vonden dat niet alles met de gealli
eerden koek en ei was. Er waren
evenwel oogenblikken dat de hooding
tegenover Duitschland zeer scherpe
vormen aannam, n.l. na het geval
met de „Medea".
Vooral toen de nieuwe gezant zijn
intrede deed, dachten vele personen
dat Duitschland nu een scherpe toon
zou aanslaan en warmde het Amster-
damsch dagblad „De Telegraaf' de
bevolking op.
De Hollander voelt zich veel ster
ker aangetrokken tot den Neder-Duit-
scher dan tot den Hoog-Duitscher en
geeft wegens zijn ingekankerden haat
tegen Rusland, Oostenrijk-Hongarije
gaarne de voorkeur. Een andere oor
zaak dat Nederland niet zoo zeer
partij trekt voor de geallieerden is,
dat de Belgische vluchtelingen zich
niet zoo gedragen als het behoort.
Waar de Galicische vluchtelingen
van de Oosterijksche regeering maar
een toelage ontvingen van 70 Heller
(35 cents) per dag, kregen de Belgi
sche vluchtelingen f 1.10, dus ruim
drie keer zoo veel. De Nederlanders
zien dezen toestand met leede oogen
aan, daar de mobilisatie van leger en
vloot schajten verslindt en vele bewo
ners hun levenswijze hebben moeten
wijzigen.
Ook de handel lijdt zeer sterk onder
den invloed van het dekreet, dat geen
Duitsche of Oosterijksche artikelen in
de territoriale wateren vervoerd mogen
worden. Daar dit dekreet zeer den
handel tusschen Nederland en zijne
koloniën als binnenvaart moet worden
beschouwd. De Engelsche regeering
heeft deze bepaling kan ook erkend.
Natuurlijk heeft de oorlog Neder
land niet alleen nadeel bezorgd, daar
er ook personen zijn, vooral zij die in
levensmiddelen handelen, die schatten
geld verdiend hebben.
Op de vraag of de Nederlandsche re-
geeriug soms onder zachten dwang
van Engeland stond, werd mij op
beleefde wijze het antwoord onthou
den. Ik verliet de hoofdstad met den
indruk dat wederzijds wantrouwen
weliswaar nog bestaat, maar dat Ne
derlaud een correcte neutraliteit voert
en dat wij na den oorlog zonder eeni-
ge grief de vriend van hel brave
Hollandsche volk kunnen 1-lij ven.
De Engelsche Admiraliteit maakt be
kend dat het transportschip „Manitou"
met Engelsche troepen aan boord Za
terdagochtend in de Egeïsche Zee is
aangevallen door een Turksche torpe
doboot, die drie torpedo's afvuurde,
welke alle misten. De torpedoboot nam
daarop de vlucht. De Engelsche kruiser
„Mineva" en Engelsche torpedojagers
achtervolgden haar. Ze werd op het
strand gejaagd en op de kust van Chios
vernield. De bemanning is gevangen
gemaakt.
Ongeveer 100 man van het transport
schip zijn verdronken. Verdere bizon-
derheden zijn echter nog niet ontvan
gen.
l*luttiM<-l(jk Nieuws.
Voor Dames- en Kinderkleeding is de
Firma Taverne De Meere, Hinthamer-
straat 69, 's-Hertogenbosch, het beste adres
voor deze omstreken.
Deze zaak is ook des Zondags van 10 tot
1 uur geopend.
Heusden, 21 April.
Trots de tijdsomstandigheden heeft het
onze plaats niet ontbroken aan gepaste ge
notvolle avonden. Tot finale vernemen we,
dagen geleden een onzer ondergeschikten
onbescheiden geweest is en gebabbeld heeft...
Hoe heette hij
Cabiral.
En vroeg de baron met op elkander
geklemde lippen.
Niet alleen zal hij niet meer spreken,
maar men zal zelfs n;ets meer omtrent hem
hooren. Ik heb de eer uw dienaar te zijn,
mijnheer de baron. Als van den bliksem
getroffen, bleef de baron alleen achter,
Straub vertrok, zonder dat iemand hem
uitgeleide deed, en terwijl het rijtuig door
de trotsche laan reed, die naar den straat
weg voerde, zat de baron met het hoofd in
de handen, verpletterd door de ijzige kalmte
en wreeden euvelmoed, waarmede zijn
bezoeker over een nieuwe misdaad gespro
ken had.
Marcella heeft gelijk, peinsde hij, die
man zal ons ongeluk aanbrengen.
IIL
Het plan van den strooper.
't Was een heerlijke lentenachtduizen
den starren schitterden kalm en vreedzaam
aan den onbewolkten hemel, en een warme
Zuidenwind streek over de heide, waar de
Rivolards hun woning hadden opgeslagen
de zwarte hut verhief zich spookachtig
boven de haar omringende erica's en brem-
planten geen ander geluid deed zich
hooren, dan het gezang der krekels en het
gekwaak der kikvorschen in een naburigen
poel.
Op den weg naar Montereau kwamen
twee mannen elkander tegen 't waren twee
oude bekenden Toussaint Vardon en Simon
Rivolard, die elkander hartelijk begroetten.
Komt gij juist aan? vroeg de eerste.
Daareven.
Hebt gij uw zuster ontmoet
Zooals afgesproken was.
dat we weldra verrast zullen worden met
een concert door het dames-zangkoor. Reeds
geruimen tijd hebben de dames zich ge
oefend en we kunnen begrijpen dat ze wel
eens blijken willen geven van hetgeen ze
presteerenmaar ook Heusden is verlangend
met de verschillende muzikale gaven eens
kennis te maken.
Werkendam. Vrijdag 1.1. her
dachten de echtelieden de Ruit-den Hartog
hunne 25 jarige echtvereeniging onder zeer
veel blijken van belangstelling. De militaire
muziek gaf des 's avonds eenige stukjes ten
beste.
BesoUen Toen T. Kuijsters Dins
dag een kalf naar de wei bracht, kwam
zij met een harer duimen tusschen 't hek
bekneld. Daar 't kalf wild voortrende en
zij 't niet kon loslaten, werd de duim ge
heel afgeklemd.
Beneden-Langstraat. De voor
raad hooi wordt zeer gering, zoodat vele
landbouwers tengevolge der ledige schuur
hun vee naar buiten brengen. Toch geeft
de weide ook nog geen gras, zoodat met
verlangen naar groeizaam weder wordt uit
gezien.
Men besteedt voor het hooi nog van f 20
tot f 23 per 500 k.g.
Capelle. Donderdag j.l. gaf de Ge
mengde Zangvereeniging ,,'t Rozeknopje"
in de zaal van den heer L. F. van Dongen
een druk bezochte uitvoering.
Oudergewoonte opende de president dezen
muziekavond en bracht daarbij een woord
van dank aan den oud burgemeester den
Edel Achtbaren Heer G. Vermeulen Wz. al
hier voor de medewerking, die de vereeni-
ging gedurende haar bestaan van hem, als
Burgemeester, mocht ondervinden en sprak
den wensch uit dat de heer Vermeulen nog
lang van zijn welverdiende rust mag ge
nieten. Een oorverdoovend handgeklap van
de bezoekers gaf blijk van instemming met
het door den president gesprokene.
Thans werd begonnen met de uitvoering
van het rijk voorziene programma. De
versjes waren ook nu weer, evenals de
vorige uitvoering, zooveel mogelijk in over
eenstemming met de tegenwoordige tijds
omstandigheden gekozen.
Alle stukken werden uitstekend gezongen.
Dat ook het publiek hoogst tevreden was,
bewees wel het handgeklap na elk nummer.
Na afloop dankte de Voorzitter in de
eerste plaats den directeur, den heer L. A.
Kooien, voor den gezelligen avond den
bezoekers verschaft en in de tweede plaats
het publiek voor de trouwe opkomst.
Tot slot kregen we nog een paar vroolijke
stukjes muziek, afgewisseld door enkele
voordrachten te hooren, waarna een ieder
ten hoogste voldaan huiswaarts keerde.
Een woord van dank aan het bestuur
van ,,'t Rozeknopje" voor het organiseeren
dezer uitvoering is hier niet misplaatst.
Vorige week werd de eerste wagon
salade door de groentekweekers Preffers,
van den Hoek en Vermeulen, naar de veiling
te Rotterdam vervoerd.
'8-Oravemoer. De heer ds. E. van
Meer, predikant der Ned. Herv. gemeente
alhier, heeft een aanvang gemaakt met het
geven van godsdienstonderwijs op de open
bare lagere school.
Gameren. Een gehouden collecte
in de Herv. kerk, ten bate van het Geref.
Leerstoelfonds bracht f 23,60 op.
Meeuwen. Tot ons genoegen ver
nemen wij, dat onze dorpsgenoot de heer
G. Gouda, leerling der Rijkskweekschool
voor onderwijzers te Maastricht, metguns-
tigen uitslag het te Amsterdam gehouden
examen in papier-, karton- en kleiarbeid,
heeft afgelegd.
§pranK- Zondagavond werd het
7-jarig dochtertje van J. van C., door een
fietser die in onbesuisde vaart over den
straatweg reed, tegen den grond gesmakt.
Vreeselijk gillend werd het opgenomen.
Vreesde men eerst het ergste, later bleek
dat het kind slechts enkele schrammen
had opgeloopen. Ook de fletser vloog over
het stuur heen. Boven wonder brachten
Heeft zij begrepen wat er van haar
verlangd wordt?
Volkomen.
Zal zij ons den oude in handen spelen
Gij kunt er op rekenen.
Wanneer?
Al heel spoedig morgen misschien
al.
Goedmaar nu was anders I
Wat wilt ge?
Laten we bij u in huis gaan, dan zal
ik het u zeggen. En arm in arm volgden
zij een voetpad, dat dwars door de heide
juist naar de hut voerde, welker vensters
nog verlicht waren, terwijl de deur slechts
met de klink gesloten was.
Bij hun binnentreden vonden zij de oude
vrouw in een hoek van den schoorsteen
gezeten en bij 't flikkerend lamplicht bezig
een kieedingstuk te verstellen, dat zij op
het geluid van voetstappen ijlings onder
een hoop rommel verborg.
Toussaint merkte het op en riep gerust
gesteld
Wees maar niet bang, moedertje, wij
zijn het 1
Ik wachtte Simon niet zoo vroeg, ant
woordde zij.
Gewoonlijk komt hij niet voor midder
nacht thuis.
Intusschen had Simon de smeulende
spaanders in den haard wat opgerakeld en
bood zijn vriend een kreupelen stoel aan.
Ga zitten, zeide hij, nadat hij de deur
gesloten en goed gegrendeld had, en voegde
er tot de oude gewend, bij
Toussaint komt ons een dienst vragen,
waar groote haast bij schijnt te zijn.
Dat is ook zoo, antwoordde La Brèche:
mijnheer heeft hier in de buurt een kasteel
gekocht, maar had daarmede een doel, dat
nu bijna bereikt is, en dan kunnen we
weer naar 't land, waar we vandaan komen,
terugkeeren; we zullen hier <feen taberna-
ruiter en ros het er zonder eenig letsel af.
Haauisdonk- De 6-jarige J. Wet
tere viel van een schuit in de Melkhaven,
doch werd door den dapperen 12-jariges
Toon van Strien van een wissen dood gered.
Waspik- Naar wij vernemen zal de
heer P. Klaassen, deze week zijn ontslag
nemen als president der Harmonie alhier.
Gedurende de 15 jaren van zijn voorzit
terschap heeft de heer K. steeds zijn beste
krachten aan de vereeniging gewijd, hare
belangen zoogoed mogelijk behartigd. Moge
de opvolger hier de voetsporen drukken
van z'n voorganger.
Wük. Waren de landbouwers in
deze gemeente aanvankelijk niet bereid veel
bieten te zaaien, nu de prijs evenwel is
verhoogd tot f 14.per 1000 k.g. is voor
gemeld doeleinde meer land beschikbaar
gesteld, zoodat de uitzaai van bieten eer
meer dan minder zal zijn dan het vorige
jaar.
Waalw|)k. Naar wij uit vertrouw
bare bron vernemen, is A. Taktor, die
zooals we in een vorig bericht meldden on
der de haarmachine had gezeten, aan de
bekomen verwondingen overleden.
Verslag van de openbare vergadering van
den Raad der gemeente Meeuwen, gehouden
14 April 1915.
Tegenwoordig 6 leden.
Voorzitter de heer Brune, burgemeester.
1. Na opening der vergadering worden
de notulen der vorige vergadering gelezen
en onveranderd vastgesteld.
2. Hierop wordt aan de vergadering aan
geboden het verslag van den toestand der
gemeente over 1914, alsmede het verslag
ingevolge de Woningwet.
Aangenomen voor kennisgeving.
3. Vastgesteld wordt het kohier van den
hoofdelijken omslag voor het dienstjaar
1915.
4. Met algemeene stemmen wordt besloten
het grasgewas langs de gemeentewegen te
verhuren voor den tijd van 4 jaar.
5. Dasrop wordt zonder beraadslaging be
sloten tot wijziging der begrooting voor
den dienst 1914, aangezien gebleken is dat
verschillende posten van uitgaaf te laag
blijken geraamd te zijn.
6. Ten slotte wordt overgegaan tot de
samenstelling van een stembureau, dat zal
optreden wanneer zulks noodig is. Als leden
wo den daartoe benoemd de heeren J. W. en
A.L.de Graaff,als plaatsvervangende leden de
heeren A. van Kuijk en Adr. Straver Wzn.
Als buitengewoon lid volgens de gemeente
en Provinciale wet de heer D. van Buuren
en als plaatsvervanger C. Vos.
Binnenland.
Naar men mededeelt, heeft de opper
bevelhebber van land- en zeemacht het
voornemen, de bezettingen langs den
geheelen grenskant belangrijk te ver
sterken, teneinde nog beter tegen de
smokkelarij te kunnen optreden. Aan
de commandanten der grenswacht is
gevraagd, hoeveel manschappen tor ver
sterking zij denken noodig te hebben.
Nu de beschikking over do lichting
1915 bestaat, is het ook mogelijk de
grenswachten uit te breiden.
Men meldt dat het tweede slachtof
fer van den moord te Roosendaal, de
heer J. Th. Vermeulen, Zaterdag in het
gasthuis overleden is.
Van de Brabantsche grens wordt
gemeld: Het grensverkeer te Putte is
door de Duitschers totaal gesloten,
zelfs het brood voor de Belgische,
grensgemeenten mag niet door.
In zake het vernietigen van de Kat
wijk heeft de Duitsche regeering uit
eigen beweging aan den Nederland-
schen gezant te Berlijn een verklaring
van de volgende strekking gedaan:
Noch bij de Duitsche regeering, noch
kelen bouwen En nu herhaal ik het nog
maals dringend, Simon ge moet met ons
medegaan. Daarginds is plaats voor ieder
een, en wij zullen er voor u zoowel als
voor Mélie een plaats vinden.
Welk doel vroeg de moeder nieuws
gierig.
Ik kom juist hier, om u dat op te
helderen, zeide Toussaint; hij zag er vaster
besloten dan ooit uit en zijn oogen tintel
den van moeielijk bedwongen wraakzucht.
Als ik u niet beter kende, zou ik
bang van u worden, mijn jongen, zeide de
oude vrouw vriendelijk.
Ik ben niet in Frankrijk gekomen,
om mij opnieuw te laten vattenge be
grijpt, dat het al te dwaas zou zijn 1 Ik heb
een doel 1
Welk?
Dat van mij te wreken op den man,
die mij naar ginds gezonden heeft 1
Dat zal niet gemakkelijk gaan.
Als gij hem niet ais een struikroover
wilt doodschteten, zie ik geen middel daar
toe, zeide Simon.
Neen 1 verklaarde Toussaint ronduit,
dat zou al te gemakkelijk gaan. En boven
dien anderen zullen zich met den baron
belasten. Ik heb wat beters gevonden I
Wat dan
Dat zal ik u "eggen.
Ja, ik kan het niet raden, zeide de
oude vrouw; ik heb op allerlei middelen
gepeinsd, maar tevergeefs. Want Toussaint,
die baron Raynaud is al te glad en nergens
te vatten; 't is waarlijk nog beter zijn
ellende maar stilletjes te verdragen
Dat is ten minste niet zoo erg als de ge
vangenis rillend van afschuw bij de
herinnering aan het doorgestane leed had
moeder Rivolard de laatste woorden ge
sproken.
't Is waarlijk niet, omdat ik hem haat,
ging zij woedend voort, dat ik zoo spreek.
bij de Duitsche marine heeft, zooals
vanzelf spreekt, eenige bedoeling be
staan, dat een aanval op een Neder-
landsch schip zou worden ondernomen.
Zij neemt niettemin de mogelijkheid
aan, dat tengevolge van een ongeluk
kig toeval de Katwijk door een Duit
sche duikboot in den grond is geboord.
Aanstonds na het bekend worden van
het gebeurde heeft de Duitsche regee-
riuejeen onderzoek bevolen en zij ver
zoekt aan de Nederlandsche regeering,
om mededeeling te doen van de door
deze ontvangen officieele rapporten be
treffende de feiten, welke aanwijzingen
kunnen opleveren. Indien het onder
zoek uitwijst, dat de Katwijk door een
Duitsche duikboot in den grond is ge
boord. zal de Duitsche regeering niet
aarzelen, aanstonds haar levendig leed
wezen te betuigen en volledige schade
loosstelling toe te zeggen.
Omtrent het torpedeeren van de
„Katwijk"*komen in de Nederlandsche
pers tal van beschouwingen voor.
Het „Vaderland", dat het geval meer
dan ergerlijk noemt, zegt o. a.Het
feit, dat zoo goed als uitsluitend Duit
sche onderzeebooten tot nog toe in de
Noordzee zijn aangetroffen, geeft reden
voor een sterk vermoeden, «lat het een
Duitsche onderzeeër is geweest. Maar
meer dan dat is het niet, en indien
dat vermoeden juist bleek, zou dit de
daad stempelen tot een ongerijmdheid.
Immers men mag aannemen, dat de
onderzeebooten eenigermate op dehoogte
worden gehouden van de schepen die
onderweg zijn en van hunne lading
(zoo als b.v., al heeft men zich toen
vergist, blijkt uit het op vermoeden
van contrabande-vervoer torpedeeren
van de „Medea", en het op vermoeden
opbrengen van de „Batavier V" en de
„Zaanstroom"). Wat voor zin zou het
echter hebben, indien een Duitsche
onderzeeër een Nederlandsch schip met
een voor Nederland bestemde en bijna
de Nederlandsche kust bereikt hebbende
lading tot zinken bracht? Ook het feit,
dat des morgens op die plaats een
Engelsch schip getorpedeerd werd, is
nog geen bewijs dat de onderzeeër die
's avonds de „Katwijk" vernielde, de
zelfde was, al wordt het vermoeden
daardoor iets sterker.
De marinestaf waaronder de bekende
onderz eër behoort, ontvangt natuurlijk
rapporten der op expeditie zijnde booten.
Maar zij staan niet tot onze beschikking,
en wij hebben er dus niets aan.
H09 men het dus beschouwt, wij tasten
in het duister rond, en kunnen slechts
uiting geven aan onze verontwaardiging
over een daad, zoo zeer gekant tegen
het volkenrecht en zóó zeer in strijd
met alle begrippen van humaniteit.
De „Nieuwe Ct." verwacht van de
Duitsche regeering volle medewerking
om den dader van den geheimen aan
slag op Nederlandsche levens en goe
deren op te sporen en de verantwoor
delijkheid vast te slellen.
Onze regeering zal stellig niet nalaten
de Duitsche rechtstreeks voor die ver
antwoordelijkheid te stellen, zoodra zij
de aanwijzingen omtrent den dader van
den aanslag sterk genoeg acht. Het wil
ons voorkomen, dat ze dit reeds zijn.
En in dat geval geldt het hier geen
zaak die op de lange baan kan blijven,
doch mag van Berlijn een spoedig ant
woord, in welken zin ook, worden ver
wacht.
Onder het opschrift „Steeds ernstiger"
schrijft de {driestar-sch ijver van „De
Standaard":
Wat nu met de „Katwijk" voorviel,
gaat wat we dusver op zee ondergingen,
Ik verafschuw den baron niet minder dan
gij. Gij hebt gezien, dat uw Louis® zich
verdronk, maar ik moest beleven, dat men
mij mijn man, Bastien, door twee kogels
in de borst getroffen, thuisbracht 1 Die
ellendige Richard had hem doodgeschoten.
En 't geeft wat of ge u beklaagt, want de
veldwachter, een leugenaar en een dief.
beweerde, dat Bastien op hem aangelegd
had, en dat was een grove leugen, want
mijn man was zoo zacht als een lam en
zou geen kip kwaad gedaan hebben! Hij
zou liever in de gevangenis gestorven zijn,
zooals mijn oudste, dan op iemand te
schieten. Hij heeft mij vóór zijn sterven
alles bekend en in zoo'n oogenblik
liegt men nietl Richard was bang ge
weest Want hij was laf en heeft uit
lafheid iemand doodgeschoten.
Hij heeft zijn schuld betaald, mompelde
Simon en de oude vervolgde:
En toen volgde Jacques, mijn arme
jongen, die niet doodgeschoten, maar lang
zaam doodgemarteld is, en door de lieden
van den baron voor de rechtbank gebracht
is, omdat hij nu en dan een haas of een
fazant stroopte, alsof 't wild niet voor ieder
op de wereld was, zoowel voor ons als voor
heml Wel tien malen heb ik den baron
gesmeekt maar hij kende geen mede
lijden en joeg mij weg als een schurftigen
hondde laatste maal liet de portier zelfs
de doggen op mij los, en riep: Voort,
canaille 1 maar de baron lette er niet op
en luisterde zelfs niet naar mij. Gij kunt
dus wel begrijpen, dat ik hem na zoo'n
leven van dertig jaar geen goed hart toe
draag, en dat ik alleen berust, omdat er
niets aan te doen is. Zijn persoon is heilig,
niemand durft hem te naderen, en al
wildet ge zijn bosschen tot den grond toe
verwoesten, dan zou dit toch niets geven,
daar hij direct nieuwe zou koopen
Ge kunt niets tegen hem doen niets
verre te boven. Verder kan het bijna
niet gaan, of het werd een rechtstreek-
sche oorlogsdaad in vollen vrede.
Een onderzeeër, die zich niet aan
meldt Een onderzeeër, die er zelfs niet
naar omziet of er ook schipbreukelingen
te redden zijn. En dit alles anoniem.
Zonder de eerbiediging van eenigen
den minsten vorm. Het is kortweg geen
daad van oorlogvoering meer, maar van
barbaarsche overweldiging.
Een daad hier te erger, daar het een
schip gold, door onze regeering ge
charterd. Een schip, dat niet aan het
leveren van levensvoorraad aan Enge
land of Frankrijk dacht. Men verstaat
't niet, en men begrijpt 't niet En de
inlichtingen uit Berlijn zullen wel zeer
voldoende en overtuigend moeten zijn,
om den fatalen indruk van deze roeke-
looze daad weg te nemen.
Men verstaat schier niet, wat hier
aanleiding of beweegreden kan geweest
zijn.
En mocht blijken, dat de luitenant
van de duikboot op eigen gezag en
naar pure willekeur handelde, dan ho
pen we ten zeerste, dat men te Berlijn
dezen zeeheld niet sparen zal.
De „Nederlander" meent, dat de da
der zal moeten terechtstaan wegens
poging tot moord en vernieling van
roerend goed.
Misschien zal de dader kunnen aan-
toonen, dat hij, toen hij het feit pleegde,
in dienst was van een der hoogst be
schaafde belligerenten, en als verzach
tende of verschoonende omstandigheden
pleiten, dat, te midden van het afgrij
selijk vernielingswerk, door de macht
hebbers dezer wereld verordend, de
dienaren van den staat het onderschei
dingsvermogen tusschen krankzinnigen,
met vernielingszucht zijn behept. Lazen
wij niet, dat de schepenverdelgera zich
amuseeren met het zien zinken der
door hen vernietigde schepen P Evenals
kinderen, die met hun scheepkeus in
de waschtobbe spelen.
Dit alles zal behooren tot de mid
delen die, volgens prof. Steinmetz en
eenige diepdenkende theologen, dienen
moeten om ons gedegenereerd geslacht
te regenereeren.
't Is hart-verheffend I
De „Tijd" acht het verkieslijker met
een protest te wachten en meent, dat
hier een daad van de grootste vriend
schapkan worden verricht, door Duitsch
land in de gelegenheid te stellen zelf
schuld te bekennen en aanbod te doen
van herstel.
't Is te hopen, dat het reeds door de
Duitsche regeering gelaste onderzoek
de verantwoordelijkheid voor de afkeu
renswaardige daad ook hunnerzijds zal
weten vast te stellen, en dat door een
loyale vergoeding want buiten kijf
was geen contrabande aan boord der
„Katwijk" de goede nabuurschap
behouden blijve met ons volk, dat in
zoo allermoeielijkste omstandigheden
voortdurend blijk geeft van zoo cor
recte handhaving zijner onzijdigheid.
Het „Centrum" vraagt o.a.Wat is
er stuitender voor het gemoed, dan deze
moedwillige vernieling van handels
schepen, van weerlooze vaartuigen, die
levensmiddelen vervoeren?
De wereldoorlog heeft van meet af
aan een vernielend en verdelgend ka
rakter vertoond. Vele non combattanten
maakte hij reeds tot slachtoffers. Maar
deze duikbooten-aanvallen op handels
schepen, en dan nog wel van een neu
traal land, teekenen misschien meer,
dan wat ook het „rücksicbtlose", dat
in dezen krijg wordt betracht.
De „Rotterdammer" meent dat wan
neer de „Katwijk" met bewustheid is
Ja wel.
Wat dan?
Hij heeft een dochter!
Verder.
Hij moet haar liefhebben begrijpt
gij het nu? Zijn dochter .zijn dochter
Men zegt van niet!
Dat is onmogelijk! Zijn dochter ver
staat ge 1 Hieldt gij niet veel van uw kin
deren, moedertje?
Ja! Maar hij heeft alleen oogen voor
zijn vrouw, de barones, een mooie, slanke
blondine, de weduwe van een man, die
indertijd veroordeeld werd.
En heeft hij deze lief
Men zegt dat hij dol verliefd op haar
is. In haar zou men
Bemoei u niet met haar, daar zorgen
anderen voor.
O, komt zij daarom de laatste dagen
zoo dikwijls hierlangs?
Misschien. Ook van dien kant zal hij
getroffen worden, maar dat is mijn zaak
niet Ik wil nog meer Kom wat
dichter bij, moeder en gij ook, zeide
hij en trok Simon weg van 't vuur. De
drie hoofden werden gebogen en Toussaint
sprak opgewonden verder, terwijl moeder
Rivolard, hoe wreed zij ook mocht zijn, van
tijd tot tijd een kreet van afgrijzen slaakte.
Zij scheen zich tegen de plannen van La
Brèche te willen verzetten.
Dat is al te ergtref den vader zoo
veel gij wilt, Vardon, maar de dochter 1
En La Brèche antwoordde:
Ik heb er vijf jaar over gedacht,'t zal
en moet gebeurenen geprikkeld door de
onverwachte tegenkanting, werd hij hoe
langer hoe toorniger.
(Wordt vervolgd.)