Het Land van Heusden en Aitena, de Langstraat en de iiommelerwaard,
De vrouw van den Banneling,
vt UNB ?/ANia
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3456. Zaterdag April
EERSTE BLAD.
FEUILLETON.
1915.
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 77» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vry dag
middag 12 uur ingewacht.
We zullen hier niet spreken ovei
verregaande abnormaliteit, maar alleen
over de lichte soortover kinderen,
die niet zeer sterk, maar toch bepaal
delijk van het gemiddelde afwijken.
In vroeger dagen was men zeer ge
neigd de uitingen van een dergelijke
abnormaliteit eenvoudig te rangschik
ken onder de „kuren''. En om geen
slechtaards of zwakkelingen te kwee
ken, moesten zulke kuren er maar
„uitgeslagen" worden. Maar tegen
woordig ziet men zulke dingen geluk
kig door de oogen van den psycholoog
of zielkundige, en men gaat zelfs
scholen oprichten voor achterlijke en
abnormale kinderen.
Zouden er dan tegenwoordig meer
abnormale kinderen zijn dan vroeger
Of lijkt het maar zoo, omdat er meer
dan vroeger op gelet wordt, evenals
sommige ziekten slechts schijnbaar toe
nemen, terwijl in werkelijkheid de
diagnose van zulke ziekten door betere
huidmiddelen beter wordt gesteld
Overal hoort men de klacht, dat het
karakteristieke in het geestesleven on
zer dagen een toenemende zenuwachtig
heid isen ook onder de deskundigen
overheerscht de meening, dat een zeke
re verhooging in de prikkelbaarheid
der menschelijke zenuwen, gepaard met
verslapping en lichter moe worden,
wel degelijk toeneemt. En daarbij valt
het niet te ontkennen dat de gevallen
van zielsziekte talrijker worden en de
gestichten voor krankzinnigen en voor
ernstige zenuwlijders propvol zijn.
Maar het ergste in dat alles schijnt
dat geestelijke en zenuwstoringen ook
bij het kind toenemen. Wel is de
statistiek nog niet ver genoeg gekomen
om ons in deze de noodige zekerheid
te verschaffen, maar toch spreken vele
omstandigueden voor de wezenlijkheid
van zulk een toeneming. Zoo bijv. het
steeds aangroeiende getal zelfmoorden
bij kinderende dringender behoefte
aan afzonderlijke verzorging en onder
wijs voor minder begaafde en abnor
male kinderende toeneming van het
aantal jeugdige misdadigers. En hoe
wel het nu nog niet bepaald uit te
maken is welk deel van deze toene
ming geschoven moet worden op reke
52)
O ja, Boissy ia verkochtmaar gij
weet wel, dat ik mij met al die rijke vreem
delingen niet bemoei I
Gij hadt het moeten koopen
Waarom?
Om zooveel dichter bij mij te zijn.
Maar, nichtje, Vitray is even dichtbij
en voldoende
Ja, voor een jongmensch; maar van
daag of morgen zult ge uw vrije leven wel
vaarwel zeggen
Zeker, en heel graag ook.
Wanneer?
Dat behoeft gij mij niet te vragen
op den dag, dat gij uw klein handje in
de mijne zult leggen, morgen als gij wilt..
Gij kunt gerust
O, ik bid u, geen beleedigingen, als
't u belieft, zeide de markies, met zijn on
verstoorbaar phlegma.
Eens zult gij de mijne zijn, dat staat ge
schreven.
Zijt gij bijgeloovig
Alleen in 't volhouden.
De barones bewaarde het stilzwijgen;
al haar gedachten waren bij graaf Jan en
haar omgeving boezemde haar niet de minste
belangstelling meer in. Zij wachtte zijn
bevelen af. Hoe zou zij uit de moeielijk
heden geraken, waarin zij zoo hopeloos
verward was Wat kon het gevonden briefje
inhouden
Op het snijpunt van twee lanen, ont
moette zy drie ruiters, die recht op haar
ning van bijzondere omstandigheden,
en, in 't algemeen, van onze veel
grootere belangstelling in het lot van
het kind, mag het toch geen reden zijn
om het vraagstuk niet onder de oogen
te zien. Want de vroegtijdige vaststel
ling van nerveuze verschijnselen bij
het kind heeft bij uitstek hooge be-
teekenis voor de practijk. Wij weten
dat zulke verschijnselen moeten wor
den opgevat als waarschuwingsseinen,
waarin de aangeboren of aangeworven
afwijkingen op geestelijk gebied zich
't eerst openbaren, zoodat zij vaak de
voorboden zijn van een latere ziels
ziekte.
Behalve erfelijke aanleg, komen al
lerlei omstandigheden, o.a. van het
groote stadsleven en de geheele mo
derne samenleving, hier in 't spel
kinderarbeid, onvoldoende nachtrust bij
te veel huiswerk, ontoereikende voe
ding, gebruik van alcohol en rooken
op jeugdigen leeftijd zijn er al enkele
van.
Daar we ons hier echter alleen met
de lichte abnormaliteiten bij het kind
bezighouden, moet er in de eerste
plaats op worden gewezen dat onmerk
bare overgangen bestaan van het nor
male tot het ziekelijke. Derhalve zijn
vaste regels tot herkenning van het
\olkomen normaal kind niet te geven.
In het algemeen mag en moet gezegd
worden dat een reeks van uitingen,
die volwassenen als misslagen of te
kortkomingen aangerekend worden,
bij het kind als normaal zijn te be
schouwen. Het normale kind toch is
een kind van gemiddelden aanleg, het
onderscheidt zich nóch door bijzondere
begaafdheid, nóch door een buitenge
woon ontwikkeld zedelijkheidsgevoel.
Lombroso 1) gaat zelfs zoover te
beweren dat het normale kind geen
moreelen ziel heeft. Drift, nijd, wraak
zucht, leugenachtigheid zijn regel. Een
voudige verstandelijke minderwaardig
heid zal natuurlijk 't eerst aan het
licht komen op school, waar in de an
dere kinderen een voldoend materiaal
ter vergelijking beschikbaar is. Ver
scheidene onderzoekers op dit gebied
hebben hun aandacht aan dit onder
werp gewijd één hunner, Stadelmann,
legt er nadruk op dat ook bij het nor
male kind tengevolge van vermoeienis
een reeks geestelijke en zedelijke ver
anderingen optreedt, bijv. vermoeienis
en sufheid. Een verstandig opvoeder
afkwamen, en plotseling verbleekte zij zoo
hevig, dat de markies De Parsay het be
merkte en zijn hand uitstak om haar te
ondersteunen. Met een vriendelijken blik
bedankte zij hem 't Was niets, en alweer
voorbij
Het pad was te smal voor zes paarden,
en graaf Jan en zijn metgezellen schaarden
zich aan den kant en groetten beleefd; rt
gslukte hem met Helena een blik te wis
selen, die hem te verstaan gaf, dat zij zijn
brief gevonden had.
Om half zes trad zij het kasteel weer bin
nen en ontmoette den kamerdienaar van
haar echtgenoot.
Waar is mijnheer? vroeg zij.
Mijnheer de baron is in zijn kabinet.
Alleen
Neen, met iemand die uit Parijs ge
komen is, om mijnheer te spreken.
Kent gij hem
Anton antwoordde ja, noch neenhij
zeide alleen: 01 ol en voegde er bij, ik
kan zijn naam niet noemen, maar ik ge
loof dat hij een zaakwaarnemer is, een
vroegere zaakwaarnemer
't Is goed
Zij ging met rassche schreden naar haar
kamer, waar zij zich met Susanna opsloot,
die aan de zenuwachtige bewegingen harer
meesteres bemerkte, dat er iets gebeurd
moest zijn.
Heeft mevrouw bericht? vroeg zij.
Ja, ik heb hem gezien, hij is te Boissy.
Zij haalde het briefje te voorschijn en
doorliep het haastig; het bevatte de vol
gende regels
„Dierbare Helena!
Ik kan niet meer leven zonder u 1 De
dagen schijnen mij eeuwen toe en ik wil
u niet langer in de handen van dien man
latenwij moeten de ontknooping dus
verhaasten 1 uw toestand zoowel als de mijne
worden ondraaglijk.
houdt daarom met deze verschijnselen
voldoende rekening.
1) Italiaansch professor in de zielkunde
en gerechtelijke geneeskunde, geb. 1836.
■Buitenland.
De „Secoio" van Milaan slaat een
zeer scherpen en oorlogszuchtigen toon
tegenover Oostenrijk aan.
„Oostenrijk", schrijft het blad, „zal
zich niet voegen naar onze wettige as
piraties het zal niet, zonder meer, af
stand doen van de macht die het zich
aanmatigdehet zal geen nederlaag
bekennen zoolang het ook niet door
ons geslagen is. Daarom is het dan
ook niet de vrede, uit vernederend
loven en bieden voortgekomen, doch
de beslissende oorlog die ons in de
allernaaste toekomst het meest waar
schijnlijk toeschijnt, zoo wij althans
uit dezen cris niet onherstelbaar ver
zwakt te voorschijn willen treden. De
oorlog is rechtvaardig, daar hij ons in
staat zal stellen den laatsten slag toe
te brengen aan de overweldigers en
moordenaars van België hij is heilig
daar hij een einde zal maken aan het
schrikkelijke treurspel waarvan Europa
zoolang reeds het tooneel is.
Wij aarzelen niet om nogmaals onze
regeering toe te roepen „Laat Oosten
rijk aan zijn lot over en waagt alvorens
het te laat is!"
De „Economiste Européene" en de
„Temps" wijzen er op, dat in Maart
de Duitsche schatkist 7 milliard schat
kistbiljetten in omloop had, die einde
Maart inwisselbaar waren. Dit enorme
cijfer verklaart waarom het opeens zoo
noodzakelijk was geworden de groote
leening aan te gaan, waarvan men een
maand tevoren nog de noodzakelijk
heid ontkende. Het officieele verslag
van de rijksbauk over de balans op 31
vlaart laat zien dat deze schatkistbil
jetten vervallen zijn en hun intrekking
samentreft met de eerste stortingen op
de groote leening. Dit samentreffen
geeft te denken, dat die intrekking
niet kon geschieden dan door het in
wisselen van de schatkistbiljetten tegen
schuldbewijzen op de tweede leeuiug.
Zoo verklaart het zich, dat de stor
ting van 4600 millioen mogelijk was,
zonder van invloed te zijn op de geld
circulatie in het rijk, zooals de Duit
sche draadlooze berichten dat mede
deelden. Het aaugaan van de groote
leening zou dus niets anders zijn dan
het consolideeren van schulden die
reeds door het Duitsehe rijk aangegaan
Beproef de jalousie van den baron op te
wekken, en zie gedaan te krijgen, dat hij
u volgt naar den bouwval waar gij dezen
brief gevonden hebt. Ik zal er iederen dag
's namiddags om drie uur zijn. Ik kan mij
geen grooter geluk voorstellen, dan u daar
te zullen ontmoeten. Wees onbevreesd, als
hij ons mocht overvallen 1
Misschien wil hij probeeren u voorwaar
den te stellen, die gij niet kunt aannemen,
door u te dreigen en u uw kind te ont
nemen, en aan de moeder te ontwringen,
wat de vrouw zou weigeren 1 't Zou schan
delijk zijn, maar wat kan men niet ver
wachten van een man, die niet terugge
deinsd is voor de vreeselijke misdaad,
waarvan wij het slachtoffer waren Ver
trouw Gabrielle alleen aan de zorg van
Susanna toe en geef haar den doek, die bij
dezen brief gevoegd is. Hij is in het vree
selijke Indiaansche vergif, de curare, ge
doopt. Ik hoop, dat gij hem niet noodig
zult hebben. Nog een paar dagen geduld
en moed, dan is ons doel bereikt. Ik heb
u hartelijk lief. Jan."
Welnu, mevrouw? vroeg Susanna
De aangesprokene reikte haar den brief
over. Lees, zeide zij, en diep terneerge
slagen trad zij aan het venster en liet haar
blik over de schoone omgeving dwalen.
Alles lachte haar daarbuiten toe, maar
in haar ziel was het stikdonkere nacht. De
doffe berusting van vroeger had plaats ge
maakt voor den openlijken strijd en zij
waren met haar tweeën zwakke vrouwen
en een kind, alleen in het vijandige kamp.
Susanna begreep de oorzaak van die ge
druktheid en gedreven door haar liefde voor
den graaf en door haar goede boerinnehart
fluisterde zij de ongelukkige vrouw de
woorden toe:
Wees niet bezorgd. Hij is er immers 1
zijn en zal geen enkele nieuwe bron
van inkomsten scheppen.
Lord Durham heeft in een redevoe
ring verhaald van een bezoek, dat hij
onlangs aan het Engelsche hoofdkwar
tier gebracht had. Maarschalk French
had hem over het gebrek aan schiet
voorraad gesproken en gezegd „Wan
neer de tijd voor den grooten opmarsch
aanbreekt, dan kunnen wij door de
Duitsche linie heenbreken, maar wij
moeten meer schietvoorraad hebben.
Ik moet den vijand beschieten en nog
eens beschieten, zonder op de kosten
te letten, omdat ik aldus de levens van
onze dapperen spaar."
Thans eerst vinden wij de geruchten
van een belangrijke overwinning der
Engelschen tegenover de Duitschers
bevestigd. De veldmaarschalk French
seint nl. van 5 dezer omtrent een ver
woed gevecht bij Neuve Capelle
Dat de Engelsche verliezen daar heb
ben bedragen: 190 officieren en 2337
man gesneuveld, 359 officieren en 8173
man gewond, 23 officieren en 1728 man
vermist.
De bereikte resultaten zijn evenwel
zoo groot en vérstrekkend, dat ze niet
te duur zijn gekocht. Verscheidene
duizenden lijken van vijanden zijn op
het slagveld geteld en 12,000 gewonden
zijn per spoor vervoerd.
Alle Engelsche verliezen zijn binnen
enkele dagen aangevuld.
Den 16en November liep de Duitsche
hulpkruiser Berlin in de haven van
Drontheim binnen en werd geïnter
neerd. De officieren mochten, na hun
eerewoord te hebben gegeven, in de
stad in een hotel blijven. De kapiteiu-
ter-zee Pfundheller, de kom mandaat
van het schip, werd een tijd in het
hospitaal verpleegd en vervolgens, op
medisch advies, overgebracht naar een
logement in de bergen, het Fjalds&tter
Sanatorium, na de volgende verklaring
te hebben afgelegd: „Het spreekt van
zelf, dat ik geen enkeleu stap zal doen,
die in strijd is met de internationale
bepalingen en voorschriften van de
Haagsche conventie." De kommandant
is nu echter, volgens bericht te Kristi
ania uit Drontheim ontvangen, ver
dwenen. N.R Ct.
Een doktor klaagt er in de Times
over, dat vele collega's ervan worden
afgehouden, om de troepen te velde te
helpen, doordat de plaatsvervangers,
II.
Onder medeplichtigen.
Mijnheer Anton was een gewichtig per
sonage; dat is volstrekt niet om te lachen,
lezer, want niet iedereen is in staat de
kamerdienaar van een baron Raynaud te
worden.
Mijnheer Anton zou evengoed als honderd
anderen, prefect van politie hebben kunnen
zijn, piaar hij verkoos zijn nederige positie
als bediende en had over die keus niet te
klagen, want zij was zeer voordeelig en hij
vervulde haar waardig. Maar er is toch een
beleefdheid en een rechtmatig gevoel van
eigenwaarde voor noodig, en maar weinigen
kunnen beschikken over deze eigenschappen,
die in voldoende mate in Anton vereenigd
waren. Als men zijn bloeiende, welgedane
gestalte bekeek, zijn gepoederd hoofd als
een markies uit den ouden tijd, zijn zorg
vuldig onderhouden handen, gladgeschoren
gelaat en dukbele kin, dan zou men hem
kunnen houden voor een voornaam prelaat,
die van een goed gezelschap en van een
goed maal hield. De soutane en de paarse
kousen, ontbraken slechts, om de illusie
volkomen te maken.
Om twee redenen had Anton niet noodig
gevonden den naam van den bezoeker aan
de barones te noementen eerste uit be
scheidenheid, want sedert hij door zijn
meester met die zending naar Parijs belast
was geweest, met geen ander doel dan de
gangen der jonge vrouw na te gaan, had
hij '.onder nadere uitlegging begrepen, dat
de beide echtgenooten hnn bijzondere ge
heimen hadden en voelde onbestemd dat
de oude attaché van het ministerie daari
gemengd was. Bovendien huiverde de oude
kamerdienaar altijd om den naam van Ful-
gence Guillard uit te spreken, wanneer hij
daartoe ten minste door zijn dienst niet
verplicht was. Die naam toch boezemde
gebruik makende van den nood der
tijden, buitensporige vergoedingen vra
gen. Vóór den oorlog werd vijf guineas
(f 63) in de week goed betaald gevon
den, nu eischt en krijgt men twaalf
guineas (f 151 20) in de week. Er zijn
gevallen van dokters, die met de terri-
torialen waartoe zij behooren naar het
front zijn gezonden, en voor wie het
bekostigen van den plaatsvervanger een
ruïne is.
Tusschen de Amerikaansehe maat
schappij en de Britsche regeering is
een overeenkomst tot stand gekomen
omtrent den aankoop van de lading
der Amerikaansehe stoomboot „Wilhel-
miua", die eenige maanden geleden als
oorlogsprijs naar Falmouth opgebracht
en voor een prijsgerecht gebracht is.
Groot-Britannië heeft erin toegestemd
den prijs te betalen, dien de eigenaars
zouden hebben gekregen als de lading
naar Hamburg, de oorspronkelijke
plaats van bestemming, was gegaan.
Groot-Britannië stemde eveneens toe
de eigenaars schadeloos te stellen voor
het verlies tengevolge van de aanhou
ding van het schip en het proces tegen
de lading. Eindelijk is Groot Britannië
bereid schadeloosstelling te betalen voor
het ophouden van het schip, voor zoo
ver de vertraging veroorzaakt is door
Britsche autoriteiten. Een door den
Amerikaanschen ambassadeur en minis
ter Grey aan te wijzen arbiter zal het
totale bedrag, dat aan de eigenaars zal
worden betaald, vaststellen en d© over
dracht der lading zal, zoodra de arbiter
hierin toestemt, plaats hebben. De
eigenaars zullen dan de lading lossen
en aan de Britsche regeering afleveren
en het schip zal dan vrij zijn om te
vertrekken, daar hiertegen geen actie
hangende is.
Er loopen weder geruchten, dat Rus
land in Mei, wanneer de heele Oostzee
ijsvrij is, voor Duitschland een verras
sing heeft, n.l. een heele serie zeer snel
varende onderzeesche kruisers van
3000 ton.
De paus heeft aan kardinaal Mercier
25,000 francs voor de Belgische bevol
king gezonden, meldt de „Msb." en
aan den bisschop van Krakau 25,000
kronen voor de Poolse e bevolking.
Oostenrijk beeft het aanbod van
Zweden om een ambulance met Zweed-
sche geneesheeren en verplegers naar
het oorlogstooneel te, zenden aanvaard.
hem zoo mogelijk nog meer afschuw in
dan de persoon, die hem droeg, want de
dubbelzinnige houding van den vroegeren
handlanger der politie kon het scherpziend
oog van Anton niet bedriegen. Even zoo
goed als Marcella Raynaud, die haar vader
zoo hartelijk liefhad, voelde de aan zijn
meester gehechts oude dienaar een diepen
afkeer van dien geheimzinnigen persoon
en deze maakte op hem den indruk van
een schorpioen of venijnig insect, dat de
tapijten van het hotel en het kasteel met
zijn tegenwoordigheid bezoedelde.
In zijn vrijen tijd maakte Anton ook
zijn eigen opmerkingen over wat er alzoo
onder zijn oogen voorviel, en zonder van
iet' met zekerheid te weten had hij de
overtuiging, dat die Fulgence Guillard de
booze geest van het huis was, omdat dat
onbestemde gevoel van onrust er heerschte
sedert den dag dat hij er niet als vroeger
met gebogen hoofd, maar bijna op gelijken
voet als iemand van de familie was bin
nengetreden, een bijzondere gunst, die baron
Maxime Raynaud maar aan weinigen toe
stond, daar hij zijn gunsten niet kwistig
verdeelde, en gewoonlijk stijf en voornaam
in houding en manieren was. Welke be
trekking kon er bestaan tusschen twee
menschen, zoo verschillend in fortuin en
positie die hu n verhouding zoo veranderd had?
Natuurlijk hield Anton, als een rechtgeaard
kamerdienaar, zijn overpeinzingen voorzich-
zelf, maar ze waren er niet minder ernstig
om, en vaak had hij een gevoel of de grond
onder zijn voeten ondermijnd was, en ver
beeldde de wijsgeerige lakei zich in plaats
van de prachtige woning, waar alles van
weelde en genoegen sprak, in een schitte
rend Oostersch paleis te wonen, waar men
ieder oogen blik gevaar liep, door een woeste
bende overvallen en zonder omslag naar de
andere wereld geholpen te worden.
(Wordt vervolgd.)