Hel Land van Ueusden en Altena, de Langsiraal en de Bommelerwaard. Een onbillijkheid hersteld? De vrouw van den Banneling, Men moge Uander fabrikaat opdringen IBOÜD A VAST Comb. PEEK A CLOPPEMMG, Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden, No. 840S. Zaterdag 29 Iflei 1918, FEUILLETON. aan Uwe gewoonte Orxzso lileeding^ te dragen. Magazijn voor Heeren-Kleeding XOOB Dit blad verschijnt "WOENSDAG en ZAfERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77i ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Nu al meer dan 25 jaren geleden hadden wij de eer de wapenen te dra gen in den dienst van het vaderland. Tot zijner Majesteits leger behoorende, kweten wij ons dus van den plicht, lederen staatsburger bij de Grondwet opgelegd in artikel zooveel. Maar er bevondén zich toen ook jonge mannen in het leger, die er ei genlijk niet in hoorden. Zij kweten zich niet van hun eigen plicht, maar van den plicht van anderen, die, door de loting tot vervulling van dien plicht aangewezen, nochtans zich er aan ont trokken. Zij waren daartoe in de ge legenheid gesteld door de wet, die, mei terzijdestelling van het zooeven aange haalde artikel van de Grondwet, toe stond anderen voor de vervulling van dien plicht, dien duren plicht aan te wijzen, in ruil voor eenige zilverlingen. Dat was onbillijk en onrechtvaardig tevens. Die die zilverlingen niet bezat kon dus zelf uittrekken. Wat voor die dagen, veel meer dan nu, een gebeur tenis was. Maar dat was het niet al leen. Het stelsel van nummerverwisse ling en plaatsvervanging kwam ook het leger niet ten goede, o. a. niet in mo reel opzicht. De „duren" zoo wer den de vervangers genoemd mochten zich in den regel niet verheugen in de sympathie van mode-soldaten en kader. De uitdrukking zoo dikwijls gebezigd in den recrutentijd „je zult je dure centen verdienen", teeken- de de verhouding tusschen kader en recruut. Uit den mond der officieren werd deze uitdrukking niet gehoord, ook al om de eenvoudige reden dat deze be- roepsmenschen niet zoo intens met „den troep" in aanraking kwamen. Over 't algemeen echter werd den wil des Konings ten opzichte van het leger niet steeds uitgevoerd. Immers, de wil des Konings was „dat de be handeling van den soldaat door zijn superieuren zacht en vaderlijk zijn zou." Meer en meer kwam er evenwel verzet tegen het stelsel van nummer verwisseling. Van uit de breede lagen des volks volstrekt niet in minder waardige beteekenis bedoeld werd het verzet sterker en sterker. En in de 64) 't Geheel was meer dan leelijk, afschuw wekkend zelfs, en dat afzichtelijke werd nog verhoogd door de schreeuwende kleuren van het behangsel, die nog door een dikke laag vetvlekken heen te onderscheiden waren. Aan de eene zijde van het vertrek grensde de keuken, aan de andere de slaap kamer van Lafouillede hut had ook geen bovenverdieping, maar uit de gelagkamer geleidde een trapladder naar de vliering In een hoek stond een oude klok, die juist knarsend en piepend haar halfslag deed hooren. Melia was niet keurig van smaak waar het wereldsche genoegens betrof, maar deze omgeving stond zelfs haar tegen, en benauwd door den rook der sigaren en beneveld door de jeneverdampen waarmede het vertrek gevuld was, zeide zij De klok is na, Lafouille. Dat kan wel 't Is al laat Kom, zeide de eigenares van de her berg, wilt gij ons nu al verlaten? De opdracht van La Brèche schoot haar te binnen en daarom luidde haar antwoord Nog nietstilluister eens daar komt iemand Op den weg klonken inderdaad schreden. Doe open, schreeuwde een stem van buiten. Melia stond op en snelde naar de deur. Wat is er? riep zij ontsteld, een on geluk regeerin^skringen vond het verzet spoe dig weerklank. Onder het kerkelijk ministerie Mackay (18881892) diende het Kamerlid Rutgers van Rozenburg, afgevaardigde voor Amsterdam, een motie in voor den persoonlijken dienst plicht. En onder het vrijzinnige mini sterie Pierson-Goeman Borgesius (1897- 1901) /werd de wet op den persoolijken dienstplicht aangenomen, en de Land- weerwet ingesteld. Wat het moreel ten goede kwam, want een groote onbil lijkheid werd weggenomen. Doch een andere groote onbillijkheid bleef bestaan, 't Zou geheel van het toeval blijven afhangen of een jonge man, die in staat was de wapens te voeren ter verdediging van zijn vader land, dien plicht zou vervullen. "Was het lot hem gunstig, hij mocht zoo sterk en kloek en flink zijn als maar mogelijk was, dan was hij „vrij". En het vaderland had in tijden van nood zoovele flinke jonge mannen minder in de gelederen. Blijvend was ook de „broederdienst". En al drukt in gewone omstandig heden de onbillijkheid, van te moeten dienen door het toeval, niet al te zwaar, in buitengewone omstandigheden, als we nu beleven, wordt de druk dubbel gevoeld. 't Kon niet uitblijven dat ook in de rijen der oudere lichtingen meer en meer de vraag wordt gesteld Waarom dit alles; waarom de onbillijkheid laten voortduren dat mijn vriend in de ge legenheid blijft zijn zaken te be hartigen dat hij zich van den heelen rompslomp, dien het verblijf onder de wapenen noodwendigerwijze moet mee brengen, niets heeft aan te trekken? En niet alleen in de militaire ge lederen wordt deze onbillijkheid gevoeld; het adres van de 22 is het bewijs ervan. Jaren lang is in zekere kringen van ons volk aangedrongen op 't volks leger, zonder daarbij te vervallen in militairistisch gedoe. En de vraag kan worden geopperd of de Nederlandsche natie in deze tijden van ellende met de vruchten zou plukken, als het de fensie-vraagstuk in deze richting was opgelost. Zou het den geest onder onze troepen niet ten goede komen, wanneer de duizenden, die nu onder de wape nen staan, om beurten en op geregelde tijden konden worden afgelost? Aan genomen altijd dat deze wijze van voor ziening uitvoerbaar is. Zij had de stem van Toussaint herkend, die inderdaad voor de deur stond; hij was echter niet alleen, maar hield in zijn armen een levenlooze vrouwengestalte, dieniemand anders dan Marcella Raynaud was. Spoedig een bed! beval hij. Een geduchte opschudding ontstond toen de man met zijn last binnentrad; de meeste bezoekers hadden hem vroeger gekend, maar tot nu toe had hij hen zorgvuldig ver meden, behalve de bewoners der Schaaps kooi en Lafouille, die hij allen volkomen vertrouwen kon Melia voorkwam echter vele onbescheiden vragen door zichtbaar verrast uit te roepen: Kijk, dat is de hofmeester van de vreemdelingen, die Boissy bewonen een volbloed Amerikaan! En wiens zakken tot boven toe met goud gevuld zijn, voegde Lafouille er bij. Hij komt uit een land, waar, naar 't schijnt, 't geld langs den weg maar voor 't oprapen ligt, evenals bij ons de keisteenen. Hij komt dikwijlR hier! En volstrekt niet trotsch, vertelde Simon Rivolard, terwijl hij zijn stoel wat dichter bij die der Rigois schoof. Wij heb ben reeds kennis gemaakt! 't Is een gezel lige kerel, dat moet gezegd worden! Intussc ven was de waardin naar de aan grenzende kamer gegaan, waar in een soort van alkoof haar bed geplaatst was, omringd door grove, veelkleurige gordijnen, die zeker nog van haar grootmoeder afkomstig waren 't overige ameublement bestond uit een hooge notenhouten kast, een tafel met een waschstel en een gebarste kruik, eenige matten stoelen, een bouquet oranjebloesem onder een glazen stolp. Vindt ge niet dat die kerel u aan La Brèche doet denken vroeg Criveau, de houthakker. Die vraag maakte de tongen los, en een levendig debat ontstond; sommigen meen. Hoogenstsenweg 22—24 's-HERTOGENBOSGH. liuitenlaml. Volgens een telegram is het Ameri- kaansche s.s. Nebraskan, vau Liverpool naar Delaware Breakwater onderweg, op 40 mijl van Fastnet getorpedeerd. Bij kalm weer kon de bemanning zich in de booten begeven. De Nebraskan voerde groote Ameri- kaansche vlaggen en de naam was met groote letters op beide zijden van het schip geschilderd. Het is haast onmo gelijk dat de duikboot onkundig is ge weest van de nationaliteit, te meer daar het een heldere, mooie avond was. De Daily Telegraph verneemt uit Washington: Indien Duitschland (gelijk de telegrammen over het zinken van de Nebraskan doen vermoeden) opnieuw een ernstigen aanslag heeft gepleegd i>p de veiligheid en de waardigheid van Amerikaansche burgers aan boord van een Amerikaansoh schip, dan is het zeer waarschijnlijk, zoo niet zeker, dat de diplomatieke betrekkingen tusschen de Vereenigde Staten en Duitschland zullen worden afgebroken, vóór het ant woord op de nota over de Lusitania is ingekomen. Het Deensche ministerie van buiten- landsche zaken maakt bekend, dat de regeering naar aanleiding van de deel neming van Italië aan den oorlog be den van ja, anderen van neen, totdat Simon een eind aan den woordenstrijd maakte, door te zeggen Toussaint Vardon was mijn beste vriendhebt gij lieden hem ook gekend De arme drommel is doodhij had een beter lot verdiend. De man kwam alleen uit de slaapkamer terug. 't Is niet ergzeide hij in een eigenaar dig met Spaansch en Engelsch doorspekt dialect, maar, caramba, wat ben ik ge schrikt Wat een slaghoe kan iemand zoo onvoorzichtig zijn, en glimlachend, zoodat zijn witte tanden achter zijn zwarten, knevel zichbaar waren, vervolgde hij 't Is haast een wonder, zoo'n ontmoeting om elf uur 's avonds midden in het bosch. Een mooie dameOp mijn woordIk kwam terug van een wandeling in den omtrek en volgde een weg" door het kreupelhout; plotseling hoor ik de voetstappen van een paard, dat als een kogel uit een kanon langs mij heen vloog; ik had maar juist den tijd om mij aan den rand van den weg te bergen Het paard struikelt over een hindernis en valt twintig pas verder met gebroken beenen neer Aan den eenen kant op de heide zag ik een zwarte steunende massa, die ik aan haar lot overliet, want aan den anderen kant bemerkte ik een lichte gedaante, die onbeweeglijk bleef liggen dat was het jonge meisje Ik nam haar in mijn armen en bracht haar hierheenMaar carambaWelk een buitelingUw licht wees mij den weg Nu weet gij er alles van, evenveel als ik Gelukkig is 't paard alleen dood, maar die mooie jonge dame zal er wel van op komen, en ik geloof zelfs, dat zij al bij kennis is. 't Was niet mogelijk na dit verhaal nog langer aan de afkomst van den verteller sloten heeft, aan de oorlogvoerende mogendheden mede te deelen, dat de algeheele onzijdigheid van Denemarken ook voor deze uitbreiding van den oor log geldt. Het Berl. Tagebl. verneemt, dat of schoon er tusschen Duitschland en en Italië geen formeele oorlogsverkla ring doch eenvoudig een verbreking der diplomatieke betrekkingen werd beoogd, volgens Italiaansche mededee liDgen de oorlogstoestand feitelijk als ingetreden is te beschouwen, zoodat er geen formeele oorlogsverklaring meer noodig is. Uit Boekarest wordt aan de Daily Telegraph geseind, dat Duitschland op nieuw heeft getracht over Roemenië munitie naar Turkije te smokkelen. Aan de Roemeensche grens was opge geven dat er „diplomatieke bagage" in de kisten zat. Toen men ze opende bleek de inhoud voornamelijk uit bom men met verstikkende gassen te bestaan. Het Engelsche persbureau deelt mede dat tijdens de door de Turken gevraagde wapenschorsing om hun dooden bij de Dardanellen te begraven, het getal dier dooden veel grooter is gebleken dan aanvankelijk was opgegeven (3000). Op een terrein van 100 M. lang en 80 M. te twijfelen, want met zijn drukke gebaren en gemaakte Braziliaansche uitspraak, zou hij de halsstarrigsten overtuigd hebben, en zelfs Creveau, die vroeger meermalen met La Bréche uit was geweest, zwoer bij alles wat men wilde dat de hofmeester van mar kies d'Anguilas en Toussaint Vardon totaal niets met elkander gemeen hadden. De eigenares kwam weer terug en be vestigde op haar beurt de woorden van La Brèche. 't Heeft niets te beteekenen, zij is doodeenvoudig bedwelmd geweest door dien val. 't Lieve kind heeft de oogen weer geopend en vroeg waar zij was. Dat moest gij haar eens gaan ver tellen, Bernard, vervolgde de megara, want zij verdient, dat haar de slagen, die wij van de opzichters van haar vader ontvan gen, terugbetaald worden. Hij durft niet, plaagde Simon Rivo lard hij kan genoeg opspelen, maar voor een blik der jonge dame, als een mol onder den grond kruipen. Dat zou te bezien staan, bromde Rigois. Ik ben benieuwd, hoe dat af zal loopen, zeide Lafouille, en spoedig wedde men voor of tegen, terwijl Mélie daarbij 't ijverigst optrad en de gasten tegen elkan der opzette. Hij zal gaan hij moet gaan. Neem esrst een slokje. Bernard, zeide zij, gij hebt courage water noodig, want 't ontbreekt u aan moed, vriendje Aarzelend dronk Rigois zijn glas met kleine teugen leeg; hoe dikwijls had hij, ais hij het jonge, fiere meisje, in het kreu pelhout ontmoette niet den wensch geuit, om haar in zijn macht te hebben en de waakzaamheid der opzichters van baron Raynaud betaald te zetten. De kolenbrander deed zijn best zijn broe der op de gevaarlijke helling terug te breed zijn 400 lijken gevonden. Aan onze zijde van de scheidingslijn zijn tijdens de wapenschorsching 12.000 Turksche geweren opgeraapt. Het vertrek van de Duitsche en Oos- tenrijksche gezanten bij het Vaticaan heeft in Italië verrassing veroorzaakt. Er blijft geen twijfel over, dat men zich op een zwaren strijd met het Va ticaan voorbereidt. Slechts loste het Vaticaan met de regeeringen der cen trale mogendheden de kwestie op de eenvoudigste en meest correcte wijze op. De „Stampa" vermoedt, dat de ge zanten met tijdelijk verlof zijn. Daar mede zouden allen zijn geholpen, ook het Vaticaan, dat geen directe botsing met Italië wenschen kan. De „Vossische Zeitung" meldt, dat den laatsten tijd vreemdelingen, ver moedelijk Russen, Zweedsche motor booten en trawlers trachten op te koo- pen, waarschijnlijk om te dienen als mijnenzoekers enz. De „Gazette de Lausanne" verneemt uit betrouwbare bron, dat de Italiaan sche regeering een wet heeft uitgevaar digd, waarbij de militaire dienstplicht, welke tot dusver tot het 39ste levens jaar duurde, tot het 42ste jaar verlengd wordt. De wet zal niet onmiddellijk in werking treden. houden, en verzocht Melia dringend hem niet meer tot drinken aan te moedigen of aan te zetten. Hij weet niet best meer, wat hij doen of laten moet, en gij weet, als hij dronken is, dan valt er niet met hem te geksoheren maar de aangesprokene deed of zij het niet hoorde, en voegde hem eindelijk op hoo nenden toon de woorden toe: Loop heen, flauwe sukkel Zij wierp hem een woedenden blik toe, die Bernard Rigois eindelijk prikkelde om op te staan. Blijt hierl bulderde zijn broeder hem toe, begrijpt gij dan niet, dat men u aan zet om een dwaasheid te begaan. Laat mij met rust. Hij stond nog stevig op zijn beenen, al was zijn hoofd door den drank beneveld, en alom bekend en gevreesd om zijn bru tale kracht en dierlijken overmoed. Zijn met bloed beloopen oogen, zijn stierennek en forsche, grove handen, schenen het ge- heele gezelschap tot den strijd uit te dagen, toen hij zich een weg naar de kamerdeur baande. Op den drempel keerde hij zich even om. Hij duwde de deur open, en sloot die terstond weer achter zich toe. Plotseling klonk een doordringende angst kreet. O, hoe vreeselijk! riep Rigois, en snelde naar de deur, welker toegang echter plotseling door de waardin meteen bevelend, „Terug" versperd werd. Zij greep den bezoeker bij den kraag, en duwde hem vrij onzacht achteruit. Gij zult hem voor 't gerecht brengen, schreeuwde de kolenbrander haar toe on der een stortvloed van vloeken en scheld woorden, die slechts een schamper lachje op de lippen der oude feeks te voorschijn (Zie vervolg in het bijvoeg iel).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 3