Hel Land van Hensden en Allen», de Langstraat en de Bommeierwaarti
Volkerenhaat.
De vrouw van den Banneling.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3459. Woensdag 28 April
FEUILLETON.
MANIFEST.
1915.
VOO II
jiiUtf*
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 77i ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Liefde, zegt men, is blind; maar
dichter dan de blinddoek der liefde
verduistert die van den haat den blik.
Waar déze 'smenschen oog gebonden
houdt, wordt tevens het hart gekluis
terd m de folterende kwellingen van
wrok en wrevel, wordt het menschelijk
gemoed geprangd in de ijzeren boeien
tan nijd en afschuw. Zoo liefde ons
onredelijk kan doen zijn, haat berooft
ons geheel van de rede en maakt den
mensch niet ongelijk aan de dieren,
die bij nacht en ontij in roof en ver
delging zwelgen. Van alle hartstochten
die het menschelijk gemoed teisteren
en kunnen doen ontaarden, is de haat
'wel de felste. Maar ook de wreedste;
hij toch wondt gelijk een tweesnijdend
zwaard, dat vriend noch vijand ont
ziet, waar het de bereiking van het
doel geldt, een zwaard dat verderf
en rouw brengt, overal waar het zijn
bloedende kling doet zwaaien, óók tegen
dengene die het hanteert.
Van alle gewaarwordingen van het
gemoed is daarom de haat de meest
gruwelyke, omdat, is eenmaal het doel
bereikt, niet anders dan een verterende
wroeging, dan het droefst berouw kan
optreden, zoodra de razernij heeft uit
gewoed en voor zachtere gewaarwor
dingen in het gemoed heeft plaats ge
maakt. En wie moeten wij ten slotte
meer beklagen als slachtoffer van den
onredelijken haat, hem dien het zwaard
trof, dan wel dien het hanteerde en
die daarmede zijn eigen gemoed ontoe
gankelijk maakte voor alle betere ge
voelens
Van af het oogenblik, dat in dien
schoonen zomer van verleden jaar eens
klaps de felle oorlogsfakkel zijn ver
zengenden gloed over de Europeesche
landen laaien deed, op dat zelfde oogen
blik stak ook het duizend koppig mon
ster der hydra van den haat der vol
ken zijn giftige tongen naar alle kan
ten uit. Noch was de oorlog metter
daad niet begonnen of in alle oorlog
voerende landen hadden vijandige be
toogingen tegen de nog in het land
vertoevende burgers der andere rijken
plaats, werden deze zelfs belemmerd
en kwalijk bejegend bij hun pogingen
om de vlucht naar het eigen land tr
nemen. De tooneelen van den eens-
65)
Hoeveel eer de gasten ook aan het
maal deden, er heerschte een gedrukte stem
ming, geheel verschillend van de vroolijke
opgewektheid, die gewoonlijk die Donder-
dagsche dineetjes kenmerkte; 'tscheen wel
dat de jonge Pidon, de vroolijkheid mede
genomen had; om tien uur stond het ge
zelschap op, en Sosthène Chapiton zeide bij
het afscheidsnemen tot Guillard
Dus morgen voor vijven ik reken
vast op uw bezoek ik heb u zooveel
interressants te vertellen I
Anselme Bi.rat had wat te veel gedron
ken, maar toch noch zooveel bezinning be
houden, dat hij opmerkte wat er om hem
heen plaats had.
Wat is er toch vroeg hij op de trap
aan zijn vriend Chapiton, waarop deze
antwoordde, dat de ander stellig en zeker
zijn weddenschap zou verliezen.
Dus heb ik goed gehandeld
Door het diner in het restaurant de
Paris te weigeren nu of ge Hodfi
uw geld maar vast klaar.... We zullen
een grap beleven
De Duitscher was alleen met Mélie
achtergebleven,
Gij moogt niet teruggaan, sprak het
jonge meisje, waarop de aangesprokene
zich languit in een fauteuil wierp, en zich
gereed scheen te maken een dutje te doen.
Komaan, hernam zij, wat doet gij
daar, gaat gij slapen?
Neen ik peins.
klaps losbarstenden volkerenhaat, in
schier alle groote Europeesche steden
voorgevallen en ternauwernood door de
overheid tegengegaan, gaven slechts
een voorspel te zien, van hetgeen zou
volgen en sedert ook, crescendo, ge
volgd isonwaardige bejegening door
weerlooze, naar hun 1 nd terugkeerende
burgers, gevolgd door het gevangen
nemen van alle ook maar het minst
verdachte personenweldra verscherp
te maatregelen op krijgsgevangenen
toegepast en ten slotte een wijze van j
oorlogvoering dermate van alle mede- j
doogen gespeend, dat alleen de blinde
haat tot richtsnoer schijnt te zijn ge
kozen. Aan de internationale wetten en
voorschriften op den oorlog te land en
ter zee werd al zeer spoedig weinig,
ja in het geheel niet meer de hand
gehouden het aanwenden van verdel
gingsmaatregelen, zoo gruwelijk ais in
een modernen krijg nauwelijks denk
baar waren het teisteren van onver
dedigde steden en streken van uit de
luchthet vernietigen van weerlooze
handelsschepen van onder uit de zee
oppervlakte in dezen nimmer aanschouw
den duikbooten-oorlog het wanhopig
strijden om het bezit van enkele meters
grond op een frontlengte van honder
den, ja duizenden kilometers ten koste
van ontelbare menschenlevens, dat
alles zou niet in die ontzettende mate
kunnen plaatsgrijpen, wanneer de met
alle andere gevoelens doodende drijf
veer van een steeds toenemende vol
kerenhaat, daartoe niet aangezet had.
Neemt, mag men vragen, na bijkans
negen maanden strijds die zondvloed
van haat dan nog geen keer Zien de
volken dan na dezen eindeloos schijnen-
den tijd van rampspoed nóg niet in,
dat met haat in het hart geen edele
strijd kan gestreden worden, dat de
blik verduisterd, het hart verbitterd
wordt en de oorlog over en weer met
een steeds grooteren wrok gestreden
wordt, waarvan het einde even ramp
zalig moet zijn, zoowel voor die ver
wonnen werd als voor die, in naam
althans, de overwinnaar zal mogen
heeten Het is er helaas verre van af;
de stemming onder de elkander bekain-
pende volken neemt eer in wrok en nijd
jegens elkaar, met den dag toe. In het
openbare leven, in de dagbladen, in
bijeenkomsten, overal, wordt aan een
redeloozen haat toegegeven, wordt wat
des vijands is in een licht beschouwd,
Mag ik ook weten waarover?
Zonder twijfel.
Nu gauw dan.
Hebt gij zoo'n haast?
Hemel, gaat ge een scène maken?
Daar houd ik niet van.
Ik evenmin, ik houd van mijn rust.
Ik wilde maar zeggen, dat gij nu eens
voor goed verklaren moet
Wat dan toch?
Dat ik weten wil, of gij er eindelijk in
zult toestemmen mijn vrouw te worden 1
En als ik weiger om een besluit te
nemen
Dan zal uw tante tusschenbeide
komen.
Laat mij met rust! Ik wil eerst mijn
familie bezoeken.
Dreigend stond Straub op. Wat! zult ge
vertrekken, woudt ge de vlucht nemen
Ja, zonder twijfel, en als ge antwoord
wilt hebben, kunt ge dat komen halen in
de Schaapskooi bij het kasteel van uw
vriend baron Raynaud. Straub begreep dat
hem niets anders overbleef, dan 'ijn afscheid
te nemen, terwijl Mélie Rivolard zeker was,
dat hij haar te La Varenne zou komen
opzoeken.
V.
Op wacht.
Lazare Pidon was niet zoek en dat merkte
Guillard zoodra hij thuis kwam, op tafel
toch vond hij het volgende telegram
Groote zaken met den markies, ik zal
vierentwintig uur afwezig zijn.
Dat was volstrekt niet verontrustend
bovendien al was Lazare Pidon langen tijd
het eenige wezen geweest, dat hem, den
vader van dien schurk eenig belang inboe
zemde, sedert zijn kennismaking met Mélie
Rivolard had de hartstocht voor het jonge
meisje al zijn gevoelens van vaderliefde op
zoo valsch gekleurd, zoo dikwijls op
zettelijk verkeerd voorgesteld en be
sproken, dat men vaak de oogen bij
het lezen daarvan niet meer gelooft. In
alle kringen, onder alle standen, in de
handelswereld, zoo goed als in de we
reld van wetenschap en kunst wordt,
in Duit8chlaud, in Frankryk, in Enge
land, in Rusland en in de Donau-
monarchie dag aan dag, aan dien ver
foeilijken haat voedsel gegeven. De
jeugd wordt er mede ingeprent, de
jongelingschap wordt er mede gevoed,
de ouderen zijn er van vervuld. Slechts
enkelen, een zeer kleine minderheid,
laten zich niet zoo door hun harts
tochtelijke gevoelens van vijandschap
leidendoch hun stemmen gaan te
loor in het overweldigend koor dier
anderen.
Dat alles moet ons tot ernstig na
denken stemmen. Immers, te eeniger
tijd zal aan den oorlog van wapenen
een einde moeten komen, doch hoe zal
het gaan met dien krijg van haat, die
zich ontketend heeft, en waaraan geen
vredesverdrag, geen tractaten, geen
overeenkomsten maar plotseling een
einde kunnen maken.
Hoe zal dan eerst blijken, dat het
koesteren dezer gevoelens van afkeer
jegens elkander, ook het eigen gemoed
vergiftigd heefthoe zal dan blijken,
dat, geiyk wij hierboven zagen, de
haat een twéésnijdend wapen is, het
welk zich niet ongestraft hanteeren
laat. Daar bestaat geen onrechtvaar
diger, noch ook onchristelijker wapen
dan dat, waarvan zich thans ettelyke
volken bedienenonchristelijk zeker,
daar immers het gebod van liefde de
grondstelling van h^t christendom uit
maakt.
Dat gebod nu, mag noch kau ook
in dezen oorlog opgeheven zijnhet
blijft van onvergankelijke kracht ook
in de somberste tijden der menschheid
het is het eenige tegenwicht tegenover
dien ontzettende last van volkerenhaat,
die thans zoo zwaar op de wereld
drukt, de eenige maar dan ojk veilige
baken in den baaierd van leed over
millioenen en millioenen onzer tijdge-
nooten uitgestort. Laten ook de onzij
dig gebleven volken, laten ook wij, die
voor de bloedige rampen van den krijg,
den vaderlandschen bodem nog gespaard
zagen, zulks bedenken. De verklaringen,
die voor het verwekken en voedsel
geven van haat-gevoelens ginds, in de
strijdende landen, nog zouden kunnen
aangevoerd worden, gelden hier het
allerminst. Daarom mogen wy geen
redeloozen wrok, tegen welke der strij
dende partyen ook, koesteren.
Gedachtig aan het gebod ons allen,
19 eeuwen geleden gegeven, is het de
taak der neutrale rijken, is het ook de
ta.* k van Nederland, mede te werken
tot het doen afnemen, tot het, moge
het tijdstip spoedig naderen, doen ver-
dwynen van een, de gansche wereld
aangrimmenden volkerenhaat.
Binnenland.
De Internationale Bijeenkomst, welke
van 710 April te 's-Gravenhage plaats
had op uitnoodiging van den „Neder
landsche Anti-Oorlog Raad" en waar
personen aanwezig waren uit 10 ver
schillende landen, heeft uitgevaardigd
het volgende
Heel de wereld verlangt, dat de vrede,
die op dezen vreeselijken oorlog moet
volgen, een duurzaam karakter zal dra
gen. Dat verwachten niet alleen de oor
logvoerende volken, maar ook de neu
tralen. Allen zijn zij getroffen door den
oorlog, die een huiveringwekkend be
wijs heeft gegeven van de solidariteit
van belangen van heel het mensehelijk
geslacht.
Zal de vrede duurzaam zijn, dan moe
ten de oorzaken worden aangetast, die
tot den oorlog hebben geleid.
Waardoor werd deze wereldramp mo
gelijk? Verschil van meeuing kan be
staan over sommige der diepere oorza
ken van het oorlogsgevaar, over het
verband tusschen den oorlog en de in
richting der maatschappij, over de rol
van den rassenstrijd, over de onmiddel
lijke aanleiding tot dezen oorlog, over
de verantwoordelijkheid van bepaalde
personen. Maar sommige algemeene oor
zaken staan boven allen twijfel.
Gebrek "aan eerbied voor de vrijheid
en de gelijke rechten der nationalitei
ten deed de gedachte aan inmenging,
desnoods met geweld, opkomen en prik
kelde nationale hartstochten. Door de
voortdurende ophitsing van een zekere
geweten looze pers, tuk op sensatie en
willig werktuig van de belangen der
wapenindustrie, is de verstandhouding
tusschen de volkeren vergiftigd, ten
spijt van zoovele oprechte betuigingen
van vredelievenden zin.
De expansiepolitiek, de daarmede sa
menhangende imperialistische stroomiu-
gen, de Daijverige jacht naar eigen af-
den achtergrond gedrongen, en tot eiken
prijs wilde hij nu het voorwerp zijner
aanbidding, waaraan hij zich met hardnek
kige stijfhoofdigheid vastklemde, de zijne
noemen.
Lazare Pidon moest inderdaad weer
een nieuwe zaak voor markies d'ADguilas
behandelen, en die zaak zou een ernstiger
wending nemen, dan hij vermoedde, maar
op hat oogenblik dat hij zijn telegram naar
de avenue d'Autin afgezonden had, was hij
nog aan de voorbereidende maatregelen be
gonnen, en die voor bereiding was heel aan
genaam. Zie hier wat er gebeurd was. On
geveer ora drie uren had een landauer met
twee prachtige Normandische paarden, die
hun gelijke wat snelheid betrof niet zouden
vinden, voor het bureau in de rue Castig-
lione stilgehouden juist toen Lazare Pidon
daar binnentrad. Deze was door het vertrek
van Martha Ribout min of meer uit zijn
gewone doen geraakt, al besloeg de vroegere
linnenmeid van Combiers ook maar een
klein plaatsje in zijn hart, hij miste haar
trouwen ijver en helder doorzicht, bovendien
was ook de andere plaats, die hij zoolang
door een bekenden persoon bezet had ge
zien, verlaten door Cabiral, en nu bezet
door een pennelikker die niets van de zaken
van het agentschap begreep, welke trouwens
ook op 't eerste gezicht den meesten oain-
gewijden vreemd zouden zijn voorgekomen.
Daarbij was Pidon aan geheime onrust ten
prooi, want zonder zich nader te verklaren,
had Martha niet onduidelijk te verstaan
gegeven, dat twijfel aan zijn trouw niet de
eenige reden van haar vertrek was. De zaak
van Orgères, die hij lang dood en vergeten
waande scheen opgestaan te zijn, om hem
te verontrusten en ook was het geheimzin
nig verdwijnen van Cabiral nog zoo kort
geleden, dat de schim van zij u ouden mak
ker vaak in zijn ontstelde verbeelding rond
spookte. 't Is dus licht te begrijpen, dat
hij min of meer overspannen was en ver
dere afleiding hem welkom zou zijn. Zoo
overlegde hij bij zichzelf op weg naar de
rne Castiglione, toen de landauer hem on
verwacht de gewenschte afleiding kwam
brengen. Burggraaf Cesar, oogenschijnlijk in
't beste humeur van de wereld, stapte er
uit.
Mijn waarde heer, begon hij, toen hij
het kantoor binnentrad, ik kom u halen
zijt gij vrij?
Wat is er te doen?
Wij zijn verrukt over onzen nieuwen
aankoop
Van Boissy?
Een prachtig landgoed
Nietwaar
Verukkelijk, en nu doet de gelegenheid
zich voor, dat nog te vergrooten.
Welke gelegenheid?
Luister! Er is een flinke pachthoeve
te koop, die aan Boissy grenst, of liever
de eigenaar zou haar willen afstaan tegen
opoffering.
Weet gij dat zeker
Volkomen. Wij moeten alleen zoo
spoedig mogelijk van de gunstige gelegen
heid partij zien te trekken.
En nu verlangt gij
Vreemdelingen zooals wij, kunnen die
soort van zaken niet zelf behandelen
Dat is zoo.
Bovendien heeft de markies een tele
gram ontvangen, dat hem naar Buenos-
Ayres terugroept.
Ah!
Hij wenschte u dus zijn opdrachten
te geven voor zijn vertrek. Gij ziet, er is
haast bij.
En opgewekt ging de burggraaf voort:
Hij stelt u dus voor, den avond te
Boissy te komen doorbrengen, gij zult er
een lekker diner, een goede kamer en vroolijk
gezelschap vinden. Kunt gij komen?
gesloten markten en koloniën, deden
gevaarlijke vijandschappen ontstaan.
De politieke organisatie der wereld
beantwoordt in geenen deele meer aan
de toenemende dooreenstrengeling van
de belangen der volken. Ondanks allen
voortgang van het volkenrecht zijn wij
in een toestand van internationale anar-
cnie blijven leven. Eerbied voor het
Recht was nog ver van algemeen. Het
werk der Vredesconferenties bleef on
voltooid. Er was geen bruikbare instel
ling tot beslechting van belangenge-
schillen.
Het stelsel der steeds toenemende be
wapeningen, dat den vrede verzekeren
zou, verwekte integendeel een atmosfeer
van wantrouwen en vijandschaphet
leidde er vanzelf toe deze bewapeningen
te gaan gebruiken om den tegenstander
neer te slaan, om den voorspoed van
den handelsconcurrent te vernietigen.
De voorstelling vatte post, dat oorlog
onvermijdelijk was; daarmede was de
weerstand tegen de groepen, die naar
oorlog dreveu, verlamd.
Het evenwicht der machten als grond
gedachte vau het stelsel der Europeesche
politiek heeft niet alleen den vrede niet
kunnen verzekeren, maar integendeel
den naijver geprikkeld en van iedere
plaatselijke botsing een ernstig gevaar
voor den wereldvrede gemaakt. In het
duister der diplomatie en der geheime
verdragen werd de spanning al meer
ondraaglijk.
Aan dat alles moet een eind worden
gemaakt. Bij den vrede, die dezen oor
log beëindigen zal, is daarvoor de ge
legenheid, een gelegenheid die mis
schien nimmer wederkeert.
De verzekering van een duurzamen
vrede en het leggen van nieuwe grond
slagen voor de wereldpolitiek raakt de
gansche menschheid. Daarom moet in
aansluiting aan de vredesonderhande
lingen, die meer bijzonder den oorlog
voerenden staten aangaan, een Wereld-
Congres, de „Derde Ha&gsche Vredes
conferentie", bijeenkomen. Maar méér
moet er geschieden. De tijd is nu ge
komen, dat ook de volken een woord
moeten medespreken. De buitenlandsche
politiek moet niet langer het uitsluitend
domein zijn van een kleinen kring7an
beroepsdiplomaten, een stelsel dat thans
op volslagen mislukking uilliep. Nieuwe
banen moeten worden betredennieuwe
krachten moeten worden te hulp ge
roepen.
Onze roepstem gaat uit tot allen, zon
der onderscheid van nationaliteit, gods
dienst, partij of maatschappelijke posi
tie. De politieke en geestelijke leiders
der volken, die tegen nieuwe aanran
ding onzer beschaving te waken heb-
Wel, waarom niet
Gij kunt uw commissieloon dan be
palen, en daar wij naar Amerika terug
moeten, zullen we u de behandeling onzer
zaken tegen een goed honorarium toerei-
trouwen.
Dat was een welkome afleiding voor de
drukkende zorgen, die Pidon kwelden.
Ik moet even een andere jas aantrek
ken, zeide hij, dan ben ik tot uw dienst.
't Was haast over drieën en burggraaf
Cesar zag op zijn horloge als om den
ander tot spoed aan te zetten, op 't zelfde
oogenblik dat Fulgence Guillard, na de
ontvangst van het telegram van den baron,
aan het station te Melun aankwam en daar
het rijtuig vond, dat hem naar La Varenne
moest brengen. Zijn leerling krabbelde in
der haast een paar regels om hem van zijn
vertrek in kennis te stellen, borstelde zijn
kleeren af, wierp een lichte overjas over
zijn arm en ging naar beneden. Als hij
minder gepreoccupeerd was geweest, zou
hij een sarcastische plooi om de lippen
van den Argentiniër opgemerkt, en gezien
hebben, hoe een glans van vreugde in diens
zwarte oogen flikkerde, maar de dood van
Cabiral en de vlucht van Martha vervolgden
hem onophoudelijk; nog een oogenblik
scharrelde hij in het kantoor rond, gaf zijn
bevelen aan den bediende, die den Gas-
conjer vervangen had, en zeide tot den
1 burggraaf
Ik ben tot uw dienst.
De groom, een forsche mulat, deed eer-
i biedig het portier open. Pidon steeg in het
rijtuig, gevolgd door zijn gastheer, die hem
beleefd de beste plaats had afgestaande
mulat sprong vlug naast den even don
keren koetsier op den bok en voort
rolde het rijtuig langs de geasphalteerde
straten.
't Was een gemakkelijke landauer en
met innig welbehagen strekte Pidon zich
0