 't wel een wonder, 't Was in
derdaad Marcella Raynaudeen paar mi
nuten later volgden een paar bedienden
langs den zelfden weg bij de herberg hiel
den zij hun paarden in en vroegen
Hebt gij niet iemand gezien
Uw jonge meesteres? zeideLafouillie.
Ja!
Als zij nog altijd draaft, kan zij ver
weg zijn.
Langs welken kant?,
Recht uit.
't Is niet mogelijk haar te volgen,
hernam Lafouille met zijn slepende stem.
Want de kleine draaft snellerzij zal haar
nek nog eens breken.
Dat zou jammer zijn van al haar geld
De chirurgijns moeten ook leven,
merkte een der landloopers met galgenhu
mor op. Aan die arme drommels van hout
hakkers is ook niets te verdienen, terwijl
uw freule heel wat waard is, hé? Wilt ge
niet een borrel?
Dank u1
Deze zaak is ook des Zondags van 10 tot
1 uur geopend.
Heusilen, 14 April.
Waren voorheen, vóór de verlegging van
den Maasmond, de maanden Maart en April
aangewezen voor het vangen van elft, eerst
versch geleverd en daarna gerookt aange
boden thans komt elft nog sporadisch op
de Bergsche Maas, en de weinigen (4 of 6
stuks in een week) worden direct naar Rot
terdam verzonden, om aldaar tegen fabel
achtige hooge prijzen te worden verkocht.
Weldra zal elft, evenals zalm, behooren tot
de gerechten voor de lekkerbekken, die
geen prijs behoeven te ontzien.
Naar wij vernemen heeft H. M. de
Koningin een Commissie samengesteld uit
mevr. BiemaHij mans lid der sub com
missie voor kleeding en dekking van bet
Kon. Nat. Steuncomité, als Presidente,
Mevrouw Vening Meineszden Tex, Pre
sidente van het hoofdbestuur, der Algem.
Ned. Vrouwenvereeniging „Arbeid Adelt",
Mej. Reijers, Presidente van het hoofdbe
stuur der Algem. Ned. Vrouwenvereeniging
„Tesselschade" en Mej. van Rijn van Al
kemade, lectrice van H. M, de Koningin,
Secretares, met het doel, sokken voor het
Leger te laten breien, waarvoor de wol
gratis verstrekt wordt. Aangezien het de
bedoeling is van H. M. de Koningin, dat
alle vrouwen in den lande die werk zoe
ken, in de gelegenheid zullen worden ge
steld hieraan deel te 'nemen, is ook hier
een sub-commissie samengesteld, bestaande
uit Mevr. HoncoopVerstegen, Mevr. Stal
Stal, Mevr. van GendtMuijderman.
Mevr. OerlemansVan de Water en Mej.
Honcoop, correspondente van Tesselschade.
Dit naar aanleiding van de in dit num
mer voorkomende advertentie.
Ail «lel- Gedurende de maand Maart
werden alhier 238 telegrammen behandeld
en werden 212 gesprekken gevoerd.
lleneden Langfltraat Dehan
del in vette kalveren is zeer lusteloos, ma >r
naar vette varkens is veel vraag, terwiji er
weinig voorraad bestaat. Nuchtere kalveren
gaan matig; biggen worden bij flinken
aanvoer hooger ve kocht. Lammeren wor
den aanvankelijk goed betaald. Men besteedt
voor vette kalveren 60 a 65 ct. per k.g.,
vette varkens 45 a 46 ct. per halve k.g.,
nuchtere kalveren f 14 a f iO per stuk
biggen f 10 a f 14 en jonge lammeren f 9
a f 11.
Ilaardwfjk Er heeft hier Donderdag
een ongeluk plaats gehad, waaromtrent zeer
vele geruchten geloopen hebben men sprak
eerst algemeen van moord of van mishan
deling met doodelijk gevolg. Uit het dooi
justitie en politie ingestelde onderzoek is
echter van geen moord gebleken en zou de
dood zijn toe te schrijven aan een ongeluk.
Het gebeurde komt dan hierop neer:
^Donderdagmiddag jl. keerde delandbou
wer A. v. I. met v. E. uit Elshout van de
groote markt te Waalwijk huiswaarts. Om
streeks twee uur was hij op de brug over
het kanaal in den Baardwijkscben Overlaat,
toen hem de beide kramers B. en C. Boe
lens uit 's Bosch met hunne karretjes voorbij
reden. Van I. die vermoedelijk een beetje
markt gehouden had, drong er op aan om
mede te rijden en greep naar de wagens.
Door de flinke vaart, die deze hadden, kon
hij ze niet houden, verloor het evenwicht
en sloeg achterover met den hals op de
leuning der brug, waardoor hij bewusteloos
bleef liggen. Dr. v. Seters uit Drunen, die
terstond ter hulp was ingeroepen, consta
teerde dat het nekbeen gebroken en v. I
aan de gevolven hiervan was overleden. De
Eerw. heer kapelaan was spoedig ter plaatse,
maar de man was reeds overleden. De
kramers Boelens, die te 's Bosch waren ge
arresteerd op vermoeden van mishandeling,
werden naar Baardwijk overgebracht en
door de justitie, die ter plaatse verschenen
was, aan een streng verhoor onderworpen,
waaruit bleek, dat vermoedens van mis
handeling onjuist waren. De genoemde kra
mers zijn op last van de justitie op vrije
voeten gesteld.
f |Het lijk is Vrijdagmiddag naar Elsho; t
overgebracht om daar ter aarde te worden
besteld.
Dat is voor hen hier niet goed genoeg,
op het kasteel hebben zij het beter.
De twee bedienden begaven zich weer op
weg, maar Lafouille riep hen na
Is het waar dat Boissy verkocht is
Men zegt het.
Een prachtig landgoed 1 Wie heeft
het? Vreemdelingen?
Dat schijnt well
Van waar
Van Peru of Brazilië of ergens in die
buurt; kijk, ik geloof, dat ze daar aan
komen, nu kunt ge hen er zelf naar vragen 1
De twee groepen ruiters passeerden elkan
der, en de bedienden van La VareDne
namen den graaf, zijn broeder en den Zuid-
Amerikaan op, 'met het laatdunkende oog
van lakeien van voornamen huize, wien
alles geoorloofd is.
Assunto beantwoordde hen met een ver-
ontwaardigenden blik, die volkomen uit
drukte, hoe gaarne hij hen met een kogel
uit zijn nimmer falend geweer zou neer
schieten de brave Argentiniër verveelde
zich in Frankrijk, hij verlangde naar zijn
pampas, zijn kudden en zijn jacht met den
lasso terug. Wanneer zouden ze toch dat
verwenschte oude Europa verlaten, waar
de huizen op elkander gebouwd, de wei
landen zoo groot als een zakdoek en de
bosschen als tuinen zij n
Nu naderden de broeders De Marcilles
op hun beurt de bezoekers van de herberg
hun voornaam uiterlijk boezemde eerbied
in en zelfs Rigois, de onbeschaafdste der
bende, bracht de hand aan zijn muts.
Drie glazen bierbeval de graaf, en
Lafouille haastte zich het verlangde te
halen. De bedienden van Lavarenne haal
den hun neus voor zijn ververschingen op,
die trouwens alle even slecht waren, maar
graaf Jan dronk zonder zijn gezicht te ver
trekken zijn glas in één teug leeg. en zyn
metgezellen volgden zyn voorbeeld.
Op uw gezondheid, zeide hij en daar
op zich tot den waard wendende
Waar ligt het kasteel van La Varenne?
Vlak voor u I
Hoe ver
Twee mijlen ongeveer.
Dank uwaren het bedienden van
baron Raynaud, die daar even voorbij
reden
Ja mijnheer, zij begeleiden de dames
van La Varrenne.
De graaf onderdrukte met moeite zijn
aandoening.
Wat zegt gij zeide hij.
De dames van het kasteel, de barones
en haar stiefdochter, de freule is over den
greppel gesprongen en dien kant uitgegaan.
Jan de Marcilles haalde onverschillig de
schouders op.
Dank u, hernam hij, wij kennen het
land hier niet, en zien het voor de eerste
maal.
Zij gij misschien de nieuwe eigenaar
van Boissy?
Dat is een mooi goed, met prachtig
hout
De graaf haalde twee goudstukken uit
zijn zak en wi9rp ze op tafel met de woor
den Dat is voor het bier, en om op
onze gezondheid te drinkentot ziens,
heeren I
Hij gaf een teeken aan zijn metgezellen
om in plaats van verder te gaan den teu
gel te wenden en op den afgelegden weg
terug te keeren, in de stille hoop, dan de
beide dames te zullen ontmoeten, een hoop,
die ook niet teleurgesteld werd.
Op 't zelfde oogenblik, dat de graaf zijn
geld op de tafel wierp, hield een schuimend
ros voor den bouwval der kapel st;leen
dame, die den teugel stevig vasthield, stak
haar fyn geschoeid handje onder den steen,
waar de graaf het briefje en het geheim
zinnige voorwerp kort geleden had neder-
gelegd.
Zonder zich uit vrees voor verrassing den
tijd te "gunnen het papier open te maken,
borg zij het tusschen de plooien van haar
corsage, met het foudraal dat waarschijnlijk
een kleinen doek moest bevatten, steeg
weder op en hervatte haar tocht, 't Was
hoog tijd, want drie minuten later hadden
de bedienden haar ingehaald en merkte
men in de verte een stip op, waarin al
nader komende, Marcella Raynaud te her
kennen was. Maar zij was niet langer al
leen, een ruiter hield haar gezelschap, en
die ruiter was niemand anders dan Christi-
aan de Parsay.
Toen zij de barones, die hen afwachtte,
bereikt hadden, zeide het jonge meisje:
Nu ziet gij, mevrouw, waarom ik u
onderweg verlaten heb, ik breng heden een
gast mede, en met een spottend lachje
voegde zij er bij
Hij is nooit ver te zoeken.
De markies glimlachte op zijn beurt;
dat door fortuin en liefde bedorven kind
mocht alles zeggen.
Ik hoop, zeide hij, dat gij in een
matigen draf zult blijven.
Ik geloof best, dat onder een gewicht
als het uwe, zelfs een olifant zou bezwij
ken, als men hem in galop wilde brengen.
Komaan, nu op weg, en met een behaag
ziek lachje voegde zij er fluisterend bij
Dat zal u pleizier doen, nu zijn wij
wat langer onderwegeven later vroeg zij
Hebt gij al kennis met uw nieuwe
buren gemaakt, Christiaan?
Welke buren?
Houdt u maar zoo dom nietGij
weet, dat ik de bewoners van Boissy be
doel.
J a.
(Wordt vervolgd)